Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018

Geldend van 21-12-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 31-10-2017;

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

De belasting wordt niet geheven als ter zake van het verblijf van belastingplichtige en zijn gezin in de voor zich en zijn gezin ter beschikking gehouden woning toeristenbelasting wordt geheven overeenkomstig artikel 6 (forfaitaire berekeningswijze) van de verordening toeristenbelasting.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting bedraagt per woning € 327,00

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven in het belastingjaar, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling

Het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Tribuut belastingsamenwerking kan nadere beleidsregels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

De ‘Verordening forensenbelasting 2017’, vastgesteld op 6 december 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening forensenbelasting 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 20-11-2017.

Griffier

M. Veenbergen

De voorzitter,

S.W. van ’t Erve