Regeling vervallen per 20-10-2023

Besluit tot vaststelling Beleidskader schuldhulpverlening Heerhugowaard 2018

Geldend van 04-01-2018 t/m 19-10-2023

Intitulé

Besluit tot vaststelling Beleidskader schuldhulpverlening Heerhugowaard 2018

Nr.: RB2017114

de Raad van de gemeente Heerhugowaard;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2017;

gelet op het advies van de commissie Maatschappelijke ontwikkeling d.d. 7 december 2017;

gelet op:

artikel 2, lid 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

b e s l u i t

het Beleidskader Schuldhulpverlening 2018 vast te stellen.

Heerhugowaard, 19 december 2017

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

Beleidskader Schuldhulpverlening 2018

Inhoud

1. Inleiding 3

1.1 Aanleiding 3

1.2 Achtergrond, doelen en kaders van het beleidsplan 3

2. Landelijke en lokale ontwikkelingen 4

2.1 Relevante landelijke ontwikkelingen 4

2.2 Landelijke beleidskaders 5

2.3 Lokale beleidskaders 6

3. Visie, missie en uitgangspunten 7

3.1 Visie 7

3.2 Missie 7

3.3 Uitgangspunten 7

4. De cyclus van schuldhulpverlening 8

5. Specifieke doelgroepen 10

6. Innovatie 11

7. Beleidsoverzicht 12

8. Monitoring en evaluatie 13

9. Financieel kader 14

Bijlage: input 3 juli 2017 netwerkbijeenkomst 15

Bijlage: Eenvoud loont, advies van de RVS 17

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

De schuldenproblematiek van Nederlandse huishoudens is de afgelopen jaren verergerd. In totaal heeft bijna één op de vijf Nederlandse huishoudens een risico op problematische schulden, of zit in een schuldhulpverleningstraject. In 2012 was dit nog één op de zes huishoudens. Dit blijkt uit onderzoek van het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid ‘Huishoudens in de Rode cijfers’ uit 2015.

Waarom zijn schulden een probleem?

Schulden zijn voor mensen een bron van stress. Mensen die in de schulden zitten zinken steeds verder weg en hun zorgen en stress worden steeds groter. Schulden kunnen hierdoor een bron zijn van tal van gezondheidsproblemen. Schulden leiden bovendien tot hoge kosten, zowel voor gemeenten als werkgevers en schuldeisers. Enerzijds doordat meer mensen een beroep doen op schuldhulpverlening en de inschakeling op de arbeidsmarkt bemoeilijkt wordt indien er schulden zijn. Maar ook als een gezin uit huis wordt gezet als gevolg van schulden, brengt dit kosten met zich mee. Denk aan de kosten van de maatschappelijke opvang, maar ook aan de inzet van instanties als maatschappelijk werk en jeugdzorg die in actie moeten komen. Uit een Nibud-onderzoek bleek dat 79% van de ondervraagde bedrijven werknemers heeft met financiële problemen. De kosten voor werkgevers lopen snel op, onder andere door verlies aan productiviteit van de werknemer. Ook de organisaties die te maken hebben met betalingsachterstanden, willen het ontstaan van problematische schulden liefst voorkomen. Zij hebben veel kosten aan incasso van achterstanden en als er een schuldregelingstraject wordt gestart, schelden zij vaak, vrijwillig of wettelijk verplicht, een deel van de schulden kwijt. Dit levert hen een kostenpost op.

Eigen verantwoordelijkheid, maar vangnet is nodig

Elke burger is primair zelf verantwoordelijk voor de financiële verplichtingen die hij of zij aangaat en voor het nakomen van deze verplichtingen. Mocht er desondanks toch een schuldsituatie ontstaan, dan gaan we er vanuit dat debiteur en crediteur deze situatie in eerste instantie onderling en zelfstandig oplossen. De gemeente neemt deze verantwoordelijkheid niet over, maar ondersteunt schuldeiser en schuldenaar door te zorgen voor een goed vangnet voor degenen die er zonder hulp niet in slagen om uit een problematische schuldsituatie te komen. In eerste instantie is deze hulp erop gericht om iemand weer zelfredzaam te maken zodat hij of zij weer in staat is om de controle over de eigen financiën te nemen en zelf de schulden af te lossen.

1.2 Achtergrond, doelen en kaders van het beleidsplan

Waarom een nieuw beleidsplan?

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening geeft de gemeente een zorgplicht op het terrein van schuldhulpverlening. In deze wet is geregeld dat de gemeenteraad periodiek (voor ten hoogste vier jaar) een beleidsplan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening. Het beleidsplan bevat de hoofdlijnen van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen dat personen schulden aangaan die ze niet kunnen betalen. Het vorige beleidsplan had betrekking op de periode 2012-2016 en was toe aan actualisatie. Deze actualisatie bood de kans om het beleid te herijken aan de huidige ontwikkelingen op het vlak van schuldhulpverlening.  

