Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR60449
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR60449/1
Regeling vervallen per 01-01-2014
Regeling uitwisseling bruto eindejaarsuitkering en/of bruto vakantietoelage tegen een netto tegemoetkoming woon-werkverkeer gemeente Grave
Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2013
Intitulé
Regeling uitwisseling bruto eindejaarsuitkering en/of bruto vakantietoelage tegen een netto tegemoetkoming woon-werkverkeer gemeente GraveBURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRAVE,gelet op het bepaalde in hoofdstuk 4a “Uitwisselen van arbeidsvoorwaarden” van de “Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst”;B E S L U I T E N:vast te stellen de volgende:REGELING UITWISSELING BRUTO EINDEJAARSUITKERING EN / OF BRUTO VAKANTIETOELAGE TEGEN EEN NETTO TEGEMOETKOMING WOON-WERKVERKEER GEMEENTE GRAVE
Artikel 1 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
werknemer: de ambtenaar op wie de CAR/UWO van toepassing is en die in het lopende kalenderjaar in dienst is en dan recht heeft op uitbetaling van een bruto eindejaarsuitkering en / of bruto vakantietoelage.
- b.
huisadres: het adres van de woning waar werknemer daadwerkelijk woonachtig is.
- c.
plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex of terrein waarop de werknemer voor de normale uitoefening van zijn functie is aangewezen.
- d.
werkdag: de dag waarop feitelijk van het huisadres naar de plaats van tewerkstelling is gereisd.
Artikel 2 Tegemoetkoming in reiskosten woon-werk
-
1. Werknemers in dienst van de gemeente Grave kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten voor het regelmatig reizen tussen het huisadres en de plaats van tewerkstelling voor het lopende kalenderjaar.
-
2. Deze aanspraak is alleen mogelijk indien de werknemer gebruik maakt van de mogelijkheid tot het uitwisselen van de bruto eindejaarsuitkering en of bruto vakantietoelage, op grond van artikel 4a:3 van de CAR/UWO.
Artikel 3 Reisafstand
Voor de bepaling van de enkele reisafstand geldt de werkelijke afstand tussen het huisadres en de plaats van tewerkstelling. Deze wordt berekend aan de hand van de ANWB routeplanner via de voor de medewerker meest gebruikelijke route met een maximum van 75 km enkele reis. De totale retourafstand wordt rekenkundig afgerond.
Artikel 4 Wijze van vervoer
Gebruikmaking van eigen vervoermiddel:Voor de bepaling van de vrije vergoeding woon-werkverkeer op jaarbasis wordt uitgegaan van de volgende factoren:
- a.
Aantal reguliere werkdagen per jaar bij een fulltime dienstverband: 260 dagen;
- b.
Gemiddeld aantal dagen in verband met korte afwezigheid bij een fulltime dienstverband (vakantie, verlof en ziekte): 46 dagen;
- c.
De reisafstand is gemaximeerd op 75 kilometer enkele reis;De toegestane vrije vergoeding voor reiskosten is dan op jaarbasis bij een fulltime dienstverband (260-46=214 dagen) x totale reisafstand x € 0,19.
Bij deeltijdfuncties of in geval van afwijking van het standaard dienstrooster wordt de uitkomst van de berekening van de vergoeding gerelateerd aan het aantal werkdagen per week ( x/5).Gebruikmaking van het openbaar vervoer:Indien de werknemer per openbaar vervoer reist dan worden de daadwerkelijke kosten voor berekening van de vergoeding in aanmerking genomen. De vervoerbewijzen dienen bij P&O te worden overlegd.
Artikel 5 Afwezigheid
In de berekening van het gemiddelde aantal werkdagen is rekening gehouden met korte afwezigheid. Pas bij een afwezigheid van langer dan zes aaneensluitende weken zal het aantal werkdagen naar beneden worden bijgesteld tot het werkelijke aantal werkdagen.
Artikel 6 Berekening van de vergoeding
-
a. Voor de berekening van de maximale vergoeding voor woon- werkverkeer geldt als uitgangspunt dat hiervoor eerst de maximale bruto eindejaarsuitkering wordt ingezet, minus het gedeelte van de bruto eindejaarsuitkering dat is ingezet voor andere cafetaria-doeleinden;
-
b. Inzet van bruto vakantietoelage in mei van het lopende kalenderjaar voor vergoeding van woon- werkverkeer over de eerste vier maanden is mogelijk indien:
- 1.
in april van het lopende kalenderjaar aantoonbaar is dat de te verwachten reiskosten woon- werkverkeer op basis van de uitgangspunten van deze regeling op jaarbasis hoger zijn dan de te verwachten bruto eindejaarsuitkering op jaarbasis.
- 2.
hierbij wordt de te verwachten bruto eindejaarsuitkering berekend op basis van het loonpeil april van het lopende kalenderjaar en met eerdere keuzes ten behoeve van andere cafetaria-doeleinden wordt rekening gehouden.
- 1.
-
c. Medewerkers die voldoen aan de voorwaarde, genoemd in lid b van dit artikel, kunnen in mei van het lopende kalenderjaar de bruto vakantietoelage inzetten voor een netto vergoeding van de kosten woon- werkverkeer over de eerste 4 maanden van het lopende kalenderjaar.
-
d. Medewerkers die van de mogelijkheid, genoemd onder lid c van dit artikel, gebruik maken kunnen in december de bruto eindejaarsuitkering inzetten voor een netto vergoeding voor de resterende reiskosten woon-
-
e. werkverkeer van het lopende kalenderjaar.
-
f. Berekening van de vergoeding vindt plaats volgens de rekenbladen die als bijlage onderdeel uitmaken van deze regeling.
-
g. De maximale vergoeding voor reiskosten woon- werkverkeer is gelijk aan de bruto eindejaarsuitkering en de bruto vakantietoelage voor het lopende kalenderjaar.
Artikel 7 Wijziging op grond van verandering fiscale richtlijnen
Jaarlijks zal rekening gehouden worden met eventuele veranderingen in de fiscale richtlijnen.
Artikel 8 Voorziening
Het college is bevoegd in gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet een voorziening te treffen.
Artikel 9 Gevolgen voor werknemersverzekeringen
Het uitwisselen van de bruto eindejaarsuitkering voor een tegemoetkoming woon- werkverkeer heeft gevolgen voor het inkomen van de ambtenaar. Er worden minder WAO- en WW-rechten opgebouwd over het gedeelte dat wordt uitgewisseld voor de tegemoetkoming woon- werkverkeer. De oorspronkelijke bruto eindejaarsuitkering blijft echter van kracht als berekeningsgrondslag voor de pensioenopbouw. Aanpassing van het pensioengevend inkomen is gelet op het besluit van de staatssecretaris van 8 september 2008, nr. CPP2008/1727M, niet langer aan de orde aangezien de regeling voldoet aan de gestelde voorwaarden te weten:
- a.
het betreft een schriftelijk vastgelegde regeling die openstaat voor tenminste 75 % van de medewerkers;
- b.
de verlaging van het fiscale loon is tijdelijk en de medewerker kan zijn keuze jaarlijks herzien;
- c.
het verschil tussen het pensioengevend loon voor en na toepassing van deze regeling bedraagt minder dan 30%.
Artikel 10 Inwerkingtreding en werkingsduur
Deze regeling geldt voor het kalenderjaar 2009 en volgende jaren.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van het college op 17 november 2009BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRAVEDe secretaris, de burgemeester,G.J.A.F. Hubers W.J.G. Delissen van Tongerlo
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl