Bijzondere verordening subsidies algemene voorzieningen specifieke doelgroepen Heemstede

Geldend van 08-12-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-12-2017

Intitulé

Bijzondere verordening subsidies algemene voorzieningen specifieke doelgroepen Heemstede

De raad van de gemeente Heemstede;

Gelezen het voorstel van het college 17 oktober 2017

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

Overwegende dat het ten behoeve van de doorontwikkeling binnen het Sociaal domein gewenst is algemene voorzieningen voor specifieke doelgroepen te realiseren en voor het subsidiëren hiervan regels vast te stellen.

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Bijzondere verordening subsidies algemene voorzieningen specifieke doelgroepen Heemstede

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Asv: Algemene subsidieverordening Heemstede;

  • -

    cliënt: de volwassen inwoner ten behoeve van wie namens het college een machtiging is afgegeven voor dagbesteding en/of individuele begeleiding als bedoeld in deze verordening.

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van Heemstede;

  • -

    dagbesteding: het per dagdeel, in groepsverband en op locatie van de instelling, aanbieden van recreatieve en/of arbeidsmatige activiteiten, gericht op het behoud van of de versterking van de zelfredzaamheid van cliënten, de ondersteuning bij en of het oefenen van praktische vaardigheden/handelingen van cliënten, het bieden van structuur aan cliënten en het ondersteunen bij het aangaan en onderhouden van sociale contacten.

  • -

    individuele begeleiding: ondersteuning bij het regelen van dagelijkse zaken. De ondersteuning wordt aangeboden bij de cliënt thuis of op locatie van de instelling.

  • -

    inwoner: een burger die op grond van de Basisregistratie Personen zijn/haar verblijfplaats in Heemstede heeft.

Artikel 2 Algemene bepaling

Op aanvragen voor een subsidie in het kader van deze verordening is, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald, het gestelde in de Asv onverkort van toepassing.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan een structurele subsidie of een budgetsubsidie verstrekken voor de volgende activiteiten:

    • a.

      dagbesteding

    • b.

      individuele begeleiding

  • 2.

    De activiteiten genoemd in het eerste lid dienen gericht te zijn op de volgende specifieke doelgroepen:

    • a.

      inwoners met een beperking als gevolg van het ouder worden; en/of

    • b.

      inwoners met psychosociale of psychiatrische problematiek; en/of

    • c.

      inwoners met een verstandelijke beperking; en/of

    • d.

      inwoners met een lichamelijke of zintuiglijke beperking of chronische ziekte; en die als gevolg daarvan in het dagelijks leven ernstige of meervoudige problemen ervaren.

Artikel 4 Algemene eisen

  • 1.

    Voor subsidie op grond van deze verordening kunnen uitsluitend instellingen in aanmerking komen die:

    • a.

      beschikken over rechtspersoonlijkheid met volledige rechtsbevoegdheid en geen winstoogmerk hebben;

    • b.

      beschikken over een volledig geïntegreerd kwaliteitssysteem dat voldoet aan de ISO-9001: 2015 of daarvan afgeleide EN 15224 norm (ISO voor zorg en welzijn);

    • c.

      beschikken over aantoonbare kennis en ervaring in het voor de ondersteuning van de specifieke doelgroepen betreffende vakgebied/de betreffende werksoort en met de uit te voeren activiteit(en);

    • d.

      de activiteit(en) in de gemeente Heemstede aanbieden;

    • e.

      aantoonbare kennis hebben van de regionale en lokale sociale kaart;

    • f.

      voor de beloning van hun beroepskrachten de van toepassing zijnde cao volgen;

    • g.

      waarborgen dat de in te zetten beroepskrachten een voor de taken passende opleiding hebben, continu bijgeschoold worden op basis van relevante ontwikkelingen met betrekking tot de dienstverlening en werken volgens de professionele standaarden en methodieken die in het betreffende vakgebied gelden als goed en gebruikelijk;

    • h.

      beroepskrachten inzetten die de Nederlandse taal in woord en geschrift op minimaal niveau B2 beheersen;

    • i.

      voldoen aan de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg;

    • j.

      beschikken over een vrijwilligersbeleid, waarin onder andere aandacht is voor scholing, begeleiding en veiligheid;

    • k.

      conform het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling beschikken over een meldcode en conform deze meldcode handelen.

  • 2.

    Artikel 5 van de Asv is niet van toepassing.

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag voor een structurele subsidie dient vóór 1 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd schriftelijk te worden ingediend bij het college.

  • 2.

    In afwijking van het gestelde in het eerste lid dient een aanvraag voor een structurele subsidie voor de uitvoering van activiteiten in 2018 schriftelijk te worden ingediend bij het college vóór 1 januari 2018.

  • 3.

    Een aanvraag voor een budgetsubsidie dient, in afwijking van artikel 10 van de Asv, schriftelijk te worden ingediend bij het college vóór 1 juni van het jaar voorafgaand aan de jaren waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 4.

    In afwijking van het gestelde in het tweede lid dient een aanvraag voor een budgetsubsidie voor de uitvoering van activiteiten in de jaren startend per 2018 schriftelijk te worden ingediend bij het college vóór 1 januari 2018.

  • 5.

    Het college kan met redenen omkleed afwijken van het bepaalde in het eerste t/m het vierde lid.

  • 6.

    Een subsidieaanvraag dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      vermelding van naam, adres, woonplaats en een rechtsgeldige ondertekening;

    • b.

      een plan met een begroting waarin de activiteit(en), de doelgroep(en), de doelstellingen, de beoogde resultaten, de geraamde inzet op jaarbasis en het tijdvak worden beschreven;

    • c.

      gegevens benodigd voor de berekening van de subsidie.

  • 7.

    Bij een eerste subsidieaanvraag dient een instelling tevens te overleggen:

    • a.

      een afschrift van de oprichtingsakte, de statuten, een beschrijving van haar organisatievorm, een opgave van haar bestuurssamenstelling en het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend;

    • b.

      indien de gevraagde subsidie € 50.000 of meer bedraagt, dient de jaarrekening onder a. te zijn voorzien van een accountantsverklaring.

  • 8.

    Het college kan ook andere gegevens verlangen dan de in het zesde en zevende lid genoemde, indien deze voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn.

Artikel 6 Weigeringsgronden

Aanvullend op artikel 15 van de Asv wordt een subsidieaanvraag door het college geweigerd indien:

  • a.

    de aard van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van het college niet aansluit bij ondersteuningsvraag van cliënten;

  • b.

    de omvang van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd naar het oordeel van het college niet aansluit bij de ondersteuningsvraag van cliënten;

  • c.

    de activiteiten blijkens de ingediende begroting naar het oordeel van het college een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

  • d.

    de subsidieaanvrager niet voldoet aan één of meer van de eisen als genoemd in artikel 4.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidiëring kunnen uitsluitend de volgende drie kostensoorten in aanmerking komen:

    • a.

      de loonkosten van beroepskrachten;

    • b.

      huisvestingslasten: de locatie gebonden kosten voor de eventueel benodigde ruimte;

    • c.

      materiaal- en activiteitenkosten voor zover deze een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteit.

  • 2.

    De kosten op grond van het eerste lid komen uitsluitend in aanmerking voor subsidiëring indien en voor zover zij naar het oordeel van het college gezien de uit te voeren activiteit redelijk zijn en niet op een andere wijze reeds gefinancierd zijn of kostendekkend te financieren zijn.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie wordt bepaald op basis van het gestelde in eerste en tweede lid én op basis van een realistische prognose van het aantal cliënten en het aantal dagdelen (dagbesteding) of het aantal cliënten en het aantal uren (individuele begeleiding).

Artikel 8 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1.

    In aanvulling op hoofdstuk 4 van de Asv worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

    • a.

      gedurende de periode van de subsidieverlening dient de subsidieontvanger te blijven voldoen aan het gestelde in artikel 4;

    • b.

      de gesubsidieerde activiteiten dienen te worden aangeboden aan cliënten;

    • c.

      de dagbesteding dient te worden aangeboden gedurende 52 weken per jaar, verspreid over 5 of 6 dagen per week, op een locatie die hiervoor naar het oordeel van het college geschikt is;

    • d.

      bij het uitvoeren van de dagbesteding dient sprake te zijn van 1 beroepskracht op maximaal 8 deelnemers;

    • e.

      de activiteiten dienen in ieder geval:

      • -

        veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht te worden uitgevoerd; en

      • -

        met inachtneming van het bepaalde in de machtiging, te worden afgestemd op de reële behoefte van de cliënt, en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt; en

      • -

        in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voorvloeiend uit de professionele standaard, te worden uitgevoerd;

    • f.

      aan cliënten wordt door de subsidieontvanger geen bijdrage in de kosten van de activiteit (en) gevraagd;

    • g.

      de aanwezigheid van de deelnemers bij de dagbesteding (per dagdeel) en de uren gedurende welke ondersteuning wordt geboden bij het regelen van dagelijkse zaken dient door de subsidieontvanger in een deugdelijke administratie te worden geregistreerd;

    • h.

      vrijwilligers kunnen uitsluitend onder verantwoordelijkheid van beroepskrachten bijdragen aan de uitvoering van de activiteiten;

    • i.

      de ten behoeve van de activiteiten in te zetten beroepskrachten en vrijwilligers dienen in het bezit te zijn van een verklaring omtrent gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • j.

      de subsidieontvanger dient onverwijld het college te informeren indien de continuïteit van de gesubsidieerde activiteiten in het geding is;

    • k.

      de subsidieontvanger dient onverwijld het college te informeren indien zich een incident voordoet met een ernstig gevolg;

    • l.

      de subsidieontvanger dient het college schriftelijk te informeren:

      • -

        over beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de gesubsidieerde activiteiten of op de ontbinding van de rechtspersoon;

      • -

        relevante wijzigingen in de financiële of organisatorische verhouding met derden;

      • -

        wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon;

      • -

        wijziging in de bestuurssamenstelling;

    • m.

      medewerking te verlenen aan evaluatie en monitoring van de gesubsidieerde activiteiten, onder andere via het leveren van verantwoordingsrapportages;

    • n.

      medewerking te verlenen aan voortgangsgesprekken met een door het college aan te wijzen persoon en met een door het college te bepalen frequentie.

  • 2.

    Het college kan bij de subsidieverlening aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 9 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1.

    In aanvulling op hoofdstuk 5 van de Asv dient de aanvraag tot subsidievaststelling in geval van een subsidieverlening van € 50.000 of meer te worden vergezeld van een door de accountant gewaarmerkte productieverantwoording met een controleverklaring. Hiervoor mag gebruik worden gemaakt van het landelijk accountantsprotocol Financiële productieverantwoording Wmo en Jeugdwet.

  • 2.

    In geval de uiteindelijke inzet op jaarbasis niet meer dan 5% afwijkt van de prognose waar de subsidieverlening op is gebaseerd, wordt bij de subsidievaststelling niet tot verrekening overgegaan.

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

  • 1.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van één of meerdere bepalingen van deze verordening.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Bijzondere verordening subsidies algemene voorzieningen specifieke doelgroepen Heemstede.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking, voor zover nodig met terugwerkende kracht, op 1 december 2017.

Ondertekening

Vastgesteld bij raadsbesluit van 30 november 2017.