Doelen van het beleid

Dit beleidsplan beschrijft de ambities van de gemeente Langedijk en Heerhugowaard op het terrein van schuldhulpverlening. De algemene doelen van dit beleid zijn:

• Het voorkomen dat mensen in de schulden terecht komen (preventie en vroegsignalering);

• Het ondersteunen van mensen met schulden, zodat hun problemen zich niet verergeren (stabilisatie);

• Het ondersteunen van mensen met problematische schulden door middel van schuldregeling, zodat zij uitzicht krijgen op een schuldenvrije toekomst (oplossen);

• Het voorkomen dat mensen na een schuldregeling opnieuw in de problemen komen, door een gerichte inzet van nazorg.

Dit plan beperkt zich tot de gemeentelijk gefinancierde schuldhulpverlening. Hieronder verstaan we de hulpverlening die rechtstreeks door de gemeente wordt gefinancierd (van taken in eigen beheer tot inkoop via aanbesteding of subsidiering). Natuurlijk staat de gemeentelijke schuldhulpverlening niet op zich, maar bevindt zich in een netwerk van hulpverlenende organisaties die elkaar versterken.

2. Landelijke en lokale ontwikkelingen

2.1 Relevante landelijke ontwikkelingen

De laatste jaren neemt landelijk het beroep op schuldhulpverlening toe. Schulden worden bovendien hoger en schuldensituaties complexer.

Lage inkomens hard geraakt

Huishoudens met een laag inkomen hebben een grotere kans op problematische schulden. Landelijk heeft 87 procent van de mensen in de schuldhulpverlening een minimuminkomen of maximaal een modaal salaris [1]. De armoede loopt gestaag op sinds 2007. Met de recessie die eind 2008 inzette, is het aantal armen in de bevolking fors gestegen. Volgens de NVVK stijgt het aantal minima in de schuldhulpverlening, omdat ondersteunende maatregelen vanuit het Rijk voor minima worden afgebouwd. Vooral de afbouw van de huurtoeslag en tegelijkertijd de gemiddelde stijging van de huren heeft de afgelopen jaren bij veel mensen tot problemen geleid. In 2014 daalde volgens het SCP voor het eerst het aantal huishoudens met een inkomen onder het “niet-veel-maar-toereikend” criterium naar 1,2 miljoen mensen (7,6%). De verwachting is dat het armoedepercentage in 2016 verder zal dalen naar 7%.

Noot 1: Bron: NVVK.

Overheidsinstanties als schuldeiser

Gemeenten hebben voor een effectieve aanpak van armoede en schulden goede randvoorwaarden nodig van het Rijk. Onlangs is de Rijksincassovisie gepubliceerd. Het is de eerste keer dat het kabinet openlijk erkent dat het niet goed is dat overheidsinstanties langs elkaar heen werken. Ook is het positief dat deze visie de burger centraal stelt en erkent dat een burger slechts één afloscapaciteit heeft.

Plannen vanuit de rijksoverheid

Het kabinet heeft recentelijk een aantal belangrijke maatregelen getroffen dan wel in voorbereiding om de schuldenproblematiek aan te pakken. Een aantal van deze maatregelen vloeit voort uit de Rijksincassovisie. Deze visie heeft tot doel om overheidsinstanties meer samen te laten werken, zodat er beter rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en omstandigheden van mensen met schulden. De visie is geschreven vanuit het perspectief van de schuldenaar. Immers, iedereen heeft slechts één afloscapaciteit, ook als er verschillende schuldeisers aan de deur kloppen.

Belangrijke maatregelen vanuit de rijksoverheid zijn onder andere: de vereenvoudiging van de beslagvrije voet , verbreding van het beslagregister en de invoering van een breed moratorium.

De vereenvoudiging van de beslagvrije voet

Beslaglegging is de laatste stap van een invorderingstraject: de schuldenaar kan of wil zijn schuld niet betalen en uiteindelijk laat de schuldeiser beslag leggen op eigendommen of tegoeden van de schuldenaar. Als er beslag ligt op iemands inkomen, moet de deurwaarder rekening houden met de beslagvrije voet. De wet regelt dat er een gedeelte van het inkomen (salaris of uitkering) moet worden vrijgelaten om de vaste lasten te kunnen betalen. Dit deel wordt de beslagvrije voet genoemd. Als er beslag gelegd is, wordt het inkomen boven de beslagvrije voet door iemands werkgever of uitkeringsinstantie rechtstreeks overgemaakt aan de deurwaarder, totdat de schuld is betaald. De huidige berekening van de beslagvrije voet is complex. Mensen met schulden moeten veel gegevens verstrekken om hun beslagvrije voet te laten berekenen. Als niet alle gegevens goed worden meegenomen – denk aan kosten voor zorgverzekering, woonlasten en toeslagen – dan kan de beslagvrije voet lager uitvallen. Dit gebeurt met enige regelmaat. Met als gevolg dat een schuldenaar te weinig geld heeft om rond te komen en schuldeisers verkeerde verwachtingen hebben over de aflosmogelijkheden van de schuldenaar. Het wetsvoorstel ‘vereenvoudiging beslagvrije voet’ zorgt dat de berekening van de beslagvrije voet eenvoudiger wordt en het proces van beslaglegging zo wordt ingericht dat beslagleggende partijen beter op de hoogte zijn van elkaars incassoactiviteiten. Het wetsvoorstel op 7 maart door de Eerste Kamer vastgesteld.

Verbreding beslagregister naar overheidsorganisaties

Per 1 januari 2016 is het landelijke beslagregister van start gegaan, dat door deurwaarders geraadpleegd moet worden. Het beslagregister is een goed instrument om te voorkomen dat verschillende schuldeisers tegelijkertijd beslag leggen en burgers daardoor onder het bestaansminimum terechtkomen. Het kabinet streeft ernaar (de eerste) overheidsorganisaties in 2019 aan te laten sluiten op het beslagregister.

De invoering van een breed moratorium

Bij voortdurende incasso’s wordt de precaire financiële situatie van iemand met schulden verder gedestabiliseerd, waardoor de inzet van schuldhulpverlening kan worden gefrustreerd. Om dergelijke situaties aan te kunnen pakken, is er een nieuwe AMvB in de maak op basis van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (het breed moratorium). Hiermee kan de rechter op verzoek van het college van burgemeesters en wethouders een breed moratorium vaststellen voor een inwoner met schulden. Het moratorium houdt in dat in die periode (maximaal een half jaar) deurwaarders, incassobureaus en de overheid zich dienen te onthouden van incasso-activiteiten en geen beslag mogen leggen op goederen, inkomen of uitkering. Zo heeft de schuldenaar met hulp van de schuldhulpverlening de kans om alle zaken op een rij te zetten en tot een stabiele financiële situatie te komen, van waaruit hij of zij betalingsafspraken kan maken. Het college vindt de inzet van het breed moratorium vooral van belang bij ex dak- en thuisloze jongeren die een studie willen oppakken. Dit biedt hen de mogelijkheid tot een schuldrustperiode van maximaal een half jaar waarin samen met de schuldhulpverlener en in samenspraak met schuldeisers de nodige stappen gezet kunnen worden om tot een financieel stabiele situatie te komen.

2.2 Landelijke beleidskaders

De wet gemeentelijke schuldhulpverlening

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) vormt het belangrijkste kader voor de

schuldhulpverlening in de gemeente. Deze wet is sinds 1 juli 2012 van kracht. Voor het eerst kregen gemeenten hiermee een wettelijke taak met betrekking tot de minnelijke schuldhulpverlening. Door deze wet valt schuldhulpverlening wat betreft de toegang onder de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De Wgs legt een bodem onder de schuldhulpverlening. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening te bieden aan haar inwoners. De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad daarvoor een beleidsplan vaststelt. Hierin staan de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen van schuldproblemen.

WSNP

Hiernaast is er de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Hiermee wordt de wettelijke schuldhulpverlening geregeld, via de rechter. Vanuit het Rijk zijn gemeenten gemandateerd om een zogenaamde WSNP-verklaring af te geven. Hierin geeft de gemeente aan waarom het minnelijk traject mislukt is. Op basis van deze verklaring kan de schuldenaar een verzoek bij de rechter indienen om te kunnen starten met het wettelijk schuldsaneringstraject. Het verschil met een minnelijk traject is dat schuldeisers verplicht moeten meewerken aan het WSNP-traject.

De Participatiewet

Belangrijk uitgangspunt van de Participatiewet is de eigen verantwoordelijkheid om in eigen onderhoud te voorzien. Schulden kunnen een belemmering zijn voor de re-integratie. Goede schuldhulpverlening is voor deze groep van belang en kan onderdeel uitmaken van het re-integratietraject. Daarnaast is er de bijzondere bijstand die een rol speelt in de ondersteuning van deze groep.

2.3 Lokale beleidskaders

De volgende lokale beleidskaders zijn van toepassing:

• Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening 2012 - 2016

• Beleidskader Minimabeleid 2017-2020

3. Visie, missie en uitgangspunten

3.1 Visie

Iedereen doet mee, is schuldenvrij en heeft op zijn minst een minimaal inkomen om van te leven. Schuldhulpverlening is een tijdelijk vangnet voor hen die het zelfstandig niet redden. Niemand komt (opnieuw) in de schulden.

3.2 Missie

Preventie door eenvoud

Eenvoud voor mensen vraagt veel en maakt het vaak zelfs moeilijker voor overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Vanwege hun maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten regels, beleid en uitvoering eenvoudiger, omdat het veel oplevert voor de schuldenaar en de schuldeiser, bijvoorbeeld in de vorm van meer welbevinden, een betere gezondheid en minder maatschappelijke kosten.

Financiële gezondheid

Financiële gezondheid betekent met gezond verstand bewuste keuzes maken. We richten ons op informatie, advies en voorlichting om kennis van en inzicht in financieel risicovol gedrag te vergroten.

Empowerment

We richten ons op het vergroten van de competenties van de klant, waardoor uitval in het schuldhulpverleningstraject wordt voorkomen en met een schone lei afgesloten kan worden.

Netwerksamenwerking

We richten ons op een sterk netwerk van maatschappelijke en commerciële partners waarmee we voorkomen dat de klanttussen wal en schip raakt. We voeren de regie, zoeken de verbinding en faciliteren het doel wat de wet beoogt. We verwijzen onderling door, delen kennis en er is ruimte voor innovatie.

3.3 Uitgangspunten

De nadruk komt meer te liggen op preventie, vroegsignalering en nazorg

We besteden meer aandacht aan preventie en nazorg waardoor de kosten voor stabilisatie, oplossen van schulden verminderen.

De ondersteuning sluit aan bij de eigen mogelijkheden en capaciteiten van de klant

De aanpak is niet alleen gericht op het probleem, maar ook op de bewustwording bij de klant kan en wat de eigen invloed is.

Schuldhulpverlening wordt integraal en duurzaam aangepakt.

De gemeente biedt een toegang met een integrale aanpak van een hulpvraag om uit een benarde financiële situatie, doordat er een sterke lokale netwerk is met alle maatschappelijk en commerciële partners in samenwerking met professionals die werken in de Jeugdzorg, Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en het onderwijs.

Iedere inwoner met (dreigende) schulden heeft toegang tot een vorm van schuldhulp

Met de klant wordt gekeken wat de best passende maatwerk oplossing is, waaronder het breed moratorium.

De gemeente voert de regie, de hulpverlening intervenieert, de klant is medeverantwoordelijk

De hulp is erop gericht dat de klant zich weer sterk voelt en met zelfvertrouwen zijn financiën onder eigen beheer houdt. Daar waar mogelijk stimuleert de hulpverlening dat de klant zijn situatie zodanig verandert, dat hij financieel zelfstandig blijft of wordt. Zo nodig, met steun van zijn sociaal netwerk en door werk naar vermogen.

4. De cyclus van schuldhulpverlening

Schuldhulpverlening is een opeenvolging in taken die elkaar versterken en aanvullen: Preventie, Vroegsignalering, Stabilisatie, Oplossen en Nazorg. In de hele cyclus van schuldhulpverlening zijn er bij dringende situaties interventies.

Wat de taken kenmerkt, is de integrale aanpak en de tweesporige benadering van de klant: de hulpverlening helpt de klant weer op eigen kracht grip te krijgen op zijn situatie, ontzorgt waar noodzakelijk, en de klant heeft naar vermogen de eigen verantwoordelijkheid daarin.

Een aantal interventies kan bij elke taak van de cyclus worden ingezet, bijvoorbeeld adviesgesprekken, budgetcursussen, de formulierenbrigade, interactieve websites en apps. Als de gebruikelijke procedure van het oplossen van schulden niet voldoet, versimpelt het overnemen van de schulden (Maatwerkfonds) de situatie.

Cyclus

Definitie

Kenmerk

Preventie

Schuldpreventie is een actief gevarieerd aanbod van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden.

Het aanbod aanwezig op vindplaatsen, zoals scholen, maatschappelijke organisaties en vrijwilligersorganisaties. Informatie en voorlichting op scholen.

Vroegsignalering

Acties van de hulpverlening om mensen op tijd te vinden en te ondersteunen, zodat voorkomen wordt dat hun problemen groter worden. De vindacties zijn gericht op mensen met (dreigende) problematische schulden. En op mensen met een complexe administratie waarin het zicht op hun in- en uitgaven, toeslagen en kwijtscheldingen verloren dreigt te gaan.

Vroegsignalering mogelijk maken door samenwerking met netwerkpartners (zowel maatschappelijk als commercieel) en het onderwijs als onderdeel van de integrale toegang. Vroegtijdig signaleren en melden om erger te voorkomen. De klant wordt ondersteund met financiële regie in het huishouden.

Stabilisatie

Stabilisatie is het tot rust brengen van de financiële situatie. Schulden worden niet meer groter en betalingsafspraken worden nagekomen, zodat geen huisuitzetting of afsluiting van gas, water en elektriciteit (meer) dreigt.

Beschermingsbewind waardoor dreigende situaties gestabiliseerd worden. Door betere afstemming van werkprocessen en communicatie tussen gemeente en bewindvoerders wordt de klant beter geholpen en worden kosten voorkomen.

Oplossen

De schuldhulpverlener doet een betalingsvoorstel aan alle schuldeisers; het minnelijk traject. Lukt dat niet, dan wordt de rechter gevraagd om een oplossing: het wettelijk traject (de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, WSNP).

Doorstart na stabilisatiefase. Minder kans op financiële risico’s.

De klant heeft controle en is (weer) zelf (gedeeltelijk) verantwoordelijk voor zijn financiën.

Nazorg

Activiteiten om te voorkomen dat de klant opnieuw met problematische schulden te maken krijgt.

Een klant staat in eigen kracht en weet wat hij moet doen om uit de problemen te blijven.

5. Specifieke doelgroepen

Iedere burger met schulden heeft toegang tot schuldhulpverlening. Toch vragen specifieke groepen burgers onze bijzondere aandacht.

Gezinnen met minderjarige kinderen

De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening vraagt speciale aandacht voor gezinnen met minderjarige kinderen. Door vorm te geven aan een goede samenwerking en goede contacten met de netwerken van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning ontvangt de gemeente signalen over situaties bij de gezinnen die aandacht nodig hebben. De hulpverlening grijpt in wanneer dit nodig is. Dit bestaat onder andere uit extra financiële begeleiding voor bijstandsklanten, voorlichting in de wijk of dorp over gemeentelijke voorzieningen uit het minimabeleid voor de kinderen, budgetcursussen op scholen.

Jongeren tussen de 18 en 27 jaar

Jongeren moeten weerbaar gemaakt worden om niet in de schulden te komen. In de financiële opvoeding staan de ouders/opvoeders niet alleen. Voor jongeren die zich melden bij het Jongerenloket is een brede intake van belang en in het bijzonder van belang als het gaat om financiële gezondheid, zorgverzekering en premiebetalingen van verzekering. Schuldhulpverlening aan jongeren is eerst gericht op het weer lucht krijgen, en rust in het hoofd, zodat de jongere weer aan zijn toekomst (school en werk) kan werken.

Werkzoekenden met schulden

Een situatie met financiële schulden geeft veel stress. Uitstroom naar werk lukt in sommige gevallen niet, omdat schulden voor te veel onrust zorgt. Hierdoor blijven mensen met arbeidspotentieel in een uitkeringssituatie, wat uiteindelijk veel geld kost. Door het oplossen van schulden nadrukkelijk op te nemen in het traject van de uitkeringsgerechtigde, ontstaat uitzicht op een schuldeloze situatie, dat weer de kans van slagen bevordert om werk te vinden en te behouden.

ZZP’ers en ondernemers

Veel ondernemers komen in de problemen omdat ze te optimistisch zijn en er een taboe heerst om toe te geven dat het niet goed gaat. Soms onmachtig om voldoende omzet te halen en vaak staat de administratie niet op de eerste plaats. Om de ondernemers een kans op een doorstart te geven, is er in combinatie met een Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) – een op maat gesneden schuldhulpverleningstraject mogelijk. De onderneming blijft bestaan, en de ondernemer kan nog inkomsten uit zijn onderneming genereren. Hiermee is het mogelijk dat de kosten van de schuldhulpverlening als Bbz- verstrekking kunnen worden aangemerkt. Voor wat betreft de bedrijfsbeëindigingen is er hulp voor de ondernemers om te stoppen door een traject tot schuldregeling mogelijk te maken.

Ex-gedetineerden

Het percentage gedetineerden met schulden bij aanvang van en ontslag uit detentie ligt rond de 57% (exclusief vorderingen bij het CJIB) [noot 2]. Voor detentie zit tussen de 14-18% van de ex-gedetineerden met schulden in een schuldhulpverleningstraject. De casemanager in de penitentiaire inrichting kan ondersteunen bij het krijgen van inzicht in schulden en laten bevriezen van regelingen tijdens detentie. Door een korte lijn tussen de schuldhulpverlening en schuldhulpverlening binnen detentie is de inzet de financiële situatie voor en na detentie zoveel mogelijk onder controle te houden.

Noot 2: Vierde meting van de monitor nazorg ex-gedetineerden, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Cahier 2015-11.

6. Innovatie

In onderstaand overzicht geeft stellen we innovatieve projecten voor voor elk onderdeel van de cyclus.

Cyclus

Innovatieve pilot

Preventie

Technisch ontzorgen

De gemeente onderzoekt of het vereenvoudigen van ingewikkelde systemen en regels van de overheid die de escalatie van kleine schulden – onbedoeld – in de hand werken; ook bekend als het ‘technisch ontzorgen’. Dit kan door de toeslagensystematiek te veranderen en gegevens beter koppelen, een technische oplossing hiervoor is de ‘bitcoin’ techniek, in het land wordt hiermee ervaring opgedaan in de zgn. Blockchain pilots.

Vroegsignalering

Organiseren Vroegsignalering

De gemeente onderzoekt of Vroegsignalering de samenwerking tussen verschillende netwerkpartijen kan versterken om erger te voorkomen. Door regelmatig casusoverleg te hebben met (gemeentelijke) professionals binnen het sociaal domein, nutsbedrijven, woningcorporaties, deurwaarders, incassobureaus, etc. bij een vermoeden van schuldproblematiek bij een inwoner. De vindplaatsen voor deze meldingen zijn zeer divers. De meerwaarde van dit meldpunt is dat partijen die een belang hebben bij het voorkomen van schulden verbonden door middel van een convenant. Het uitgangspunt is dat het meldpunt onderdeel uitmaakt van de integrale toegang Sociaal Domein.

Stabilisatie

Afstemmen werkprocessen gemeente en bewindvoerders

De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om werkprocessen van de gemeente en bewindvoerders beter op elkaar af te stemmen en efficiënter in te richten, de rolverdeling te verhelderen en de communicatie onderling te verbeteren. Hiermee verminderen de kosten per dossier schuldhulpverlening.

Oplossen

Instellen Financieel fonds door netwerk

De gemeente onderzoekt de mogelijkheden van wat een innovatief financieel instrument kan zijn om de schuldenproblematiek aan te pakken. Er worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd met het maatschappelijk middenveld om dit maatschappelijk vraagstuk te bespreken: hoe kan het saneren van schulden een duurzame oplossing bieden voor zowel schuldenaar als schuldeisers, waarbij de laatsten meer maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.

Nazorg

Organiseren Zelfhulpnetwerk

De gemeente onderzoekt het concept van een Zelfhulp Netwerk om naast de professionele hulp ook informele hulp te ontwikkelen. Het helpt mensen door te praten met mensen die in dezelfde situatie zitten. In een zelfhulpgroep ontstaan contacten, is er overdracht van informatie en is er plaats om alles te bespreken, zo ook het taboe het hebben van schulden. Daarnaast dient het als een vangnet bij eventuele terugval in oud gedrag.

7. Beleidsoverzicht

Cyclus

Wat gaan we doen?

Met wie?

ketenpartners en professionals

Wat willen we bereiken?

Preventie

Technisch ontzorgen: vereenvoudiging van systemen en regels

Preventie dichtbij (voorlichting, huisbezoek) en gericht op gedragsverandering

Maatwerk waar nodig

Samenwerking met vrijwilligers

Voorkomen dat inwoners in een schuldhulpverleningstraject terechtkomen

Huidige preventieve aanbod uitbreiden naar vindplaatsen en aan alle inwoners aanbieden

Geen wachtlijsten

Voor iedereen toegankelijk

Inloopspreekuur, info & advies, individuele gesprekken

Aansluiten op vindplaatsen

Versterking samenwerking met ketenpartners

Budgetcursussen toegankelijk voor wie dat wil

Voorlichting op scholen

Brede intake bij aanmelding Jongerenloket

Vrijwilligers – MET Welzijn

(School-) Maatschappelijk werk

Humanitas

Schuldhulpmaatje

Halte Werk

Sociaal team

Onderwijs

Woningbouwcorporaties

Energieleveranciers

Zorgverzekeraar

Minder maatschappelijke kosten

Iedereen kan meedoen

Niemand opnieuw in de schulden

Duurzame vergroting zelfredzaamheid

Minder oninbare vorderingen, beslagleggingen, verzuim van werk/school

Minder bewindvoeringskosten

Vroegsignalering

Organiseren van Meldpunt Vroegsignalering, versterking samenwerking met ketenpartners

Voorkomen dat inwoners op een schuldhulpverleningstraject terechtkomen

Voor iedereen toegankelijk

Maatwerk

Interventie mogelijk (maatwerk)

Puinruimdag

Aansluiten op vindplaatsen

Gebruik van Big Data

Vrijwilligers – MET Welzijn

(school-) Maatschappelijk werk

Humanitas

Schuldhulpmaatje

Halte Werk

Sociaal team

Onderwijs

Woningbouwcorporaties

Energieleveranciers

Zorgverzekeraar

Niemand opnieuw in de schulden

Duurzame vergroting zelfredzaamheid

Minder oninbare vorderingen, beslagleggingen, verzuim van werk/school

Minder bewindvoeringskosten

Klant krijgt weer grip op zijn situatie

Stabilisatie

Afstemmen werkprocessen gemeente/Halte Werk en bewindvoerders

Organiseren alternatief beschermingsbewind (eigen kring)

Instellen meldpunt financiële hulpvragenvragen

Opkopen van kleine schulden (maatwerkfonds)

Voor iedereen toegankelijk zonder voorwaarden (zoals eerst een inkomen hebben, cursus e.d.)

Uitvoeren interventies en maatwerk (betalingen overnemen)

Speciale aandacht/aanpak doelgroepen: gezinnen met minderjarige kinderen, 18-27 jarigen; werkzoekenden met schulden, ex-gedetineerden, ZZP’ers en ondernemers

Uivoeren tijdelijke voorziening inkomensbeheer (max 1 jaar)

Invoeren adempauze (Moratorium) van 6 maanden in het minnelijk traject

Invoeren beslagvrije voet (adempauze)

Bewindvoerders

Maatschappelijk werk / MET Welzijn

Schuldeisers

Netwerk klant

Als 1e creëren financieel stabiele situatie, daarna gedragsverandering en andere problematiek aanpakken.

Tijdelijk vangnet

Duurzame vergroting zelfredzaamheid

95% van de crisisinterventie slaagt

Crisis is binnen 3 dagen gestabiliseerd

Binnen 3 weken is traject gestart bij 75%

Oplossen

Maatwerkfonds als reguliere procedure van SHV niet voldoet: van meerdere schuldeisers naar 1 schuldeiser

Huisbezoek

Voor iedereen toegankelijk

Maatwerk (omgekeerde toets)

Minnelijk traject is maatwerk

Tegenprestatie: out of the box mogelijkheden

Begeleiding alternatief beschermingsbewind

Maatschappelijk werk / MET Welzijn

Humanitas

Schuldhulpmaatje

Halte Werk

Sociaal team

Netwerk klant

Schuldeisers

Bewindvoerders of alternatief beschermingsbewind (eigen kring)

Duurzame vergroting zelfredzaamheid

Direct stressvermindering

Binnen 3 weken is traject gestart bij 75%

Nazorg

Zelfhulpnetwerk organiseren

Voor iedereen toegankelijk

Vrijwilligers – Wonen Plus Welzijn

Maatschappelijk werk / MET Welzijn

Humanitas

Schuldhulpmaatje

Halte Werk

Sociaal team

Duurzame vergroting zelfredzaamheid

80% schuldregeling slaagt

Max 5% recidive

Max 2,5 % uitval

Klanttevredenheid minimaal 7,5

8. Monitoring en evaluatie

Continu verbeteren dienstverlening

We vernieuwen en ontwikkelen doorlopend om de schuldhulpverlening te verbeteren. Wat zijn de resultaten en effecten van onze interventies?

Dit kan door koppeling van beschikbare gegevens zodat we klanten kunnen vinden en bereiken die anders buiten beeld zouden blijven.

We maken de resultaten van de trajecten zichtbaar en inzichtelijk, zodat we de dienstverlening kunnen verbeteren. De informatie die bijgehouden wordt, moet zinvol zijn en moet leiden tot het inzichtelijk maken van de verbeteringen en prestaties. Door te monitoren en te evalueren is bijsturen mogelijk en kunnen successen gevierd worden.

De gemeente toetst als opdrachtgever van de maatschappelijke netwerkpartners de resultaten aan de hand van inkoop −of subsidieovereenkomsten en spreekt de registraties af. Hierdoor krijgen we inzicht in de cliëntenstromen en kunnen we sturen op de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening.

Door de basis te leggen voor de Big Data, meetpunten (vanuit de benchmark Armoede en Schulden) te registreren, steeds meer gebruik te maken van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein en onderzoek, kunnen we de dienstverlening verbeteren.

Big data

Onder “Big data” verstaan we het landelijke project waarin onderzocht wordt hoe we gegevens die op verschillende plaatsen worden geregistreerd slim kunnen gebruiken.

Divosa is gestart met de benchmark Armoede en Schulden en de VNG onderzoekt de mogelijkheden om deze gegevens aan te laten sluiten bij de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein (GMSD). Dit zal inzicht bieden in de hulpverlening aan mensen met schulden. Ook wordt onderzocht in hoeverre de cijfers van de NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet) [noot 3] hieraan gekoppeld kunnen worden. De GMSD kent drie doelstellingen: horizontale verantwoording naar de gemeenteraad, benchmarking en beleidsinformatie naar het Rijk. De basis van de monitor ligt in de lokale behoefte aan sturings- en monitoringsinformatie.

Noot 3: De NVVK heeft bijna 100 leden. Leden zijn publieke instellingen én private ondernemingen, die diensten aanbieden in meer dan 370 van de 390 gemeenten die Nederland rijk is.

De benchmark Armoede en Schulden van Divosa stelt gemeenten in staat zich te vergelijken met andere gemeenten en op basis daarvan gericht kennis en expertise uit te wisselen.

Er komen steeds meer gegevens over inwoners beschikbaar: ‘Big Data’. Door het verbinden van deze gegevens en de digitale ontwikkelingen wordt het mogelijk patronen te ontdekken en te voorspellen wanneer een inwoner in een problematische schuldensituatie dreigt te raken. Hiermee kan op tijd ingegrepen worden, met inachtneming van de privacy. Om van deze technologie gebruik te kunnen maken, moet een begin gemaakt worden met het in beeld krijgen en ontsluiten van geregistreerde gegevens. [noot 4].

Noot 4: Zie ook de eindrapportage Schuldhulpverlening in Nederland, KWIZ, februari 2017 en de aanbiedingsbrief van 24 april 2017 daarover van de minister.

9. Financieel kader

Activiteit:

Verwachte uitgaven 2017

Preventieve schuldhulpverlening (Schuldhulpmaatje + Humanitas)

45.000

Inkomensbeheer als vangnetregeling

27.000

Startpunt Geldzaken

1.000

Subsidie Trinitas College voor voorlichtingslessen

5.000

Kosten netwerkbijeenkomsten en externe spreker

15.000

Onvoorzien

7.000

Totaal

100.000

Toelichting op het financieel kader:

In de kosten voor bewindvoering en inkomensbeheer is door vaststelling van het beleidskader Minimabeleid 2017-2020 door de gemeenteraden voorzien.

Op basis van de behaalde resultaten worden op termijn voorstellen gedaan voor structurele bekostiging. Daarbij is het uitgangspunt dat door de genoemde acties uit te voeren, de andere kosten (zoals die voor bewindvoering) en kritieke situaties in het schuldhulpverleningsproces (stabilisatie en oplossen) worden voorkomen.

In 2017 zal waarschijnlijk € 100.000 besteed worden (zie het overzicht hierboven). In 2018 is € 200.000 beschikbaar, vooral bedoeld om het beleid te intensiveren.

Het beleidsplan is voor vier jaar, en bevat de hoofdlijnen voor het uitvoeringsbeleid.

Na vaststelling van het beleidskader, zal paragraaf “7. Beleidsoverzicht” worden uitgewerkt in een uitvoeringskader. Daarin zal ook een planning opgenomen worden wat wanneer (financieel) mogelijk is om uit te voeren.

Bijlage: input 3 juli 2017 netwerkbijeenkomst

Preventie

Signalering

Stabilisatie

Psychologische processen (wat leidt ertoe): (1)

Inzichtelijk krijgen eigen huishoudboekje→ standaard: (2)

Veel zaken niet gericht op kwetsbaren→ snel overvraagd (niet digivaardig, laaggeletterd); (1)

Maatschappelijk draagvlak → gezamenlijke verantwoording → decentralisatie(breed): (1)

Persoonlijk contact/luisteren: (1+2)

Persoonlijk contact/luisteren: (1+2)

Verbindingen aanbrengen/werkveld kennen: (1+2+3)

Verbindingen aanbrengen/werkveld kennen: (1+2+3)

Verbindingen aanbrengen/werkveld kennen: (1+2+3)

Verplicht van het onderwijs: (1)

Culturen: (1)

Overleg/afstemmen: (1+2+3)

Overleg/afstemmen: (1+2+3)

Overleg/afstemmen: (1+2+3)

Inkomen veilig stellen: (1+2+3)

Inkomen veilig stellen: (1+2+3)

Inkomen veilig stellen: (1+2+3)

Crisisteam: (1)

Coach bij SHV: (1+2)

Coach bij SHV: (1+2)

Voorportaal/iemand heeft overzicht/regisseur: (1+2)

Voorportaal/iemand heeft overzicht/regisseur: (1+2)

Stabilisatiepot gebruiken: (1+2)

Stabilisatiepot gebruiken: (1+2)

Werken aan basisvaardigheden: (1+2)

Werken aan basisvaardigheden: (1+2)

What’s appgroep omgaan/leven met schulden: (1)

Database schulden: (1+2)

Database schulden: (1+2)

Bekendheid diverse instanties: (1+2)

Bekendheid diverse instanties: (1+2)

Reclame en communicatie over de dienstverlening: (1)

Elkaar als instantie kennen, er is vaak overlap: (1)

Benoemen gezinsregisseur: (1)

Verander toeslagenwet etc., achteraf afrekenen kan niet of leidt tot schulden; (1+2)

Verander toeslagenwet etc., achteraf afrekenen kan niet of leidt tot schulden; (1+2)

Schaamte: (1)

1 loket/casemanager/ integraal regisseur: (1+2)

1 loket/casemanager/ integraal regisseur: (1+2)

Erkennen dat we in een schulden maatschappij zitten/ en aanpassen levensstandaard: (1)

Signalen herkennen: (1)

Meldpunt signalen: (1)

Regeldruk: (1+2)

Regeldruk: (1+2)

Kosten/baten analyse door de gemeente: (1)

Duidelijke/uniforme route: (1+2+3)

Duidelijke/uniforme route: (1+2+3)

Duidelijke/uniforme route: (1+2+3)

Proactieve benadering; (1)

Lokaal dichtbij: (1)

Brede blik: (1)

Snelle reactie: (1+2)

Snelle reactie: (1+2)

Loslaten van eigen bedrijfs/organisatiegrenzen: (1+2+3)

Loslaten van eigen bedrijfs/organisatiegrenzen: (1+2+3)

Loslaten van eigen bedrijfs/organisatiegrenzen: (1+2+3)

Vraaggericht, omgekeerde toets: (1+2)

Vraaggericht, omgekeerde toets: (1+2)

Regie op inkomens beheer is ons gezamenlijke verantwoordelijkheid: (1+2)

Regie op inkomens beheer is ons gezamenlijke verantwoordelijkheid: (1+2)

Budgetcoah: (1+2+3)

Budgetcoah: (1+2+3)

Budgetcoah: (1+2+3)

Maatwerk: (1+2+3)

Maatwerk: (1+2+3)

Maatwerk: (1+2+3)

Opmerkingen over Intermediairs (1)

Wat is de rol van de intermediair

Vraagbaak

Kwaliteit intermediair

Verbinden/samenwerken

Intermediair per organisatie

Klantgericht

Rol preventiecoach: (1)

Integraal/minder versplinteren

Op maat, juiste expert inzetten

1x verhaal, 1 x plan(centraal)

Onafhankelijke partij

Bevoegdheden: regievoeren signaleren

Vast aanspreekpunt voor klant en hulpverleners

laagdrempelig

Rode draad in het geheel:

1 loket

Regisseur vanuit gemeente

Noodzaak en ondersteuning intermediair

Minder regeldruk

Goed sociale kaart

Meldpunt om gezamenlijk de klant in beeld te brengen

Kwaliteit hulpverleners m.b.t. shv

Laagdrempelig

Voorlichting m.n. op scholen

Preventiecoach

Bijlage: Eenvoud loont, advies van de RVS

https://www.raadrvs.nl/uploads/docs/Eenvoud_loont.pdf

Voor een groeiende groep Nederlanders is de samenleving te ingewikkeld geworden. Zij lopen een verhoogd risico om in de schulden te raken. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) onderzocht hoe overheden en andere organisaties kunnen voorkomen dat mensen in de schulden raken. Eenvoud is het sleutelwoord. De RVS denkt dat veel schulden voorkomen kunnen worden door regels eenvoudiger te maken. Het is een van de aanbevelingen in het vandaag (27 juni 2017) gepubliceerde advies “Eenvoud loont. Oplossingen om schulden te voorkomen”.

Ondertekening