Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR605443
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR605443/5
4e wijzigingsverordening Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2018
Geldend van 01-01-2022 t/m 30-12-2022
Intitulé
4e wijzigingsverordening Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2018De raad van de gemeente Hoogeveen;
Gelet op het voorstel van het college;
Gelet op artikel 216 en 228 van de Gemeentewet;
Besluit:
Vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2018
(Verordening precariobelasting 2018).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dagdeel: de periode voor 13.00 uur of na 13.00 uur;
- b.
dag: een periode van 24 uren, vanaf 00.00 uur;
- c.
week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;
- d.
maand: een kalendermaand;
- e.
jaar: een kalenderjaar;
- f.
evenement: het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een voor publiek toegankelijke gebeurtenis, zoals het houden van feestelijkheden, shows, demonstraties, tentoonstellingen, braderieën, circussen en dergelijke;
- g.
standplaats: een afgebakend gedeelte van minimaal 25 vierkante meter voor de verkoop of uitstalling van waren;
- h.
kern: de bebouwde kom van Hoogeveen, Elim, Fluitenberg, Hollandscheveld, Nieuwlande, Nieuweroord, Noordscheschut, Pesse, Stuifzand en Tiendeveen, overeenkomstig de bebouwde kommen zoals die zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart;
- i.
centrum: het gedeelte van de kern Hoogeveen zoals dat is aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart;
- j.
buitengebied: het gemeentelijk grondgebied dat niet als kern of centrum is aangemerkt;
- k.
nationale feestdagen: de algemeen erkende feestdagen bedoeld in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “precariobelasting” wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. De precariobelasting wordt jaarlijks geheven van degene aan wie een vergunning voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is verleend.
-
2. In andere dan in het eerste lid bedoelde gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die één of meer voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen.
Artikel 4 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
voorwerpen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;
- b.
voorwerpen, waarvoor met de gemeente een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
- c.
voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
- d.
voorwerpen, welke uitsluitend voorzien in het algemeen belang dan wel worden gebezigd voor een godsdienstig of cultureel doel;
- e.
voorwerpen op de openbare weg bij kleinschalige niet-commerciële buurtactiviteiten;
- f.
Voorwerpen, welke uitsluitend als gedenkteken dienen ter nagedachtenis van gevallenen van oorlogsgeweld en ten hoogste 0,2 m2 openbare grond in beslag nemen.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
-
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt voor de berekening van de precariobelasting een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
2. Indien voor het belastbare feit de opbouw van het dagtarief, onderscheidenlijk het weektarief, het maandtarief of het jaartarief niet evenredig is, wordt het recht berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan een dagdeel, een dag, een week, een maand of een jaar, al naar gelang de duur van het belastbare feit, waarbij een gedeelte van een tijdvak voor een geheel wordt gerekend.
Artikel 8 Wijze van heffing
De precariobelasting wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
-
1. De naar jaartarieven geheven precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
-
1. De gevorderde bedragen moeten worden betaald binnen één maand na dagtekening van de in artikel 8 bedoelde schriftelijke kennisgeving.
-
2. Indien een automatische incasso is afgegeven voor het innen van de gemeentelijke heffingen wordt het belastingbedrag op de kennisgeving automatisch afgeschreven in de volgende maand na die waarin de kennisgeving is verzonden.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
Artikel 11 Kwijtschelding
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12 Nadere regels door het college
Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van precariobelasting.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening precariobelasting 2017 van 8 december 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.
- 4.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening precariobelasting 2018.
Ondertekening
Tarieventabel, behorende bij de Verordening precariobelasting 2018
Hoofdstuk 1 Algemeen |
||
1.1 |
Het tarief bedraagt voor het hebben van voorwerpen waarvoor in de volgende hoofdstukken dan wel in een andere belastingverordening geen afzonderlijk tarief is opgenomen per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. per dag |
€ 0,73 |
|
b. per week |
€ 2,18 |
|
c. per maand |
€ 4,37 |
|
d. per jaar |
€ 44,05 |
|
met een maximum bedrag per dag van |
€ 110,00 |
Hoofdstuk 2 Bouw - en onderhoudswerken |
||
2.1 |
Het tarief bedraagt voor het op enigerlei wijze aan de openbare dienst onttrekken van openbare gemeentegrond ten behoeve van bouw- en onderhoudswerken, per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. voor een dag |
€ 0,23 |
|
b. voor een week |
€ 0,93 |
|
c. per maand |
€ 3,16 |
Hoofdstuk 3 Opslagplaatsen C.A. |
||
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het hebben van een vaste opslag-, laad- en/of losplaats per m² in beslag genomen grond per jaar: |
€ 0,87 |
Hoofdstuk 4 Standplaatsen |
||
4.1 |
Het tarief bedraagt voor het hebben of innemen van een standplaats: |
|
|
op het autobusstation aan het Stationsplein, per bushalte, per jaar |
€ 187,53 |
4.2 |
Het tarief voor het hebben van voorwerpen op openbare gemeentegrond voor de verkoop of uitstalling van waren, anders dan markten gedurende aangewezen marktdagen, bedraagt per standplaats: |
|
|
a. per dag, per week |
€ 24,85 |
|
b. per dag, per maand |
€ 100,00 |
|
c. per dag, per jaar |
€1.183,30 |
Hoofdstuk 5 Terrassen C.A. |
||
5.1 |
Het tarief voor het hebben of innemen van een terras op openbare gemeentegrond bedraagt per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. per week |
€ 0,93 |
|
b. per maand |
€ 3,66 |
|
c. per jaar |
€ 23,90 |
5.2 |
Het tarief voor het hebben van een uitstalling van waren op openbare gemeentegrond bedraagt per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. per week |
€ 0,95 |
|
b. per maand |
€ 3,71 |
|
c. per jaar |
€ 45,03 |
5.3 |
Het tarief als bedoeld in artikel 5.1 bedraagt indien tijdens de wekelijkse marktdagen geen gebruik kan worden gemaakt van het terras: |
|
|
a. per week |
€ 0,65 |
|
b. per maand |
€ 2,51 |
|
c. per jaar |
€ 17,25 |
Hoofdstuk 6 Tankstations |
||
6.1 |
Het tarief voor het hebben van een installatie voor de levering van benzine of andere motorbrandstoffen, met inbegrip van de eventueel daarbij behorende vulputten, leidingen, tanks, lichtmasten, reclamezuilen, kiosken of andere voorwerpen op of onder openbare gemeentegrond bedraagt per aftappunt voor motorbrandstof: per aftappunt per jaar |
€ 312,90 |
Hoofdstuk 7 Evenementen C.A. |
||
7.1 |
In afwijking van hetgeen is bepaald in hoofdstuk 3 en 4 van deze tarieventabel bedraagt het tarief voor het hebben van voorwerpen en/of innemen van standplaatsen en terrassen en/of uitstalling van waren tijdens evenementen, per m² in beslag genomen grond: |
|
7.1.1 |
Indien het betreft openbare gemeentegrond in een gebied aangemerkt als centrum, per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. per dag |
€ 0,77 |
|
b. per week |
€ 2,29 |
|
Het maximumbedrag per dag bedraagt bij: |
|
|
1 t/m 1.000 m² |
€ 77,50 |
|
1.001 t/m 5.000 m² |
€ 155,00 |
|
5.001 t/m 10.000 m² |
€ 232,38 |
|
10.001 t/m 15.000 m² |
€ 310,21 |
|
15.001 m² of meer |
€ 406,08 |
7.1.2 |
Indien het betreft openbare gemeentegrond in een gebied aangemerkt als kern, per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. per dag |
€ 0,41 |
|
b. per week |
€ 1,19 |
|
Het maximumbedrag per dag bedraagt bij: |
|
|
1 t/m 1.000 m² |
€ 39,78 |
|
1.001 t/m 5.000 m² |
€ 80,26 |
|
5.001 t/m 10.000 m² |
€ 120,79 |
|
10.001 t/m 15.000 m² |
€ 161,28 |
|
15.001 m² of meer |
€ 201,91 |
7.1.3 |
Indien het betreft openbare gemeentegrond in een gebied aangemerkt als buitengebied, per m² in beslag genomen grond: |
|
|
a. per dag |
€ 0,30 |
b. per week |
€ 0,81 |
|
|
Het maximumbedrag per dag bedraagt bij: |
|
|
1 t/m 1.000 m² |
€ 25,99 |
|
1.001 t/m 5.000 m² |
€ 51,95 |
|
5.001 t/m 10.000 m² |
€ 77,99 |
|
10.001 t/m 15.000 m² |
€ 130,10 |
|
15.001 m² of meer |
€ 154,73 |
7.1.4 |
De precariobelasting genoemd in 7.1.1 en 7.1.2 wordt niet geheven indien het evenement plaats vindt op nationale feestdagen. |
|
7.1.5 |
De precariobelasting genoemd in 7.1.1 en 7.1.2 wordt niet geheven als een evenement wordt georganiseerd of opgezet door een burgerinitiatief of maatschappelijk initiatief, georganiseerd en/of uitgevoerd door een groep burgers, die zich afspeelt in het publiek domein en die ten goede komt aan de samenleving. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl