Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR604785
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR604785/1
Regeling vervallen per 01-01-2020
Regeling reiskosten woon-werkverkeer 2017
Geldend van 19-12-2017 t/m 31-12-2019
Intitulé
Regeling reiskosten woon-werkverkeer 2017Zaaknummer: 1436145
Gelezen het voorstel van Personeel & Organisatie
d.d. 29 november 2017
gelet op
- -
artikel 3:22 van de CAR-UWO
- -
fiscale wetgeving over reiskosten;
- -
het gestelde in artikel 160 Gemeentewet;
- -
het instemmend advies van de Ondernemingsraad;
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:
vast te stellen de Regeling reiskosten woon-werkverkeer 2017
Artikel 1 Begripsomschrijving
1. Medewerker:
De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO, die niet verplicht is om zich in of dichterbij zijn standplaats te gaan wonen als bedoeld in artikel 15:1:17 van de CAR/UWO.
2. Reisafstand:
De afstand tussen het woonadres en de standplaats. De reisafstand wordt bepaald met de routeplanner van Google Maps (de snelste route).
3. Standplaats:
De plaats of het met name genoemde adres waar de medewerker gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht.
Artikel 2 Uitgangspunten vergoeding c.q. tegemoetkoming in de kosten
Lid 1
De medewerker heeft aanspraak op een volledige vergoeding van de aantoonbaar gemaakte kosten voor het daadwerkelijk dagelijks heen en weer reizen tussen de woning en de standplaats met het openbaar vervoer, inclusief voor- en na vervoer bij een treinabonnement voor maximaal twee zones of stallingskosten aan een van beide kanten van het reistraject.
Lid 2
De gemeente Hoorn verstrekt in principe vervoerbewijzen aan de medewerker via een gebruikersovereenkomst met een OV-vervoerder, in plaats van de vergoeding bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
Lid 3
De medewerker die dagelijks heen en weer reist tussen de woning en de standplaats met eigen vervoer (zoals fiets of auto) heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor één keer per dag heen en weer reizen, als de reisafstand meer dan tien kilometer bedraagt.
Lid 4
In afwijking van lid 3 kan een medewerker in de volgende situaties de te maken kosten voor incidenteel extra reizen van en naar de gebruikelijke werklocatie en eventuele kosten van een maaltijd, als ware het een dienstreis declareren:
- bij een oproep in de beschikbaarheidsdienst (storingen, calamiteiten, gladheid, e.d.);
- bij een ingeroosterd gebroken dienstrooster met een tussenperiode van meer dan een uur;
Bij deze declaraties is artikel 3:21 van de CAR-UWO en de regeling dienstreizen en verblijfskosten 2016 van toepassing.
Lid 5
Bij de berekening van de vergoeding, c.q. tegemoetkoming in de kosten of verstrekking van een vervoerbewijs wordt uitgegaan van de daadwerkelijke reisdagen op basis van het vastgestelde werkrooster.
Tevens wordt rekening gehouden met een forfaitair aantal verlof-, feest- en ziektedagen: bij een 5-daagse werkweek heeft een jaar 214 werkdagen.
Bij een kortere werkweek wordt de vergoeding c.q. tegemoetkoming evenredig berekend.
Artikel 3 Hoogte vergoeding, c.q. tegemoetkoming in de kosten
Lid 1
De tegemoetkoming in de kosten voor het dagelijks heen en weer reizen tussen de woning en de standplaats als bedoeld in artikel 2 lid 3 is onafhankelijk van het soort vervoermiddel en bedraagt € 0,10 per kilometer vanaf 10 kilometer tot maximaal 40 kilometer gerekend vanaf de drempel van 10 kilometer (enkele reisafstand).
Lid 2
De vergoeding van de reiskosten voor het woon-werkverkeer of verstrekking van het OV-vervoerbewijs is onbelast voor de medewerker zolang dit binnen de fiscale wetgeving is toegestaan.
Artikel 4 Uitbetaling
De vergoeding van, c.q. tegemoetkoming in de reiskosten wordt eenmaal per kalendermaand bij het salaris als vaste vergoeding aan de medewerker welke de aanvraag heeft ingediend, uitbetaald.
Artikel 5 Afwezigheidsituaties
Als in een aaneengesloten periode van ten minste zes weken niet is gereisd, wordt de vergoeding van de reiskosten stopgezet.
Artikel 6 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het college een bijzondere voorziening treffen.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie in het gemeenteblad onder gelijktijdige intrekking van de Regeling reiskosten woon-werkverkeer 2016.
te bepalen dat bovenstaand wordt bekendgemaakt:
- -
door opname in het Gemeenteblad
- -
en overheid.nl
Aldus vastgesteld 1 december 2017
College van burgemeester en wethouders
de secretaris, de burgemeester,
Ondertekening
Bijlage: Toelichting
Berekening vergoeding woon-werkverkeer per maand (= systematiek van de Fiscus)
De werkgever mag een vaste vergoeding geven voor reiskosten woon-werkverkeer op basis van 214 werkdagen per jaar. Dit geldt voor iemand die 5 dagen per week werkt, voor een parttimer is dit naar rato van het aantal werkdagen per week. De Belastingdienst gaat er wel vanuit dat je minimaal 70% van de 214 werkdagen ook daadwerkelijk naar je werk hebt gereisd.
Voorwaarden:
- -
een reispatroon van gemiddeld 5 of meer dagen per week
- -
op ten minste 128 dagen per jaar
- -
naar dezelfde standplaats.
Bereken de volgende formule:
(A)Reisafstand x 2 x (B)214 x reisdagen per week :5 x € 0,10
12
Toelichting:
- -
A: De reisafstand is de op een decimaal achter de komma afgeronde reisafstand tussen de woning en de standplaats min 10 kilometer, berekend met de routeplanner Google Maps (snelste route) maal 2 (vice versa).
- -
B: 214 is het standaard aantal reisdagen per jaar voor een volledige werkweek met 5 reisdagen; daarbij is rekening gehouden met reisonderbrekingen in verband met bijvoorbeeld incidenteel thuiswerken, korte ziekte, vakantie en verlof. Die dagen hoef je niet af te trekken.
- -
Als je minder dan 5 dagen per week naar je werkt reist (bijvoorbeeld bij 4x9 of deeltijd) dan bereken je het totaal aantal dagen naar rato. Dat doe je door te vermenigvuldigen met het aantal dagen dat je gemiddeld per week reist en dan weer te delen door 5. Als je een afwisselend rooster hebt over meerdere weken dan bereken je eerst het gemiddelde over die periode om naar een weekgemiddelde. Bijvoorbeeld: je werkt de ene week 4 dagen en de andere week 5. Dan reken je met 9:2=4,5:5=0,9x214=192,6
- -
0,10 is de kilometervergoeding (norm 2015).
- -
De uitkomst van de berekening wordt op twee decimalen achter de komma afgerond.
De berekening moet dus evenredig lager wordt vastgesteld als:
- -
de medewerker reist op gemiddeld minder dan 5 dagen per week;
- -
de dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar;
- -
de reisafstand wijzigt door bijvoorbeeld overplaatsing of verhuizing;
- -
bij langdurige afwezigheid > 6 weken.
Stopzetten en hervatten
Bij volledige afwezigheid, bijvoorbeeld wegens ziekte, verlof, ziekte of schorsing gedurende een aaneengesloten periode van meer dan zes weken wordt de uitbetaling van de maandelijkse tegemoetkoming na ommekomst van die zes weken gestopt.
Bij hervatting van de reizen gaat de vergoeding weer in vanaf de eerste van de maand volgend op die waarin het reizen weer is begonnen.
Wat te doen bij ziekte of langdurige afwezigheid?
Als je een aaneengesloten periode van ten minste zes weken niet reist in verband met ziekte of langdurige afwezigheid, wordt met ingang van de eerste dag van de opvolgende maand waarin je ziek bent geworden geen tegemoetkoming betaald. Je brengt dan het aantal ziekte- of afwezigheiddagen vanaf de eerste dag van de nieuwe maand volgend op de dag dat je ziek bent geworden in mindering op de 214 werkdagen. Verzuim je deze dagen in mindering te brengen en voldoe je daardoor niet meer aan de eis dat je minimaal 70% van de 214 werkdagen naar je werk hebt gereisd, dan is dit fiscaal onzuiver en zijn hier consequenties aan verbonden.
Overstappen eigen vervoer – openbaar vervoer en vice versa
Voor het streekvervoer (bus) is een seizoensvariant mogelijk. De medewerker kan de keuze om het OV-gebruik te wijzigen in het gebruik van eigen vervoer v.v. tussentijds slechts doen als dat past binnen de voorwaarden van de aanbieders van de OV-bewijzen.
Als meer incidenteel of in korte periodes van vervoerwijze wordt gewisseld, in geval van bijvoorbeeld slecht weer, dan wordt de vergoeding niet omgezet. Extra gemaakte kosten worden niet vergoed.
Incidenteel extra woon-werkverkeer
De vaste vergoeding wordt op grond van artikel 2 lid 3 en 4 niet aangepast, als de medewerker incidenteel extra moet reizen van en naar de gebruikelijke werklocatie, bijvoorbeeld een extra werkdag, avondvergadering, storingsdienst of ander overwerk. De medewerker kan in bepaalde situaties op grond van lid 3 van artikel 2 de extra kosten (reiskosten en eventueel een maaltijd) als ware het een dienstreis declareren.
Carpoolen
Als werknemers zelf een carpool organiseren, wordt zowel de chauffeur als de meerijders de tegemoetkoming in de reiskosten verstrekt op grond van artikel 2 lid 3 en 4, exclusief de ‘omrijdkilometers’ (omdat deze door de Fiscus worden aangemerkt als privé-kilometers).
Fiscaal voordeel
De reiskosten woon-werkverkeer kunnen fiscaal worden uitgeruild met het Individueel Keuze Budget (Zie de Regeling IKB).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl