Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR603289
Naar de door u bekeken versie
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR603289/1
Verordening van reclamebelasting Gemeente West Maas en Waal 2018
Geldend van 28-10-2017 t/m heden
Intitulé
Verordening van reclamebelasting Gemeente West Maas en Waal 2018Vastgesteld bij raadsbesluit van 21 september 2017, nr. 2017/09-07
De raad van de gemeente West Maas en Waal;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 juli 2017, nr. Z.003579 / D.008838,
en gelet op artikel 227 van de Gemeentewet,
besluit vast te stellen de volgende verordening:
‘Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Beneden-Leeuwen centrum 2018’
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
-
a. Reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, tekens, symbolen, kleuren of een reclamevoorwerp, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg als bedoeld in artikel 227 Gemeentewet.
-
b. Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken.
-
c. Waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 8, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ vastgestelde waarde.
d. Onroerende zaak: de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken.
-
e. Jaar: een kalenderjaar.
-
f. Heffing: door de gemeenteraad opgelegde verplichte heffing, die speciaal is ingesteld om de stichting binnen een bepaald gebied te bekostigen.
-
g. Perceptiekosten: de kosten die gepaard gaan met het heffen en invorderen van de reclamebelasting.
-
h. Openbare weg:
- 1.
de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
- 2.
de al dan niet met enige beperking – voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen;
- 3.
de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn;
- 4.
andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten.
- 1.
Artikel 2 Gebiedsomschrijving
Deze verordening is van toepassing binnen het afgebakende gebied zoals aangegeven in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart (bijlage 1: ‘afgebakend gebied t.b.v. van reclamebelasting Beneden-Leeuwen centrum’).
Artikel 3 Belastbaar feit
Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt, met inachtneming van het gestelde bij of krachtens deze verordening, binnen het gebied als bedoeld in artikel 2 van deze verordening, een directe belasting geheven voor een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg.
Artikel 4 Belastingplicht
De reclamebelasting wordt geheven op basis van de gebruiker van de onroerende zaak waarop, waaraan, waarin of waarbij één of meer reclameobjecten zijn aangebracht dan wel zijn geplaatst.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
-
1. De heffingsmaatstaf is een vast bedrag per onroerende zaak vermeerderd met een bedrag dat afhankelijk is van de waarde van de onroerende zaak.
-
2. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
3. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf worden de waarden van die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden buiten beschouwing gelaten.
Artikel 6 Belastingtarief
-
1. Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt per onroerende zaak € 240,00.
-
2. Voor zover de waarde van de onroerende zaak meer bedraagt dan € 76.000,00 wordt het in het vorige lid genoemde bedrag vermeerderd met een € 1,00 per € 1.000,00 WOZ-waarde.
-
3. De reclamebelasting bedraagt maximaal € 525,- per onroerende zaak
-
4. Indien de waarde van de onroerende zaak naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd als de lagere waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de
reclamebelasting.
Artikel 7 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.
-
2. Indien de belastingplicht na het begin van het belastingtijdvak aanvangt, ontstaat de
belastingschuld bij de aanvang van de belastingplicht.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting
verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde
reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog
volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt op aanvraag van
belastingplichtige ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Wijze van heffing
De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.
Artikel 10 Vrijstellingen
De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:
-
a. die korter dan 13 weken aanwezig zijn, en binnen het belastingtijdvak niet worden vervangen, opgevolgd of gecontinueerd door andere openbare aankondigingen;
-
b. die als algemene bewegwijzering waarmee een algemeen belang wordt gediend, kunnen
worden aangemerkt. Denk aan: officiële bewegwijzeringsborden (bruine borden (toeristisch), blauw-witte borden (publieke voorzieningen), zwarte borden (bedrijventerreinen) en witte borden (individuele bedrijven);
-
c. die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land en
waterwegen;
-
d. die door de gemeente, de provincie of het rijk, dan wel in opdracht van deze overheden, zijn
geplaatst of aangebracht, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de publieke taak;
-
e. aangebracht door of namens de ondernemersvereniging of Stichting, waarbij de openbare
aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van de ondernemersvereniging/Stichting;
-
f. aangebracht op scholen, zorginstellingen, ziekenhuizen, medische beroepen, kerken,
moskeeën, theaters en sportvelden, die uitsluitend betrekking hebben op de functie van de onroerende zaak.
-
g. op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op het terrein in uitvoering
zijnde bouwwerkzaamheden;
-
h. gedaan door of namens publiekrechtelijke rechtspersonen in de uitoefening van hun
publiekrechtelijke taak;
-
i. die zijn gedaan in verband met de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze
aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak.
Artikel 11 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, moeten de aanslagen
worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat betaling via automatische incasso in acht termijnen mogelijk is, mits wordt voldaan aan de daaraan verbonden, en in het Incasso Reglement van Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) opgenomen, voorwaarden.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde
termijnen.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de reclamebelasting.
Artikel 14 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.
Artikel 15 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de heffing en invordering van
reclamebelasting Beneden-Leeuwen Centrum 2018’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 september 2017.
De raad van de gemeente West Maas en Waal
De griffier plv.,
E. (Elles) Jansen – Bouwman
De voorzitter,
C.A.A. (Corry) van Rhee – Oud Ammerveld
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl