Beleidsregels ondersteuning niet-uitkeringsgerechtigden naar werk gemeente Heerhugowaard 2017

Artikel 1. Algemene begripsomschrijvingen

1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. Doelgroep: personen als bedoeld in artikel 6 eerste lid onder a van de wet en personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

b. Belanghebbende: de persoon behorende tot de doelgroep;

c. Aanvrager: de persoon die een voorziening als bedoeld in deze beleidsregels ten behoeve van zichzelf aanvraagt;

d. Arbeidsinschakeling: het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid;

e. Re-integratietraject: geheel van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie;

f. Voorziening: activiteit gericht op arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie;

g. Grote afstand tot de arbeidsmarkt: deelname aan de arbeidsmarkt is redelijkerwijs niet mogelijk binnen één jaar;

h. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

i. Wet: Participatiewet;

j. Verordening: Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Heerhugowaard;

k. College: college van burgemeester en wethouders.

2. Alle overige begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de wet en de verordening.

Artikel 2. Aanbod

1. Belanghebbenden, woonachtig in de gemeente Heerhugowaard kunnen in aanmerking komen voor een voorziening als bedoeld in hoofdstuk 3 artikel 3, artikel 6 en artikel 8 van de verordening.

2. In aanvulling op het eerste lid kan het college een voorziening als bedoeld in artikel 6 van de verordening aanbieden aan personen als bedoeld in artikel 10f van de wet.

3. Er bestaat geen recht op een voorziening als bedoeld in het eerste en tweede lid, indien sprake is van een voorliggende voorziening welke naar de mening van het college in voldoende mate bijdraagt aan de re-integratie van de belanghebbende.

Artikel 3. Procedurebepalingen

1. De belanghebbende dient schriftelijk een aanvraag voor ondersteuning bij arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie in te dienen om van de voorziening gebruik te mogen maken.

2. Een aanvraag wordt afgewezen indien de belanghebbende die ondersteuning ontvangt op grond van deze beleidsregel binnen twee jaar na afloop of beëindiging van een re-integratietraject of voorziening daartoe een nieuwe aanvraag indient.

3. Lid 2 is niet van toepassing op belanghebbenden zoals bedoeld in artikel 10d, lid 2 van de wet.

Artikel 4. Voorwaarden

1. De voorziening als bedoeld in artikel 2, eerste lid, dient deel uit te maken van een door het college goedgekeurd re-integratietraject en als passend te zijn beoordeeld.

2. Het doel van het re-integratietraject, als bedoeld in het eerste lid, is de belanghebbende geschikt te maken voor de arbeidsmarkt of maatschappelijke participatie, als er sprake is van een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Daarbij wordt altijd de kortste weg richting algemeen geaccepteerde arbeid gekozen.

3. De afspraken omtrent het re-integratietraject worden vastgelegd in een plan van aanpak.

4. De belanghebbende heeft geen dienstbetrekking en is verplicht ingeschreven te staan als werkloos werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf.

5. Bij een re-integratietraject of voorziening gericht op arbeidsinschakeling, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid , moet de belanghebbende zich voor minimaal 16 uur per week beschikbaar stellen voor algemeen geaccepteerde arbeid.

6. Aanvrager beschikt niet over de kwalificatie MBO niveau 2 of hoger.

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

2. Dit besluit kan worden aangehaald als “Beleidsregel ondersteuning niet-uitkeringsgerechtigden naar werk gemeente Heerhugowaard 2017”

Toelichting

Het college is verantwoordelijk voor het ondersteunen bij arbeidsinschakeling van personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw- ers), en niet-uitkeringsgerechtigden. Onder de niet-uitkeringsgerechtigden bevinden zich veel kwetsbare jongeren met arbeidsvermogen die buiten de boot dreigen te vallen, indien zij geen beroep doen op ondersteuning bij re-integratie (loonkostensubsidie vanuit het uitkeringsbudget en begeleiding vanuit het Participatiebudget). De bovengenoemde doelgroepen ontvangen geen Participatiewet uitkering. De ondersteuning van wordt gefinancierd uit het Participatiebudget.

Artikelsgewijze toelichting

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

Artikel 2. Aanbod

Lid 1

De voorziening scholing zoals bedoeld in lid 1 zijn scholingstrajecten gericht op arbeidsinschakeling. Hiervan uitgezonderd zijn jongeren jonger dan 27 jaar die uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen. Indien de individuele klantsituatie daarom vraagt is een maatwerkvoorziening die bijdraagt aan het mogelijk maken van reguliere arbeid mogelijk.

Personen als bedoeld in artikel 10f van de wet kunnen in aanmerking komen voor de voorziening ondersteuning bij leer-werktrajecten. Het college moet dan wel van oordeel zijn dat een leerwerktraject nodig is en de ondersteuning nodig moet zijn voor het volgen van dat leer-werktraject. Dit is geregeld in artikel 10 en volgt uit artikel 10f van de Participatiewet.

Artikel 10f van de Participatiewet bepaalt voorts dat het college uitsluitend ondersteuning bij een leer-werktraject kan aanbieden aan personen:

- van zestien of zeventien jaar van wie de leerplicht of de kwalificatieplicht, bedoeld in de

Leerplichtwet 1969, nog niet is geëindigd, of

- van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald.

De ondersteuning bij leer-werktrajecten is inzetbaar voor jongeren van zestien of zeventien jaar oud die dreigen uit te vallen uit school, maar middels een leer-werktraject alsnog een startkwalificatie kunnen behalen. Om te voorkomen dat jongeren onnodig uitvallen, wordt de mogelijkheid geboden extra ondersteuning te bieden. Deze voorziening kan ook worden ingezet ter voorkoming van schooluitval bij jongeren van achttien tot 27 jaar die door een leer-werktraject alsnog een startkwalificatie kunnen behalen.

Bijstandsgerechtigden jonger dan 27 jaar die uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen, zijn uitgesloten van ondersteuning op grond van artikel 7, derde lid, onder a, van de Participatiewet. Voor de conclusie dat een jongere uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs kan volgen is vereist dat de jongere uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgt of daarvoor in aanmerking komt. In het kader van artikel 7, derde lid, onder a, van de Participatiewet betekent dit dat het college vanaf het moment dat de jongere uit 's Rijks kas bekostigd onderwijs volgt of kan volgen geen ondersteuning bij de arbeidsinschakeling kan bieden.

In artikel 10f van de Participatiewet is bepaald dat het college onder omstandigheden ondersteuning kan bieden aan personen jonger dan achttien jaar en aan personen van achttien tot 27 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald en voor wie een leer-werktraject nodig is. Er wordt vanuit gegaan dat het mogelijk is een leer-werktraject aan te bieden aan personen die voldoen aan het bepaalde in de artikelen 10 en 10f van de Participatiewet, in afwijking van artikel 7, derde lid, onder a, van de Participatiewet.

In concreto gaat het om jongeren tot 18 jaar met arbeidsmogelijkheden die niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen, de zogenoemde kwetsbare jongeren. Meestal betreffen het jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of entreeopleiding die voorheen een beroep konden doen op de Wajong, maar gezien hun leeftijd nog geen algemene bijstand kunnen ontvangen . Daarnaast is er ook een groep overige jongeren zonder startkwalificatie die een leerwerktraject volgen en niet in aanmerking komen voor algemene bijstand. Zij kunnen als niet-uitkeringsgerechtigde een beroep doen op een voorziening om de arbeidsinschakeling te vergroten.

Voor niet-uitkeringsgerechtigden is er geen leeftijdsgrens; vereist is dat men als werkloos werkzoekende is ingeschreven bij UWV.

Uit de praktijk blijkt dat mensen die snel naar werk (terug) kunnen met een toereikende hulp en ondersteuning snel kunnen uitstromen of zelfs voorkomen kan worden dat zij een uitkering nodig hebben. Deze groep ondersteunen we zoveel mogelijk vanuit onze eigen uitvoeringspraktijk. De werkwijze die daarbij gevolgd wordt, gaat uit van de eigen kracht en het benutten van het eigen netwerk. Andere activiteiten zijn sollicitatie trainingen, handhaving en het matchen van vacatures.

De ondersteuning tot arbeidsinschakeling of participatie beperkt zich tot de dienstverlening zoals door de gemeente ingekocht en/of zelf verleend. Dit betekent zoals opgenomen in de dienstencatalogus WNK Personeelsdiensten, de ingekochte trajecten bij de uitvoeringspartners, en de publieke-private samenwerking binnen het Werkgeversservicepunt.

Artikel 4. Voorwaarden

Lid 3

Dit is in lijn met de re-integratietrajecten die de gemeente afsluit voor de arbeidsinschakeling van haar burgers met een Participatiewet uitkering. In tegenstelling tot uitkeringsgerechtigden, kunnen geen sancties worden opgelegd aan niet-uitkeringsgerechtigden. Dit om reden dat zij geen uitkering van de gemeente ontvangen. Wel kan conform artikel 2 lid 3 van de re-integratieverordening een traject of een voorziening worden beëindigd.

In het plan van aanpak worden de gevolgen van het niet nakomen van afspraken vastgelegd. De afspraken die in ieder geval in de overeenkomst worden opgenomen, zijn:

- het re-integratie aanbod;

- welke kosten (scholings-, reis- en trajectkosten) worden vergoed en op welke wijze;

- de wederzijds rechten en plichten:

a. de inspanning van beide partijen om het traject tot een “goed” einde te brengen,

b. de beëindiging van het traject of de voorziening bij het niet nakomen van de afspraken.

Lid 6

Hier wordt bedoeld de startkwalificatie zoals omschreven onder artikel 6, lid 1 onder d van de Participatiewet. Hiermee wordt ervan uitgegaan dat, mits de belanghebbende geen arbeidsbeperking heeft, er genoeg bagage aanwezig is om aan het werk te komen.