Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR603033
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR603033/3
Regeling vervallen per 31-10-2018
Openstellingsbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstelling van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2018
Geldend van 03-02-2018 t/m 30-10-2018
Intitulé
Openstellingsbesluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Openstelling van het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2018Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 26 september 2017, nr. 17020172, tot vaststelling van de subsidieplafonds, de aanvraagperioden en de tarieven voor het subsidiejaar 2018 ten behoeve van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland 2016 (SVNL2016), de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL (2010)) en de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls natuur en landschap Zeeland (SKNL).
Gedeputeerde staten van Zeeland ,
- •
gelet op artikel 93 van de Wet inrichting landelijk gebied;
- •
gelet op artikel 1.2 van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2016;
- •
gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (2010);
- •
gelet op artikel 2 van de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland;
Besluiten vast te stellen:
Hoofdstuk 1 Natuur- en landschapsbeheer binnen natuurterreinen van het Natuurnetwerk Zeeland
Paragraaf 1.1 Continuering natuur- en landschapsbeheer (SVNL-N 2016)
Artikel 1 Doelgroep en activiteiten
Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor de continuering van natuur- en landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein, waarvoor:
- a.
door of namens Gedeputeerde Staten subsidie is verstrekt op basis van de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (2010) en waarbij deze subsidie eindigt op 31 december 2017;
- b.
door of namens de provincie een subsidie of vergoeding is verstrekt voor inrichting en/of functieverandering SKNL en deze inrichting/functieverandering uiterlijk op 31 december 2017 is afgerond.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten
Uitsluitend de volgende activiteiten komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1 in aanmerking:
- a.
kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de natuurbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding N01.01, N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N04.04, N05.01, N06.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N08.04, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.03, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.01, N14.03, N15.01, N16.03, N16.04, N17.03, N17.04, N17.06;
- b.
kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de landschapsbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09;
- c.
kosten voor monitoring van een natuurbeheertype;
- d.
kosten voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein;
- e.
kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.
Artikel 2a Aanvraag om wijziging in verband met nieuwe beheertypen en bijdrage
- 1.
Begunstigden van een subsidieverleningsbeschikking op grond van de SVNL2016 die is ingegaan per 1 januari 2017 kunnen een aanvraag tot wijziging en/of uitbreiding van die beschikking indienen, waarbij de aangepaste beheertypen[1] zoals opgenomen op de beheertypekaart voor 2018 van het natuurbeheerplan en de openstellingsbijdrage, met bijbehorende “tarieven 2017 ten behoeve van herbeschikken” zoals aangegeven in bijlage 1 bij dit besluit, met ingang van 1 januari 2018 worden toegepast.
- 2.
Aanvragen om deze wijziging en/of uitbreiding kunnen worden ingediend in de periode van 15 november 2017 tot en met 31 december 2017 bij de Provincie Zeeland door middel van het beschikbaar gestelde Aanvraagformulier 2018 voor Subsidie Natuur- en landschapsbeheer SVNL2016.
[1] Dit betreft in Zeeland de nieuwe natuurbeheertypen N16.03 en N16.04 en de openstellingsbijdrage (onderdeel voorzieningenbijdrage). Voor de natuurbeheertypen N17.05 en N17.06 worden met ingang van 1 januari 2018 nieuwe tarieven van kracht.
Artikel 3 Subsidieplafond continuering natuurbeheer
Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 bedraagt:
Subsidieplafond continuering natuurbeheer in 2018 € 375.000,- per jaar voor ten hoogste zes jaar,
Paragraaf 1.2 Nieuw areaal natuur- en landschapsbeheer (SVNL-N 2016)
Artikel 4 Doelgroep en activiteiten
Aan aanvragers als bedoeld in artikel 2.1 van de SVNL2016 kan subsidie worden verstrekt voor nieuw areaal voor natuur- en landschapstypen binnen een natuurterrein.
Artikel 5 Subsidiabele activiteiten
Uitsluitend de volgende activiteiten komen voor subsidie als bedoeld in artikel 4 in aanmerking:
- a.
kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de natuurbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding N01.01, N01.02, N01.03, N04.02, N04.03, N04.04, N05.01, N06.01, N06.05, N08.01, N08.02, N08.03, N08.04, N09.01, N10.02, N11.01, N12.01, N12.02, N12.03, N12.04, N12.05, N12.06, N13.01, N14.01, N14.03, N15.01, N16.03, N16.04, N17.03, N17.04, N17.06;
- b.
kosten voor het beheer van een natuurterrein ten behoeve van de landschapsbeheertypen van het Natuurbeheerplan Zeeland met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09;
- c.
kosten voor monitoring van een natuurbeheertype;
- d.
kosten voor het recreatief toegankelijk maken en houden van een natuurterrein;
- e.
kosten die verband houden met het beheer van natuur- en landschapsbeheertypen op een natuurterrein dat alleen varend kan worden bereikt.
Artikel 6 Subsidieplafond nieuw areaal natuurbeheer
Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 5 bedraagt:
Subsidieplafond nieuw areaal natuurbeheer in 2018 € 200.000,- per jaar voor ten hoogste zes jaar,
Paragraaf 1.3 Aanvraagperiode en loket voor indiening subsidies (SVNL-N 2016)
Artikel 7 Aanvraagperiode
Aanvragen voor subsidies natuur en landschapsbeheer op grond van de SVNL2016 kunnen in de periode van 15 november 2017 tot en met 31 december 2017 worden ingediend bij de provincie Zeeland door middel van het beschikbaar gestelde Aanvraagformulier 2018 voor Subsidie Natuur- en landschapsbeheer SVNL2016.
Hoofdstuk 2 Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (SVNL-A)
Paragraaf 2.1 Collectief agrarisch natuurbeheer (SVNL-A (2010) oud stelsel)
Artikel 8 subsidieplafond collectief agrarisch natuurbeheer (oud stelsel)
Voor het collectief agrarisch natuurbeheer via de Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland (SVNL (2010)) wordt voor het begrotingsjaar 2018 het volgende subsidieplafond vastgesteld:
Subsidieplafond collectief agrarisch natuurbeheer SVNL (2010) (oud stelsel) € 529.000,- voor 2018,
Dit plafond is bestemd voor subsidies als bedoeld in:
- a.
artikel 4.1.1.1. SVNL (2010) ten behoeve van de agrarische beheertypen en beheerpakketten met de aanduiding A01.01, A01.02 en A02.01, welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid, SVNL (2010) zijn aangewezen voor collectief agrarisch natuurbeheer (agrarisch natuurbeheer in het kader van collectief agrarisch natuurbeheer);
- b.
artikel 5.1.1.1, eerste lid, onderdeel b, SVNL (2010) ten behoeve van de landschapselementen of beheerpakketten landschap met de aanduiding L01.01, L01.02, L01.03, L01.05, L01.06, L01.07, L01.08, L01.09 welke pakketten op grond van artikel 2.1, vierde lid, SVNL (2010) zijn aangewezen voor collectief landschapsbeheer (collectief landschapsbeheer buiten natuurterreinen).
Dit subsidieplafond is alleen beschikbaar voor het uitdienen van de in 2018 nog van kracht zijnde subsidiebeschikkingen op grond van de SVNL Zeeland (2010) voor collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Voor aanvragen zoals bedoeld in artikel 7.5 van de SVNL (2010) is geen budget beschikbaar.
Paragraaf 2.2 Collectief beheer agrarische leefgebieden (SVNL-A 2016 (nieuw stelsel))
Artikel 9 Subsidieplafond collectief agrarisch beheer leefgebieden (nieuw stelsel)
- 1.
Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.13 van de SVNL2016 voor de leefgebieden met de aanduiding Open Akkerland, Open Grasland, Droge Dooradering en Natte Dooradering samen:
Subsidieplafond € 192.010,- per jaar (€ 768.040,- voor de periode 2018 tot en met 2021),
- 2.
Voor subsidies als bedoeld in artikel 3.13 van de SVNL2016 voor de categorie water:
Subsidieplafond € 40.000,- per jaar (€ 160.000,- voor de periode 2018 tot en met 2021),
Paragraaf 2.3 Aanvraagperioden en loket voor indiening
Artikel 10
- 1.
Aanvragen voor subsidies voor collectief agrarisch natuurbeheer op grond van de SVNL (2010) (oud stelsel), als bedoeld in artikel 8, kunnen tot uiterlijk 15 februari 2018 ingediend worden bij de provincie Zeeland in de vorm van een Collectief agrarisch beheerplan.
- 2.
Aanvragen voor subsidies voor collectief agrarisch natuur- en landschapsbeheer van leefgebieden op grond van de SVNL2016 (nieuw stelsel), als bedoeld in artikel 9, kunnen in de periode van 2 tot en met 6 oktober 2017 ingediend worden bij de Provincie Zeeland door middel van het beschikbaar gestelde Aanvraagformulier subsidie agrarisch natuur- en landschapsbeheer Zeeland 2018.
Hoofdstuk 3 Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap SKNL
Paragraaf 3.1 Investeringssubsidie
Artikel 11 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 8 SKNL kan worden verstrekt voor de percelen, die zijn aangegeven in de onderstaande tabel en op de Subsidiekaart SKNL (bijlage 7) behorende bij dit besluit.
Artikel 12 Subsidiabele kosten
Voor subsidie als bedoeld in artikel 8 SKNL komen uitsluitend kosten in aanmerking die noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het natuurdoel van de subsidie, zoals genoemd in artikel 8, eerste lid, SKNL:
- a.
kosten voor realisatie van natuurbeheertypen en landschapselementen op grond die functieverandering heeft ondergaan, voor zover het de realisatie van de natuurbeheertypen ambitie betreft zoals vermeld in het Natuurbeheerplan Zeeland (artikel 8, eerste lid, onder a en b, SKNL; nieuwe natuur);
- b.
kosten voor kwaliteitsimpuls van een natuurbeheertype of landschapselement (artikel 8, eerste lid, onder c-f, SKNL; bestaande natuur).
Artikel 13 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 11 bedraagt:
Subsidieplafond investeringen SKNL in 2018
- 1.
Voor subsidies voor realisatie van natuurbeheertypen en landschapselementen (nieuwe natuur): € 310.000
- 2.
Voor subsidies kwaliteitsimpuls natuurbeheertypen of landschapselementen (bestaande natuur): € 490.000
In totaal: € 800.000
Paragraaf 3.2 Subsidie functieverandering
Artikel 14 Subsidiabele activiteiten
Subsidie als bedoeld in artikel 15 SKNL kan worden verstrekt voor de percelen, die zijn aangegeven in de onderstaande tabel en op de subsidiekaart SKNL (bijlage 7) behorende bij dit besluit.
Artikel 15 Subsidiabele kosten
Voor subsidie als bedoeld in artikel 15 SKNL komt uitsluitend in aanmerking de waardedaling van de grond ten gevolge van de omzetting van landbouwgrond in natuurterrein.
Artikel 16 Subsidieplafond
Het subsidieplafond voor activiteiten als bedoeld in artikel 14 bedraagt:
Subsidieplafond functieverandering SKNL in 2018: € 1.625.000
Tabel functieverandering en investeringen 2018
- 1.
SKNL – functieverandering en inrichting nieuwe natuur:
De percelen, als bedoeld in artikel 11 en 14, waarvoor subsidie kan worden verstrekt voor functieverandering en voor inrichting nieuwe natuur, betreffen alle percelen nieuwe natuur binnen het Natuurnetwerk Zeeland, zoals opgenomen in het Natuurbeheerplan Zeeland, voor zover passend binnen de vastgestelde subsidieplafonds.
- 2.
SKNL – kwaliteitsimpuls bestaande natuur:
De percelen, als bedoeld in artikel 11, waarvoor subsidie kan worden verstrekt voor investeringen bestaande natuur (kwaliteitsimpuls), betreffen de onderstaande gebieden en maximale bedragen per gebied:
naam gebied |
oppervlakte (ha) |
maximaal subsidiebedrag |
De Val |
1,46 |
15.000 |
|
||
Klein Beijerenpolder |
12,83 |
3.000 |
Weel in de Heerepolder |
2,64 |
17.000 |
Oosterschenge |
7,97 |
45.000 |
Kruisdijk |
1,96 |
7.000 |
Hans Vrieseschans |
1,01 |
3.000 |
De Blikken |
16,75 |
25.000 |
Inlaag Hoofdplaat |
2,93 |
25.000 |
Braakman Zuid - Isabellahaven |
30,32 |
275.000 |
Margarethapolder |
52,84 |
70.000 |
Pereboomsgat |
8,60 |
5.000 |
Totaal |
139,31 |
490.000 |
Paragraaf 3.3 Aanvraagperiode en loket voor indiening
Artikel 17 Aanvraagperiode en loket voor indiening
Aanvragen voor subsidies SKNL op grond van dit openstellingsbesluit kunnen in de periode vanaf 1 januari 2018 tot en met 31 oktober 2018 ingediend worden bij de provincie Zeeland door middel van het beschikbaar gestelde Aanvraagformulier Subsidies SKNL Zeeland 2018.
Hoofdstuk 4 Tarieven
Artikel 18 tarieven begrotingsjaar 2018
- 1.
De jaarvergoeding voor de landschapsbeheertypen binnen een natuurterrein als bedoeld in bijlage 1 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 2 behorende bij dit besluit.
- 2.
De jaarvergoeding voor de natuurbeheertypen als bedoeld in bijlage 2 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit.
- 3.
De jaarvergoeding monitoring van natuurbeheertypen binnen een natuurterrein is opgenomen in bijlage 3 behorende bij dit besluit.
- 4.
De jaarvergoeding voor de toeslagen als bedoeld in artikel 2.4 van de SVNL2016 is opgenomen in bijlage 1 behorende bij dit besluit. De vaartoeslag is beperkt tot maximaal 100 ha per vaargebied.
- 5.
De jaarvergoeding voor de agrarische beheerpakketten, opgenomen in bijlage 3, onderdelen B.1 en B.2, van de SVNL, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 4, in euro’s per eenheid vastgesteld;
- 6.
De jaarvergoeding voor de beheerpakketten landschap buiten natuurterreinen, opgenomen in bijlage 6, onderdelen B.1 en B.2 van de SVNL, worden voor dit begrotingsjaar conform de bij dit besluit gevoegde bijlage 5, in euro’s per eenheid vastgesteld;
- 7.
De maximale subsidie voor aanleg en herstel van een natuurterrein wordt op grond van artikel 14 lid 3 van de SKNL bepaald en bedraagt € 9.000,- /ha voor de realisatie van een natuurbeheertype en bedraagt € 11.428,- /ha voor de realisatie van een landschapstype.
- 8.
Het percentage voor dit begrotingsjaar als bedoeld in artikel 44, vierde lid, van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, zoals die luidde tot 1 oktober 2004, waarmee de subsidie functieverandering voor de subsidies die zijn verleend op grond van aanvragen voor de begrotingsjaren 2000 tot en met 2006 wordt verhoogd, bedraagt 0,32 %.
- 9.
De opslag voor prijsstijging zoals bedoeld in artikel 1.1 sub v van de SVNL2016, waarmee de tarieven in bijlage 1 worden verhoogd, bedraagt 3,93%.
Hoofdstuk 5 Voorbehouden
Artikel 19 Subsidiabele terreinen
- 1.
De subsidies als opgenomen in hoofdstuk 1 van dit besluit (natuurbeheer) worden uitsluitend verstrekt voor zover het perceel/terrein als subsidiabel is aangemerkt op de Subsidiekaart SVNL Zeeland 2018 behorende bij dit besluit (bijlage 6).
De Subsidiekaart SVNL Zeeland 2018 wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (https://www.portaalnatuurenlandschap.nl/) en de provinciale website https://www.zeeland.nl.
- 2.
De subsidies als opgenomen in hoofdstuk 3 van dit besluit (investering en functieverandering) worden uitsluitend verstrekt voor zover het perceel/terrein als subsidiabel is aangemerkt op de Subsidiekaart SKNL Zeeland 2018 behorende bij dit besluit (bijlage 7).
De Subsidiekaart SKNL Zeeland 2018 wordt ter inzage gelegd op het Provinciehuis en wordt geplaatst op het portaal Natuur en Landschap (http://www.portaalnatuurenlandschap.nl/) en de provinciale website https://www.zeeland.nl/.
- 3.
De subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 8 en 9 worden getoetst aan het vigerende Natuurbeheerplan Zeeland (2018).
Artikel 20 Voorbehoud goedkeuring Europese Commissie en Minister van Economische Zaken
De subsidies als opgenomen in dit besluit worden uitsluitend verleend voor die onderdelen die ook door de Europese Commissie en de Minister van Economische zaken zijn of worden goedgekeurd.
Artikel 21 Voorbehoud PS
De subsidieplafonds als opgenomen in dit besluit worden vastgesteld onder het voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2018 door provinciale staten van Zeeland.
Artikel 22 Voorbehoud middelen Impuls agrarisch natuurbeheer
Het subsidieplafond collectief agrarisch natuurbeheer leefgebieden (nieuwe stelsel) als opgenomen in dit besluit onder artikel 9 wordt vastgesteld onder voorbehoud van het beschikbaar komen van benodigde middelen (€ 100.000) via het rijk.
Hoofdstuk 6 Slotbepalingen
Artikel 23 Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.
Artikel 24 Uitwisselbaarheid
- 1.
De plafonds genoemd onder hoofdstuk 1 zijn onderling uitwisselbaar
- 2.
De plafonds genoemd onder hoofdstuk 2 zijn onderling uitwisselbaar
- 3.
De plafonds genoemd onder hoofdstuk 3 zijn onderling uitwisselbaar
Artikel 25 Verdeling subsidiebedrag
De verdeling van het in artikel 9 genoemde beschikbare subsidiebedrag vindt plaats op de wijze als bepaald in artikel 3.8 van de SVNL2016.
Artikel 26 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit Natuursubsidies SNL Zeeland 2018.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 26 september 2017.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 28 september 2017
De secretaris, A.W. Smit
Bijlage 1 Tarieven natuurbeheertypen en toeslagen SNL Zeeland 2018
|
|
|
|
tarief 2017 tbv |
|
|
|
|
|
herbeschikking |
tarief 2018 |
Natuurbeheertype |
€/ha/j |
€/ha/j |
|||
|
|
|
|
|
|
7301 |
|
N01.01 |
Zee en wad |
0,36 |
0,36 |
7302 |
|
N01.02 |
Duin- en kwelderlandschap |
54,76 |
57,34 |
7303 |
|
N01.03 |
Rivier- en moeraslandschap |
93,14 |
96,72 |
7304 |
|
N01.04 |
Zand- en kalklandschap |
70,19 |
74,23 |
7311 |
|
N02.01 |
Rivier |
3,64 |
3,87 |
7321 |
|
N03.01 |
Beek en bron |
73,93 |
76,19 |
7331 |
|
N04.01 |
Kranswierwater |
42,56 |
42,82 |
7332 |
|
N04.02 |
Zoete plas |
42,86 |
43,13 |
7333 |
|
N04.03 |
Brak water |
53,51 |
53,51 |
7334 |
|
N04.04 |
Afgesloten zeearm |
0,36 |
0,36 |
7341 |
|
N05.01 |
Moeras |
715,71 |
705,71 |
7342 |
|
N05.02 |
Gemaaid rietland |
475,04 |
485,34 |
7351 |
|
N06.01 |
Veenmosrietland en moerasheide |
1.648,83 |
1.614,62 |
7352 |
|
N06.02 |
Trilveen |
1.938,14 |
1.898,07 |
7353 |
|
N06.03 |
Hoogveen |
145,16 |
150,09 |
7354 |
|
N06.04 |
Vochtige heide |
220,31 |
233,93 |
7355 |
|
N06.05 |
Zwakgebufferd ven |
54,38 |
55,60 |
7356 |
|
N06.06 |
Zuur ven of hoogveenven |
70,05 |
72,11 |
7361 |
|
N07.01 |
Droge heide |
146,31 |
155,79 |
7362 |
|
N07.02 |
Zandverstuiving |
91,29 |
93,82 |
7381 |
|
N08.01 |
Strand en embryonaal duin |
7,85 |
8,75 |
7382 |
|
N08.02 |
Open duin |
210,97 |
237,11 |
7383 |
|
N08.03 |
Vochtige duinvallei |
951,63 |
981,86 |
7384 |
|
N08.04 |
Duinheide |
168,54 |
179,66 |
7391 |
|
N09.01 |
Schor of kwelder |
103,64 |
110,83 |
7401 |
|
N10.01 |
Nat schraalland |
1.631,45 |
1.619,84 |
7402 |
|
N10.02 |
Vochtig hooiland |
947,16 |
969,46 |
7411 |
|
N11.01 |
Droog schraalland |
553,49 |
573,00 |
7421 |
|
N12.01 |
Bloemdijk |
1.468,17 |
1.766,85 |
7422 |
|
N12.02 |
Kruiden- en faunarijk grasland |
173,08 |
171,11 |
7423 |
|
N12.03 |
Glanshaverhooiland |
362,09 |
371,87 |
7424 |
|
N12.04 |
Zilt- en overstromingsgrasland |
440,49 |
429,44 |
7425 |
|
N12.05 |
Kruiden- en faunarijke akker |
701,79 |
713,69 |
7426 |
|
N12.06 |
Ruigteveld |
82,49 |
85,28 |
7431 |
|
N13.01 |
Vochtig weidevogelgrasland |
511,41 |
536,93 |
7432 |
|
N13.02 |
Wintergastenweide |
19,06 |
22,60 |
7441 |
|
N14.01 |
Rivier- en beekbegeleidend bos |
31,56 |
33,58 |
7442 |
|
N14.02 |
Hoog- en laagveenbos |
16,14 |
17,23 |
7443 |
|
N14.03 |
Haagbeuken- en essenbos |
47,84 |
51,28 |
7451 |
|
N15.01 |
Duinbos |
53,93 |
58,10 |
7452 |
|
N15.02 |
Dennen-, eiken en beukenbos |
84,74 |
90,58 |
|
|
N16.01 |
Droog bos met productie (vervallen per 1-1-2018) |
- |
- |
|
|
N16.02 |
Vochtig bos met productie (vervallen per 1-1-2018) |
- |
- |
|
|
N16.03 |
Droog bos met productie (nieuw vanaf 1-1-2018) |
20,80 |
24,33 |
|
|
N16.04 |
Vochtig bos met productie (nieuw vanaf 1-1-2018) |
40,29 |
43,77 |
7482 |
|
N17.02 |
Droog hakhout |
394,72 |
401,13 |
7483 |
|
N17.03 |
Park- en stinzenbos |
243,47 |
248,72 |
7484 |
|
N17.04 |
Eendenkooi |
2.164,76 |
2.169,72 |
|
|
N17.05 |
Wilgengriend (tarief vanaf 1-1-2018) |
3.225,79 |
3.269,03 |
|
|
N17.06 |
Vochtig en hellinghakhout (tarief vanaf 1-1-2018) |
552,32 |
565,43 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Recreatietoeslag (vervallen per 1-1-2018) |
- |
- |
7590 |
|
|
Openstellingsbijdrage: voorzieningenbijdrage (nieuw vanaf 1-1-2018) |
37,07 |
37,18 |
|
|
|
Openstellingsbijdrage: toezichtsbijdrage (nieuw vanaf 1-1-2018) |
16,68 |
16,73 |
7841 |
|
|
toeslag gescheperde kuddes hoog |
452,08 |
439,59 |
8499 |
|
|
toeslag gescheperde kuddes laag |
277,80 |
272,26 |
8494 |
|
|
toeslag vaarland |
466,14 |
467,63 |
Bijlage 2 Tarieven landschapsbeheertypen SNL Zeeland 2018
|
|
|
tarief 2017 tbv |
|
|
|
|
herbeschikking |
tarief 2018 |
landschapsbeheertype |
€/ha/j |
€/ha/j |
||
|
|
eenheid |
|
|
L01.01.00 |
Poel en klein historisch water - gemiddeld |
stuks |
128,73 |
129,54 |
L01.02.00 |
Houtwal en houtsingel - gemiddeld |
ha |
2.997,32 |
3.057,08 |
L01.03.00 |
Elzensingel bedekking - gemiddeld |
100 m |
95,00 |
96,60 |
L01.05.00 |
Knip- of scheerheg jaarlijkse cyclus - gemiddeld |
100 m |
210,45 |
216,50 |
L01.06.00 |
Struweelhaag |
100 m |
264,74 |
257,21 |
L01.07.00 |
Laan |
100 m |
259,23 |
264,45 |
L01.08.00 |
Knotboom - gemiddeld |
stuks |
11,12 |
11,37 |
L01.09.00 |
Hoogstamboomgaard |
ha |
1.684,50 |
1.705,31 |
L01.16.00 |
Bossingel (tarief vanaf 1-1-2018) |
ha |
1.518,56 |
1.547,41 |
Bijlage 3 Tarieven monitoring natuurbeheertypen SNL Zeeland 2018
|
|
|
tarief 2017 tbv |
|
|
|
|
herbeschikking |
tarief 2018 |
natuurbeheertype |
€/ha/j |
€/ha/j |
||
|
|
|
|
|
N01.02 |
|
Duin- en kwelderlandschap |
15,64 |
16,71 |
N01.03 |
|
Rivier- en moeraslandschap |
9,48 |
10,13 |
N01.04 |
|
Zand- en kalklandschap |
8,52 |
9,10 |
N05.01 |
|
Moeras |
19,40 |
23,65 |
N05.02 |
|
Gemaaid rietland |
11,79 |
12,60 |
N06.01 |
|
Veenmosrietland en moerasheide |
24,64 |
26,33 |
N06.02 |
|
Trilveen |
21,14 |
22,59 |
N06.03 |
|
Hoogveen |
28,57 |
30,53 |
N06.04 |
|
Vochtige heide |
14,71 |
15,72 |
N06.05 |
|
Zwakgebufferd ven |
91,59 |
97,88 |
N06.06 |
|
Zuur ven of hoogveenven |
91,50 |
97,77 |
N07.01 |
|
Droge heide |
13,54 |
14,47 |
N07.02 |
|
Zandverstuiving |
13,54 |
14,47 |
N08.01 |
|
Strand en embryonaal duin |
7,45 |
7,96 |
N08.02 |
|
Open duin |
19,60 |
20,95 |
N08.03 |
|
Vochtige duinvallei |
25,08 |
26,80 |
N08.04 |
|
Duinheide |
13,54 |
14,47 |
N09.01 |
|
Schor of kwelder |
17,48 |
18,68 |
N10.01 |
|
Nat schraalland |
28,48 |
30,43 |
N10.02 |
|
Vochtig hooiland |
20,67 |
22,09 |
N11.01 |
|
Droog schraalland |
16,93 |
18,09 |
N12.01 |
|
Bloemdijk |
15,08 |
16,12 |
N12.02 |
|
Kruiden- en faunarijk grasland |
2,89 |
5,08 |
N12.03 |
|
Glanshaverhooiland |
15,67 |
16,74 |
N12.04 |
|
Zilt- en overstromingsgrasland |
17,48 |
18,68 |
N12.05 |
|
Kruiden- en faunarijke akker |
8,50 |
9,08 |
N12.06 |
|
Ruigteveld |
4,80 |
5,13 |
N13.01 |
|
Vochtig weidevogelgrasland |
7,66 |
8,19 |
N14.01 |
|
Rivier- en beekbegeleidend bos |
18,08 |
19,32 |
N14.02 |
|
Hoog- en laagveenbos |
9,68 |
10,34 |
N14.03 |
|
Haagbeuken- en essenbos |
16,32 |
17,44 |
N15.01 |
|
Duinbos |
7,07 |
7,55 |
N15.02 |
|
Dennen-, eiken- en beukenbos |
7,07 |
7,55 |
N16.03 |
|
Droog bos met productie (nieuw vanaf 1-1-2018) |
4,74 |
5,06 |
N16.04 |
|
Vochtig bos met productie (nieuw vanaf 1-1-2018) |
4,74 |
5,06 |
N17.02 |
|
Droog hakhout |
2,87 |
3,07 |
N17.03 |
|
Park- en stinzenbos |
2,87 |
3,07 |
N17.05 |
|
Wilgengriend (tarief vanaf 1-1-2018) |
13,36 |
14,27 |
N17.06 |
|
Vochtig en hellinghakhout (tarief vanaf 1-1-2018) |
13,36 |
14,27 |
Bijlage 4 Tarieven agrarisch natuurbeheer SNL Zeeland (oud stelsel) 2018
Agrarisch beheertype/beheerpakket |
€/ha/j |
||
A01.01.01 |
Weidevogelgrasland met een rustperiode |
||
A01.01.01a |
Rustperiode van 1 april tot 1 juni |
274,95 |
|
A01.01.01b |
Rustperiode van 1 april tot 8 juni |
400,09 |
|
A01.01.01c |
Rustperiode van 1 april tot 15 juni |
531,75 |
|
A01.01.01d |
Rustperiode van 1 april tot 22 juni |
598,98 |
|
A01.01.01e |
Rustperiode van 1 april tot 1 juli |
1028,35 |
|
A01.01.01f |
Rustperiode van 1 april tot 15 juli |
1190,39 |
|
A01.01.01g |
Rustperiode van 1 april tot 1 augustus |
1375,57 |
|
A01.01.02 |
Weidevogelgrasland met voorweiden |
||
A01.01.02a |
Voorweiden 1 mei tot 15 juni |
229,73 |
|
A01.01.02b |
Voorweiden 8 mei tot 22 juni |
229,73 |
|
A01.01.03 |
Plas-dras |
||
Plas-dras |
|||
A01.01.03a |
Inundatieperiode 15 februari tot 15 april |
758,5 |
|
A01.01.03b |
Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei |
1211,05 |
|
A01.01.03c |
Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni |
1981,43 |
|
A01.01.03d |
Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus |
1981,43 |
|
Greppel plas-dras |
|||
A01.01.03e |
Inundatieperiode 15 februari tot 15 april |
758,5 |
|
A01.01.03f |
Inundatieperiode 15 februari tot 15 mei |
1211,05 |
|
A01.01.03g |
Inundatieperiode 15 februari tot 15 juni |
1981,43 |
|
A01.01.03h |
Inundatieperiode 15 februari tot 1 augustus |
1981,43 |
|
A01.01.04 |
Landbouwgrond met legselbeheer |
||
A01.01.04a1 |
Legselbeheer op grasland 35 broedparen |
69,17 |
|
A01.01.04a1 |
Legselbeheer op grasland 50 broedparen |
87,82 |
|
A01.01.04a1 |
Legselbeheer op grasland 75 broedparen |
108,41 |
|
A01.01.04a1 |
Legselbeheer op grasland 100 broedparen |
129,84 |
|
A01.01.04b |
Legselbeheer op bouwland en/of grasland |
51,66 |
|
A01.01.04c1.ut |
Legselbeheer op grasland 150 broedparen plus maaitrappen |
316,31 |
|
A01.01.04c2.ut |
Legselbeheer op grasland 200 broedparen plus maaitrappen |
359,11 |
|
A01.01.04c3.ut |
Legselbeheer op grasland 300 broedparen plus maaitrappen |
380,9 |
|
A01.01.05 |
Kruidenrijk weidevogelgrasland |
||
A01.01.05a |
Kruidenrijk weidevogelgrasland |
1028,35 |
|
A01.01.05b |
Kruidenrijk weidevogelgraslandrand |
926,62 |
|
A01.01.06 |
Extensief beweid weidevogelgrasland |
||
A01.01.06 |
Extensief beweid weidevogelgrasland |
495,04 |
|
A01.02.01 |
Bouwland met broedende akkervogels |
||
A01.02.01a1 (2010) |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond |
2138,73 |
|
A01.02.01a2 (2010) |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond |
1652,31 |
|
A01.02.01b1 (2010) |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op kleigrond |
2138,73 |
|
A01.02.01b2 (2010) |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd op zandgrond |
1652,31 |
|
A01.02.01c1 (2010) |
Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond |
2138,73 |
|
A01.02.01c2 (2010) |
Bouwland met broedende akkervogels: In het derde of vierde jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond |
1652,31 |
|
A01.02.01a1 |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op kleigrond |
2138,73 |
|
A01.02.01a2 |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 maart en 15 april worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel op zandgrond |
1652,31 |
|
A01.02.01b1 |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op kleigrond |
2138,73 |
|
A01.02.01b2 |
Bouwland met broedende akkervogels: Jaarlijks dient 20-50% van de beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd op zandgrond |
1652,31 |
|
A01.02.01c1 |
Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op klei |
2138,73 |
|
A01.02.01c2 |
Bouwland met broedende akkervogels: In 3e en 4e jaar dient de gehele beheereenheid opnieuw tussen 1 sept en 15 april te worden geploegd en opnieuw ingezaaid met een in het natuurbeheerplan voorgeschreven zaaimengsel… Roulatie mogelijk op zand |
1652,31 |
|
A01.02.01d1 |
De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op klei |
1739,63 |
|
A01.02.01d2 |
De beheereenheid is minimaal 12 meter breed. Tussen 15 april en 31 aug mag max. 10% van de oppervlakte bedekt zijn met rijsporen …. Roulatie mogelijk op zand |
1302,33 |
|
A01.02.02 |
Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels |
||
A01.02.02a |
Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels klei |
2028,24 |
|
A01.02.02b |
Bouwland met doortrekkende en overwinterende akkervogels zand |
1744,97 |
|
A01.02.03 |
Bouwland voor hamsters |
||
A01.02.03a |
Bouwland voor hamsters, vollevelds |
2240,05 |
|
A01.02.03b |
Opvangstrook voor hamsters |
2028,24 |
|
Agrarisch beheertype/beheerpakket |
€/ha/j |
||
A01.03.01 |
Overwinterende ganzen |
||
A01.03.01a |
Ganzen op grasland |
min |
118 |
max |
725,81 |
||
A01.03.01b |
Ganzen op bouwland |
min |
73 |
max |
756,8 |
||
A01.03.01c |
Ganzen op vroege groenbemester |
252 |
|
A01.03.01d |
Ganzen op late groenbemester |
252 |
|
A01.03.02 |
Overzomerende ganzen |
||
A01.03.02.Lb |
Opvang overzomerende grauwe ganzen Maasplassen |
940 |
|
A01.04 |
Insectenrijke graslanden |
|
|
A01.04.01a.Lb |
Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: basis |
1386,98 |
|
A01.04.01b.Lb |
Insectenrijk graslandperceelsbeheer Roerdal: plus |
1991,11 |
|
A01.04.02.Lb |
Insectenrijke graslandranden Roerdal |
1991,11 |
|
A01.05.01 |
Foerageerrand Bever |
||
A01.05.01.Lb |
Foerageerrand Bever |
0 |
|
A02.01 |
Botanisch grasland |
||
A02.01.01 |
Botanisch weiland |
1020,09 |
|
A02.01.02 |
Botanisch hooiland |
1164,83 |
|
A02.01.03 |
Botanische weide-of hooilandrand |
||
A02.01.03a |
Botanische weiderand |
1020,09 |
|
A02.01.03b |
Botanische hooilandrand |
1350,02 |
|
A02.01.04 |
Botanisch bronbeheer |
1803,98 |
|
A02.02 |
Akker met waardevolle flora |
||
A02.02.01a |
Akker met waardevolle flora: Drie van de zes jaar graan |
149,63 |
|
A02.02.01b |
Akker met waardevolle flora: Vier van de zes jaar graan |
441,76 |
|
A02.02.01c |
Akker met waardevolle flora: Vijf van de zes jaar graan |
521,6 |
|
A02.02.02 |
Chemie en kunstmestvrij land |
||
A02.02.02a |
Chemie en kunstmestvrij land: Drie van de zes jaar graan |
663,24 |
|
A02.02.02b |
Chemie en kunstmestvrij land: Vier van de zes jaar graan |
725,42 |
|
A02.02.02c |
Chemie en kunstmestvrij land: Vijf van de zes jaar graan |
766,5 |
|
A02.02.03 |
Akkerflora randen |
||
A02.02.03 |
Akkerflora randen |
1652,31 |
Bijlage 5 Tarieven landschapsbeheer buiten natuurterreinen SNL Zeeland (oud stelsel) 2018
Landschapsbeheertype |
eenheid |
€/eenheid/j |
|
L01.01 |
Landschapsbeheertype Poel en klein historisch water |
||
L01.01.01b |
Poel en klein historisch water < 175 m2 |
per stuk per jaar |
65,39 |
L01.01.01b |
Poel en klein historisch water > 175 m2 |
per stuk per jaar |
105,89 |
L01.02 |
Landschapsbeheertype Houtwal en houtsingel |
||
L01.02.01 |
Houtwal en houtsingel |
are per jaar |
26,66 |
L01.02.02 |
Hoge houtwal |
are per jaar |
33,28 |
L01.02.03 |
Holle weg en graft |
are per jaar |
31,52 |
L01.03 |
Landschapsbeheertype Elzensingel |
||
L01.03.01a |
Elzensingel bedekking 30-50% |
100 meter per jaar |
44,31 |
L01.03.01b |
Elzensingel bedekking >50-75% |
100 meter per jaar |
69,91 |
L01.03.01c |
Elzensingel bedekking >75% |
100 meter per jaar |
98,47 |
L01.04 |
Landschapsbeheertype Bossingel en bosje |
||
L01.04.01 |
Bossingel en bosje |
are per jaar |
19,34 |
L01.05 |
Landschapsbeheertype Knip- en scheerheg |
||
L01.05.01a |
Knip- en scheerheg jaarlijkse cyclus |
100 meter per jaar |
271,68 |
L01.05.01b |
Knip- en scheerheg 2-3 jaarlijkse cyclus |
100 meter per jaar |
173,88 |
L01.06 |
Landschapsbeheertype Struweelhaag |
||
L01.06.01a |
Struweelhaag cyclus 5-7 jaar |
100 meter per jaar |
235,95 |
L01.06.01b |
Struweelhaag cyclus >12 jaar |
100 meter per jaar |
164,26 |
L01.07 |
Landschapsbeheertype Laan |
||
L01.07.01a |
Laan stamdiameter < 20 cm |
100 meter per jaar |
59,99 |
L01.07.01b |
Laan stamdiameter 20-60 cm |
100 meter per jaar |
113,02 |
L01.07.01c |
Laan stamdiameter > 60 cm |
100 meter per jaar |
254,75 |
L01.08 |
Landschapsbeheertype Knotboom |
||
L01.08.01a |
Knotboom stamdiameter < 20 cm |
per stuk per jaar |
2,46 |
L01.08.01b |
Knotboom stamdiameter 20-60 cm |
per stuk per jaar |
7,61 |
L01.08.01c |
Knotboom stamdiameter > 60 cm |
per stuk per jaar |
9,64 |
L01.09 |
Landschapsbeheertype Hoogstamboomgaard |
||
L01.09.01 |
Hoogstamboomgaard |
hectare per jaar |
1.618,31 |
L01.09.02.Z |
Halfstamboomgaard bij historische boerderijen |
hectare per jaar |
0,00 |
L01.10 |
Landschapsbeheertype Struweelrand |
||
L01.10.01 |
Struweelrand |
are per jaar |
9,38 |
L0.11 |
Landschapsbeheertype Hakhoutbosje |
||
L01.11.01a |
Hakhoutbosje met langzaamgroeiende soorten |
are per jaar |
6,62 |
L01.11.01b |
Hakhoutbosje met snelgroeiende soorten |
are per jaar |
12,27 |
L01.12 |
Landschapsbeheertype Griendje |
||
L01.12.01 |
Griendje |
are per jaar |
23,00 |
L01.13 |
Landschapsbeheertype Bomenrij en solitaire bomen |
||
L01.13.01a |
Bomenrij gemiddelde stamdiameter < 20 cm |
100 meter per jaar |
27,37 |
L01.13.01b |
Bomenrij gemiddelde stamdiameter 20-60 cm |
100 meter per jaar |
37,26 |
L01.13.01c |
Bomenrij gemiddelde stamdiameter >60 cm |
100 meter per jaar |
56,38 |
L01.13.02a |
Solitaire boom gemiddelde stamdiameter < 20 cm |
per stuk per jaar |
4,38 |
L01.13.02b |
Solitaire boom gemiddelde stamdiameter 20-60 cm |
per stuk per jaar |
5,96 |
L01.13.02c |
Solitaire boom gemiddelde stamdiameter >60 cm |
per stuk per jaar |
9,02 |
L01.13.03.Z |
Leibomen bij historische boerderijen |
per stuk per jaar |
0,00 |
L01.14 |
Landschapsbeheertype Rietzoom en klein rietperceel |
||
L01.14.01a |
Rietzoom 2-5 meter |
100 meter per jaar |
42,50 |
L01.14.01b |
Rietzoom > 5 meter en klein rietperceel |
hectare per jaar |
640,67 |
L01.15 |
Landschapsbeheertype Natuurvriendelijke oever |
||
L01.15.01 |
Natuurvriendelijke oever |
100 meter per jaar |
52,31 |
L03 |
Aardwerk en groeve |
||
L03.01.00 |
Aardwerk en groeve |
hectare per jaar |
966,27 |
L03.01.02.ZH |
Schurvelingen en zandwallen op Goeree |
hectare per jaar |
0,00 |
L04 |
Recreatieve landschapselementen |
||
L04.01.01 |
Wandelpad over boerenland |
100 meter per jaar |
84,32 |
Bijlage 6 Subsidiekaart SVNL-N Zeeland 2018
Bijlage 7 Subsidiekaart SKNL Zeeland 2018
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl