Verordening op het correctief raadgevend referendum

Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Intitulé

Verordening op het correctief raadgevend referendum

De raad van de gemeente Scherpenzeel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 december 2001, nr. 01-XII-9;

gelet op artikel 8, vierde lid, van de Tijdelijke referendumwet;

besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke referendumwet;

  • b.

    een referendum: een correctief raadgevend referendum als bedoeld in de Tijdelijke referendumwet over de in artikel 8 van de wet genoemde besluiten van de gemeenteraad.

Artikel 2. Uitzonderingen

Een referendum kan niet worden gehouden over:

  • a.

    een besluit van de gemeenteraad inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op:

    • 1.

      de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechtshebbenden;

    • 2.

      de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • b.

    een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 155, eerste lid van de Gemeentewet;

  • c.

    een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, artikel 51, eerste en derde lid, artikel 61, eerste en derde lid, artikel 73, eerste en derde lid en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 3. Budget

Na de vaststelling dat er een referendum zal worden gehouden als bedoeld in artikel 105 van de wet, stelt de raad budget ter beschikking voor de voorlichting en de organinsatie van een referendum.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 5. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening op het correctief raadgevend referendum.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van
de gemeente Scherpenzeel van 20 december 2001,
J.P. van Velden J.J.H. Colijn-de Raat
de secretaris de voorzitter

Toelichting

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • a.

    Deze verordening berust op de Trw en wordt om herhaling te voorkomen eenmalig gedefinieerd.

  • b.

    De verordening heeft uitsluitend betrekking op correctieve raadgevende referenda als bedoeld in de Trw. Door dit te bepalen kan er geen onduidelijkheid bestaan over het type referendum waarover in deze verordening wordt gesproken.

Meer begripsomschrijvingen zijn niet nodig aangezien in de verordening zelf voor bepaalde begrippen rechtstreeks wordt verwezen naar bepalingen van de Trw.

Artikel 2

De Trw bepaalt welke besluiten al dan niet referendabel zijn. Wat het gemeentelijk referendum betreft wordt de gemeenteraad echter enige beleidsvrijheid gegeven. Op basis van artikel 8, vierde lid Trw heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om een aantal (limitatief opgesomde) besluiten van een referendum uit te sluiten. Het oordeel hierover heeft de wetgever aan de gemeenteraad gelaten. Gelet op het feit dat in plaats van het collectief belang het individueel belang bij een referendum over een verordening die betrekking heeft op gemeentelijke belastingen (bijvoorbeeld de onroerendezaakbelasting), wel eens vooropgesteld kan worden, adviseren wij u gemeentelijke belastingen uit te zonderen. Dit stemt overeen met het door de Staatscommissie-Biesheuvel gegeven advies dat dit onderwerp niet geschikt is voor een (correctief) referendum. Bij de overige uitzonderingen zullen inwoners naar het zich nu laat aanzien niet gauw belang hebben bij een referendum.

Artikel 3

Deze bepaling is opgenomen aangezien er budget beschikbaar moet worden gesteld door de raad voor de voorlichting en de organisatie. De besteding van dit budget kan aan het college worden overgelaten.

Artikel 4

De verordening op basis van de Trw kan uiteraard niet eerder in werking treden dan de Trw zelf: deze datum zal dus 1 januari 2002 moeten zijn

Artikel 5

Bij de keuze van deze citeertitel is ervan uitgegaan dat de gemeenteraad vooralsnog geen aanvullende verordening op het correctief raadgevend referendum vaststelt.