Regeling vervallen per 12-07-2011

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren 2007

Geldend van 31-10-2007 t/m 11-07-2011

Intitulé

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren 2007

Raadsbesluit

De raad van de Gemeente Emmen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24-04-2007 en gelet op artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren 2007

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Gemeente Emmen 2007

Hoofdstuk Een: Inleidende bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a

college

college van burgemeester en wethouders;

b

elektronisch

elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, communicatienetwerk onder e, van de Telecommunicatiewet;

c

openbaar elektronisch

elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, communicatienetwerk onder h, van de Telecommunicatiewet;

d

niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk

een elektronisch communicatienetwerk dat in hoofdzaak wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden voorzover dit niet aan het publiek geschiedt;

e

openbare elektronische communicatiedienst

elektronische communicatiedienst als genoemd in artikel 1.1, onder g, van de Telecommunicatiewet;

f

kabels

kabels, genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

g

niet-openbare kabels

kabels, zoals genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk;

h

openbare gronden

openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

i.

netwerkaanbieder

aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (waaronder mede verstaan wordt degene die in eigen naam en eigen rekening kabels ten dienste van een dergelijk netwerk aanlegt, instandhoudt en opruimt), een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;

j

gedoogplichtige

degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

k

aanmelder

netwerkaanbieder, als genoemd in artikel 1, onder i, van de verordening, die met inachtneming van het bepaalde in deze verordening melding doet van werkzaamheden als bedoeld in deze verordening;

l

werkzaamheden

werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in en op openbare gronden, en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

m

instemmingsbesluit

besluit van het college op een melding van voorgenomen werkzaamheden;

n

aansluiting

het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen verbindt met een netwerkaansluitpunt;

o

netwerkaansluitpunt

het geheel van verbindingen, met hun technische toegangsspecificaties, die deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, en nodig zijn om toegang te verkrijgen tot deze netwerken;

p

werken

een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

q

leidingen

ondergrondse kabels of buizen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;

r

verordening

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren;

s

coördinator

de contactpersoon van de gemeente, die gemachtigd is door het college, inzake werkzaamheden of bevoegdheden krachtens deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden voor zover de gemeente deze gronden beheert dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Telecommunicatiewet en de Belemmeringenwet Privaatrecht, waarvan de bepalingen onverkort van toepassing zijn op het in deze verordening bepaalde.

Artikel 3

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk Twee: Het aanvragen en verlenen van een instemmingsbesluit

Artikel 4

  • 1.

    Het is verboden zonder, of in afwijking van, een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent de plaats, het tijdstip en de wijze van uitvoering van de werkzaamheden, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2.

    Een voorafgaand instemmingsbesluit van het college, als bedoeld in vorig lid van deze verordening, is ook noodzakelijk voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard. Hieronder waaronder verstaan wordt het realiseren van incidentele (huis-)aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan vijfentwintig meter in of op openbare gronden, waarbij geen verhardingen of groenvoorzieningen worden gekruist.

Artikel 5

  • 1.

    Een netwerkaanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt uiterlijk acht weken voor de aanvang van de werkzaamheden het voornemen daartoe bij het college of bij de door deze gemachtigde ambtenaar.

  • 2.

    Minder ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in art. 4, lid 2, dienen vijf werkdagen voor de uitvoering schriftelijk bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van de belangen zoals genoemd in artikel 8, lid 1, kan het college bepalen dat de realisatie van deze werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 3.

    In geval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing van de communicatie, waarvan uitstel niet mogelijk is en de storing mogelijkerwijs buiten de normale werktijden plaatsvindt, dient melding bij voorkeur voorafgaand aan de werkzaamheden te worden verricht, doch dient uiterlijk binnen een werkdag na de uitvoering gemotiveerd te worden gedaan.

  • 4.

    Als werkzaamheden worden verricht in gebieden zoals omschreven op de bijgevoegde kaart, of als bij werkzaamheden meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, wordt de melding in ieder geval twaalf weken voor de aanvang van de werkzaamheden gedaan bij het college en is de uitzonderingsbepaling voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing

Artikel 6

  • 1.

    Een instemmingsbesluit wordt door het college op aanvraag van de aanmelder verleend, mits wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2.

    Voor de aanvraag van een instemmingsbesluit op basis van artikel 4, lid 1, dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier.

  • 3.

    Bij de melding verstrekt de netwerkaanbieder de volgende gegevens:

    • a.

      Het nummer uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • b.

      NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabel en van de uitvoerende aannemer en/of onderaannemer, alsmede de naam en telefoonnummer van een Nederlands sprekende contactpersoon voor de werkzaamheden;

    • c.

      een opgave van het aantal, de soort en het beoogde gebruik van de kabel of leiding;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        een opgave van het gewenste tracé;

      • -

        de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek inzake de beschikbare ruimte;

      • -

        een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de situering daarvan;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen, met daarbij aangegeven de lengte en de soort van opbrekingen;

      • -

        een plan met verkeersmaatregelen op basis van CROW 96b;

      • -

        de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

      • -

        opgave van het opslagterrein en/of ketenpark ten behoeve van uitvoering.

  • 4.

    Indien de werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen, aanvullend op lid 3 van dit artikel, bij de melding tevens de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      het door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) afgegeven registratienummer;

    • b.

      aanvullend op het uitvoeringsplan wordt daarin ook opgenomen:

      • -

        een opgave van het aantal kabels dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels dat niet direct in gebruik wordt genomen;

      • -

        de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 5.

    Bij de melding voor minder ingrijpende werkzaamheden dienen te worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en ondertekening van de netwerkaanbieder;

    • b.

      naam en adres van de aannemer(s) en onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden;

    • c.

      de dagtekening van de melding;

    • d.

      de lengte van de kabelsleuf die wordt opengebroken;

    • e.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 6.

    Het college is bevoegd om:

    • a.

      aanvullende informatie op te vragen bij de aanvraag van een instemmingsbesluit;

    • b.

      kan nadere regels stellen inzake de te verstrekken gegevens.

  • 7.

    Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de netwerkaanbieder en de andere gedoogplichtige(n).

Artikel 7

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken, dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag;

  • 2.

    De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met acht weken worden verlengd. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken kan deze termijn eenmaal met twaalf weken worden verlengd door het college;

  • 3.

    Indien van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, doet het college daarvan vóór afloop van de termijnen zoals genoemd in lid 1, een schriftelijke bevestiging met motivatie toekomen aan de aanvrager;

Artikel 8

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid en/of een goede doorstroming van het verkeer;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast, waaronder mede verstaan wordt de bescherming van eventuele archeologische vondsten, van groenvoorzieningen, bomen en beplantingen en van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik van openbare gronden en gebouwen en het doelmatig beheer en onderhoud ervan en het belang van nader aan te geven grote lokale evenementen als weekmarkten en kermissen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder mede verstaan worden werken ten behoeve van de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.

  • 2.

    Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen, zoals kabelgoten en geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld, en een zekerheidsstelling voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit.

  • 3.

    De netwerkaanbieder dient omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal drie werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4.

    De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform de ”Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her-)straatwerkzaamheden opgesteld door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten”.

  • 5.

    De netwerkaanbieder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, waarbij de omvang beperkt is tot vergoeding van de marktconforme kosten van de voorzieningen en van de meerdere marktconforme kosten van onderhoud.

  • 6.

    De netwerkaanbieder is verplicht na einde van de werkzaamheden de grond terug te brengen in de oude staat, tenzij de gemeente vooraf heeft aangegeven hier zelf zorg voor te willen dragen. De netwerkaanbieder draagt de marktconforme kosten die nodig zijn voor het terugbrengen van de grond in de oude staat.

  • 7.

    Onder marktconforme kosten wordt in dit artikel verstaan kosten zoals deze door een onderneming onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gebracht.

  • 8.

    De netwerkaanbieder is leges verschuldigd conform de Legesverordening van de Gemeente Emmen.

  • 9.

    Het verkrijgen van een instemmingsbesluit laat onverlet dat in voorkomende gevallen ook een aanlegvergunning is vereist. Het college draagt zorg voor afstemming.

Artikel 9

  • 1.

    De netwerkaanbieder is verplicht op verzoek van de Gemeente op eigen kosten over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van kabels, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de Gemeente.

  • 2.

    Indien de Gemeente jegens een derde gehouden is grond, die door de gemeente is bestemd voor het oprichten van een of meer gebouwen, zodanig te leveren dat die derde na verkrijging van de grond bij het door of vanwege hem oprichten van een of meer gebouwen niet gehinderd wordt door de in de grond aanwezige kabels en leidingen, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. De oprichting van een of meer gebouwen dient op het moment dat een verzoek wordt gedaan voldoende bepaalbaar te zijn.

  • 3.

    In andere gevallen dan bedoeld in het eerste of tweede lid, is de aanbieder slechts verplicht over te gaan tot maatregelen, waaronder het verplaatsen van de kabels, indien de Gemeente hem de kosten daarvan vergoedt. Ingeval een verzoek tot het nemen van maatregelen is gedaan, gaat de aanbieder zo snel mogelijk over tot de gevraagde maatregelen, doch niet later dan zestien weken na de datum van ontvangst van het verzoek. Het verzoek bevat een omschrijving van de op te richten gebouwen dan wel de uit te voeren werken en in geval het verzoek een verplaatsing van kabels betreft voor zover mogelijk een voorstel voor de plaats waar de kabels kunnen worden aangelegd.

Hoofdstuk Drie: Overige bepalingen

Artikel 10

  • 1.

    Indien de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netwerkaanbieder, gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netwerkaanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

  • 2.

    De netwerkaanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

  • 3.

    Op het eigendom van de kabels en leidingen zijn de desbetreffende wettelijke bepalingen van toepassing.

Artikel 11

  • 1.

    Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet openbare kabels in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Het opnemen van lid 1 in deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels.

  • 3.

    Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels geldt dat deze op verzoek van de gemeente, op kosten van de eigenaar van de kabels, uitgevoerd dienen te worden.

Artikel 12

  • 1.

    De wettelijke bepalingen ten aanzien van de geldigheidsduur van de gedoogplicht voor kabels die geen deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk zijn van toepassing.

  • 2.

    De geldigheidsduur van de gedoogplicht voor leidingen die geen deel uitmaken van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen bedraagt tien jaar.

  • 3.

    De aanbieder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden.

  • 4.

    In dit kader wordt van de aanbieder jaarlijks een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels, leidingen en ondersteuningswerken verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de aanbieder.

Artikel 13

Het college kan van de aanbieder verlangen dat deze gegevens in digitale vorm verstrekt.

Hoofdstuk Vier: Strafbepalingen

Artikel 14

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 15

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 16

  • 1.

    Indien de netwerkaanbieder zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit, dan kan het college het instemmingsbesluit intrekken en de oorspronkelijke situatie (laten) herstellen voor rekening van netwerkaanbieder.

  • 2.

    Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart respectievelijk uitgevoerd vervalt de verleende instemming, tenzij aantoonbaar sprake is van overmacht, zulks ter beoordeling van het college.

Artikel 17

Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • 1.

    zonder voorafgaande melding, als bedoeld in artikel 4 van deze verordening;

  • 2.

    in afwijking van het instemmingsbesluit zonder overleg met het college;

  • 3.

    in strijd met het in het instemmingsbesluit opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing en de wijze van uitvoering, zonder overleg met het college.

Hoofdstuk Vijf: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 18

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 19

De aanwezigheid van kabels, kabelwerken en leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening van de Gemeente Emmen en/of op basis van mondelinge afspraken, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze Verordening, worden per ingang van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren 2007 eveneens beheerst door de regels daarvan. Het voorgaande is niet van toepassing op Artikel 9, deze zal voor nutsbedrijven een jaar na inwerkingtreding van deze verordening ingaan.

Artikel 20

Deze verordening wordt aangehaald als: "Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Emmen 2007".

Artikel 21

De Telecommunicatieverordening vastgesteld door de raad op 27 mei 1999 in te trekken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 oktober 2007.

De griffier,

de voorzitter,

H.D. Werkman

C. Bijl