Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR605342
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR605342/3
Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Moerdijk
Geldend van 08-02-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024
Intitulé
Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente MoerdijkHet college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk
gelet op de artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en 35 van de Participatiewet,
overwegende dat het wenselijk is om kaders vast te stellen waarbinnen bijzondere bijstand kan worden verleend,
BESLUIT
vast te stellen de beleidsregels: “Bijzondere bijstand gemeente Moerdijk”
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepaling
- 1.
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.
- 2.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Participatiewet (Pw);
- b.
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ….;
- c.
de bijstandsnorm: de norm zoals bedoeld in artikel 5 onder c van de wet exclusief vakantietoeslag en met dien verstande dat de zogenaamde kostendelersnorm als bedoeld in art. 22a van de wet bij de beoordeling van aanvragen bijzondere bijstand buiten toepassing blijft;
- d.
inkomen: het netto maandinkomen exclusief vakantietoeslag van de belanghebbende;
- e.
voorliggende voorziening: een voorziening buiten de wet, die naar aard en doel geacht wordt toereikend en passend te zijn voor de belanghebbende, waardoor geen recht op bijzondere bijstand bestaat. Hierbij wordt aangesloten bij het bepaalde in artikel 5 en 15 van de wet.
- f.
belanghebbende: de aanvrager/ontvanger van bijzondere bijstand en de tot zijn gezin behorende gezinsleden.
- g.
draagkracht uit inkomen: het op grond van artikel 3 van deze beleidsregels vastgestelde inkomen maal 12.
- a.
HOOFDSTUK 2 Draagkracht
Artikel 2. Draagkracht uit vermogen
- 1.
Het volgens artikel 34 van de wet in aanmerking te nemen vermogen wordt geheel in beschouwing genomen voor de draagkracht uit vermogen.
- 2.
Bij de toepassing van artikel 34 wordt het vermogen in de door belanghebbende of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf niet in aanmerking genomen.
- 3.
Het vermogen boven de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 van de wet, wordt gezien als draagkracht uit vermogen. Het vermogen boven deze vermogensgrens wordt voor de berekening van de draagkracht uit vermogen volledig als draagkracht in aanmerking genomen.
- 4.
Bezittingen zoals bedoeld in artikel 34 tweede lid van de wet worden niet tot de draagkracht uit vermogen gerekend.
Artikel 3. Draagkracht uit inkomen
- 1.
De belanghebbende met een inkomen tot 120% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt geacht geen draagkracht uit inkomen te hebben.
- 2.
Als het netto inkomen van de belanghebbende hoger is dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm wordt 35% van het overschrijdingsbedrag voor de berekening van de draagkracht uit inkomen in aanmerking genomen tenzij het een aanvraag voor bijzondere bijstand betreft voor de onder lid 3 genoemde kostensoorten.”
- 3.
Betreft het een aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kostensoorten: inkomensaanvulling jongeren 18 – 21 jaar, woonkostentoeslag, doorbetaling vaste lasten bij detentie of verblijf in een inrichting, overbruggingsuitkering, of toeslag compensatie alleenstaande ouder-kop (ALO-kop) kindgebonden budget, dan wordt het netto inkomen voor zover dit de bijstandsnorm overstijgt volledig als draagkracht uit inkomen in aanmerking genomen.
- 4.
Als de belanghebbende een vast periodiek inkomen heeft, wordt bij de vaststelling van het inkomen uitgegaan van het inkomen van de maand waarin de kosten zich voordoen. Indien de belanghebbende wisselende inkomsten heeft, wordt uitgegaan van het gemiddelde inkomen over drie maanden t.w. het inkomen waarin de kosten zich voordoen en de 2 hieraan voorgaande maanden;
- 5.
De vrijlatingen genoemd in artikel 31 tweede lid van de wet, worden niet tot het in aanmerking te nemen inkomen gerekend;
- 6.
Bij de berekening van de draagkracht uit inkomen, blijft artikel 22a Pw (=kostendelersnorm) buiten toepassing;
- 7.
Bij de vaststelling van de draagkracht uit inkomen, worden de: individuele inkomenstoeslag (artikel 36 Pw) en de individuele studietoeslag (art. 36b Pw), buiten beschouwing gelaten;
- 8.
Als de belanghebbende op datum aanvraag bijzondere bijstand de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, wordt de pensioenvrijlating genoemd in art. 33 lid vijf van de wet niet tot het in te aanmerking nemen inkomen gerekend;
- 9.
Bij de berekening van de draagkracht wordt rekening gehouden met een eventueel executoriaal beslag op inkomen met dien verstande dat uitgegaan wordt van het besteedbaar inkomen;
- 10.
Bij de belanghebbende die deelneemt aan een minnelijke schuldregeling, wordt bij de berekening van de draagkracht van die belanghebbende uitgegaan van het besteedbaar inkomen mits door deze belanghebbende wordt aangetoond dat de minnelijke schuldregeling conform de richtlijnen van de Nederlandse vereniging voor Volkskrediet (NVVK) is.
- 11.
De belanghebbende die deelneemt aan een schuldsaneringstraject op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) wordt geacht geen draagkracht uit inkomen te hebben;
- 12.
Ondanks dat de Wet op de Inkomstenbelasting de mogelijkheid biedt om bepaalde medische kosten als aftrekpost op te kunnen voeren wat een lagere definitieve aanslag inkomstenbelasting tot gevolg kan hebben, wordt dit mogelijk recht op belastingvermindering -of teruggave buiten beschouwing gelaten bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand.
Artikel 4. Draagkrachtperiode
- 1.
De draagkracht wordt voor een periode van 12 maanden vastgesteld beginnende op de eerste dag van de maand waarin de kosten zich voordoen;
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan voor een specifiek aan te wijzen groep belanghebbenden waarvan is bepaald dat hun persoonlijke –en/of financiële omstandigheden niet aan relevante wijziging onderhevig zijn, de draagkracht voor een langere periode worden vastgesteld;
- 3.
Indien binnen de vastgestelde draagkrachtperiode een nieuwe aanvraag voor bijzondere bijstand wordt ingediend en de persoonlijke en/of financiële omstandigheden van belanghebbende zijn niet ingrijpend (=minimaal 20% inkomenswijziging) gewijzigd, blijft de reeds vastgestelde draagkracht voor die periode gelden.
Artikel 5. Draagkrachtverrekening
- 1.
De draagkracht wordt in één keer verrekend met de toe te kennen c.q. uit te betalen bijzondere bijstand;
- 2.
Bij periodieke bijzondere bijstand kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, indien zich bijzondere omstandigheden voordoen de draagkracht naar rato van het aantal maanden waarop de bijstand betrekking heeft worden verrekend met een maximale verrekening termijn van 12 maanden.
Artikel 6. Wijziging reeds vastgestelde draagkracht
Een reeds vastgestelde draagkracht, of draagkrachtperiode, kan slechts worden gewijzigd als de persoonlijke en/of financiële omstandigheden van belanghebbende gedurende de al vastgestelde draagkrachtperiode ingrijpend (= minimaal 20% inkomenswijziging) wijzigen.
HOOFDSTUK 3 Drempelbedrag, vorm van de bijstand, bijstand met terugwerkende kracht en specifiek kostensoortenbeleid
Artikel 7. Drempelbedrag
Van de in artikel 35 lid 2 van de wet genoemde bevoegdheid om bijzondere bijstand te weigeren indien de kosten binnen 12 maanden het in dat artikel genoemde bedrag niet te boven gaan, wordt geen gebruik gemaakt. Er wordt dan ook geen drempelbedrag gehanteerd.
Artikel 8. Mogelijkheid toekennen bijzondere bijstand met terugwerkende kracht
- 1.
Bijzondere bijstand kan in het kader van buitenwettelijk begunstigend beleid worden toegekend tot en met 12 maanden na het moment waarop de kosten zijn gemaakt.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 moet een aanvraag bijzondere bijstand worden ingediend voordat de kosten zijn gemaakt als dit in de “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand” is bepaald.
- 3.
Als voorwaarde voor de bijzondere bijstandsverlening met terugwerkende kracht geldt dat de noodzaak van bijstandsverlening moet kunnen worden vastgesteld.
Artikel 9. Specifiek beleid voor bepaalde kostensoorten
- 1.
Voor een aantal met name genoemde kostensoorten geldt specifiek gemeentelijk beleid. Deze kostensoorten zijn opgenomen in de “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand”. De “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand” maakt integraal onderdeel uit van deze beleidsregels.
- 2.
Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op de verstrekking van bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende zorgverzekering, of in de vorm van een tegemoetkoming in de kosten van de premie van een dergelijke verzekering zoals bedoeld in artikel 35 lid 3 van de wet.
Artikel 10. Relatie collectieve zorgverzekering minima en bijzondere bijstand
- 1.
Een aanvraag bijzondere bijstand voor:
- a.
medische kosten/behandelingen en/of
- b.
de door het Centraal Administratiekantoor (CAK) opgelegde eigen bijdrage op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) of Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),wordt geweigerd omdat de Zvw, Wlz en Wmo als zogenaamde passende en toereikende voorliggende voorzieningen worden aangemerkt;
- a.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt, in het kader van buiten wettelijk begunstigend beleid, bijzondere bijstand verstrekt voor de noodzakelijke bijzondere medische kosten als:
- a.
de belanghebbende deelneemt aan de collectieve zorgverzekering voor minima en naar het oordeel van het Werkplein Hart van West-Brabant de noodzakelijke bijzondere kosten hoger zijn dan de maximale vergoeding die op basis van de collectieve zorgverzekering voor minima kan worden verstrekt tenzij in de “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand” is bepaald dat voor de betreffende kosten geen bijzondere bijstand wordt verstrekt. De hoogte van de dan te verstrekken bijzondere bijstand wordt vastgesteld op het verschil tussen die noodzakelijke kosten en de maximale vergoeding op grond van de daadwerkelijke collectieve zorgverzekering voor minima;
- b.
de aanvrager vanwege redenen die buiten zijn beïnvloedingssfeer liggen en waarvan hem redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt nog geen gebruik kan maken van de collectieve zorgverzekering voor minima. De hoogte van de te verstrekken bijzondere bijstand wordt in dit geval vastgesteld op het bedrag van de noodzakelijke bijzondere kosten met als maximumbedrag het bedrag zoals genoemd in de vergoedingsoverzichten van de collectieve zorgverzekering met de laagste premie.
- a.
HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN
Artikel 11. Citeertitel
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente … “.
Artikel 12. Inwerkingtreding
- 1.
De Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Moerdijk treden in werking met ingang van 1 januari 2018 .
- 2.
Met ingang van 31 december 2017 worden de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Moerdijk van de gemeente Moerdijk ingetrokken.
Artikel 13. Overgangsrecht
- 1.
De rechtsgevolgen van beschikkingen bijzondere bijstand welke zijn toegekend in de periode voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels, blijven van kracht met dien verstande dat wanneer de nieuwe beleidsregels gunstigere bepalingen voor de belanghebbende bevatten, de belanghebbende dan een nieuwe beschikking ontvangt, waarin vermeld wordt dat dan het nieuwe beleid prevaleert.
- 2.
Indien een aanvraag bijzondere bijstand is ingediend in de periode voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze beleidsregels en er op die aanvraag nog geen besluit is genomen op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregels, geldt het voor de belanghebbende meest gunstige beleid.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van (gemeente) op (datum..),
De secretaris, De burgemeester,
Bijlage: Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand.
Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand
Inhoudsopgave:
Categorie a: directe levensbehoeften: Pag.
- 1.
ADL=algemene dagelijkse levensverrichtingen 4
- 2.
Eenmalig levensonderhoud/overbruggingsuitkering 4
- 3.
Jongere 18 - 21 jaar met noodzaak zelfstandig wonen, niet zijnde verblijf in inrichting 5
- 4.
Jongere 18 - 21 jaar die in een inrichting verblijft 6
- 5.
Kleding/Schoeisel 7
- 6.
Maaltijdvoorziening 8
- 7.
Verwarmings -en verlichtingskosten (stook en energiekosten) 8
Categorie b: - voorzieningen voor het huishouden:
- 1.
Eigen Bijdrage WMO/CAK 9
Categorie c: - voorzieningen voor wonen:
- 1.
Alarmsysteem 10
- 2.
Babykamer - babyuitzet 10
- 3.
Bad -en douchekosten 12
- 4.
Doorbetaling vaste lasten 12
- 5.
Doorbetaling vaste lasten i.v.m. detentie 13
- 6.
Dubbele huur bij aanvaarding andere woning 14
- 7.
Kosten inrichting/ huisraad 15
- 8.
Verhuiskosten 17
- 9.
Woningaanpassing i.v.m. handicap 18
- 10.
Woonkosten 18
Categorie d: voorzieningen voor opvang
- 1.
Kinderopvang bij sociaal medische indicatie (SMI) 20
- 2.
Kinderopvang i.v.m. arbeid – scholing - inburgering 21
- 3.
Peuterspeelzaal 23
Categorie e: kosten uit maatschappelijke zorg
- 1.
Kosten telefoon / internet 24
- 2.
Reiskosten 25
Categorie f: financiële transacties
- 1.
Beschermingsbewind niet zijnde WSNP 27
- 2.
Rechtsbijstand (advocaat kosten) 28
- 3.
Schuldhulpverleningskosten 29
Categorie g: uitstroombevordering
- 1.
Omscholing/studie (zowel tertiair nivo (=hoger beroeps –en wetenschappelijk onderwijs), als niet tertiair) 30
- 2.
Opleidingskosten BBL opleiding 30
Categorie h: medische dienstverlening
- 1.
Alternatieve geneeswijzen en geneesmiddelen 31
- 2.
Dieetkosten 32
- 3.
Eigen risico zorgverzekering 33
- 4.
Fysiotherapie 34
- 5.
Huidaandoeningen 35
- 6.
Hulpmiddelen, specifiek 36
- 7.
Logeerkosten / therapeutisch kamp voor zieke kinderen 37
- 8.
Tandarts/ mondhygiëne 38
- 9.
Voetbehandeling 39
- 10.
Alle overige medische kosten en behandelingen 40
Categorie i: overige kostensoorten
- 1.
Begrafenis-crematiekosten 41
- 2.
Compensatie bij géén recht op alleenstaande-ouderkop (ALO-kop) kindgebonden budget 44
- 3.
Lijst met gebruikte begrippen en afkortingen 46
Voor de beoordeling van de navolgende kostensoorten geldt de volgende opbouw en volgorde:
- 1.
1. voorliggende voorziening;
- 2.
2. reservering:
- 3.
3. beoordeling bijzondere bijstand
Categorie a: directe levensbehoeften |
|||||||||
ADL=algemene dagelijkse levensverrichtingen |
|
||||||||
Omschrijving |
ADL staat voor algemene dagelijkse levensverrichtingen zoals bijvoorbeeld: - aan -en uitkleden; - wassen; - in -en uit bed gaan. Hulpmiddelen die cliënten hierbij nodig hebben zijn o.a.: aangepast bestek, aankleedstokjes, kousenuittrekker, helping hand, leesstandaard etc. Zvw en Wmo zijn in deze voorliggende voorzieningen waardoor bijz. bijstand voor deze kosten niet of nauwelijks voorkomt |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw, zorgverzekering voor minima en Wmo. Bij inwoning van een gehandicapt kind in de leeftijd van 3 jaar tot 18 jaar: sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Indiv. bepaald. De (restant) kosten in vorm van eenmalig bedrag |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
pro forma /aankoopnota |
||||||||
|
|
||||||||
Eenmalig levensonderhoud/ overbruggingsuitkering |
|
||||||||
Omschrijving |
De Pw-uitkering (art. 45 1e lid) wordt per kalendermaand vastgesteld en achteraf betaald. Dit kan soms tot problemen leiden. Wanneer men hierdoor in de financiële problemen raakt, kan een overbruggingsuitkering worden verstrekt. Van financiële problemen als hier bedoeld is sprake als belanghebbende niet beschikt, of redelijkerwijs kan beschikken, over middelen om de periode tot de eerst volgende betaling van de uitkering te overbruggen. Recht op Pw dient vast te staan voordat overbruggingsuitkering wordt beoordeeld. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Geen |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
1 maand bijstandsnorm excl. VT voor 21-jarigen alleenstaande (artikel 21 Pw) ongeacht de gezinssituatie |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
geen |
||||||||
|
|
||||||||
Jongere 18 - 21 jaar met noodzaak zelfstandig wonen, niet zijnde verblijf in inrichting (aanvulling op regulier inkomen) |
|
||||||||
Omschrijving |
Jongeren van 18 tot en met 20 jaar hebben een beperkter recht op alg. en bijz. bijstand en ook de Pw-normen zijn lager dan voor personen van 21 jr of ouder. Bij noodzaak voor zelfstandig wonen en mits geen beroep op ouders kan worden gedaan, kan alg. maandinkomen via de bijz. bijstand worden aangevuld. Uitzondering: Jongeren die WSF ontvangen. Hiervoor geldt de WSF als toereikende voorliggende voorziening voor levensonderhoud. Jongeren die WTOS ontvangen kunnen wel in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Bij de berekening dient dan enkel rekening gehouden te worden met het bedrag van de basistoelage voor levensonderhoud. Aanvulling is tot de WSF norm (artikel 33 lid 2 PW, aanvulling tot normbedrag beroepsonderwijs voor uitwonende student als bedoeld in art. 3.18 WSF-2000), op deze manier worden WSF-ers en WTOS-ers gelijk behandeld. Voorwaarde is dat hij/zij noodgedwongen op zich zelf moet wonen en ook géén beroep kan doen op de onderhoudsplicht van zijn/haar ouders. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
onderhoudsplicht ouders |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Afhankelijk van de klantsituatie geldt één van onderstaande opties:
|
Fiscaal belast |
Ja |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
stuk waaruit noodzaak voor zelfstandig wonen blijkt bewijs van aanvrager dat geen beroep op ouders kan worden gedaan |
||||||||
|
|
||||||||
Jongere 18 - 21 jaar die in een inrichting verblijft |
|
||||||||
Omschrijving |
Artikel 13 lid 2 onder a Pw bepaalt dat degene van 18 tot en met 20 jaar die in een inrichting verblijft géén recht heeft op algemene bijstand. Het komt heel incidenteel voor dat een jongere in die leeftijdsgroep in een inrichting verblijft en niet over voldoende middelen beschikt of kan beschikken (=incl. onderhoudsplicht ouders) om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voorzien. De in art.13 Pw genoemde uitsluitingsgronden staan in zo’n uitzonderlijke situatie de verlening van periodieke bijzondere bijstand niet in de weg. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
onderhoudsplicht ouders en overig inkomen (Denk bijv. aan: Wajong, studiefinanciering, alimentatie e.d.) |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
norm artikel 23 Pw (zak en kleedgeld) onder volledige aftrek van het inkomen waarover de jongere beschikt of kan beschikken. |
Fiscaal belast |
Ja |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
bewijs van aanvrager dat geen beroep op ouders kan worden gedaan bewijs overig inkomen |
||||||||
Kleding/Schoeisel |
|
||||||||
Omschrijving |
Kosten voor: aanschaf, herstel, vervanging, onderhoud en reiniging van kleding, schoeisel en beddengoed behoren tot de alg. noodzakelijke kosten v/h bestaan. Deze moeten uit beschikbare inkomen worden bekostigd via reservering vooraf, of gespreide betaling achteraf. Als in bijzondere omstandigheden ten gevolge van: lichamelijke en/of psychische gesteldheid, ziekte of handicap extra kosten gemaakt moeten worden is bijz. bijstand mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan:
|
||||||||
Voorliggende voorziening |
Ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen in de leeftijd van 3 tot 18 jaar hebben sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag. Deze regeling vervangt de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen. |
||||||||
Reservering toepassen |
nee |
||||||||
Vergoedingen: |
meerkosten vergoeden, te bepalen a.d.h.v. NIBUD-normen |
Fiscaal belast |
nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet, uitbetaling op beschikking |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
aankoopbonnen moeten minimaal 12 maanden bewaard worden en deze moeten op verzoek van het Werkplein overgelegd worden |
||||||||
Bewijsstukken |
Bewijs waaruit noodzaak te maken kosten blijkt |
||||||||
|
|
||||||||
Maaltijdvoorziening |
|
||||||||
Omschrijving |
Als men (tijdelijk) niet in staat is om een warme maaltijd voor zichzelf te bereiden, kan gebruik warme maaltijdvoorziening waarbij de maaltijden aan huis worden bezorgd nodig zijn. Omdat deze service vaak duurder is dan zelf maaltijden bereiden, komen meerkosten voor bijz. bijstandsvergoeding in aanmerking |
||||||||
Voorliggende voorziening |
geen, met uitzondering van inwoners gemeente Eten-Leur. De gemeente Etten-Leur heeft de “Reductieregeling warme maaltijden” op basis van het gemeentelijk minimabeleid. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
meerkosten warme maaltijd t.o.v. NIBUD-norm, uitgaande van gemiddeld 26 warme maaltijden per maand per persoon |
Fiscaal belast |
nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
geen |
||||||||
Bewijsstukken |
nota’s, betaalbewijzen, medisch advies of indicatie derden (bijv. thuiszorgorganisatie) |
||||||||
|
|
||||||||
Verwarmings- verlichtingskosten (stook en energiekosten) |
|
||||||||
Omschrijving |
Kosten voor: stook en energie behoren tot de algemeen noodzakelijk kosten van het bestaan. Deze moeten uit beschikbare inkomen worden bekostigd. Dit geldt ook bij hogere kosten vanwege: lange/strenge winter, uit behaaglijkheid-overweging of onverantwoord energieverbruik. Bij bijzondere omstandigheden zoals: noodzakelijk hogere kamertemperatuur bij (chronische) ziekte, frequent opladen accu’s elektrisch bediende rolstoel, hogere energiekosten vanwege extra bewassing e.d., kunnen de hogere energiekosten via de bijz. bijstand vergoed worden. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
geen |
||||||||
Reservering toepassen |
nee |
||||||||
Vergoedingen: |
meerkosten op basis van NIBUD-prijzengids in combinatie met het gebruikelijke energieverbruik |
Fiscaal belast |
nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
- voorwaarde om energieverbruik te verminderen bij gebleken energieverspilling; - medisch advies nodig om noodzaak te kunnen bepalen. |
||||||||
Bewijsstukken |
overleg voorschot-nota’s, jaarafrekening energieverbruik en als dat van toepassing is leveranciersspecificatie waaruit energieverbruik van het elektrisch apparaat blijkt (bijv. stroomverbruik traplift) |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie b: voorzieningen voor het huishouden |
|
||||||||
Eigen Bijdrage CAK |
|
||||||||
Omschrijving |
Bij beroep op WLZ en/of WMO (bijv. hulp bij het huishouden; vervoersvoorziening etc.) is men vaak eigen CAK-bijdrage verschuldigd die inkomensafhankelijk wordt berekend. Als men die bijdrage desondanks toch niet zelf betalen kan, dan kan men daarvoor een verzoek bijzondere bijstand indienen. Wmo en Wlz worden als passende en toereikende voorliggende voorzieningen aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor opleggen eigen bijdrage. Daarom worden deze kosten niet (langer) aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw. Alternatief is deelname CZV met dekking vanuit Wmo-module. Speciale aandacht wordt gevraagd voor verschillende woonvormen binnen 1 wooncomplex (bv Anbarg Etten-Leur).
Uitzondering: verstrekking bijz. bijstand is op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid mogelijk conform het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de beleidsregels bijzondere bijstand. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
CZV vergoedt CAK-bijdragen tot max. € 375,-- [=bedrag maximale dekking 2017] op jaarbasis. Noot: geldt voor alle Wmo-bijdragen mits deze door CAK zijn opgelegd. Bij verzorgingsbehoevend kind van 3 tot 18 jaar sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
De werkelijke CAK-kosten als recht bestaat op bijzondere bijstand |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Voorwaarde om zo spoedig mogelijk deel te nemen aan CZV. |
||||||||
Bewijsstukken |
Besluit/factuur CAK |
||||||||
|
|||||||||
Categorie c: voorzieningen voor wonen |
|
||||||||
Alarmsysteem |
|
||||||||
Omschrijving |
Ingeval van een medische aandoening of ouderdom is gebruik van alarmsysteem soms noodzakelijk. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Bij medische noodzaak: zorgverzekeraar / CZV. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
noodzakelijke huurkosten en eventuele abonnementskosten |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
Bewijsstuk van de te maken kosten |
||||||||
|
|
||||||||
Babykamer - babyuitzet |
|
||||||||
Omschrijving |
De kosten van: babykleding, kinderwagen en inrichting van de babykamer behoren tot de (incidenteel voor-komende) alg. noodzakelijke bestaanskosten die gefinancierd moeten worden d.m.v. reservering vooraf of gespreide betaling achteraf. Alleen bij noodzakelijke en niet uitstelbare kosten en onmogelijkheid van reservering of lening, kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Eigen bijdrage bevallingskosten en kraamzorg: De kosten van een bevalling en de kraamzorg na een bevalling, worden doorgaans grotendeels door de zorgverzekeraar vergoed. Voor medische kosten geldt dat de Zvw en aanvullende zorgverzekering als passende en toereikende voorliggende voorziening worden aangemerkt. De wetgever heeft hierbij bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van een eigen bijdrage (voorbeeld: bij kraamzorg). Gelet hierop worden de eigen bijdragen bij bevallingskosten en kraamzorg niet aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw. Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
|
||||||||
Reservering toepassen |
In het kader van buitenwettelijk beleid wordt geen gebruik gemaakt van reservering bij inkomen tot de bijstandsnorm genoemd in artikel 21 Pw. Bij een inkomen boven de bijstandsnorm ex. artikel 21 Pw: 5% v/h meerdere. Men wordt dan geacht vooraf te sparen voor de kosten aanschaf babykleding, kinderwagen en inrichting babykamer vanaf het moment waarop men bekend is met de zwangerschap. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Voor inrichtingskosten en babykleding geldt als hoofdregel leenbijstand. Verschuldigde aflossing bij verstrekking leenbijstand:
Aandachtspunt: letten op samenloop met andere aflossingsverplichtingen. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Bijzondere bijstand voor inrichtingskosten en babykleding moet vooraf aangevraagd worden om noodzaak vast te kunnen stellen. |
||||||||
Bewijsstukken |
Proforma nota’s. |
||||||||
|
|
||||||||
Bad -en douchekosten |
|
||||||||
Omschrijving |
Door ziekte of handicap kan het voorkomen dat men vaker in bad moet of moet douchen. Voor de hieraan verbonden extra kosten van watergebruik en energie kan men beroep op bijz. bijstand doen. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
geen tenzij voor verzorgingsbehoevend kind van 3 tot 18 jaar, sinds 01-01-2015 recht op 2x kinderbijslag |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Kosten dat men extra in bad gaat of doucht t.o.v. wat normaal gebruikelijk is. Berekening volgens NIBUD-tabel |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
Bewijs waaruit de noodzaak en de meerkosten blijken |
||||||||
|
|
||||||||
Doorbetaling vaste lasten |
|
||||||||
Omschrijving |
Bij opname in een inrichting (=verpleegtehuis, psychiatrisch ziekenhuis, afkickcentrum) moet de algemene periodieke bijstandsnorm worden omgezet naar een lagere norm (art. 23 Pw). Die lagere norm is alleen bedoeld als zak-kleedgeld en daarvan kunnen niet de vaste lasten worden betaald. Indien er een noodzaak bestaat tot het blijven aanhouden van de eigen woonruimte kan, daarom bijzondere bijstand worden verleend in:
vanaf het moment waarop de bijstandsnorm wordt omgezet naar de norm zak- en kleedgeld. Mits er noodzaak is tot het aanhouden v/d eigen woonruimte geschiedt omzetting naar norm zak- en kleedgeld met ingang van de eerste dag van 3e maand volgend op de maand van opname. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Geen |
||||||||
Reservering toepassen |
nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Huurkosten na aftrek huurtoeslag vermeerderd met vastrecht van nutsvoorzieningen en premie inboedelverzekering |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
Bewijs waaruit de hoogte van de te maken kosten blijkt. |
||||||||
|
|
||||||||
doorbetaling vaste lasten i.v.m. detentie |
|
||||||||
Omschrijving |
In de Participatiewet (=artikel 13 lid 1 onder a) is bepaald dat er géén recht op algemene en bijzondere bijstand bestaat als men rechtens van zijn vrijheid is ontnomen. Dit laat onverlet dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de nazorg aan inwoners die terugkeren uit detentie. Er zijn vijf leefgebieden die cruciaal zijn om de kans op succesvolle terugkeer na detentie te vergroten. De ambities op deze basisvoorwaarden zijn vastgelegd in het Convenant Re-integratie (ex-)gedetineerden tussen het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Verenging Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit betreft de leefgebieden werk/inkomen, onderdak, identiteitsbewijs, schulden en zorg. Ter uitvoering hiervan heeft het Zorg- en Veiligheidshuis De Markiezaten te Bergen op Zoom eind 2016 aan de gemeenten in deze regio voorgesteld om de nazorg na detentie te versterken. Een onderdeel hiervan is om op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid via de bijzondere bijstand de vaste lasten door te betalen voor gedetineerden die minimaal twee tot maximaal zes maanden in detentie moeten en dit zelf niet kunnen bekostigen. De ondergrens van twee maanden wordt gehanteerd omdat enerzijds de tijd te kort is om geïnformeerd te worden over de detentie en daarover een besluit te nemen. Anderzijds is het minder aannemelijk dat bij een verblijf van korter dan 2 maanden in detentie de woningcorporatie reeds tot uitzetting overgaat. Om te voorkomen dat draaideurcriminelen continu aanspraak op deze regeling kunnen maken, stelt het Veiligheidshuis ook voor om na een succesvolle aanvraag de persoon drie jaar uit te sluiten van deze regeling. De argumentatie van het Veiligheidshuis is dat: - door verbetering van de nazorg na detentie de kans op recidive kleiner wordt en dat schade en overlast voor de samenleving wordt voorkomen, - de kosten van doorbetaling vaste lasten tijdens kortdurende detentie lager zijn dan de (totale) kosten die gemaakt moeten worden om weer een (nieuwe) woning te vinden en in te richten na terugkeer uit detentie. De zes Werkplein-gemeenten steunen dit voorstel van het Zorg- en Veiligheidshuis De Markiezaten. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan, als de belanghebbende zelf onvoldoende middelen heeft om deze kosten te kunnen betalen en deze regeling de afgelopen drie jaar al niet eerder op belanghebbende is toegepast, bij een kortdurende detentie in Nederland tussen minimaal 2 en maximaal 6 maanden bijzondere bijstand voor de vaste lasten worden verstrekt. Op basis van individuele omstandigheden worden verder afspraken gemaakt over voorschotbetaling en versnelde aanvraagprocedure. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Minnelijke regeling met verhuurder en nutsleverancier |
||||||||
Reservering toepassen |
Indien detentieperiode voorzienbaar was |
||||||||
Vergoedingen: |
maandelijkse: - huur minus huurtoeslag en vastrecht voor energie - premie inboedelverzekering |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Leenbijstand op grond van art. 48 lid 2 onder b Pw. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
bewijs opgelegde detentie (incl. duur en plaats); bewijs huur en vastrecht premie inboedelverzekering |
||||||||
|
|
||||||||
Dubbele huur bij aanvaarding andere woning |
|
||||||||
Omschrijving |
Bij verhuizing van de ene naar een andere woning is het gebruikelijk dat men tijdelijk geconfronteerd wordt met dubbele woonlasten (eerste huur en waarborgsom). Nieuwe woning moet immers vaak eerst worden opgeknapt (schoonmaken, schilderen, behangen e.d.) voordat men feitelijk de nieuwe woonruimte kan betrekken en de oude kan afstoten. Alléén bij noodzakelijke verhuizing bijz. bijstand verstrekken. Indien klant uit AZC komt regeling overbruggingsuitkering toepassen en geen extra bijstand voor dubbele huur |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Geen |
||||||||
Reservering toepassen |
Ja, wel letten op feit of reservering al niet wordt meegenomen bij kosten woninginrichting. |
||||||||
Vergoedingen: |
bijz. bijstand ter hoogte van eerste maand huur v/d nieuwe woning |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
|
||||||||
|
|
||||||||
Kosten inrichting/ huisraad |
|
||||||||
Omschrijving |
Inrichtingskosten en aanschaf huisraad behoren tot incidenteel voorkomende alg. noodzakelijke bestaanskosten die gefinancierd moeten worden d.m.v. reservering vooraf of gespreide betaling achteraf. Alleen bij noodzakelijke en niet uitstelbare kosten en onmogelijkheid van reservering of lening, kan bijz. bijstand worden verstrekt. Een computer wordt geacht te behoren tot de inboedel/duurzame gebruiksgoederen (zie CRvB 09-04-2013, ECLI:NL:CRVB: 2013:BZ6701). De kosten van: verhuisbusje en verf/behang worden niet aangemerkt als duurzame gebruiksgoederen en kunnen daarom gelet op de art. 48 lid 2 en 51 Pw ook niet als leenbijstand worden verstrekt. (zie CRvB 17-02-2004, ECLI:NL:CRVB: 2004:AO3928). Let op specifieke situaties t.w.:
Bij woningaanvaarding moet bezien worden of (deel)-inboedel van vorige bewoner(s) kan worden overgenomen. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
(persoonlijke) lening of koop op afbetaling mits volledig in kredietbehoefte wordt voorzien. Dus géén combinatie van lening en bijzondere bijstand. |
||||||||
Reservering toepassen |
In het kader van buitenwettelijk beleid wordt geen gebruik gemaakt van reservering bij inkomen tot bijstandsnorm artikel 21 Pw. Bij inkomen boven bijstandsnorm artikel 21 Pw: 5% v/h meerdere waarbij reserveringstermijn geldt van 36 maanden. |
||||||||
Vergoedingen: |
Aanschaf 2e hands-goederen waarbij maximale vergoeding bijz. bijstand wordt gesteld op de helft van NIBUD-normen voor inventaris. Uitzondering: voor vier huishoudelijke apparaten (koelkast met vriesvak, wasmachine, kookplaat (gas 4 pits of elektrisch) en afzuigkap) geldt max. nieuwprijs van NIBUD vanwege de veiligheid, levensduur en garantie. Voor matras en kussens geldt ook de max. nieuwprijs van het NIBUD. Bij statushouders met noodzakelijke volledige woninginrichting wordt specifieke vergoedingstabel toegepast. |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Voor duurzame gebruiksgoederen geldt als hoofdregel leenbijstand. Verschuldigde aflossing bij verstrekking leenbijstand:
Aandachtspunt: letten op samenloop met andere aflossingsverplichtingen. Indien cliënt in WSNP-traject zit: leenbijstand in overleg met bewindvoerder en na afloop WSNP-traject bezien voor omzetting naar om niet. Indien bijzondere bijstand moet worden verstrekt voor verhuisbusje en verf/ behang wordt het daarvoor benodigde bedrag om niet verstrekt. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Bijzondere bijstand moet vooraf aangevraagd worden om noodzaak vast te kunnen stellen. Aankoopbewijzen moeten 12 maanden bewaard worden. |
||||||||
Bewijsstukken |
Proforma nota’s. |
||||||||
|
|
||||||||
Verhuiskosten |
|
||||||||
Omschrijving |
Verhuiskosten binnen Nederland behoren tot incidenteel voorkomende alg. noodzakelijke bestaanskosten die gefinancierd moeten worden d.m.v. reservering vooraf of gespreide betaling achteraf. Uitzondering: Bij noodzakelijke verhuizing die niet uitstelbaar is kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Verhuiskosten dienen aangevraagd te worden bij de vertrekgemeente. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Recht op WMO bezien als de verhuizing medisch noodzakelijk is |
||||||||
Reservering toepassen |
In het kader van buitenwettelijk beleid wordt geen gebruik gemaakt van reservering bij inkomen tot bijstandsnorm artikel 21 Pw. Bij inkomen boven bijstandsnorm artikel 21 Pw: 5% v/h meerdere waarbij reserveringstermijn geldt van 36 maanden. Wel letten op feit of reservering al niet wordt meegenomen bij kosten woninginrichting. |
||||||||
Vergoedingen: |
Noodzakelijke transportkosten op basis van adequaat goedkoopste voorziening. Vergoeding verf/behang op basis van nieuwprijs NIBUD. |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
Bewijsstuk gemaakte kosten |
||||||||
Woningaanpassing i.v.m. handicap |
|
||||||||
Omschrijving |
Voor de kosten van woningaanpassing (niet zijnde inrichtingskosten, dus aard en nagelvaste woningaanpassingen ) ten gevolge van een handicap dient in eerste instantie een beroep gedaan te worden op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Als geen beroep op Wmo mogelijk is en er is sprake van zeer dringende redenen als bedoeld in art. 16 Pw kan bijzondere bijstand worden verstrekt |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Wmo |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
geen, tenzij art. 16 Pw toegepast wordt, dan noodzakelijke kosten op basis van adequaat goedkoopste voorziening. |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
kosten woningaanpassing |
||||||||
|
|
||||||||
Woonkosten |
|
||||||||
Omschrijving |
Woonkosten behoren naar hun aard tot de algemeen noodzakelijke bestaanskosten. Bij hoge woonkosten voor een huurwoning dient beroep op huurtoeslag te worden gedaan. Bijz. bijstand is slechts tijdelijk mogelijk zolang nog geen recht op huurtoeslag bestaat. Bij een koopwoning bestaat veelal recht op vermindering van inkomstenbelasting wegens aftrek rentekosten. Bijz. bijstand is slechts tijdelijk mogelijk zolang nog geen adequate vervangende huisvesting kan worden verkregen. .
|
||||||||
Voorliggende voorziening |
Bij huurwoning: huurtoeslag; Bij een formeel huwelijk of geregistreerd partnerschap is de “echtgenoot” volgens de fiscale wetgeving automatisch toeslag partner ongeacht of deze wel of niet in Nederland verblijft. Zie tool op site www.belastingdienst.nl zoekterm: “wie is mijn toeslagpartner”. Het feit dat iemand een toeslagpartner heeft betekent niet zonder meer dat er nooit recht op toeslagen bestaat. Per soort toeslag gelden er dan verschillende voorwaarden en bij aantal toeslagen kijkt de Belastingdienst naar het inkomen/vermogen van de toeslagpartner in het buitenland. Bij huurtoeslag geldt als de toeslagpartner elders woont wordt geen rekening gehouden met de toeslagpartner. De mededeling van een klant dat er geen recht op huurtoeslag bestaat moet dan dus andere oorzaak hebben (bijv. dat er meerdere personen in dezelfde woning wonen).
bij koopwoning: vermindering inkomstenbelasting |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Bij huurwoning: berekening bedrag bijz. bijstand volgens tabel huurtoeslag. Als woonkosten hoger zijn dan max. subsidiabele huur-grens, dient dat (meerdere) deel voor 100% te worden meegerekend. Bij eigen woning, woonwagen of woonschip: berekening bedrag bijz. bijstand idem als bij huurwoning. Hierbij voorts rekening houden met: - rentelasten; - zakelijke lasten; - kosten onderhoud eigen woning; - fiscaal voordeel a.g.v. hypotheekrenteaftrek. Onder zakelijke lasten worden verstaan:
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Bij huurwoning tot max. huurtoeslaggrens: verstrekking tot tijdstip waarop recht op huurtoeslag bestaat. Bij koopwoning: verhuisplicht naar betaalbare huurwoning. Daarom steeds voor max. 1 jaar toekennen. Bij huur –en koopwoning én woonkosten boven max. bedrag huurtoeslaggrens: toekenning voor 1 jaar met verhuisplicht. Als bij opgelegde verhuisplicht bij afloop van die termijn blijkt dat betrokkene redelijke pogingen ondernomen heeft om goedkopere woonruimte te vinden en dit is niet gelukt, dan kan woonkostentoeslag worden verlengd. Verlenging dan steeds voor tijdvak van maximaal 1 jaar. |
||||||||
Bewijsstukken |
Bij huurwoning: - bewijs (subsidiabele) huurkosten; - beschikking afwijzing huur-toeslag Bij koopwoning: - bewijs onderhoudskosten eigen woning; - bewijs rentekosten hypothecaire lening-(en). Dit excl. evt. aflossingsdeel en premie levensverzekering; - bewijs vermindering, of voorlopige teruggave, inkomstenbelasting wegens aftrek hypotheekrente. - bewijs zakelijke lasten |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie d: voorzieningen voor opvang |
|
||||||||
Kinderopvang bij sociaal medische indicatie (SMI) |
|
||||||||
Omschrijving |
Indien door medische en/of sociale redenen noodzakelijke kosten van kinderopvang moeten worden gemaakt, kan (bijzondere) bijstand worden verleend. Dit is veelal van toepassing als de kinderopvang van belang wordt geacht voor de ontwikkeling van het kind. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Als sprake is van Voor- en Vroegschoolse Educatie (z.g. VVE-middelen) de door de gemeente ingezette subsidiering van deze vorm van kinderopvang. Beleid Werkplein-gemeenten: - Etten-Leur: kinderopvang bij SMI is bij WMO ondergebracht waardoor Wmo voorliggende voorziening is; - Halderberge: maatwerk via bijzondere bijstand - Moerdijk: kinderopvang bij SMI is bij het Centrum voor Jeugd en Gezin ondergebracht per 1-1-2018 waardoor dit een voorliggende voorziening is; - Roosendaal: kinderopvangorganisatie Kober krijgt hiervoor gemeentelijke subsidie waardoor dit voorliggend voorziening is ; - Rucphen: maatwerk via de bijzondere bijstand, geen voorliggende voorziening via VVE-middelen - Zundert: maatwerk via bijzondere bijstand |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Noodzakelijke kosten die resteren na aftrek kinderopvangtoeslagen eventuele subsidiebijdrage gemeente |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
- factuur kosten kinderopvang - bewijs kinderopvangtoeslag. - bewijs noodzaak SMI kinderopvang |
||||||||
|
|
||||||||
Kinderopvang i.v.m. arbeid –scholing - inburgering |
|
||||||||
Omschrijving |
Voor de kosten van kinderopvang i.v.m.: werk, volgen van een noodzakelijk geachte opleiding of opdoen van werkervaring in het kader van een re-integratietraject, dient in eerste instantie een beroep te worden gedaan op de Wet kinderopvang (WKO) en de kinderopvangtoeslag v/d Rijksbelastingdienst. Het Rijksbeleid is er op gericht dat ouders/verzorgers, ongeacht hun inkomen, een deel van de kinderopvang-kosten zelf moeten betalen. Als het Werkplein de belanghebbende de verplichting oplegt om een re-integratie-traject te volgen dan kunnen de voor eigen rekening blijvende kosten vanuit het re-integratietraject-budget worden vergoed. De kosten van kinderopvang i.v.m. arbeid – scholing - inburgering worden niet aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten van het bestaan. Om die reden wordt hiervoor geen bijzondere bijstand verstrekt. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Kinderopvangtoeslag Rijksbelastingdienst, re-integratietraject-budget. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Geen. |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
n.v.t. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
geen |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Peuterspeelzaal |
|
||||||||
Omschrijving |
Er kunnen twee redenen worden onderscheiden waarbij sprake is van noodzakelijk peuterspeelzaal bezoek t.w.:
|
||||||||
Voorliggende voorziening |
|
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
Verklaring arts/consultatiebureau; Factuur peuterspeelzaal |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie e: kosten uit maatschappelijke zorg |
|
||||||||
Kosten telefoon / internet |
|
||||||||
Omschrijving |
Kosten voor aanschaf en abonnement telefoon en internet behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die bestreden moeten worden uit het reguliere inkomen ook al bevindt zich dit op het niveau van het sociaal minimum. Voor deze kosten wordt daarom geen bijz. bijstand verstrekt tenzij er sprake is van zeer dringende redenen als bedoeld in art. 16 Pw. Bij medische redenen moet er een beroep op de Zorgverzekeringswet worden gedaan. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Bij medische redenen, bijv. aangepaste telefoon, tekst – beeldtelefoon, is de Zvw en de Regeling zorgverzekering van toepassing. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Geen tenzij zeer dringende redenen |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Bij zeer dringende redenen om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Reiskosten |
|
||||||||
Omschrijving |
Reiskosten verbonden aan de deelname aan het maatschappelijk verkeer, of i.v.m. arbeid - scholing e.d., behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Alleen indien sprake is van bijzondere omstandigheden kan een beroep op bijzondere bijstand worden gedaan. In dit verband worden zes bijzondere omstandigheden onderscheiden t.w.: 1. reiskosten i.v.m. bezoek van gezins- of familielid t/m de 2e graad die elders behandeld wordt. Bezoekfrequentie bij 1e graad: om de dag; bij 2e graad: 2 maal per week; 2. medische reiskosten v/d aanvrager op basis van goedkoopste vervoersmogelijkheid; 3. kosten i.v.m. halen/brengen of bezoek van uit huis geplaatste kinderen met frequentie van 2 maal per maand, tenzij afwijking o.g.v. behandelplan; 4. kosten bezoek gedetineerde partner, of gedetineerd gezinslid in 1e graad met bezoekfrequentie van 1 maal per maand; 5. kosten bijwonen gerechtelijke procedures voor zover voortvloeiend uit opgelegd Pw-voorwaarden die leiden tot vermindering of beëindiging van de algemene bijstand (b.v. alimentatieprocedure); 6. kosten schoolbezoek van: - kinderen die voortgezet onderwijs volgen als de enkele reisafstand meer dan 10 km bedraagt, - statushouder die de internationale schakelklas (ISK) voor anderstalige leerlingen volgt als de enkele reisafstand meer dan 10 km bedraagt. Onderstaande (reis)kosten worden niet aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van de bijzondere bijstand:
|
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zorgverzekeringswet; Wmo-voorziening; andere tegemoetkoming in de reiskosten. |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
Afsprakenkaart medische behandelingen; reisbiljetten; of bewijzen van de instelling waaruit bezoek blijkt. |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie f: financiële transacties |
|
||||||||
Beschermingsbewind niet zijnde WSNP |
|
||||||||
Omschrijving |
Om mensen te beschermen die om diverse redenen niet of niet geheel voor zichzelf kunnen zorgen, bestaan er drie beschermingsmaatregelen of combinatie hiervan:
Voor de kosten van beschermingsbewind genoemd onder a t/m c kan in zijn algemeenheid worden gesteld dat deze als bijzonder en noodzakelijk zijn aan te merken. Daarom komen deze voor bijz. bijstandsverlening in aanmerking. Voor de kosten van bewindvoering WSNP wordt geen bijzondere bijstand verleend omdat deze uit de boedel betaald moeten worden. Als de boedel ontoereikend is kan de WSNP-bewindvoerder een beroep doen op subsidie o.g.v. het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
geen |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
- vonnis kantonrechter; - factuur bewindvoerder. |
||||||||
|
|
||||||||
Rechtsbijstand (advocaatkosten) |
|
||||||||
Omschrijving |
Uit jurisprudentie CRvB blijkt dat als men voor de kosten verbonden aan het voeren van juridische procedures bijzondere bijstand vraagt, de Wrb in beginsel als een toereikende en passende voorliggende voorziening moet worden gezien. Gelet op art. 15 Pw dient in die kosten dan ook geen bijzondere bijstand te worden verstrekt. Als er echter sprake is van een verleende toevoeging o.g.v. de Wrb en de rechtzoekende is niet in staat om die eigen bijdrage uit eigen middelen te kunnen betalen, dan kan desgevraagd voor die eigen bijdrage wel bijzondere bijstand worden verstrekt. Degenen die daarvoor in aanmerking komen en aan wie een toevoeging op grond van de Wrb is verleend, kunnen vervolgens tegen een (sterk) gereduceerd tarief procederen. Dit is o.a. geregeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand (Bebr) en het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr). Bij de uitvoering van de Wrb is de financiële draagkracht van de rechtzoekende in het z.g. peiljaar (=2e kalender-jaar dat voorafgaat aan het aanvraagjaar) van belang. Zie hoofdstuk V: art. 34 Wrb e.v. van de Wrb. Hoe hoger de draagkracht, hoe hoger de verschuldigde eigen bijdrage. Hoofdregel in de Wrb is dat uitgegaan wordt van het door de Belastingdienst definitief vastgestelde verzamelinkomen in het peiljaar. Bij een terugval van inkomen of ver-mogen van ten minste 15% t.o.v. het peiljaar, kan bij het bestuur van de raad voor de rechtsbijstand een verzoek worden ingediend om uit te gaan van het inkomen of vermogen in het aanvraagjaar (=z.g. peiljaarverlegging art. 34c Wrb). Zo’n verzoek om peiljaarverlegging dient ingediend te worden binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit om een toevoeging. Er wordt géén bijz. bijstand verstrekt voor rechtsbijstand kosten: - voortvloeiende uit of verband houdend met de uitoefening van een zelfstandig bedrijf of beroep en/of de stopzetting /liquidatie van een zelfstandig bedrijf of beroep; - welke het gevolg zijn van ongevallen met motorvoertuigen en/of (vakantie)reizen naar het buitenland. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
- Wrb incl. melding/ doorverwijzing via Juridisch Loket; - adequate particuliere verzekeringen (o.a. reisongevallenverzekering) |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
- bewijs toevoeging; - nota advocaat. |
||||||||
|
|
||||||||
Schuldhulpverleningskosten (budgetbeheer) |
|
||||||||
Omschrijving |
Om budgetbeheer te kunnen opstarten is het soms noodzakelijk dat men kan beschikken over een basisbedrag, om bijvoorbeeld lopende reserveringen in te vullen, of eerste, kleine extra uitgaven te doen. Er moet vaak snel gehandeld kunnen worden om grotere problemen te voorkomen. Om het opstarten van budgetbeheer mogelijk te maken dient incidenteel bijzondere bijstand te worden verstrekt. Een verzoek tot het opstarten van budgetbeheer gaat uit van de Kredietbank of het meldpunt schuldhulpverlening. Als het Meldpunt Schuldhulpverlening gemotiveerd een positief advies geeft, kan bij schrijnende situaties bijzondere bijstand worden verleend. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Kredietbank of WSNP |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
tot maximaal de opstartkosten budget-beheer: € 350. |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
advies van het meldpunt schuldhulpverlening. |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie g: uitstroombevordering |
|
||||||||
Omscholing/studie (zowel tertiair nivo (=hoger beroeps –en wetenschappelijk onderwijs), als niet tertiair) |
|
||||||||
Omschrijving |
Als een belanghebbende een scholing of studie volgt, zijn de WSF en WTOS adequate voorliggende voorzieningen ter voorziening in de kosten van levensonderhoud en studie. Deze kosten worden niet via de bijzondere bijstand vergoed. Als op individueel niveau scholing noodzakelijk wordt geacht moet deze scholing onderdeel uitmaken van het opgestelde re-integratieplan en dienen de kosten gefinancierd te worden vanuit het re-integratiebudget. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
WSF en WTOS |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
geen |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
n.v.t. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Opleidingskost BBL opleiding |
|
||||||||
Omschrijving |
In de praktijk kan het voorkomen dat een thuiswonend kind van 18 jaar of ouder een Beroeps Begeleidende Leer- weg (BBL-opleiding = 4 dagen stage en 1 dag school)) volgt, maar de kosten van deze opleiding in afwijking van wat gebruikelijk is, niet door de werkgever worden vergoed. In deze situatie wordt het kind, maar indirect natuurlijk ook de ouder, geconfronteerd met extra noodzakelijke kosten die eigenlijk niet vanuit het reguliere inkomen van ouder en kind bestreden kunnen worden. Deze kosten worden niet via de bijzondere bijstand vergoed. Als op individueel niveau deze scholing noodzakelijk wordt geacht, moet deze scholing onderdeel uitmaken van het opgestelde re-integratieplan en dienen de kosten gefinancierd te worden vanuit het re-integratiebudget. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Geen |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
geen |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
n.v.t. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie h: medische dienstverlening |
|
||||||||
Alternatieve geneeswijzen en geneesmiddelen |
|
||||||||
Omschrijving |
Bij alternatieve geneeswijzen valt bijv. te denken aan: - consulten/behandelingen door een arts Moermantherapie, - arts enzymtherapie, - antroposofisch arts, - acupuncturist (lid NVA), - arts manuele geneeskunde, - arts iriscopist, - arts natuurgeneeswijzen, - chiropracticer (lid NAC), - geestelijke gezondheidszorg door personen of instellingen uit het niet reguliere circuit. Gelet op het bepaalde in art. 15 Pw wordt de Zorgverzekeringswet gezien als adequate voorliggende voorziening. Om die reden wordt geen bijz. bijstand verstrekt in de kosten van alternatieve geneeswijzen en geneesmiddelen. Dit houdt dus ook in dat indien cliënten door onvrede over: - het resultaat van de behandeling en/of - de behandelaar, kiezen voor alternatieve geneeswijzen en geneesmiddelen waarvan de kosten niet vergoed worden o.g.v. de Zorgverzekeringswet (Z.v.w.) of Wlz, alle daaraan verbonden kosten door de cliënt zelf moeten worden betaald en niet voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking komen. De Zvw wordt als passende en toereikende voorliggende voorziening aangemerkt. Hierin heeft wetgever bewuste keuze gemaakt voor het wel of niet vergoeden van deze kosten en het opleggen van eventuele eigen bijdragen. Daarom worden deze kosten niet aangemerkt als bijzonder noodzakelijke kosten in de zin van art. 35 Pw. Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
geen |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
n.v.t. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Dieetkosten |
|
||||||||
Omschrijving |
In beginsel behoren dieetkosten, die de normale voedingskosten niet of niet in belangrijke mate overtreffen, tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan te worden gerekend die uit het beschikbare inkomen moeten worden bestreden. Dit houdt in dat normaliter géén bijzondere bijstand kan worden verstrekt voor dieetkosten, tenzij het een dieet betreft, dat in belangrijke mate kostenverhogend is t.o.v. reguliere voeding. Opgemerkt wordt dat een voorgeschreven dieet in beginsel niet behoeft te leiden tot hogere voedingskosten. Dieetkosten zijn eigenlijk te splitsen in 2 hoofdgroepen t.w.:
|
||||||||
Voorliggende voorziening |
Voor dieetpreparaten: Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering. Voor dieetproducten: geen. |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
Bewijs internist of diëtiste met betrekking tot medische noodzaak en soort dieet |
||||||||
|
|
||||||||
Eigen risico zorgverzekering |
|
||||||||
Omschrijving |
Per 1 januari 2008 is de Zorgverzekering (Zvw) aangepast waarbij de (oude) z.g. no-claim-teruggave is vervangen door een verplicht eigen risico per kalenderjaar. Dit eigen risico geldt voor alle verzekerden van 18 jaar en ouder. Opgemerkt wordt dat het eigen risico alleen geldt voor verstrekkingen vanuit de basisverzekering m.u.v. huisarts en kraamzorg en niet voor verstrekkingen vanuit de aanvullende zorgverzekeringen. Mensen met een laag inkomen zijn/worden hiervoor gecompenseerd via de (verhoogde) zorgtoeslag. De groep chronisch zieken en gehandicapten wordt daarnaast nog extra gecompenseerd via een landelijke maatregel doordat de z.g. BTU-regeling (=belastingaftrek) werd verhoogd. Buiten dit verplicht eigen risico, bieden veel zorgverzekeraars hun cliënten nog de optie aan van een vrijwillig (veel) hoger eigen risico in ruil voor een aanzienlijke premiereductie. Omdat de invoering van dit verplicht eigen risico een bewuste keuze van de wetgever is wordt, gelet op het bepaalde in art. 15 lid 1 Pw, hiervoor geen bijzondere bijstand verstrekt. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
geen |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
n.v.t. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Fysiotherapie |
|
||||||||
Omschrijving |
De kosten van fysiotherapie komen in een aantal situaties voor vergoeding via de Zorgverzekeringswet in aanmerking. Zorgverzekeraars bieden via hun aanvullende pakketten vaak een bredere dekking aan. Voor medische kosten en behandelingen geldt in zijn algemeenheid dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering als voorliggende, passende en toereikende voorzieningen zijn aan te merken. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en aanvullend op de vergoeding waarop recht bestaat vanuit de basis –en/of aanvullende zorgverzekering voor de kosten van fysiotherapie bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat daarvoor in de individuele situatie een medische noodzaak aanwezig moet zijn. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
bewijs waaruit noodzaak van de behandeling en hoogte v/d kosten blijkt |
||||||||
|
|
||||||||
Huidaandoeningen |
|
||||||||
Omschrijving |
De behandeling van bepaalde huidaandoeningen komen voor vergoeding via de Zorgverzekeringswet in aanmerking. Zorgverzekeraars bieden via hun aanvullende pakketten vaak een bredere dekking aan. Voor medische kosten en behandelingen geldt in zijn algemeenheid dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering als voorliggende, passende en toereikende voorzieningen zijn aan te merken. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en aanvullend op de vergoeding waarop recht bestaat vanuit de basis –en/of aanvullende zorgverzekering voor de kosten van:
bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat daarvoor in de individuele situatie een medische noodzaak aanwezig moet zijn. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
bewijs waaruit noodzaak van de behandeling en hoogte v/d kosten blijkt |
||||||||
|
|
||||||||
Hulpmiddelen, specifiek |
|
||||||||
Omschrijving |
Voorbeelden van medische hulpmiddelen zijn: ADL -hulpmiddelen, aangepaste lingerie i.v.m. borstprothese, hoortoestel (incl. batterijen), orthopedisch schoeisel, steunzolen, elastische kousen e.d.. Voor medische kosten en behandelingen (incl. hulpmiddelen) geldt in zijn algemeenheid dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering als voorliggende, passende en toereikende voorzieningen zijn aan te merken. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en aanvullend op de vergoeding waarop recht bestaat vanuit de basis –en/of aanvullende zorgverzekering voor uitsluitend de kosten van:
bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat daarvoor in de individuele situatie een medische noodzaak aanwezig moet zijn. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat er geen bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de eigen bijdrage voor orthopedisch schoeisel. De Zvw geldt als voorliggende, passende en toereikende voorziening. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Wlz, Zvw, (collectieve) aanvullende zorgverzekering, Wia of Wmo. |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Logeerkosten / therapeutisch kamp voor zieke kinderen |
|
||||||||
Omschrijving |
Als men zelf in korte tijd meermaals in het ziekenhuis behandeld moet worden waarvoor men niet hoeft te blijven, of als de partner of een kind in een ziekenhuis wordt opgenomen, kan het nodig zijn dat men tijdelijk in een logeerhuis verblijft. Voor ernstig zieke kinderen kan het nodig zijn dat zij naar een therapeutisch kamp gaan waar zij leeftijdsgenoten met dezelfde aandoening ontmoeten en waar zij leren met hun ziekte om te gaan. Voor medische kosten en behandelingen geldt in zijn algemeenheid dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering als voorliggende, passende en toereikende voorzieningen zijn aan te merken. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en aanvullend op de vergoeding waarop recht bestaat vanuit de basis –en/of aanvullende zorgverzekering voor de kosten van tijdelijk verblijf in een logeerhuis, of van een therapeutisch kamp voor zieke kinderen, bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat daarvoor in de individuele situatie een medische noodzaak aanwezig moet zijn. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
bewijs waaruit noodzaak van de behandeling en hoogte v/d kosten blijkt |
||||||||
|
|
||||||||
Tandarts / mondhygiëne |
|
||||||||
Omschrijving |
De kosten van tandheelkundige behandelingen komen in een aantal situaties voor vergoeding via de Zorgverzekeringswet en de aanvullende zorgverzekeringen in aanmerking. Zorgverzekeraars bieden via hun aanvullende pakketten vaak een bredere dekking aan. Voor medische kosten en behandelingen geldt in zijn algemeenheid dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering als voorliggende, passende en toereikende voorzieningen zijn aan te merken. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en aanvullend op de vergoeding waarop recht bestaat vanuit de basis –en/of aanvullende zorgverzekering voor de kosten van tandheelkundige behandelingen bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat daarvoor in de individuele situatie een medische noodzaak aanwezig moet zijn. Bij de behandeling van de aanvraag voor bijzondere bijstand moet wel gelet worden op het feit of:
|
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Met toepassing van art. 8 lid 2 van de “Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente … “, dient een aanvraag bijz. bijstand voor tandheelkundige behandelingen aangevraagd te worden voordat met de behandeling wordt aangevangen. Dit om vast te kunnen stellen of er sprake is van een medisch noodzakelijke behandeling, dan wel een cosmetische en wat de goedkoopste adequate oplossing/behandeling is. Als de behandeling opgedeeld wordt in meerdere deelbehandelingen, dan dient de aanvraag ingediend te worden voordat de 1e deelbehandeling aanvangt. Deze voorwaarde dient ook ter bescherming van de aanvrager zelf zodat deze niet achteraf met een afwijzing bijzondere bijstand wordt geconfronteerd en hierdoor in een schuldensituatie terecht komt. |
||||||||
Bewijsstukken |
|
||||||||
|
|
||||||||
Voetbehandeling |
|
||||||||
Omschrijving |
De kosten van voetbehandeling (o.a. behandeling podotherapeut, medische pedicure) komen in een aantal situaties voor vergoeding via de Zorgverzekeringswet en/of aanvullende zorgverzekering in aanmerking. Zorgverzekeraars bieden via hun aanvullende pakketten vaak een bredere dekking aan. Voor medische kosten en behandelingen geldt in zijn algemeenheid dat de Zvw en de Regeling zorgverzekering als voorliggende, passende en toereikende voorzieningen zijn aan te merken. Op grond van buitenwettelijk begunstigend beleid kan gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Beleidsregels bijzondere bijstand en aanvullend op de vergoeding waarop recht bestaat vanuit de basis –en/of aanvullende zorgverzekering voor de kosten van voetbehandeling bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat daarvoor in de individuele situatie een medische noodzaak aanwezig moet zijn. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw en (collectieve) aanvullende zorgverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
|
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
bewijs waaruit noodzaak van de behandeling en hoogte v/d kosten blijkt |
||||||||
|
|
||||||||
Alle overige medische kosten en behandelingen |
|
||||||||
Omschrijving |
Onder deze kosten vallen onder andere: huisartsenzorg, poliklinische behandelingen, specialistenhulp, ziekenhuis- zorg, wijkverpleging, ambulancevervoer, orthodontie, diverse medische therapieën/hulpmiddelen, bevalling/ kraam- zorg, brillen/contactlenzen, geneesmiddelen etc. Artikel 15, eerste lid, eerste volzin, van de Pw bepaalt dat geen recht op bijstand bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. Voorts heeft gelet op artikel 15, eerste lid, tweede volzin, van de Pw, die wet geen functie indien binnen de voorliggende voorziening een bewuste beslissing is genomen over de noodzaak van bepaalde kostensoorten in het algemeen of in een specifieke situatie. Indien binnen de voorliggende voorziening het gevraagde in het algemeen of in een specifieke situatie niet noodzakelijk is geacht dient daarbij voor de toepassing van de Pw te worden aangesloten. Uit diverse uitspraken van de CRvB (zie: 13-4-2010, ECLI:NL:CRVB:2010: BM2959, 26-10-2010: ECLI:NL: CRVB:2010:BO3556, 12-7-2011, ECLI:NL: CRVB:2011: BR2509, 21-7-2015, ECLI:NL:CRVB:2015:2399, 29-1-2013: ECLI:NL:CRVB:2013:BY9838 en 24-5-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:2309) blijkt dat de Zorgverzekerings- wet (Zvw) en de daarop gebaseerde Regeling zorgverzekering en de Wet langdurige zorg, Wlz (voorheen AWBZ) als voorliggende, toereikende en passende voorzieningen zijn aan te merken voor medische kosten en behande- lingen. Met uitzondering van de in categorie h: medische dienstverlening van de in de “Bijlage kostensoorten bijzondere bijstand “ beschreven kostensoorten waarvoor buitenwettelijk begunstigend beleid wordt toegepast, geldt voor alle overige medische kosten en behandelingen dat artikel 15 lid 1 Pw aan toekenning van bijzondere bijstand in de weg staat. Daarom wordt hiervoor geen bijzondere bijstand verstrekt. Alternatief is deelname aan de CZV met uitgebreide dekking vanuit de aanvullende verzekering. Uitzondering: alleen als sprake is van zeer dringende reden als bedoeld in artikel 16 Pw kan van het bepaalde in art. 15 Pw worden afgeweken. Er moet dan wel sprake zijn van een acute noodsituatie en de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert moeten op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen zodat het verlenen van bijstand onvermijdelijk is. Een acute noodzaak is aan de orde als de situatie levensbedreigend is of blijvend ernstig psychisch of lichamelijk letsel of invaliditeit tot gevolg kan hebben. Zie CRvB: 29-3-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1251 en 1-12-2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BK6576. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
Zvw, Regeling zorgverzekering, (collectieve) aanvullende zorgverzekering en Wlz. |
||||||||
Reservering toepassen |
n.v.t. |
||||||||
Vergoedingen: |
Geen tenzij sprake is van zeer dringende redenen. |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Bij zeer dringende redenen om niet. |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
n.v.t. |
||||||||
Bewijsstukken |
n.v.t. |
||||||||
|
|
||||||||
Categorie i: overige kostensoorten |
|
||||||||
Begrafenis-crematiekosten |
|
||||||||
Omschrijving |
Begrafeniskosten en crematiekosten worden geacht te behoren tot de bijzondere bestaanskosten van de erfgena(a)m(en). Indien deze over onvoldoende middelen beschikken om deze kosten te kunnen voldoen, kan aan hen, ieder voor het eigen evenredig deel, bijzondere bijstand worden verstrekt. Dat betekent dat: • alleen de erfgenamen in aanmerking komen voor bijzondere bijstand; • de erfgenamen, ieder voor hun eigen erfrechtelijk deel bijzondere bijstand kunnen aanvragen; • alleen recht op bijzondere bijstand bestaat als hun erfdeel niet toereikend is en men niet over eigen middelen beschikt om het (eigen) aandeel te kunnen voldoen; • het verder niet van belang is of de andere erfgenamen de nalatenschap aanvaard of verworpen hebben. De Wet op de lijkbezorging (Wlb) is in deze géén voorliggende voorziening t.o.v. de bijz. bijstand en is alleen van toepassing als de nabestaanden weigeren opdracht te geven voor de uitvaart of crematie. Aan de erfgena(a)m-(en) kan, ieder voor hun eigen deel, bijzondere bijstand worden toegekend. Géén bijz. bijstand wordt verleend voor de kosten van: - overbrenging van de overledene naar het buitenland om daar te kunnen worden begraven of gecremeerd; - begrafenis –of crematiekosten in het buitenland t.b.v. de overleden cliënt, of een gezinslid, - reiskosten voor het bijwonen van een begrafenis/crematie in buitenland. |
||||||||
Voorliggende voorziening |
- uitvaartverzekering, - nalatenschap, - ongevallenverzekering |
||||||||
Reservering toepassen |
Nee |
||||||||
Vergoedingen: |
Uitgaande van de richtprijzen van het NIBUD kunnen de volgende kosten worden vergoed: algemene kosten: • kosten overlijdensakte • basistarief uitvaartverzorger • rouwkaarten (max. 50 stuks zonder porto) • overbrengen overledene naar rouwcentrum; • laatste verzorging van overledene • kist (spaanplaat eikenfineer) • rouwauto begrafeniskosten: • kosten algemeen graf (10 jaar gedeeld met vreemden), incl. open en sluiten graf (ma/vr), • kosten aula begraafplaats of condoleanceruimte crematiekosten: • crematorium (crematie, dienst in aula of condoleanceruimte) • as verstrooien bij crematorium, of as bewaren in nis in crematorium (kosten 1 jaar). Noot: steeds meer gemeenten staan in hun APV toe dat asresten ook in de gemeente verstrooid mogen worden. Niet noodzakelijk kosten zijn: • advertentiekosten in regionale krant • opbaren in uitvaartcentrum, incl. condoleancebezoek • opbaren thuis, incl. dagelijkse controle en koeling overledene • kosten volgauto(s) • koffietafel na uitvaart • kosten eigen graf (20 jaar voor 2 personen), incl. onderhoudskosten en openen en sluiten graf • bijzetten in bestaand graf • natuurstenen grafdocument of urnen • kosten eredienst en/of kosten die voortvloeien uit culturele en religieuze achtergrond |
Fiscaal belast |
Nee |
||||||
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||||||||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Geen |
||||||||
Bewijsstukken |
- bewijsstukken nalatenschap, - bewijsstukken uitvaart-, levens- of ongevallenverzekering, - nota’s v/d kosten. |
||||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Compensatie bij géén recht op alleenstaande-ouderkop (ALO-kop) kindgebonden budget |
|
||
Omschrijving |
Met de inwerkingtreding van de Wet hervorming kindregelingen per 01 jan 2015 is Pw-norm voor alleenstaande ouders komen te vervallen. Voor een alleenstaande oudergezin is per 01 jan. 2015 de bijstandsnorm voor een alleenstaande van toepassing. Deze norm is 20% lager dan de oude bijstandsnorm voor een alleenstaande ouder. Deze verlaging van de algemene bijstandsnorm wordt gecompenseerd doordat het kindgebonden budget van de Rijksbelastingdienst-Toeslagen extra is verhoogd met een z.g. alleenstaande-ouderkop (ALO-kop). Voorwaarde voor het recht op de ALO-kop is wel dat men géén toeslagpartner mag hebben. Men heeft voor de Belastingdienst wel een toeslagpartner als men gehuwd is, of geregistreerd partnerschap heeft, en: 1. de partner is gedetineerd, of verblijft in een verpleeginstelling; 2. men leeft feitelijk wel gescheiden, maar er is nog geen verzoek bij de rechtbank ingediend voor echtscheiding of scheiding van tafel en bed; Noot: denk ook aan situatie dat ene partner (nog) met vakantie is in het buitenland en de ander verblijft (al) in Nederland. 3. men bewoont de woning samen met één van de ouders, of met een volwassen kind van 27 jaar of ouder. Opm. bij 3: hierop bestaan wel enige uitzonderingen à zie schema op site Toeslagen. Noot: denk ook aan situatie dat het woonadres in onderzoek is bij de gemeente omdat er in de BRP ook andere perso(o)n(en) ingeschreven staat(n) op hetzelfde adres en cliënt verklaart dat die er niet (meer) verblijft/verblijven. 4. gezin met niet-Nederlandse nationaliteit waarbij door de IND bij één partner de verblijfstitel wordt ingetrokken maar waarbij die partner zonder verblijfstitel wel blijft inwonen in afwachting van de uitslag van een ingesteld (hoger) beroep. Aan alleenstaande oudergezinnen die géén recht hebben op z.g. ALO-kop kindgebonden budget omdat zij een toeslagpartner hebben en: - waarvan de partner gedetineerd is, of in een verpleeginstelling verblijft, of - waarbij die partner zonder verblijfstitel wel blijft inwonen in afwachting van de uitslag van een ingesteld (hoger) beroep, via de bijzondere bijstand een eenmalige maandelijkse inkomensaanvulling te verstrekken voor de duur van maximaal 36 maanden. Indien na toekenning van deze bijz. bijstand binnen de periode van 36 maanden de alg. + bijz. bijstand beëindigd wordt wegens werkaanvaarding en men wordt nadien onvrijwillig werkloos waardoor men weer beroep moet doen op een Pw-uitkering, herleeft deze algemene + bijz. bijstand tot de max. termijn van 36 maanden is bereikt. Noot: deze bijz. bijstand vormt dus een geheel met een maandelijkse Pw-uitkering voor levensonderhoud, onder aftrek van het maandelijkse inkomen. Omdat hier sprake is van maandelijkse inkomenssuppletie, wordt, in afwijking van de normale draagkracht-berekening, overig inkomen wat de Pw-alleenstaande norm te boven gaat volledig in mindering gebracht op deze maandelijkse bijz. bijstand. |
||
Voorliggende voorziening |
z.g. ALO-kop kindgebonden budget van de Belastingdienst/Toeslagen. Bij een formeel huwelijk of geregistreerd partnerschap is de “echtgenoot” volgens de fiscale wetgeving automatisch toeslag partner ongeacht of deze wel of niet in Nederland verblijft. Zie tool op site www.belastingdienst.nl zoekterm: “wie is mijn toeslagpartner”. Het feit dat iemand een toeslagpartner heeft betekent niet zonder meer dat er nooit recht op toeslagen bestaat. Per soort toeslag gelden er dan verschillende voorwaarden en bij aantal toeslagen kijkt de Belastingdienst naar het inkomen/vermogen van de toeslagpartner in het buitenland. Voor het kindgebonden budget geldt dat er geen recht op ALO-kop is. Van belang is ook wie van partner(s) de kinderbijslag van de SVB ontvangen.
|
||
Reservering toepassen |
Nee |
||
Vergoedingen: |
Maandelijkse toeslag ter hoogte van: - 1e jaar 15% van de Pw-gehuwdennorm, - 2e jaar 10% van de Pw-gehuwdennorm, - 3e jaar 5% van de Pw-gehuwdennorm. |
Fiscaal belast |
Ja |
Vorm waarin de bijzondere bijstand wordt verstrekt: |
Om niet |
||
Speciale uitkeringsvoorwaarden: |
Informatie verstrekken over voortgang ingestelde (hoger) beroepsprocedure |
||
Bewijsstukken |
Bewijs Belastingdienst/Toeslagen dat geen recht op ALO-kop kindgebonden budget bestaat |
Totaal: 40 kostensoorten.
Lijst met gebruikte begrippen en afkortingen:
- 1.
Algemeen noodzakelijke bestaanskosten: algemene kosten van levensonderhoud die iedereen normaal gesproken wel heeft. Hieronder vallen bijvoorbeeld de kosten van: voeding, kleding, woon –en energiekosten, normale verzekeringen (o.a.: zorgverzekering, wettelijke aansprakelijkheid, inboedel, opstal, auto –en reisverzekering), normale belastingen (o.a. inkomsten –en motorrijtuigenbelasting, reinigingsrechten, OZB,) en dergelijke.
- 2.
ADHD: attention deficit hyperactivity disorder, ook wel aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis genoemd
- 3.
APV: Algemene Plaatselijke Verordening: gemeentelijke verordening met regelgeving op het gebied van openbare orde en veiligheid
- 4.
AZC: asielzoekerscentrum
- 5.
BBL: Beroeps Begeleidende Leerweg
- 6.
BTU: specifieke regeling van de Rijksbelastingdienst i.v.m. specifieke zorgkosten
- 7.
CAK: landelijke organisatie te Den Haag belast die in opdracht van de overheid diverse regelingen uitvoert (o.a. vaststellen en innen van de eigen bijdrage op grond van de Wlz en Wmo. Noot: oude/vervallen afkorting was: Centraal administratiekantoor.
- 8.
CRVB: Centrale Raad van Beroep te Utrecht: hoogste bestuursrechter inzake geschillen op het terrein van de sociale verzekeringen, de sociale voorzieningen en ambtenarenzaken.
- 9.
CZV: collectieve zorgverzekering voor minima van de gemeenten
- 10.
GKB: gemeentelijke kredietbank / Kredietbank Breda
- 11
Huurtoeslag: toeslag van de Belastingdienst – Toeslagen om de huurkosten deels te compenseren
- 12
Juridisch Loket: Juridisch Loket te Breda: organisatie die gratis eerste hulp bij juridische vragen geeft
- 13
Kinderopvangtoeslag: toeslag van de Belastingdienst – Toeslagen om de kosten van kinderopvang deels te compenseren
- 14
LOVCK: Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton
- 15
Meldpunt schuldhulpverlening: loket/organisatie waar men terecht kan voor hulp bij problematische schulden
- 16
Min van SZW: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 17
NIBUD: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting
- 18
NIBUD-prijzengids/norm: NIBUD Prijzengids voor de bijzondere bijstand / daarin vermelde normbedragen
- 19
PBI: Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders
- 20
Pw: Participatiewet
- 21
Pw-norm = bijstandsnorm
- 22
VO: voortgezet onderwijs
- 23
Voorliggende voorziening: voorliggende voorziening als bedoeld in artikel 15 Participatiewet
- 24
VT: vakantietoeslag
- 25
VVE: voor- en vroegschoolse educatie: maatregelen die onderwijsachterstanden trachten te verminderen bij de start van groep 3 in de basisschool
- 26
WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
- 27
WKO: Wet kinderopvang
- 28
WKT: woonkostentoeslag
- 29
Wlz: Wet langdurige zorg
- 30
Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning
- 31
Wrb: Wet op de rechtsbijstand
- 32
WSF: Wet studiefinanciering
- 33
WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen: schuldsaneringsregeling natuurlijke personen als omschreven in titel III van de Faillissementswet
- 34
WTOS: Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten
- 35
Zorgtoeslag: toeslag van de Belastingdienst – Toeslagen om de (premie)kosten van de zorgverzekering deels te compenseren
- 36
Zvw: Zorgverzekeringswet
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl