Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017

Geldend van 17-09-2024 t/m heden

Intitulé

Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017

De raad van de gemeente Purmerend;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2017, nr 1386301

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat:

  • -

    De gemeenteraad budget heeft vastgesteld voor verbetering van energieprestaties van particuliere woningen en van gebouwen van maatschappelijke organisaties in Purmerend.

  • -

    Inwoners en maatschappelijke organisaties subsidie en/of leningen kunnen aanvragen bij de gemeente voor verbetering van energieprestaties en of de energietransitie van particuliere woningen en van gebouwen van maatschappelijke organisaties.

B E S L U I T:

vast te stellen de Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ASP: Algemene subsidieverordening Purmerend 2022.

  • b.

    Energietransitie: Een beleidsplan van de overheid om van fossiele brandstoffen naar volledig duurzame energiebronnen over te stappen.

  • c.

    Aanschaf: Eigendomsverkrijging krachtens een met een leverancier gesloten koopovereenkomst.

  • d.

    Aanvrager: Natuurlijk persoon die als eigenaar-bewoner van een woning die niet onderdeel is van een VvE, waaraan energie wordt geleverd een aanvraag heeft ingediend of de maatschappelijke organisatie waaraan energie wordt geleverd en die een aanvrage heeft ingediend.

  • e.

    Bestaande bouw of woning: Een bewoonbare woning die is opgeleverd aan de eigenaar-bewoner vóór een aanvraag is ingediend.

  • f.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend.

  • g.

    Recreatiewoning: Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat naar de aard en inrichting is bestemd voor recreatieve bewoning.

  • h.

    Voorzieningen: Installaties die energie opwekken uit hernieuwbare bronnen zoals zonwarmte, bodemwarmte.

  • i.

    Maatregelen: Maatregelen die de energievraag reduceren zoals isolatie, lage temperatuurverwarming en HR++-glas.

  • j.

    Maatschappelijke organisatie: Lokaal georiënteerde organisatie zonder winst-oogmerk, die veelal het algemeen nut dienen. Voorbeelden zijn stichtingen, burgerinitiatieven, verenigingen (zoals, sport, muziek, zang), vrijwilligersorganisaties, scholen en overige maatschappelijke organisaties.

  • k.

    Asbestsanering: Verwijderen van asbest van daken van particuliere woningen die niet onderdeel zijn van een VvE, gebouwen van maatschappelijke organisaties, schuurtjes en bijgebouwen in Purmerend.

  • l.

    Gecombineerde subsidieaanvraag: Een aanvraag die beroep doet op de Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017 gecombineerd met een aanvraag voor subsidies op basis van andere subsidieregelingen gericht op verduurzaming..

Artikel 2 Status en reikwijdte verordening

  • 1. Deze verordening is een bijzondere subsidieverordening waarin aanvullende activiteiten en regels zijn opgenomen.

  • 2. Deze verordening is van toepassing op

    • a.

      het verstrekken van subsidie aan eigenaren van particuliere woningen die niet onderdeel zijn van een VvE voor het verbeteren van energieprestaties van particuliere woningen en asbestsanering;

    • b.

      het verstrekken van subsidie aan maatschappelijke organisaties in Purmerend voor het verbeteren van energieprestaties van de in hun eigendom zijnde gebouwen en voor asbestsanering.

HOOFDSTUK 2 VERSTREKKING SUBSIDIE

Artikel 3 Doelgroepen en voorwaarden

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt, indien wordt voldaan aan alle hierna genoemde voorwaarden:

  • 1.

    Het moet gaan om

    • a.

      de eigenaar-bewoner van een particuliere woning die niet onderdeel is van een VvE of

    • b.

      een maatschappelijke organisatie die in Purmerend activiteiten verricht op matschappelijk terrein.

  • 2.

    De particuliere woning die niet onderdeel is van een VvE of het pand van de maatschappelijke organisatie of, als het gaat om asbestsanering, ook de schuurtjes en bijgebouwen dienen zich te bevinden in de gemeente;

  • 3.

    Het dient te gaan om

    • a.

      Bestaande bouw particuliere woning die niet onderdeel is van een VvE;

    • b.

      bestaand pand dat in eigendom is van en gebruikt wordt door een maatschappelijke organisatie.

  • 4.

    De uitvoering van de energiebesparende maatregelen en of asbestsanering mag niet zijn gestart voordat de subsidie is verleend.

  • 5.

    [vervallen]

  • 6.

    Gecombineerde subsidieaanvragen die worden behandeld en voldoen aan de voorwaarden op basis van artikel 9 van de “Tijdelijke subsidieverordening verbetering slecht geïsoleerde woningen Purmerend 2024” komen in aanmerking voor een subsidie conform de bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017.

  • 7.

    [vervallen]

Artikel 4 Subsidieplafond en bevoegdheid college

  • 1. In afwijking van artikel 5 van de ASP stelt het college jaarlijks een subsidieplafond vast.

  • 2. De hoogte van het plafond wordt bepaald door het budget dat door de gemeenteraad is vastgesteld met eventuele doeluitkeringen van Provincie of Rijk voor zover die voor dit doel beschikbaar zijn gesteld.

  • 3. Het college kan subsidieregelingen vaststellen en neemt daar in ieder geval in op:

    • a.

      De hoogte van de normbedragen, en;

    • b.

      Het overzicht duurzame maatregelen.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de daadwerkelijk gemaakte kosten, inclusief BTW, voor het aanschaffen, installeren en in bedrijf stellen van een voorziening of maatregel op basis van de door het college jaarlijks vastgestelde normbedragen.

Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1. Het subsidiebedrag per voorziening of maatregel is een vast bedrag per maatregel tot een door het college jaarlijks vast te stellen percentage van de subsidiabele kosten zoals genoemd in artikel 5;

  • 2. Voor de particuliere woning die niet onderdeel is van een VvE of als het gaat om asbestverwijdering ook van daken van schuren en bijgebouwen waarvoor een aanvraag, of meerdere aanvragen, voor subsidie op grond van deze verordening wordt ingediend of per pand van een maatschappelijke organisatie, wordt een bedrag vastgesteld dat maximaal kan worden toegekend.

  • 3. Per adres is het mogelijk om in 3 jaar tijd tot het door het college vastgestelde bedrag aan subsidie op grond van deze verordening te ontvangen. Gelet op artikel 10, lid 3.

Artikel 7 Aanvraag van de subsidie

  • 1. De Aanvrager vraagt de subsidie aan met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. Aanvragen moeten worden ingediend voorafgaand aan het plaatsen c.q. treffen van de voorzieningen of maatregelen. Het aanvraagformulier moet vergezeld zijn van een (kopie)offerte, die als ontbindende voorwaarde mag kennen het niet verkrijgen van de onderhavige subsidie. Indien het gaat om een aansluiting op een warmtenetwerk moet het aanvraagformulier vergezeld zijn door een (kopie-) leveringsovereenkomst.

  • 3.

    • a.

      Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst.

    • b.

      Alleen volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvragen met (kopie)offerte worden in behandeling genomen.

    • c.

      Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag compleet is.

  • 4. In afwijking op artikel 7, lid 3a kan het college besluiten

    • a.

      een gebied aan te wijzen vanwege de energietransitie, waarvan de aanvragen met voorrang en mogelijk andere normbedragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst binnen dat gebied;

    • b.

      een categorie van eigenaren aan te wijzen, waarvan de aanvragen met voorrang worden behandeld op volgorde van binnenkomst binnen deze categorie.

  • 5. Indien toepassing van lid 1betekent dat het budget onvoldoende toereikend is voor overige aanvragers kan het college de uitvoering van de verordening voor overige aanvragers opschorten en eventuele aanvragen niet in behandeling nemen.

Artikel 8 Verplichtingen aan de subsidie

Aan de subsidiebeschikking kunnen in ieder geval de volgende verplichtingen worden verbonden:

  • a.

    De maatregelen dienen binnen 5 maanden na de datum van de verlening van de subsidie te zijn uitgevoerd respectievelijk te zijn toegepast en betaald.

  • b.

    Aangetoond dient te worden dat de voorziening aan de isolerende waarde (criterium) van de maatregel, zoals genoemd in de lijst duurzame maatregelen zoals opgenomen in de door het college vastgestelde regeling voldoet. Dit geldt voor de bouwkundige maatregelen genoemd in de lijst duurzame maatregelen zoals vastgesteld door het college.

  • c.

    De aanvrager dient, voor aanvang van de werkzaamheden in het bezit te zijn van alle eventueel noodzakelijke vergunningen met betrekking tot de plaatsing of uitvoering van de maatregelen.

Artikel 9 Weigeringsgronden

De subsidie wordt in ieder geval geweigerd, indien:

  • a.

    De maatregelen genoemd in de lijst duurzame maatregelen zoals vastgesteld door het college, worden toegepast op of in een uitbreiding van een bestaande woning.

  • b.

    De aanvraag voor subsidie na de door het college vastgestelde sluitingsdatum is ontvangen.

  • c.

    Er sprake is van een recreatiewoning.

  • d.

    Niet wordt voldaan aan het criterium genoemd in de lijst duurzame maatregelen zoals vastgesteld door het college.

  • e.

    In de afgelopen 3 jaar het door het college vastgestelde maximum bedrag aan subsidie, al dan niet cumulatief, is verleend op basis van de bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017 op het adres in de aanvraag.

Artikel 10 Vaststelling.

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend met een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het vaststellingsformulier dient binnen 13 weken na afloop van de gesubsidieerde activiteit door het college te zijn ontvangen.

  • 3. Bij het vaststellingsformulier dienen de facturen en betaalbewijzen te zijn bijgevoegd, zodat wordt aangetoond dat de voorzieningen daadwerkelijk binnen 5 maanden na de datum van de verlening van de subsidie zijn uitgevoerd respectievelijk zijn toegepast en betaald.

  • 4. Aangetoond dient te worden dat de voorzieningen of maatregelen daadwerkelijk zijn geïnstalleerd en voldoen aan de door het college gestelde criteria. De aannemer- of installateur dient daartoe de door het college vastgestelde verklaring in te vullen.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling ervan, beslist het college.

Artikel 12 Hardheidsclausule.

Het college kan de verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Bijzondere subsidieverordening verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 8 november 2017

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl

Toelichting op de “Bijzondere subsidieverordening energietransitie en verduurzaming particuliere woningen c.a. 2017”.

De eerdere subsidie- en lening- verstrekking voor energiebesparende maatregelen was gebaseerd op een subsidieregeling van de provincie. Deze regeling wordt niet langer voortgezet ondanks de grote behoefte aan dit soort bijdragen. Omdat de huidige subsidies niet langer gebaseerd zijn op een provinciale regeling is het wenselijk om voor dit doel gebruik te maken van een gemeentelijke verordening zodat er een wettelijke basis bestaat voor het verstrekken van subsidies.

Artikelgewijze toelichting.

Artikel 1 Begripsbepalingen

Hierin worden enkele gehanteerde begrippen nader geduid.

Artikel 2 Status en reikwijdte verordening

Het is noodzakelijk om een afzonderlijke verordening op te stellen omdat het qua onderwerp en proces afwijkt van hetgeen in de ASP is opgenomen. Daarnaast is de looptijd en omvang zodanig dat deze niet gezien kunnen worden als incidentele subsidies. Voor zover zaken in deze verordening niet zijn geregeld is de ASP van toepassing.

Artikel 3 Doelgroepen en voorwaarden

De bijdragen zijn bedoeld voor particuliere woningen die niet onderdeel zijn van een VvE en voor de gebouwen van maatschappelijke organisaties in Purmerend. Woningcorporaties krijgen subsidiebijdragen vanuit het rijk om hun huurwoningen te verbeteren. Om de koppeling te maken met andere subsidies komen gecombineerde subsidieaanvragen in aanmerking voor een subsidie.

Artikel 4 Subsidieplafond

Het is van belang om de subsidieplafonds normbedragen per onderdeel regelmatig bij te kunnen stellen omdat de ontwikkelingen op dit terrein snel gaan. Vandaar dat de lijst met maatregelen en normvergoedingen die als bijlage 1 aan de verordening wordt gekoppeld door het college wordt vastgesteld binnen de financiële kaders die door de gemeenteraad in de begroting worden gesteld.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit spreekt voor zich.

Artikel 6 Berekening van de subsidie

Het is niet de bedoeling dat een open einde wordt gecreëerd. Per particuliere woning die niet onderdeel is van een VvE en per maatschappelijke organisatie kan tot een maximum bedrag aanvragen worden ingediend. Het kan zijn dat dit in één aanvrage nog niet is bereikt. Dan is er ruimte voor een tweede aanvrage.Binnen 3 jaar kan een door het college vastgestelde bedrag aan subsidie worden ontvangen per adres.

Artikel 7 Aanvraag van de subsidie

Het is nog niet aan te geven hoeveel budget er voor de komende jaren beschikbaar is. Als de budgetten niet toereikend zijn voor alle aanvragen kan het zijn dat de stadsdelen die te maken krijgen met de energietransitie over onvoldoende middelen beschikken om de overstap te maken waardoor het draagvlak voor de energietransitie wegvalt. In dat geval kan het college voorrang verlenen aan aanvragen uit dat stadsdeel. Dit geldt eveneens voor aan te wijzen bijzondere doelgroepen zoals eigenaren met een laag energielabel en/of aanvragers die in aanmerking zijn gekomen voor een energietoeslag. Als het betekent dat hierdoor het budget niet toereikend is om overige aanvragen in behandeling te nemen kan het college de werking van de verordening voor de overige aanvragen opschorten. Uiteraard dient dit vooraf te worden bekend gemaakt en worden aanvragen die worden ingediend voor de datum van deze bekendmaking in behandeling genomen.

Artikel 8 Verplichtingen aan de subsidie

Het artikel geeft termijnen aan waarbinnen zaken dienen te zijn afgerond en dat de voorzieningen voldoen aan de doeleinden zoals verbetering van de energieprestatie of de transitie.

Artikel 9 Weigeringsgronden

Woningeigenaren die hun woning hebben uitgebreid worden geacht hiervoor de bepalingen van het bouwbesluit dat tijdens realisering van kracht was te hebben gevolgd. Onder uitbreiding wordt verstaan alle aanpassingen voor het vergroten van de oppervlakte en of inhoud van de woning. Een recreatiewoning is door zijn bestemming niet bedoeld voor permanente bewoning. De subsidies zijn hier niet voor bedoeld omdat de woonlasten die hieraan verbonden zijn vrijwillig worden aangegaan. Per adres wordt subsidie gegeven tot een door het college vastgestelde maximum bedrag, al dan niet cumulatief, hierbij wordt gekeken of de afgelopen 3 jaar al subsidie is aangevraagd en wordt de maximaal aan te vragen subsidie verrekend.

Artikel 10 Vaststelling.

De verklaring van de aannemer of installateur moet worden bijgevoegd.

Artikel 11 Onvoorziene gevallen

Het is niet mogelijk om zaken in de verordening uitputtend te regelen. Mochten onvoorziene gevallen meer dan incidenteel voorkomen zal een wijziging van de verordening aan de gemeenteraad worden voorgelegd.

Artikel 12 Hardheidsclausule.

Op grond van redelijkheid en billijkheid kan het voorkomen dat een aanvrage toch in behandeling wordt genomen of een bedrag toegekend als er omstandigheden zijn waardoor men zich in redelijkheid niet aan letter van de verordening heeft kunnen houden.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Dit spreekt voor zich.

Artikel 14 Citeertitel

Idem.