Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR603525
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR603525/7
Regeling vervallen per 01-01-2024
Legesverordening 2016
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-12-2023
Intitulé
Legesverordening 2016De raad van de gemeente Veenendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2015, nummer 2015.00070-4;
Overwegende dat in de Kadernota 2016 is besloten de tarieven aan te passen;
Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;
Besluit Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2016 (Legesverordening 2016)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- e
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
- 1.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
- a.
- 2.
Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
één en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving, aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.
- a
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
- 5.
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens);
- 6.
onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 7.
hoofdstuk 16 (kansspelen);
- 1.
één en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
- 1.
De ‘Legesverordening 2015’ van 6 november 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening 2016'.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 oktober 2015,
De voorzitter, de heer mr. A.W. Kolf
De griffier, mevrouw drs. F.A. van Hooijdonk
Tarieventabel
Indeling
Titel 1Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen
Hoofdstuk 5 [Vervallen]
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 10Gemeentearchief
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet
Hoofdstuk 12 [gereserveerd]
Hoofdstuk 13 [gereserveerd]
Hoofdstuk 14 [gereserveerd]
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet
Hoofdstuk 16 Kansspelen
Hoofdstuk 17 [gereserveerd]
Hoofdstuk 18 Telecommunicatie
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer
Hoofdstuk 20 Diversen
Titel 2Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
Hoofdstuk 4 Vermindering
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
Hoofdstuk 5 [vervallen]
Hoofdstuk 6 [vervallen]
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1.1 |
Het tarief voor: - de voltrekking van een huwelijk c.q. sluiting van een geregistreerd partnerschap; - de trouwbevestiging; - de omzetting van een huwelijk of geregistreerd partnerschap met ceremonie; bedraagt: |
|
1.1.1.1 |
Indien deze plaatsvindt op het gemeentehuis en aanvangt op maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:30 uur: |
€ 476,00; |
1.1.1.2 |
Indien deze plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis of een als zodanig permanent aangewezen locatie en aanvangt op maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 20.30 uur: |
€ 476,00; |
1.1.1.3 |
Indien deze plaatsvindt op het gemeentehuis en aanvangt op andere tijden dan van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 16:30 uur: |
€ 714,00; |
1.1.1.4 |
Indien deze plaatsvindt op een andere locatie dan het gemeentehuis en aanvangt op andere tijden dan van maandag tot en met vrijdag tussen 09:00 uur en 20:30 uur: |
€ 714,00; |
1.1.1.5 |
Indien er sprake is van een eenvoudige plechtigheid op de daarvoor bestemde tijdstippen (snel-huwelijk) |
€ 166,00; |
1.1.1.6 |
Op dinsdag- en woensdagochtend om 09:00 uur wordt op grond van artikel 4 Wet rechten burgerlijke stand gelegenheid gegeven tot een kosteloze huwelijksvoltrekking zonder ceremonie en kosteloze registratie van een partnerschap zonder ceremonie en wordt in afwijking van lid 1.1.1.1. tot en met 1.1.1.5 bij die gelegenheid het tarief nul. |
|
1.1.1.7 |
Indien bij een kosteloze plechtigheid niet tijdig is geannuleerd en door afwezigheid van (een van) de aanvragers geen doorgang kan vinden wordt het tarief |
€ 111,00; |
1.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een attestatie de vita (internationaal bewijs van in leven zijn) |
* |
1.1.4.1 |
Het tarief bedraagt voor het benoemen van een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor 1 dag: |
€ 72,60; |
1.1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van een getuige van gemeentewege (per getuige, per plechtigheid): |
€ 36,30; |
1.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|
1.1.5.1 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een normale uitvoering |
€ 23,70; |
1.1.5.2 |
een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering |
€ 47,70; |
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 18,30; |
1.1.7 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
* |
* |
Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden). |
|
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2 |
Het tarief (inclusief eventuele wettelijk verplichte rijksleges) bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
Van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
* |
1.2.1.2 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
* |
1.2.2 |
Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
* |
1.2.2.2 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
* |
1.2.3 |
Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
* |
1.2.3.2 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
* |
1.2.4 |
Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
* |
1.2.5 |
Van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
* |
1.2.5.2 |
Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
* |
1.2.6 |
Voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
* |
|
|
|
* |
Door of namens de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden). |
|
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief (inclusief eventueel wettelijk verplichte rijksleges) bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
* |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met de door of namens de minister vastgestelde rijksleges |
* |
* |
Door de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden). |
|
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon dan wel één persoonslijst waarvoor de basisregistratie personen (BRP) dan wel de aan de BRP aangehaakte gegevens moeten worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verkrijgen van een (internationaal) gewaarmerkt afschrift uit of een bewijs van opneming in de BRP (kortweg: uittreksel): |
€ 17,30; |
1.4.2.2 |
tot het verkrijgen van een gewaarmerkt afschrift van de persoonslijst uit de BRP: |
€ 18,00; |
1.4.2.2.1 |
tot verificatie van een persoonsgegeven in de BRP, anders dan in de vorm van een persoonslijst of een gewaarmerkt afschrift, per persoon: |
€ 5,80; |
1.4.2.2.2 |
bij een aanvraag betreffende 500 of meer personen, per persoon: |
€ 5,10; |
1.4.2.2.3 |
bij een aanvraag betreffende 1.000 of meer personen, per persoon: |
€ 4,50; |
1.4.2.2.4 |
bij een aanvraag betreffende 5.000 of meer personen, per persoon: |
€ 3,80; |
1.4.3 |
tot selectie van personen aan de hand van een geautomatiseerde selectie in de BRP, per selectie, voor ieder uitgeselecteerd persoon: |
€ 0,35; met een minimum van totaal € 254,00; |
1.4.4 |
tot het verkrijgen van overzichten met stand- of stroomstatistiek, waarbij geen persoonsgegevens worden verstrekt, per statistiek: |
€ 97,40; |
1.4.5 |
tot het verkrijgen van een afschrift van het gemeentelijk statistisch jaaroverzicht per 1 januari: |
€ 34,90; |
1.4.6 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen de door of namens de minister vastgestelde rijksleges. |
* |
1.4.7 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 18,30; |
* |
Door de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden). |
|
Hoofdstuk 5 (Vervallen)
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een bericht als bedoeld in artikel 15 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming: |
|
1.6.1.1 |
bij verstrekking op papier, indien het afschrift bestaat uit |
|
1.6.1.1.1 |
ten hoogste 100 pagina’s, per pagina |
€ 1,00; |
|
met een maximum per bericht van |
€ 5,60; |
1.6.1.1.2 |
meer dan 100 pagina’s |
€ 24,90; |
1.6.1.2 |
bij verstrekking anders dan op papier |
€ 5,60; |
1.6.1.3 |
dat bestaat uit een afschrift van een, vanwege de aard van de verwerking, moeilijk toegankelijke gegevensverwerking |
€ 24,90; |
1.6.2 |
Indien voor hetzelfde bericht op grond van de subonderdelen 1.6.1.1, 1.6.1.2 en 1.6.1.3 meerdere vergoedingen kunnen worden gevraagd, wordt slechts de hoogste gevraagd. |
|
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzet als bedoeld in artikel 17 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming |
€ 17,50; |
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken
1.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.7.1.1 |
een afschrift van de gemeentebegroting met toelichting |
€ 103,50; |
1.7.1.2 |
een afschrift van de gemeenterekening met toelichting |
€ 151,30; |
1.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.2.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.7.2.1.1 |
een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina |
€ 1,00; |
1.7.2.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina |
€ 1,00; |
1.7.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.7.2.2.1 |
op de verslagen van de raadsvergaderingen, indien toegezonden |
€ 77,00; |
1.7.2.2.2 |
op de verslagen van de raadsvergaderingen, indien afgehaald |
€ 25,40; |
1.7.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.7.3.1 |
tot het verstrekken van: |
|
1.7.3.1.1 |
een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 1,00; |
1.7.3.1.2 |
een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina |
€ 1,00; |
1.7.3.2 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar: |
|
1.7.3.2.1 |
op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie, indien toegezonden |
€ 77,00; |
1.7.3.2.1.1 |
op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie, indien afgehaald |
€ 25,40; |
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.8.1.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in onderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan: |
|
1.8.1.1.1 |
per pagina van A4-formaat |
€ 1,95; |
1.8.1.1.2 |
per pagina van A3-formaat |
€ 3,75; |
1.8.1.1.3 |
per pagina van A2-formaat |
€ 7,30; |
1.8.1.1.4 |
per pagina van A1-formaat |
€ 14,70; |
1.8.1.1.5 |
per pagina van A0-formaat |
€ 29,30; |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit: |
|
1.8.2.1 |
de legger bedoeld in artikel 27 van de Wegenwet |
€ 12,50; |
1.8.2.2 |
de inschrijving in het register bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 |
€ 18,30; |
1.8.2.3 |
een inschrijving in het rijksmonumentenregister die aan de gemeente verzonden is, als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de Erfgoedwet |
€ 18,30; |
1.8.2.4 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a en b, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van die wet |
€ 18,30; |
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.9.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag, de door of namens de minister vastgestelde rijksleges |
* |
1.9.2 |
tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn |
€ 17,45; |
1.9.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening, per document |
€ 17,45; |
1.9.4 |
tot het voor echt verklaren (waarmerken) van een kopie |
€ 17,45; |
1.9.5 |
tot het verstrekken van gegevens op basis van artikel 17, lid 2 van het Besluit basisregistratie personen (zogenaamde postkamertarief) |
€ 7,50**; |
* ** |
Door de minister bepaald (maximum) tarief; inclusief eventuele rijksleges (afgerond op € 0,10 naar beneden). Wettelijk maximum tarief. |
|
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief
1.10.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 18,30; |
1.10.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.10.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina |
€ 1,00; |
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet
1.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.11.1 |
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 |
€ 0,00; |
1.11.2 |
tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22, eerste lid van de Huisvestingswet 2014 |
€ 150,90; |
1.11.3 |
tot het verkrijgen van een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 11 van de Huisvestingswet 2014 *maximum tarief. |
€ 50,00*; |
Hoofdstuk 12 Leegstandwet
[gereserveerd]
Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie
[gereserveerd]
Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen
[gereserveerd]
Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet
1.15 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.15.1 |
tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 71,90; |
1.15.2 |
tot het wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
€ 36,00; |
1.15.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.15.1 bedoelde ontheffing |
€ 36,00; |
Hoofdstuk 16 Kansspelen
1.16.1 |
Voor het plaatsen van speelautomaten zijn de leges vastgesteld in artikel 3 van het Speelautomatenbesluit 2000. Hiervoor geldt een wettelijk maximum tarief. Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning die geldt voor een tijdvak van 12 maanden, als bedoeld in artikel 30d, derde lid, van de Wet op de kansspelen: |
|
|
voor één speelautomaat |
€ 65,30; |
|
voor twee of meer speelautomaten, basisbedrag |
€ 39,40; |
vermeerderd voor iedere speelautomaat met |
€ 26,00; |
|
1.16.2 |
Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter of langer dan 12 maanden doch ten hoogste 4 jaar, met dien verstande dat in het voorgaande bedoelde lid genoemde maximum bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
1.16.3 |
De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan 4 jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 1.16.1 in plaats van € 65,30 een bedrag geldt van: |
€ 261,00; |
en voor € 39,35 een bedrag geldt van: |
€ 157,30; |
|
vermeerderd per automaat met: |
€ 105,70; |
|
1.16.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning) |
€ 13,50; |
1.16.5 |
Het tarief voor het in behandeling nemen voor het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal |
€ 2.311,00; |
1.16.6 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijzigen van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal |
€ 196,80; |
Hoofdstuk 17 Kinderopvang
[gereserveerd]
Hoofdstuk 18 Telecommunicatie
1.18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag zoals opgenomen in het tariefblad behorend bij de Algemene verordening op ondergrondse infrastructuren gemeente Veenendaal 2016 |
|
Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer
1.19 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.19.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden |
€ 43,40; |
1.19.2 |
voor het wijzigen van het kenteken van de ontheffing als bedoeld in het vorige lid |
€ 13,10; |
1.19.3 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 43,40; |
1.19.3 |
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 139,90; |
1.19.3.1 |
Bij toekenning van de gehandicaptenparkeerkaart wordt gerestitueerd |
€ 70,10; |
1.19.3.2 |
Een vervolgkaart tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 34,90; |
1.19.3.3 |
Een aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging of een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart |
€ 21,30; |
1.19.3.4 |
Een aanvraag tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ 70,10; |
1.19.3.5 |
Een aanvraag tot verplaatsing van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ 34,90; |
1.19.3.6 |
Een aanvraag tot het verkrijgen van een wijziging van een kenteken ten behoeve van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats |
€ 13,10; |
Hoofdstuk 20 Diversen
1.20.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.20.1.1 |
tot het verkrijgen van een rioolaansluitvergunning |
€ 188,30; |
1.20.1.2 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor de plaatsing van, het houden tot c.q. ontheffing van een: |
|
1.20.1.2.1 |
sandwichborden/driehoeksborden/aankondigingsborden |
€ 99,10; |
1.20.1.2.2 |
draaiorgel |
€ 99,10; |
1.20.1.2.3 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning |
€ 99,10; |
1.20.1.2.4 |
inschrijving op de wachtlijst standplaats, per jaar |
€ 99,10; |
1.20.1.2 |
Tot het verstrekken van een afschrift van de Verordening aansluitvoorwaarden gemeente Veenendaal |
€ 20,90; |
1.20.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|
1.20.2.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 1,00; |
1.20.2.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, op papier dan wel digitaal: |
|
1.20.2.2.1 |
per pagina van A4-formaat |
€ 0,13; |
1.20.2.2.2 |
per pagina van A3-formaat |
€ 1,90; |
1.20.2.2.3 |
per pagina van A2-formaat |
€ 3,70; |
1.20.2.2.4 |
per pagina van A1-formaat |
€ 7,30; |
1.20.2.2.5 |
per pagina van A0-formaat |
€ 14,70; |
1.20.2.2.6 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|
1.20.2.2.7 |
voor een raamblad huisnummerkaart (0,63 m2) |
€ 12,60; |
1.20.2.2.8 |
voor een huisnummerkaart (6,75 m2) (schaal 1:2000) |
€ 40,70; |
1.20.2.2.9 |
voor een huisnummerkaart (2 m2) (schaal 1:4000) |
€ 20,80; |
1.20.2.2.10 |
voor een wegenkaart (1,26 m2) (schaal 1:5000) |
€ 17,90; |
1.20.2.2.11 |
voor een wegenkaart (0,385 m2) (schaal 1:10000) |
€ 6,00; |
1.20.2.2.12 |
voor een stadsplattegrond |
€ 18,30; |
1.20.2.2.13 |
voor een stadskaartenboek |
€ 70,90; |
1.20.2.2.14 |
voor de overige kaarten en tekeningen per 1000 cm2 |
€ 2,20; |
1.20.2.3 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ 84,60; |
1.20.2.4 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 0,12; |
1.20.2.5 |
Indien het totale, op grond van artikel 1.20 verschuldigde bedrag, niet meer dan € 10,00 bedraagt, zal het verschuldigde bedrag aan leges niet worden geheven |
|
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
|
Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
|
het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de inhoud c.q. oppervlakte c.q. lengte van het bouwwerk conform de bij deze verordening behorende bijlage. Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten geldt voor het uit te voeren werk een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen; |
|
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
|
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
2.2.1.1 |
Tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de regels van het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand vergunbaar |
€ 380,58; |
2.2.1.2 |
een integrale afweging bij een strijdige situatie met de regels van het bestemmingsplan en vooruitlopend op een verzoek om vergunning op grond van de Wabo dan wel een herziening van het bestemmingsplan |
€ 1.848,68; |
2.2.2 |
Tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: |
50% |
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld. |
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
|
|
|
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 2.900,00 bedragen |
€ 380,58; |
2.3.1.1.2 |
het onder artikel 2.3.1.1.1 berekende bedrag wordt verhoogd met een percentage van over het deel van de bouwkosten dat ligt tussen de € 2.900,00 en € 25.000,00; |
9,43% |
2.3.1.1.3 |
het maximum van het onder artikel 2.3.1.1.2 berekende bedrag zijnde wordt verhoogd met een percentage van over het deel van de bouwkosten dat ligt tussen de € 25.000,00 en € 125.000,00; |
€ 2.464,61; 4,31% |
2.3.1.1.4 |
het maximum van het onder artikel 2.3.1.1.3 berekende bedrag zijnde: wordt verhoogd met een percentage van over het deel van de bouwkosten dat ligt tussen de € 125.000,00 en € 208.350,00; |
€ 6.774,61; 3,05% |
2.3.1.1.5 |
het maximum van het onder artikel 2.3.1.1.4 berekende bedrag zijnde: wordt verhoogd met een percentage van over het deel van de bouwkosten dat ligt tussen de € 208.350,00 en € 625.000,00; |
€ 9.316,79; 2,92% |
2.3.1.1.6 |
het maximum van het onder artikel 2.3.1.1.5 berekende bedrag zijnde: wordt verhoogd met een percentage van over het deel van de normatieve bouwkosten dat ligt tussen de € 625.000,00 en € 1.250.000,00; |
€ 21.482,97; 2,78% |
2.3.1.1.7 |
het maximum van het onder artikel 2.3.1.1.6 berekende bedrag zijnde: wordt verhoogd met een percentage van over het deel van de normatieve bouwkosten dat ligt tussen de € 1.250.000,00 en € 14.140.658,00; |
€ 38.857,97 2,63% |
2.3.1.1.8 |
indien de bouwkosten € 14.140.658,00 of meer bedragen |
€ 378.882,28; |
|
|
|
|
Welstandstoets |
|
2.3.1.2. |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is |
€ 307,78; |
2.3.1.2.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is, verhoogd met de door de adviescommissie Welstand en Monumenten Midden Nederland bij de gemeente in rekening gebrachte kosten; |
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie |
|
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 0.00; |
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag |
|
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: |
150% |
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges; |
|
|
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens |
|
2.3.1.5 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: |
€ 0,00; |
|
|
|
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 703,74; |
|
|
|
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
|
indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m2 b.v.o.: |
€ 401,71; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m2 b.v.o. tot maximaal 500 m² b.v.o.: |
€ 804,41; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m2 b.v.o.: |
€ 1.205,90; |
|
indien het een andersoortige afwijking betreft |
€ 401,71; |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
|
indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m2 b.v.o.: |
€ 401,71; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m2 b.v.o. tot maximaal 500 m² b.v.o.: |
€ 804,41; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m2 b.v.o.: |
€ 1.205,90; |
|
indien het een andersoortige afwijking betreft |
€ 401,71; |
|
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
1,23% |
van de bouwkosten met een minimum van |
€ 1.262,32; |
|
en een maximum van |
€ 51.017,19; |
|
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 1.262,32; |
2.3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
1,23% |
van de bouwkosten met een minimum van |
€ 1.262,32; |
|
en een maximum van |
€ 51.017,19; |
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
1,23% |
van de bouwkosten met een minimum van |
€ 1.262,32; |
|
en een maximum van |
€ 51.017,19; |
|
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 543,54; |
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
|
indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m2 b.v.o.: |
€ 754,07; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m2 b.v.o. tot maximaal 500 m² b.v.o.: |
€ 1.506,81; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m2 b.v.o.: |
€ 2.261,34; |
|
indien het een andersoortige afwijking betreft |
€ 754,07; |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
|
indien het gaat om een oppervlakte van maximaal 100 m2 b.v.o.: |
€ 754,07; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 100 m2 b.v.o. tot maximaal 500 m² b.v.o.: |
€ 1.506,81; |
|
indien het gaat om een oppervlakte van meer dan 500 m2 b.v.o.: |
€ 2.261,34; |
|
indien het een andersoortige afwijking betreft |
€ 754,07; |
|
2.3.4.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.4.3.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.4.3.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 1.416,10; |
2.3.4.5.1 |
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.4.5.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.4.5.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.4.6.1 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.4.6.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.4.6.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 604,16; |
|
|
|
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, bij een gebruiksoppervlakte overeenkomstig NEN 2580 van: Oppervlak |
|
0 tot en met 500 m² |
€ 867,36; |
|
501 tot en met 1000 m² |
€ 1.156,11; |
|
1001 tot en met 2500 m² |
€ 1.444,87; |
|
meer dat 2500 m² |
€ 1.733,62; |
|
|
|
|
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
|
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening van de Gemeente Veenendaal 2010, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ 267,73; |
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ 267,73; |
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00; |
|
|
|
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 500,06; |
|
Aanleggen of veranderen weg |
|
2.3.8 |
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 197,92; |
|
|
|
2.3.8.a |
Reclameobjecten op of aan panden (incl. lichtreclame) Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met artikel 4.16 van de Algemene plaatselijke verordening en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 278,02; |
|
|
|
2.3.9 |
Uitweg/inrit |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 197,92; |
|
|
|
2.3.10 |
Kappen |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale verordening Natuur en Landschap Provincie Utrecht 2017 dan wel een latere versie of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 197,92; |
|
|
|
2.3.11 |
Opslag van roerende zaken |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.11.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
€ 0,00; |
2.3.11.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen: |
€ 0,00; |
|
|
|
2.3.12 |
Natura 2000-activiteiten |
|
2.3.12.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.200, aanhef en onder a van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief: onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 549,29; |
|
|
|
2.3.13 |
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten) |
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ 549,29; |
|
|
|
2.3.14 |
Andere activiteiten |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|
2.3.14.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 84,63; |
2.3.14.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.14.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: |
€ 84,63; |
2.3.14.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
2.3.15 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|
2.3.15.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; |
|
2.3.15.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
|
|
|
|
2.3.16 |
Beoordeling bodemrapport |
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|
2.3.16.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ 603,06; |
2.3.16.2 |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport |
€ 603,06; |
|
|
|
2.3.17 |
Advies |
|
2.3.17.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.17.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
|
|
|
2.3.18 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.18.1 |
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.18.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 1.287,77; |
2.3.18.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 1.287,77; |
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: |
|
2.4.1.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
5% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
2.4.1.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
10% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|
2.4.1.3 |
bij 15 of meer activiteiten: van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
15% |
2.4.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteit bouwen bestaat aanspraak op vermindering leges. De vermindering bedraagt bij: |
|
2.4.2.1 |
een beoordeling in het kader van artikel 2.10, lid 1 onder c Wabo waarbij toepassing moet worden gegeven aan artikel 3.1, lid 4 Wet ruimtelijke ordening |
4% |
2.4.2.2 |
een beoordeling in het kader van artikel 2.10, lid 1 onder d Wabo waarbij sprake is van een tijdelijk bouwwerk, dat geen seizoensgebonden bouwwerk betreft, alsmede bij een bouwwerk dat volgens de geldende welstandsnota is gelegen in een gebied dat op de kaart wordt aangeduid als welstandsvrij gebied van de in onderdeel 2.3 berekende leges. |
6% |
2.4.2.3 |
het deelnemen aan een proefproject als bedoeld in onderdeel 6 van het Bestuursakkoord implementatie en invoering wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen van de in onderdeel 2.3 berekende leges |
10% |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan |
40% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 6 weken na het in behandeling nemen ervan |
30% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
2.5.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 6 weken en binnen 20 weken na het in behandeling nemen ervan |
20% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
20% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|
|
|
|
|
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
|
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
20% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
|
|
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
|
|
|
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
|
|
Een bedrag minder dan |
€ 243,72; |
|
wordt niet teruggegeven |
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend. |
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is: |
€ 187,74; |
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
|
2.7.1 |
bij een vergunning waar nog geen aanvang is gemaakt |
€ 119,04; |
2.7.2 |
bij een vergunning waar reeds een aanvang is gemaakt |
€ 237,98; |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€11.441,65; |
2.8.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€11.441,65; |
Hoofdstuk 9 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
2.9.1 |
Voor toepassing van dit hoofdstuk geldt de tekst van de Woningwet en Wet ruimtelijke ordening zoals deze luiden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wabo; |
|
2.9.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag tot het verlenen van een bouwvergunning eerste fase als bedoeld in artikel 56a, achtste lid van de Woningwet: |
50% |
|
van de tarieven genoemd onder subonderdeel 2.3.1.1; |
|
2.9.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een bouwvergunning, tweede fase als bedoeld in artikel 56a van de Woningwet |
50% |
|
van de tarieven genoemd onder subonderdeel 2.3.1.1; |
|
2.9.4 |
met betrekking tot de aanvragen bedoeld in de onderdelen 2.10.1 en 2.10.2 zijn de subonderdelen 2.3.1.2 tot en met 2.3.1.5 en 2.3.16 en 2.3.17 van hoofdstuk 3 en hoofdstuk 5 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat: |
|
2.9.4.1 |
subonderdeel 2.3.3.1 toepassing vindt als artikel 3.6, eerste lid, onder a of c, of artikel 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast (binnenplanse wijziging of ontheffing; ontheffing binnen beheersverordening); |
|
2.9.4.2 |
subonderdeel 2.3.3.2 toepassing vindt als de artikelen 3.22 of 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening worden toegepast (ontheffing van het bestemmingsplan op grond van algemene maatregel van bestuur); |
|
2.9.4.3 |
subonderdeel 2.3.3.3 toepassing vindt als artikel 3.10 of artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast (projectbesluit of buitentoepassing verklaring beheersverordening); |
|
2.9.4.4 |
Subonderdeel 2.3.3.4 toepassing vindt als artikel 6.12, zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 50a, derde lid, van de Woningwet wordt toegepast (ontheffing van exploitatieplan). |
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
2.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 84,64; |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een exploitatievergunning voor een horecabedrijf op grond van de APV |
€ 795,00; |
3.1.2 |
Indien de vergunning als bedoeld onder 3.1.1 wordt aangevraagd in combinatie met een Drank- en Horecavergunning ex artikel 3 van de Drank- en Horecawet wordt het basisbedrag verhoogd met |
€ 200,00; |
3.1.3 |
Indien er sprake is van het innemen van een terras op gemeentegrond wordt het basisbedrag verhoogd met |
€ 200,00; |
3.1.4 |
Indien er sprake is van een doorlopend afwijkend sluitingsuur wordt het basisbedrag verhoogd met |
€ 200,00; |
Indien de componenten 3.4 en 3.5 als wijziging op de vergunning worden gevraagd bedragen de leges voor de wijziging per component |
€ 399,00; |
|
3.1.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ 399,00; |
3.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een ontheffing op grond van artikel 17 van de Drank- en Horecawet voor onbepaalde tijd |
€ 200,00; |
3.1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Drank- en Horecawet voor bepaalde tijd (tenzij verleend in combinatie met een ontheffing schenktijden, dan geldt artikel 3.1.12) |
€ 99,90; |
3.1.8. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening voor het wijzigen van het aanhangsel in verband met de wijziging leidinggevende op de vergunning als bedoeld in artikel 30A van de Drank- en Horecawet en/of APV |
€ 200,00; |
3.1.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 200,00; |
3.1.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 99,90; |
3.1.11 |
Indien voor een vergunning als bedoeld onder 3.1.1 een advies wordt gevraagd bij Bureau Bibob wordt het tarief als bedoeld onder 3.1.1 verhoogd met het door Bureau Bibob in rekening gebrachte tarief. |
|
3.1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een incidentele ontheffing van het sluitingsuur (al dan niet in combinatie met een ontheffing van de schenktijden) voor inrichtingen als bedoeld in de APV voor de periode van één dag |
€ 99,90; |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft: |
|
3.2.1.1 |
een evenement (categorie 1) |
€ 98,80; |
3.2.1.2 |
een middelgroot evenement (categorie 2), waarvan de aanvraag behandeld moet worden in de adviescommissie, een tijdelijke gebruiksvergunning nodig is, afstemming en coördinatie en een inspectie terrein plaatsvindt |
€ 1.785,00; |
3.2.1.3 |
een groot evenement (categorie 3), waarvan de aanvraag behandeld moet worden in de adviescommissie, een tijdelijke gebruiksvergunning en calamiteitenplan nodig is en afstemming en coördinatie en een inspectie terrein plaatsvindt |
€ 4.561,00; |
3.2.2 |
een herdenkingsplechtigheid |
€ 200,00; |
3.2.3 |
een optocht, niet zijnde een betoging, op de weg |
€ 99,90; |
3.2.4 |
een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg |
€ 99,90; |
3.2.5 |
Indien voor het verlenen van de vergunningen genoemd in deze paragraaf geluidsmetingen plaatsvinden, worden de in deze paragraaf genoemde tarieven per uur geluidsmeting verhoogd met: |
€ 99,90; |
3.2.6 |
Indien voor het verlenen van de vergunningen genoemd in deze paragraaf een hygiënisch advies aan de GGD moet worden gevraagd, dan wordt het tarief van de vergunning verhoogd met: |
€ 207,00; |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
3.3.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ 728,00; |
Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet |
€ 231,00; |
Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening
[ Vervallen]
Hoofdstuk 6 Brandbeveiligingsverordening
[Vervallen]
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 84,90; |
3.7.1 |
Indien voor een vergunning anders dan bedoeld onder 3.1.1. een zogenaamde Bibob-intake en screening plaatsvindt, wordt het tarief van de vergunning verhoogd met het door Bureau Bibob in rekening gebrachte tarief. |
|
Bijlage bij titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Lijst van bouwkosten (normkosten) als bedoeld in titel 2
Woningen |
|
|
[in euro's] |
|
|
|
|
|
||
Woningen met een plat dak |
|
|
Aantal m3 |
|
|
|
|
|
||
Omschrijving |
|
|
tot 150 |
150 tot 250 |
250 tot 500 |
Vanaf 500 |
|
|
||
Vrijstaand |
|
|
244 |
264 |
236 |
228 |
|
|
||
Geschakeld |
|
|
240 |
204 |
180 |
172 |
|
|
||
In een rij |
|
|
236 |
192 |
168 |
160 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Woningen met een hellende kap |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vrijstaand |
|
|
212 |
240 |
232 |
224 |
|
|
||
Geschakeld |
|
|
208 |
200 |
196 |
188 |
|
|
||
In een rij |
|
|
204 |
192 |
180 |
172 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Recreatiewoning |
|
|
211 |
200 |
192 |
184 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bijzondere woongebouwen |
|
|
Per m3 |
|
|
|
|
|
||
Hoogbouw (Flats, appartementen etc.) |
|
|
tot 1500 |
1500 tot 2500 |
2500 tot 5000 |
Vanaf 5000 |
|
|
||
3 - laags |
|
|
315 |
300 |
290 |
220 |
|
|
||
4 - laags en meer |
|
|
300 |
280 |
270 |
265 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Bijgebouwen |
Type |
Uitvoering |
Per m3 |
|
|
|
|
|
||
Garage |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vrijstaand |
Steen |
Plat dak |
127 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
134 |
|
|
|
|
|
||
|
Hout |
Plat dak |
113 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
119 |
|
|
|
|
|
||
Aangebouwd |
Steen |
Plat dak |
91 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
97 |
|
|
|
|
|
||
|
Hout |
Plat dak |
79 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
84 |
|
|
|
|
|
||
Berging |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vrijstaand |
Steen |
Plat dak |
142 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
152 |
|
|
|
|
|
||
|
Hout |
Plat dak |
122 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
131 |
|
|
|
|
|
||
Aangebouwd |
Steen |
Plat dak |
105 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
111 |
|
|
|
|
|
||
|
Hout |
Plat dak |
91 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
97 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Carport |
|
|
Per m3 |
|
|
|
|
|
||
Vrijstaand |
|
Plat dak |
141 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
151 |
|
|
|
|
|
||
Aangebouwd |
|
Plat dak |
104 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
110 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Tuinhuis |
Hout |
Plat dak |
106 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Hellend dak |
111 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Serre |
|
Niet geïsol. |
270 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Geïsoleerd |
351 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Erker |
|
Geïsoleerd |
386 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kelder |
|
|
308 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Dakkapel |
|
Per m1 |
975 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vlonder |
|
Per m2 |
213 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Fabrieken |
|
|
Aantal m3 |
|
|
|
|
|
||
Omschrijving |
type |
Hoogte/lagen |
tot 750 |
750 tot 1500 |
1500 tot 5000 |
5000 tot 15000 |
Vanaf 15000 |
|
||
Werkplaats |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Niet geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
80 |
64 |
56 |
52 |
48 |
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
64 |
56 |
48 |
44 |
40 |
|
||
Geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
84 |
72 |
64 |
60 |
56 |
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
72 |
60 |
52 |
48 |
44 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Productiehal |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Niet geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
84 |
68 |
60 |
56 |
52 |
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
68 |
60 |
52 |
48 |
44 |
|
||
Geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
88 |
76 |
68 |
64 |
60 |
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
72 |
64 |
56 |
52 |
48 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Pakhuizen, op- en overslag, magazijnen en fabrieken |
|
|
|
|
|
|
||||
Opslaghal |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Niet geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
76 |
64 |
56 |
52 |
36 |
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
60 |
52 |
44 |
40 |
24 |
|
||
Geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
92 |
76 |
68 |
64 |
48 |
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
76 |
64 |
56 |
52 |
36 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Garage |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Niet geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
84 |
68 |
60 |
56 |
|
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
68 |
56 |
48 |
48 |
|
|
||
Geïsoleerd |
|
tot 5,50 m |
100 |
84 |
76 |
72 |
|
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
84 |
72 |
60 |
56 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Romneyloods |
|
tot 5,50 m |
21 |
18 |
15 |
15 |
|
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
18 |
14 |
13 |
13 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Kantoren |
|
|
Aantal m3 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
tot 1500 |
1500 tot 5000 |
5000 tot 10000 |
10000 tot 30000 |
Vanaf 30000 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vierkant |
|
1 - laags |
304 |
284 |
232 |
216 |
260 |
|
||
|
|
2 - laags |
264 |
244 |
216 |
200 |
240 |
|
||
|
|
3 - laags |
244 |
228 |
200 |
188 |
228 |
|
||
|
|
4 - 7 laags |
236 |
220 |
192 |
184 |
224 |
|
||
|
|
Vanaf 7 laags |
280 |
264 |
232 |
224 |
272 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Rechthoekig |
|
1 - laags |
320 |
300 |
268 |
252 |
304 |
|
||
|
|
2 - laags |
280 |
256 |
228 |
216 |
188 |
|
||
|
|
3 - laags |
256 |
236 |
212 |
200 |
236 |
|
||
|
|
4 - 7 laags |
248 |
232 |
204 |
196 |
236 |
|
||
|
|
Vanaf 7 laags |
296 |
280 |
244 |
236 |
280 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Andersvormig |
|
1 - laags |
332 |
308 |
276 |
260 |
312 |
|
||
|
|
2 - laags |
288 |
264 |
232 |
224 |
268 |
|
||
|
|
3 - laags |
264 |
248 |
220 |
208 |
248 |
|
||
|
|
4 - 7 laags |
256 |
240 |
212 |
204 |
244 |
|
||
|
|
Vanaf 7 laags |
308 |
288 |
256 |
244 |
292 |
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Winkels |
|
|
Aantal m3 |
|
|
|
|
|
||
Omschrijving |
type |
Hoogte/lagen |
tot 5000 |
vanaf 5000 |
|
|
|
|
||
Winkelcentrum |
|
|
132 |
120 |
|
|
|
|
||
Warenhuis |
|
|
108 |
104 |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
type |
Hoogte/lagen |
tot 750 |
750 tot 1500 |
1500 tot 5000 |
vanaf 5000 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Detailhandel |
|
|
204 |
172 |
152 |
144 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Showroom |
|
tot 5,50 m |
132 |
112 |
96 |
92 |
|
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
112 |
92 |
80 |
76 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
DHZ-hal |
|
tot 5,50 m |
120 |
100 |
88 |
84 |
|
|
||
|
|
vanaf 5,50 m |
100 |
84 |
72 |
68 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Hotel, restaurants, cafes, bars |
|
|
tot 750 |
750 tot 1500 |
1500 tot 5000 |
vanaf 5000 |
|
|
||
Bar/cafe |
|
|
256 |
241 |
226 |
218 |
|
|
||
Cafetaria |
|
|
241 |
226 |
200 |
193 |
|
|
||
Restaurant |
|
|
246 |
230 |
204 |
196 |
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
tot 5000 |
vanaf 5000 |
|
|
|
|
||
Wegrestaurant |
|
|
254 |
239 |
|
|
|
|
||
Hotel/conferentiecentrum |
|
|
303 |
285 |
|
|
|
|
||
Motel |
|
|
270 |
254 |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Gebouwen voor gezondheidszorg, sociale verzorging |
Per m3 |
|
|
|
|
|
||||
Ziekenhuis |
|
Vierkant |
296 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Rechthoekig |
314 |
|
|
|
|
|
||
|
|
Andersvormig |
323 |
|
|
|
|
|
||
Gezondheidscentrum |
|
|
231 |
|
|
|
|
|
||
Praktijkgebouw |
|
|
258 |
|
|
|
|
|
||
Verzorgingshuis |
|
|
207 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Gebouwen voor onderwijs, cultuur en wetenschap |
Aantal m3 |
|
|
|
|
|
||||
Scholen |
|
|
0 - 5000 |
vanaf 5000 |
|
|
|
|
||
Schoolgebouw |
|
1 - laags |
272 |
224 |
|
|
|
|
||
|
|
2 - laags |
244 |
204 |
|
|
|
|
||
|
|
3 - laags |
232 |
168 |
|
|
|
|
||
|
|
4 - laags |
224 |
220 |
|
|
|
|
||
|
|
5 - laags en meer |
216 |
180 |
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
|
|
Per m3 |
|
|
|
|
|
||
Noodlokalen |
|
|
209 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Sporthallen |
|
|
Per m3 |
|
|
|
|
|
||
Gymzaal |
|
|
160 |
|
|
|
|
|
||
Sporthal |
|
|
100 |
|
|
|
|
|
||
Religieuze gebouwen |
|
|
Aantal |
m³ |
|
|
|
|
||
Kerk, moskee met aanverwante zalen |
|
|
0 - 5000 |
5000 tot 10000 |
vanaf 10000 |
|
|
|
||
|
|
|
254 |
222 |
191 |
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Landbouw bedrijfsgebouwen |
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Stallen groenlabel |
|
|
Basis-bedrag |
|
|
|
|
|
||
Melkkoeien |
|
per plaats |
3326 |
|
|
|
|
|
||
Rundvee |
|
per plaats |
438 |
|
|
|
|
|
||
Vleesvarkens |
|
per plaats |
266 |
|
|
|
|
|
||
Biggen |
|
per plaats |
156 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Dragende zeugen |
|
per plaats |
731 |
|
|
|
|
|
||
Kraamzeugen |
|
per plaats |
1729 |
|
|
|
|
|
||
Kippen |
|
per plaats |
8 |
|
|
|
|
|
||
Mestkelder |
tot 250 |
per m3 |
86 |
|
|
|
|
|
||
|
vanaf 250 |
per m3 |
72 |
|
|
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kippenstallen |
tot 500 |
per m3 |
82 |
|
|
|
|
|
vanaf 500 |
per m3 |
62 |
|
|
|
|
Veldschuren |
tot 300 |
per m2 |
52 |
|
|
|
|
|
300-1000 |
per m2 |
50 |
|
|
|
|
|
>=1000 |
per m2 |
47 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Algemeen |
|
|
|
|
|
|
|
Wijziging Gevelkozijn |
|
Per m2 |
460 |
|
|
|
|
Bij een functiewijziging in een bestaand gebouw worden de normkosten bepaald op 50% van de berekende normkosten van de nieuwe functie.
Bij een interne verbouwing worden de normkosten bepaald op 50% van de berekende kosten van de op het perceel aanwezige functie.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl