Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Zandvoort houdende regels omtrent aanpak van de illegale handel in soft- en harddrugs Beleidsregels Damocles Zandvoort 2017

Geldend van 09-11-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Zandvoort houdende regels omtrent aanpak van de illegale handel in soft- en harddrugs Beleidsregels Damocles Zandvoort 2017

1. Inleiding

De gemeente Zandvoort staat voor een krachtige aanpak van de illegale handel in soft- en harddrugs. Handel in of productie van drugs vanuit woningen en lokalen is volstrekt ontoelaatbaar.

Op grond van artikel 13b van de Opiumwet (ook wel bekend als de Wet Damocles) kan door de burgemeester een woning of lokaal gesloten worden door middel van bestuursdwang wanneer daarin drugs wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is. In deze beleidsregel is vastgelegd op welke manier gebruik wordt gemaakt van deze bevoegdheid.

2. Doelen

Het doel van artikel 13b van de Opiumwet is de preventie en beheersing van de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico's voor de volksgezondheid en het voorkomen van nadelige effecten van de handel en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden.

Het sluiten van een woning of lokaal dient volgens dit beleid de volgende doelen:

  • de bekendheid van de woning als drugspand doorbreken;

  • de bekendheid van de woning in het drugscircuit doorbreken;

  • het verhinderen dat de woning wordt of weer wordt gebruikt ten behoeve van het drugscircuit en de georganiseerde drugshandel;

  • het halen van de loop uit een pand;

  • het laten terugkeren van rust in de omgeving;

  • het voorkomen van herhaling van verstoring van de openbare orde;

  • verdere aantasting van het woon- en leefklimaat;

  • het tegengaan van verloedering en overlast

Deze doelen zijn erkend in bijvoorbeeld ABRvS 3 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:248 en ABRvS 5 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3941.

Hierbij wordt overigens opgemerkt dat niet uitsluitend deze doelen relevant zijn in verband met artikel 13b Opiumwet. Deze bepaling verschaft de bevoegdheid om een woning (of lokaal) te sluiten reeds op de enkele grond dat daarbinnen een handelshoeveelheid drugs aanwezig is. Gevolgen voor de omgeving van de woning (extern) – zoals verstoring van de openbare orde – spelen geen rol bij het ontstaan van de bevoegdheid (ABRvS 18 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2163 en ABRvS 19 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:554).

3. Algemene uitgangspunten

Hoeveelheid en soort drugs

In dit beleid wordt onderscheid gemaakt tussen drugs die voorkomen op lijst I van de Opiumwet (hard drugs) en drugs die voorkomen op lijst II (soft drugs). Tevens is er onderscheid in sancties bij een kleine en een grote hoeveelheid drugs.

Kleine / Grote hoeveelheid drugs

Harddrugs (Lijst 1):

Kleine handelshoeveelheid: meer dan 0,5 gram en minder dan 5 gram

Grote handelshoeveelheid: 5 gram en meer

Softdrugs (Lijst 2):

Kleine handelshoeveelheid: meer dan 5 gram en minder dan 50 gram

Grote handelshoeveelheid: 50 gram en meer

Hennepplanten (lijst 2):

Kleine handelshoeveelheid: meer dan 5 planten en minder dan 20 planten

Grote handelshoeveelheid: 20 planten of meer

Verwijtbaarheid betrokken personen

De feitelijke constatering dat er een overtreding van de Opiumwet heeft plaatsgevonden is voldoende om tot sluiting over te gaan. Hiervoor is niet van belang wie de overtreding begaan heeft.

In deze context is het van belang om op te merken dat bijvoorbeeld ook van de verhuurder inspanningen verwacht mogen worden om een overtreding van de Opiumwet te voorkomen. Zo kan er van hem verwacht worden dat hij:

  • 1.

    In het huurcontract afspraken opneemt over het inspecteren van het pand.

  • 2.

    Contante betalingen of betalingen via bijvoorbeeld een wisselkantoor niet accepteert.

  • 3.

    Nagaat hoe de huurder zijn of haar inkomen vergaart.

Zie daarvoor ook ABRvS 19 oktober 2016 ECLI:NL:RVS:2016:2770.

Onderscheid woningen en lokalen

Onderscheid wordt gemaakt naar de aanwezigheid van drugs in een lokaal (en daarbij behorende erven) of een woning (en daarbij behorende erven). Bij het aantreffen van drugs in een woning is de sluiting van kortere duur. Een sluiting van een woning heeft namelijk per definitie een ingrijpend karakter en vormt in vrijwel alle gevallen een inbreuk op de rechten die beschermd zijn door artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).

Voorbereiding van het besluit

Ter voorbereiding van een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, wordt het voornemen bekend gemaakt waartegen zienswijzen, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, kunnen worden ingediend (artikel 4:8 en 4:9 Awb). Hiervan wordt afgezien indien de vereiste spoed zich daartegen verzet (artikel 4:11, onder a Awb).

Ultimum remedium

Het toepassing geven aan artikel 13b Opiumwet wordt als ultimum remedium ingezet. Artikel 13b van de Opiumwet raakt het recht op respect voor de woning zoals dat is vastgelegd in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden(EVRM). Voldaan moet zijn aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.

4. Handhavingsmatrix

Richtlijn

In onderstaande matrixen wordt de maatregel per overtreding weergegeven. De zwaarte van de maatregel sluit aan bij de ernst van de overtreding. Bij herhaling van de overtreding – ofwel recidive - wordt de sluitingstijd langer. De maatregelen genoemd in de matrixen zijn richtlijnen.

Recidive

Er is sprake van recidive als binnen vijf jaar op een zelfde adres de aanwezigheid van een handelshoeveelheid drugs wordt geconstateerd. In geval van recidive telt voor de op te leggen maatregel de hoeveelheid aangetroffen drugs van de laatste constatering.

Ernstige omstandigheden

Op het moment dat er een handelshoeveelheid drugs wordt aangetroffen en er is tevens sprake van ‘ernstige omstandigheden’ dan wordt de bestuurlijke maatregel opgelegd die geldt voor recidive. Onder ernstige omstandigheden wordt in ieder geval verstaan: gewelds- of openbare orde delicten, verboden wapenbezit en betrokkenheid bij georganiseerde criminaliteit.

Verjaring

Indien gedurende vijf jaar na de eerste of tweede overtreding geen nieuwe constatering plaatsvindt, zal de zaak als afgedaan worden beschouwd. Een latere constatering zal dan gelden als een eerste constatering.

Eigen woning

Indien de overtreder in de woning woont en blijft wonen zal deze een voornemen tot sluiting van (afhankelijk van de hoeveelheid aanwezige en soort drugs) 6 tot 12 maanden ontvangen. Indien bij de daaropvolgende zienswijze zwaarwegende belangen naar voren worden gebracht kán deze maatregel worden omgezet naar een ‘last onder dwangsom’ voor de periode van één tot twee jaar óf een sluiting van 3 maanden.

Woningen

1e constatering

2e constatering (recidive)

3e constatering

(recidive)

Lijst II

> 5 gr maar < 50 gr

> 5 planten maar < 20 planten

 

waarschuwing

 

3 maanden

 

6 maanden

Lijst II

> =50 gram

>= 20 planten

Lijst I

> 0,5 gram en < 5 gr

   

3 maanden

   

6 maanden

   

12 maanden

Lijst I

>= 5 gram

 

6 maanden

 

12 maanden

Onbepaalde

tijd

Lokalen

1e constatering

2e constatering

(recidive)

3e constatering

(recidive)

Lijst II

> 5 gram maar < 50 gram

> 5 planten maar < 20 planten

 

3 maanden

 

6 maanden

 

12 maanden

Lijst II

>= 50 gram

>=20 planten

Lijst I

> 0,5 gram

   

6 maanden

   

12 maanden

 

Onbepaalde

tijd

5. Handhaving bij sociale huurwoningen

De gemeente en de woningcorporaties hebben een bijzondere verantwoordelijkheid op grond van de Huisvestingswet. Om die reden wordt sluiting van woningen die tot de sociale huurwoningvoorraad behoren wegens overtreding van de Opiumwet niet opportuun gevonden.

Drugshandel in huurwoningen van een woningbouwvereniging wordt – onder andere - door middel van de gemaakte afspraken in het (bijgevoegde) Hennepconvenant “Gezamenlijke aanpak binnen de eenheid Noord-Holland” aangepakt door ontbinding van het huurcontract door de verhuurder.

Voor zover de overtreding geen hennepkwekerij betreft wordt zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij het convenant. Indien dit niet mogelijk is of wenselijk is wordt bovenstaande matrix gevolgd.

6. Vergunningen

In het geval van aantreffen van een handelshoeveelheid drugs zal gekeken worden naar de afgegeven vergunningen. Binnen de bestaande mogelijkheden kunnen er tevens consequenties verbonden worden aan de verstrekte vergunningen.

7. Opheffing sluiting

Verzoek

Indien een belanghebbende van mening is dat een voor een bepaalde tijd gesloten pand eerder heropend zou moeten worden, kan een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot opheffing van het besluit worden ingediend bij de burgemeester.

Doel

De burgemeester kan de sluiting van de woning of het lokaal opheffen of de sluitingsduur verminderen, indien naar zijn oordeel de doelen als genoemd in hoofdstuk 2 behaald zijn.

Betrokkenheid belanghebbende

De burgemeester zal de sluiting alleen opheffen indien vaststaat dat de huurder of eigenaar van het pand niet direct betrokken is geweest bij de overtreding.

Concrete maatregelen

Er wordt enkel tot opheffing van de sluiting besloten indien door het treffen van concrete (en door de gemeente verifieerbare) maatregelen er op wordt toegezien dat herhaling wordt voorkomen. Alleen de aanwezigheid van een nieuwe huurder of gebruiker van het pand is daarvoor onvoldoende.

Ernstige omstandigheden en recidive

Indien er sprake is van ernstige omstandigheden en/of recidive als genoemd in hoofdstuk 4 dan zal de burgemeester vanwege de ernstigere verstoring van de openbare orde de sluiting niet opheffen.

8. Kostenverhaal

In het besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdwang zal tegelijk een aanzegging tot kostenverhaal plaatsvinden in geval het bestuursorgaan de last dient uit te voeren. Dit is het geval wanneer de last niet binnen de in het besluit aangegeven begunstigingstermijn geheel wordt uitgevoerd. De kosten van bestuursdwang worden op basis van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht op de overtreder(s) verhaald.

9. Afwijkingsbevoegdheid

De burgemeester handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (inherente afwijkingsbevoegdheid artikel 4:84 Awb).

10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking.

11. Citeertitel

Deze beleidsregel worden aangehaald als: ‘Beleidsregels Damocles Zandvoort 2017.’

Ondertekening

De burgemeester van de gemeente Zandvoort,