Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent het hebben van voorwerpen onder, op of boven open­bare gemeentegrond Verordening precariobelasting Delft 2018

Geldend van 22-11-2017 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent het hebben van voorwerpen onder, op of boven open­bare gemeentegrond Verordening precariobelasting Delft 2018

De raad van de gemeente Delft;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017;

gelet op artikel 228 van de Gemeen tewet;

gezien het advies van de commissie Economie, Financiën en Bestuur;

b e s l u i t

vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2018

(Verordening precariobelasting Delft 2018).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    openbare ge meen te grond: de gemeentegrond, waaronder begrepen gemeentewater, voor de openba re dienst be stemd;

  • b.

    jaar: een kalenderjaar;

  • c.

    maand: een kalendermaand;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    dag: een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aan van gende te 00.00 uur.

  • f.

    vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

  • g.

    Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221)

  • h.

    varend monument: een vaartuig dat geregistreerd staat in Klasse A of B in het Nationaal Register Varende Monumenten van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam "precariobelasting" wordt een belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven open bare gemeentegrond.

Artikel 3 Belastingplicht

De precariobelasting wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, voorwerpen heeft onder, op of bo ven openbare ge meente grond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond worden aangetroffen.

Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing

De precariobelasting wordt geheven naar de grondslag en maatstaven, opgeno men in de bij deze verorde ning behorende tarieventabel.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De precariobelasting wordt geheven naar de tarieven, opge nomen in de bij deze veror-dening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de bereke ning van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarie ven tabel ge noemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

  • 3. In geval van samenloop van tariefbepalingen wordt slechts één tarief toe ge past en wel het voor de belastingplichtige voordeligste tarief.

  • 4. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aange merkt als een belaste prestatie.

Artikel 6 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, week, maand of jaar, naar gelang de duur van het belastbare feit.

Artikel 7 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelij ke kennisgeving, aan slag of bij voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het aanmeren in werking stellen van de passantenautomaat op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het be lasting tijd vak of, indien de belasting plicht in de loop van het be lastingtijd vak aan vangt, bij de aanvang van de belasting plicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel 365ᵉ gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel 365ᵉ gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.

  • 4. De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een jaar.

Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moet de precariobelasting worden betaald binnen twee maanden na de dag teke ning van het aanslag biljet of gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal 10 termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Het minimum termijnbedrag bij automatische incasso bedraagt € 15,00.

  • 4. Bij voldoening op aangifte moet de belasting overeenkomstig de aangifte bij aanvang van het belastbare feit worden betaald.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Vrijstelling

De precariobelasting wordt niet geheven voor:

  • a.

    wegwijzers en dergelijke voorwerpen van de Algemene Nederlandse Wiel rijders bond en overeen komstige instellingen;

  • b.

    halteborden voor tram- en autobusondernemingen;

  • c.

    rijwielrekken;

  • d.

    het heb ben van voor wer pen onder, op of bo ven openba re ge meente grond, waar voor krach tens een andere hef fingsver ordening of op grond van een overeen komst be ta ling aan de ge meente moet geschie den onder scheiden lijk een ver goeding aan de gemeente ver-schuldigd is;

  • e.

    over openbare gemeentegrond opendraaiende voorwerpen welke krach tens wettelijk voorschrift of wanneer dit van gemeen te wege wordt geëist naar buiten openslaand wor den gemaakt;

  • f.

    rails, tramdraden, spandraden, palen, masten en elek tri sche ge lei dingen en kabels ten behoeve van openba re mid delen van ver voer;

  • g.

    zonneschermen, hijsbalken of luifels;

  • h.

    balkons, erkers, schoorstenen en andere uitbouwsels, wel ke op 1 januari 1932 aan-wezig waren;

  • i.

    voorwerpen ten be hoeve van acti vitei ten wel ke een niet-com mer cieel karak ter dragen en worden georganiseerd met een beoogde doelstelling van sociaal-maatschappelijke, sportieve charitatieve, stadsmarketing of culturele aard en zonder individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk;

  • j.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • k.

    een kraam welke uitsluitend wordt gebezigd voor weldadige doelen die zijn voorzien van het keurmerk van het centraal bureau fondsenwerving;

  • l.

    terrasuitstallingen, zijnde een binnen een meter van de gevel van de inrichting van het horecabedrijf of de detailhandel met ondergeschikte horeca liggend terras;

  • m.

    winkeluitstallingen, zijnde goederen –inclusief één reclamebord of reclameobject of één of twee menubord(en)– uitgestald door de desbetreffende ondernemer op een strook grond in de openbare ruimte.

Artikel 11 Niet opleggen van aanslagen

  • 1. Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.

Artikel 12 Nadere regels door het college van B&W

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Veror de ning precario belasting Delft 2018’.

Artikel 14 Inwerkingtreding en overgangsbepaling

  • 1. De veror dening precariobelasting Delft 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien ver stande dat zij van toe pas-sing blijft op de belast bare feiten die zich vóór de datum van ingang van de heffing hebben voorge daan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekend-making.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande le den bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verorde ning gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belast ba re feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2017.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC

Bijlage 1 Tarieven Precariobelasting Delft 2018

Hoofdstuk 1 Algemeen tarief

Hoofdstuk 2 Stoepen, trappen, keldergangen en dergelijke

Hoofdstuk 3 Palen en dergelijke

Hoofdstuk 4 Benzine- en andere pompen en automaten

Hoofdstuk 5 Benzine- en andere tanks

Hoofdstuk 6 Putten

Hoofdstuk 7 Leidingen, kabels, kokers, buizen en dergelijke

Hoofdstuk 8 Verkoopinrichtingen

Hoofdstuk 9 Overslag en opslag van goederen

Hoofdstuk 10 Loodsen, keten en bouwmaterialen

Hoofdstuk 11 Schuttingen

Hoofdstuk 12 Balkons, erkers en dergelijke

Hoofdstuk 13 Automaten

Hoofdstuk 14 Transportbanen, viaducten en dergelijke

Hoofdstuk 15 Circussen

Hoofdstuk 16 Terrassen en terrasboten

Hoofdstuk 17 Vaartuigen in openbaar gemeentewater

Hoofdstuk 1

Algemeen tarief

1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, behoudens de in deze tarieventabel vermelde bijzondere tarieven, per vierkante meter oppervlakte gemeentegrond:

1.1.1

per dag

0,72

1.1.2

per week

2,23

1.1.3

per maand

5,38

1.1.4

per jaar

50,36

1.2

vervallen

1.3

Het totaal berekende bedrag ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond kent een minimum van

24,55

Hoofdstuk 2

Stoepen, trappen, keldergangen en dergelijke

2.1

Het tarief bedraagt ter zake van een stoep, stoeptreden, een trap, een kelderingang en dergelijke, voor zover deze meer dan 25 centimeter vóór de gevel uitsteken, per vierkante decimeter horizontale oppervlakte per jaar

1,00

Hoofdstuk 3

Palen en dergelijke

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van een paal of dergelijk voorwerp per paal of voorwerp buiten verband van een steiger:

3.1.1

per maand

1,11

3.1.2

per jaar

12,55

Hoofdstuk 4

Vervallen

Hoofdstuk 5

Vervallen

Hoofdstuk 6

Putten

6.1

Het tarief bedraagt ter zake van een put per put per jaar

47,77

Hoofdstuk 7

Leidingen, kabels, kokers, buizen en dergelijke

7.1

Het tarief bedraagt ter zake van een elektrische of andere leiding, een kabel, een buis of een koker, met uitzondering van die welke bestemd zijn voor de afvoer van afval- en of hemelwater, per strekkende meter per jaar

2,30

7.2

Het tarief bedraagt ter zake van een drinkwaterleiding, per strekkende meter per jaar

0,16

Hoofdstuk 8

Verkoopinrichtingen

8.1

Het tarief bedraagt ter zake van een tent, een kraam, een kiosk, een open tafel of andere inrichting tot verkoop van bloemen, eet- of andere koopwaren:

8.1.1

indien een vergunning wordt verleend voor een periode

van een jaar of langer, waarbij de vergunning geldig is

voor dezelfde dag(en) van iedere week, per vierkante meter of gedeelte hiervan per jaar:

8.1.1.1

voor 1 dag in de week

45,65

8.1.1.2

voor 2 dagen in de week

68,30

8.1.1.3

voor 3 dagen in de week

91,29

8.1.1.4

voor 4 of meer dagen in de week

112,79

8.1.2

indien een vergunning wordt verleend voor activiteiten van één of meer dagen, per dag

385,79

8.1.2.1

vervallen

8.1.2.2

vervallen

8.1.2.3

tot verkoop van kerstbomen of oliebollen en aanverwante artikelen, per vierkante meter per dag

1,06

Hoofdstuk 9

Overslag, opslag en uitstalling van goederen

9.1

Het tarief bedraagt ter zake van:

9.1.1

vervallen

9.1.2

Voorwerpen, goederen of waren, gelegen buiten het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 1 van deze verordening, per vierkante meter per jaar

47,54

9.1.3

Voorwerpen, goederen of waren, gelegen in het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 2 van deze verordening, per vierkante meter per jaar

94,97

9.2

Het tarief bedraagt ter zake van:

9.2.1

voorwerpen, goederen en waren ten behoeve van de op- en overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per vierkante meter per jaar

23,71

9.2.2

een kraan ten behoeve van de overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per dag

7,59

Hoofdstuk 10

Loodsen, keten en bouwmaterialen

10.1

Het tarief bedraagt ter zake van een loods of een keet bij bouwverrichtingen en voor het plaatsen van bouwmaterialen en gereedschappen, zoals een steiger en stelling of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken, per vierkante meter per week

1,11

Hoofdstuk 11

Vervallen

Hoofdstuk 12

Vervallen

Hoofdstuk 13

Automaten

13.1

Het tarief bedraagt ter zake van een automaat voor elke 0,25 m breedte in horizontale projectie gemeten, per jaar

28,57

Hoofdstuk 14

Vervallen

Hoofdstuk 15

Circussen

15.1

Het tarief bedraagt ter zake van een circus, per dag

744,17

Hoofdstuk 16

Terrassen en terrasboten

16.1

Het tarief bedraagt ter zake van

16.1.1

een terras, gelegen buiten het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 1 van deze verordening, per vierkante meter

16.1.1.1

vervallen

16.1.1.2

vervallen

16.1.1.3

per maand

6,01

16.1.1.4

per jaar

57,76

16.1.2

een terrasboot, per vierkante meter

16.1.2.1

per dag

0,94

16.1.2.2

per week

3,04

16.1.2.3

per maand

7,39

16.1.3

een terras, gelegen in het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 2 van deze verordening, per vierkante meter

16.1.3.1

vervallen

16.1.3.2

vervallen

16.1.3.3

per maand

7,39

16.1.3.4

per jaar

69,04

Hoofdstuk 17

Vaartuigen in openbaar gemeentewater

17.1

Het tarief bedraagt voor vaartuigen als bedoeld in artikel 1 van de Verordening openbaar gemeentewater Delft ter zake van:

17.1.1

recreatieve zeil- en/of motorjachten kleiner dan 10 m² en op spierkracht voort te bewegen kleine vaartuigen, zoals waterfietsen, roeiboten, kano’s en dergelijke, per vaartuig

17.1.1.1

per jaar

80,63

17.1.1.2

per maand

8,07

17.1.2

een recreatief zeil- en/of motorjacht van meer dan 10 m², per m²:

17.1.2.1

per jaar

8,07

17.1.2.2

per maand

0,79

17.1.3

een woonschip, per m² per jaar

8,07

17.1.4

een dekschuit, ponton, vlot of beunbak, per m²

17.1.4.1

per dag

0,16

17.1.4.2

per week

0,59

17.1.4.3

per maand

1,32

17.1.4.4

per jaar

12,76

17.1.5

overige vaartuigen, per m²

17.1.5.1

per dag

0,72

17.1.5.2

per week

2,26

17.1.5.3

per maand

5,28

17.1.5.4

per jaar

50,39

17.2

Het aangemeerd hebben aan de passantensteiger in de Zuidkolk, per 24 uur, voor een

17.2.1

vaartuig tot 10 meter

14,02

17.2.2

vaartuig vanaf 10 meter

17,18

17.2.3

Charterschip

€ 

43,01

17.3

Het aantal vierkante meters zoals bedoeld in hoofdstuk 17.1 wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengteas met de breedteas van het vaartuig.

17.4

Het tarief bedraagt voor een varend monument

van het tarief zoals bepaald in 17.1

50%

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2

afbeelding binnen de regeling

Behoort bij en maakt deel uit van het raadsbesluit van 9 november 2017 tot vaststelling van de Verordening precariobelasting Delft 2018.

Toelichting

op de verordening precariobelasting Delft 2018.

Tarieventabel

Alle tarieven zijn geïndexeerd met het CPI inflatiecorrectiecijfer van 1,5%.