“BELEIDSREGELS TERRASSEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017”

Geldend van 15-03-2023 t/m heden

Intitulé

“BELEIDSREGELS TERRASSEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017”

De burgemeester van Schouwen-Duiveland en het college van burgemeester en wethouders, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op artikel 2:10 en artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2015 en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het in het kader van de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en uit een oogpunt van openbare orde, in het belang van de bruikbaarheid of een doelmatig en veilig gebruik van de weg en het doelmatig beheer en onderhoud daarvan, alsmede de redelijke eisen van welstand in relatie tot de omgeving, wenselijk is regels te stellen voor het hebben en houden van terrassen op of aan de weg of op een openbare plaats;

besluiten:

vast te stellen de “Beleidsregels terrassen gemeente Schouwen-Duiveland 2017”.

Afdeling 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Apv: de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland;

vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 2:28 derde lid van de Apv;

horecabedrijf: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een horecabedrijf wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder horecabedrijf wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;

terras: een buiten de besloten ruimte van een openbare inrichting liggend deel van het horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt;

incidenteel terras: een terras dat slechts tijdens en ten behoeve van een evenement wordt ingericht en geëxploiteerd;

overdekt terras: een terras dat aan maximaal drie zijden en de bovenzijde wordt omgeven door een afscherming. In elk geval is hier sprake van als voor de afscherming een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen benodigd is;

verwarmd terras; een terras waar op enig moment verwarming aanwezig is;

terrasmeubilair; alle attributen die op het terras worden geplaatst ten behoeve van de exploitatie van het terras. Dat zijn in ieder geval: stoelen, banken, tafels, menuborden, plantenbakken, parasols en bestekkasten;

ondersteunende horeca: een gelegenheid waarbij het doel van de ondernemer niet primair gericht is op het verstrekken van consumptieve goederen, maar slechts ter ondersteuning van de hoofdactiviteit;

verkoopvloeroppervlakte: de verkoopruimte, dat wil zeggen het voor het winkelend publiek toegankelijke deel van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbanken en kassa’s;

openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet en wat de Apv onder artikel 1.1 daaronder verstaat;

openbare inrichting: zoals bedoeld in artikel 2:27 Apv;

weg: de weg als bedoeld in artikel 1 eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet;

rijbaan: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, ofwel elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden;

aanloopstraat of –route Zierikzee: die straat of route in Zierikzee waar loopstroken zijn gecreëerd om het publiek naar het kerngebied te leiden, een en ander zoals in de Visie openbare ruimte kerngebied Zierikzee is verwoord;

kerngebied Zierikzee: die straten, pleinen of routes in Zierikzee waarin de bedrijvigheid of winkels overheersend zijn, een en ander zoals in de Visie openbare ruimte kerngebied Zierikzee is verwoord;

KLIC-melding: de verplichte melding over de ligging van eventuele kabels en leidingen op de graaflocatie bij het Kadaster;

beeldkwaliteitsplan: een samenhangend pakket van aanbevelingen en/of richtlijnen voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in een bepaald gebied;

kermislocaties: die locaties die in het kermisbeleidsplan voor de kermissen zijn aangewezen

zomerterrasuitbreiding: een uitbreiding van een terras gedurende de periode van 1 mei tot 1 september waarbij in beginsel alleen extra tafels en stoelen worden uitgestald van het zelfde type en met dezelfde uitstraling als het oorspronkelijke terras.

Artikel 2 Werkingssfeer

  • 1. Terrassen op een openbare plaats vallen onder de werkingsfeer van deze beleidsregels, waaronder ook terrassen op eigen grond en bij ondersteunenden horeca.

  • 2. Terrassen grenzend aan de binnenruimte van een strandpaviljoen vallen niet onder deze beleidsregels.

  • 3. Terrassen op het strand vallen wel onder deze beleidsregels, met dien verstande dat de burgemeester rekening houdt met het bepaalde in de beleidsnota ‘Cafetariamodel strandpaviljoens’ en de Welstandsnota Schouwen-Duiveland.

Afdeling 2 Vergunning

Artikel 3 Vergunningplicht

Indien de vergunningaanvraag (mede) betrekking heeft op een terras op een openbare plaats, beslist de burgemeester ingevolge artikel 2:28 van de Apv en in afwijking van artikel 2:10 van de Apv, over de ingebruikneming van die openbare plaats ten behoeve van het terras.

Artikel 4 Aanvraag en besluit

  • 1. Terrassen op het strand vallen wel onder deze beleidsregels, met dien verstande dat de burgemeester rekening houdt met het bepaalde in de beleidsnota ‘Cafetariamodel strandpaviljoens’ en de Welstandsnota Schouwen-Duiveland.

  • 2. De burgemeester beslist met toepassing van artikel 1:2 van de Apv in principe binnen 8 weken nadat een ontvankelijke aanvraag is ingediend.

  • 3. Indien nodig, bijvoorbeeld als de bibobprocedure een extra behandeltijd vergt, kan de beslistermijn worden verlengd naar een redelijke andere beslistermijn.

  • 4. Indien naast de terrasvergunning ook een omgevingsvergunning benodigd is, beslist het college van burgemeester en wethouders, met toepassing van artikle 3:9 Wabo, in principe binnen 8 weken nadat een ontvankelijke aanvraag is ingediend.

  • 5. De beslistermijn in lid 4 kan met ten hoogste 6 weken worden verlengd.

Artikel 5 Looptijd

  • 1. Een vergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de burgemeester met het oog op de belangen die artikel 2:28 van de Apv beoogt te beschermen, besluit tot het verstrekken van een vergunning voor bepaalde tijd en als het om een zomer terrasuitbreiding gaat die niet jaarlijks terugkerend in de periode van 1 mei tot 1 september wordt geplaatst.

  • 2. De vergunning is persoonsgebonden en locatiegebonden.

  • 3. Indien de aanvrager hierom verzoekt, kan de burgemeester besluiten tot het verlenen van een incidentele vergunning ten behoeve van een evenement voor maximaal 3 aaneengesloten dagen.

Artikel 6 Intrekking en wijziging

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 van de Apv kan de burgemeester de vergunning intrekken of wijzigen op gronden die zijn genoemd in artikel 2:10 eerste lid, artikel 2:28 tweede en vierde lid van de Apv en artikel 3 lid 1 van de wet Bibob.

Artikel 7 Weigering

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 van de Apv kan de burgemeester de vergunning weigeren op de gronden die zijn genoemd in artikel 2:10 eerste lid, artikel 2:28 tweede en vierde lid van de Apv en artikel 3 lid 1 van de wet Bibob.

Artikel 8 Voorschriften

  • 1. De burgemeester respectievelijk het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en uit een oogpunt van openbare orde respectievelijk de bruikbaarheid van de weg, het doelmatig en veilig gebruik van de weg, het doelmatig beheer en onderhoud van de weg, alsmede de redelijke eisen van welstand in relatie tot de omgeving, aan een vergunning de volgende voorschriften verbinden:

  • a.

    Het terras moet worden opgesteld zoals aangegeven op de bij de vergunning gevoegde en gewaarmerkte situatietekening. De oppervlakte die is ingetekend mag niet worden overschreden.

  • b.

    Het terras dient te voldoen aan de redelijke eisen van welstand zoals opgenomen in bijlage 2 van deze beleidsregels.

  • c.

    Ingeval de burgemeester dit met het oog op een doelmatig onderhoud en gebruik van de weg of in het belang van de openbare orde vordert, dient het terras geheel of gedeeltelijk te worden ontruimd.

  • d.

    Het terras en de omgeving van het terras worden door de vergunninghouder voortdurend schoon en in een behoorlijke staat van onderhoud gehouden.

  • e.

    Het is toegestaan op het terras één of meerdere buitentappunten in te richten.

  • f.

    Glaswerk en dranken mogen zich niet buiten het terras bevinden.

  • g.

    Terrasoverkappingen en parasols die tijdens de uren dat het terras niet wordt geëxploiteerd buiten staan, dienen ingeklapt en/of opgedraaid te worden.

  • h.

    Het ten gehore brengen van muziek op het terras is toegestaan binnen de grenzen van de voorschriften van het Activiteitenbesluit milieubeheer.

  • i.

    Indien zich onder het terras kabels, leidingen of rioleringen bevinden, of deze daar moeten worden aangelegd en de daarop rechthebbende daaraan noodzakelijke werkzaamheden moet verrichten, dient het terras na aanzegging door de rechthebbende ontruimd te worden en dienen eventueel aanwezige belemmerende windschermen en poeren te worden verwijderd, alles door en op kosten van de KLIC-melder.

  • j.

    Brandkranen dienen vrij toegankelijk te zijn voor hulpverleningsdiensten.

  • k.

    De opstelling van het terras dient zodanig te zijn dat ontvluchting via de (nood)uitgangen niet gehinderd wordt.

  • l.

    De plantenbakken en het menubord op het terras mogen geen belemmering vormen voor derden zoals voetgangers, fietsers en ander verkeer. Ze staan dan ook binnen de terrasgrenzen.

  • m.

    De vergunninghouder dient alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen teneinde te voorkomen dat de gemeente of derden door het gebruik maken van de vergunning enige schade lijden. De kosten van herstel van gemeente-eigendommen zullen bij de vergunninghouder in rekening worden gebracht.

  • n.

    Indien op een terras gebruik wordt gemaakt van een tentdoek of tentzeil met een oppervlakte van ten minste 25 m² en er geen sprake is van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk, dan is in het kader van brandveiligheid NTA 8020-40 van toepassing.

  • o.

    Terrasverwarming is toegestaan, mits die voldoet aan de eisen van brandveiligheid en de milieuregelgeving.

  • p.

    Terrassen op de kermislocaties van de gemeentelijke kermissen, die na vaststelling van de beleidsregels terrassen gemeente Schouwen Duiveland 2017 van een terrasvergunning zijn voorzien, dienen ten behoeve van de opbouw, afbouw en exploitatie van de kermissen te worden verwijderd.

  • q.

    Het bevoegd bestuursorgaan kan eisen dat bij een evenement de terrassen op de beoogde evenementlocatie worden verwijderd.

  • 2. Ingevolge artikel 1:4 eerste lid van de Apv kan het bevoegde bestuursorgaan aan de vergunning andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

Afdeling 3 Situering en inrichting terrassen

Artikel 9 Situering en locatie

  • 1. Bij de beoordeling van een aanvraag om een vergunning voor een terras of een uitbreiding daarvan worden de volgende uitgangspunten in acht genomen:

  • a.

    Een terras is in beginsel slechts toegestaan voor en ter breedte van het bij de vergunninghouder in gebruik zijnde (horeca)pand. Het terras kan zijn gescheiden van de gevel van de horeca-inrichting.

  • b.

    Er kan van artikel 9 lid 1 sub a worden afweken als

    - sprake is van een incidenteel terras;

    - als de inrichting van het desbetreffende gebied dit noodzakelijk maakt door bijvoorbeeld aan de zijkant of achterzijde van het horecabedrijf of aan de overzijde van de weg een terras te exploiteren;

    - als het belendende perceel/pand ook als horeca-inrichting in eigendom of gebruik gaat komen bij de exploitant van de betreffende horeca-inrichting.

  • c.

    Indien aan de openbare weg geen terras van een redelijke omvang kan worden gerealiseerd kan aan de achterzijde op eigen terrein een terras worden ingenomen als daarmee de belangen van omwonenden niet onevenredig worden geschaad.

  • d.

    De afstand van het terras tot de rijbaan heeft een breedte van tenminste 1,5 meter. Bij terrassen aan de loopstroken van de aanloopstraten in Zierikzee mag deze een meter zijn.

  • e.

    Indien de weg ter plaatse weinig gemotoriseerde verkeersdruk kent kan van sub d worden afgeweken. Voetgangers mogen echter door het terras niet de rijbaan op worden gedwongen.

  • f.

    Er mogen door de aanwezigheid van een terras geen belemmeringen ontstaan voor de omliggende percelen.

  • g.

    Het is niet mogelijk om een terras op eigen grond in een woonwijk te exploiteren, als aannemelijk is dat redelijkerwijs een ontoelaatbare mate van overlast voor de direct omliggende percelen zou ontstaan.

  • h.

    Er mag geen terras worden ingenomen direct voor de gevel van particuliere woningen.

  • i.

    Een terras mag niet worden geplaatst op een openbare parkeerplaats, tenzij deze parkeerplaats wordt gecompenseerd middels een onmiskenbaar openbare parkeerplaats aan dezelfde weg als de oorspronkelijke parkeerplaats en binnen een afstand van 150 meter of middels een financiële compensatie.

  • j.

    Voor een terras bij ondersteunende horeca geldt dat het terras niet groter mag zijn dan 50% van de verkoopvloeroppervlakte die binnen in gebruik is als horecanevenactiviteit, met een maximale oppervlakte van 25 m². Indien op basis van dit uitgangspunt geen terras mogelijk is, mag een terras van maximaal 10 m² worden geëxploiteerd.

  • k.

    een terras is in beginsel slechts toegestaan als deze past in de kaders van de dorps- en stadsvisies en afspraken in inrichtingsprojecten ten aanzien van de openbare ruimte.

Artikel 10 Inrichting

  • 1. De inrichting van een terras dient te voldoen aan de redelijke eisen van welstand zoals opgenomen in bijlage 2 van deze beleidsregels, de normen in het beeldkwaliteitsplan van de betreffende kern en de ruimtelijke eisen van het betreffende bestemmingsplan.

  • 2. Bij het verlenen van een incidentele terrasvergunning kan het bevoegde bestuursorgaan besluiten af te wijken van de in bijlage 2 genoemde welstandscriteria en de ruimtelijke eisen van het betreffende bestemmingsplan.

Afdeling 4 Slotbepalingen

Artikel 11 slotbepalingen

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels terrassen gemeente Schouwen-Duiveland 2017”.

  • 3. Bij inwerkingtreding van deze beleidsregels worden de “Beleidsregels terrassen gemeente Schouwen-Duiveland 2012” ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld door de burgemeester van Schouwen-Duiveland, voor zover het zijn bevoegdheid betreft, op 27 juni 2017

G.C.G.M. Rabelink, burgemeester

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland, voor zover het haar bevoegdheid betreft, in haar vergadering van 27 juni 2017,

M.K. van den Heuvel, G.C.G.M. Rabelink

secretaris burgemeester

Bijlage: toelichting op de “Beleidsregels terrassen gemeente Schouwen-Duiveland 2017”

1. Inleiding

De gemeente Schouwen-Duiveland is een toeristisch-recreatieve gemeente, waarin de horeca een belangrijke plaats inneemt. De horeca is een grote bron van inkomsten en terrassen leveren hieraan een positieve bijdrage. Terrassen kunnen bijdragen aan verlevendiging van het straatbeeld en de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Tegelijkertijd kunnen terrassen ook het verkeer hinderen, voor geluidsoverlast zorgen en de beeldkwaliteit van de omgeving negatief beïnvloeden. In deze beleidsregels wordt geprobeerd deze verschillende aspecten zo goed mogelijk te reguleren zodat een aanvraag voor een terrasexploitatievergunning rechtmatig kan worden verleend. Daarbij is het uitgangspunt dat de burgemeester vanuit mogelijkheden naar de aanvraag kijkt maar daarbij de algemene belangen die in de beleidsregels en andere regelgeving zijn verwerkt in acht neemt.

De Beleidsregels terrassen gemeente Schouwen-Duiveland 2017 vervangen met ingang van de datum van inwerkingtreding de Beleidsregels terrassen gemeente Schouwen-Duiveland 2012. Een aantal zaken maakt een actualisatie van de “oude” beleidsregels noodzakelijk. Als voorheen blijven we voorschriften aan een vergunning verbinden teneinde de veiligheid op en rond het terras te waarborgen en overlast te beperken. Ook toetsen we de terrasvergunningaanvraag nog aan de redelijke eisen van welstand. Maar we willen ook ruimte bieden voor meer verscheidenheid in terrasmeubilair en willen we graag de verbinding maken met onze visies op de inrichting van onze kernen. Deze zijn vaak verwoord in een beeldkwaliteitsplan en Masterplan. Verder willen we maatwerk leveren ten aanzien van de verplichte loopstrook van anderhalve meter tussen terras en rijbaan. Niet op elke locatie is anderhalve meter noodzakelijk. Waar we nu ook anders mee omgaan is het toestaan van een horecaterras op een openbare parkeerplaats. Hierin zijn we tot nu toe te toegeeflijk geweest en dat heeft overlast veroorzaakt.

Een nieuw fenomeen is dat terrassen tegenwoordig steeds meer als rookruimte van de horeca-inrichting wordt gebruikt. Dat maakt dat met name in de avonduren een terras nog al eens als een bron van overlast wordt ervaren. Verder is er een juridische noodzaak voor het actualiseren van het terrassenbeleid.

In 2015 is de Algemene plaatselijke verordening sterk gedereguleerd. Voor de terrasvergunning is de verbinding tussen artikel 2:10 (voorwerpen op/aan de weg) en artikel 2:28 gewijzigd. De verbinding bestaat uit het feit dat in artikel 2:10 het college een aantal criteria heeft opgenomen voor het stallen van voorwerpen op of aan de weg. Aan de andere kant stelt artikel 2:28 lid 3 dat de burgemeester beleidsregels kan opstellen die de belangen van artikel 2:10 uitdragen ten aanzien van terrassen.

Hier lopen bevoegdheden van college en burgemeester naast elkaar.

2. Juridisch kader terrassenbeleid

De beleidsregels terrassen is niet de enige wettelijke regeling waaraan het exploiteren van een terras wordt getoetst. Hieronder geven wij weer welke wettelijke regelingen zoal van toepassing zijn op het exploiteren van een horecaterras.

Algemene wet bestuursrecht ( Awb )

Op grond van artikel 4:81 Awb kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende bevoegdheid. Ingevolge artikel 2:28 van de Apv komt aan de burgemeester de bevoegdheid toe een vergunning te verlenen ten behoeve van de exploitatie van een horecabedrijf inclusief terras. De onderhavige beleidsregels hebben onder meer betrekking op de voorschriften die kunnen worden gesteld aan de exploitatie van een terras, deel uitmakend van een horecabedrijf. Verder komt uit de Awb voort dat de burgemeester een deugdelijke belangenafweging en een zorgvuldige besluitvorming voert om een terrasvergunning te verlenen of deze te weigeren. Ook kent de Awb een regel om in afwijking van zijn beleidsregels toch een terrasvergunning te verlenen ondanks dat hierin niet in is voorzien in die beleidsregels. Bijvoorbeeld voor een drijvend terras of een terras dat niet voor en ter breedte van het horecapand wordt opgesteld. De burgemeester moet dan het besluit extra motiveren.

Gemeentewet

Het toezicht op de terrassen in het kader van de openbare orde ligt krachtens artikel 174

Gemeentewet bij de burgemeester.

Algemene plaatselijke verordening ( Apv )

Het vergunningstelsel voor het exploiteren van een terras is vastgelegd in de Algemene plaatselijke verordening Schouwen-Duiveland 2015. In artikel 1:8, 2:10 en artikel 2:28 van de Apv worden een aantal weigeringsgronden genoemd die in acht moeten worden genomen bij het besluit op een aanvraag om een terrasvergunning. Op grond van artikel 1:8 kan een terrasvergunning worden geweigerd in het belang van:

de openbare orde;

de openbare veiligheid;

de volksgezondheid;

de bescherming van het milieu.

Artikel 2:10 lid 1 stelt dat een aanvraag om een ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen aan de weg kan worden afgewezen indien:

het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg

belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

b. het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Vervolgens maakt artikel 2:28 lid 3 Apv een verbinding met artikel 2:10 Apv zodat de burgemeester de algemene belangen die in artikel 2:10 Apv zijn vervat bij het verlenen van zijn terrasvergunningen kan beschermen.

Artikel 2:28 leden 4 en 5 stellen dat een exploitatievergunning, waaronder de terrasvergunning, kan worden geweigerd of ingetrokken indien de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting (het horecabedrijf) op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Bij dit criterium dient rekening te worden gehouden met het karakter van de straat en de wijk waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het horecabedrijf en het terras. Bij deze regel is het belangrijk dat de burgemeester een juiste belangenafweging maakt. Aan de ene kant het ondernemersbelang van de exploitant en de belangen van omwonenden of een algemeen belang.

Wet milieubeheer

De terrassen van de horeca-inrichtingen vallen onder het Activiteitenbesluit milieubeheer. Het besluit bevat bepalingen om hinder voor de omgeving te beperken of te voorkomen. De algemene voorschriften betreffende geluidhinder en indirecte hinder zijn ook van toepassing op de terrassen. Bij een eventuele klacht over geluidsoverlast wordt het inrichtingsgebonden geluid inclusief het stemgeluid van terrasbezoekers buiten beschouwing gelaten bij het toetsen aan de geluidsnormen, voor zover het terras aan de straatzijde is gelegen. Dat geluid gaat immers in het omgevingsgeluid op. Is het terras echter op een binnenplaats gelegen of is het een verwarmd en overkapt terras (winterterras) dan wordt het stemgeluid wel meegerekend in de toetsing, ook als het terras aan de straatzijde is gelegen. Ook moet de ondernemer zodanige maatregelen treffen dat hinder, veroorzaakt door komende en vertrekkende bezoekers, wordt voorkomen dan wel zoveel mogelijk wordt beperkt. Zie verder de toelichting op artikel 8.

Wet ruimtelijke ordening

In de bestemmingsplannen, die worden vastgesteld in het kader van deze wet, wordt aangegeven op welke percelen terrasexploitatie binnen de gebruiksvoorschriften valt. Terrasvergunningen worden in principe alleen afgegeven bij percelen met een horecabestemming en in de openbare ruimte waar dat binnen de gebruiksvoorschriften past. Percelen met de bestemming detailhandel, kunnen in het kader van ondersteunende horeca onder voorwaarden ook een terrasvergunning krijgen. In het bestemmingsplan worden ook bouwregels opgenomen voor onder andere terrasschermen, parasols en terrasoverkappingen. Het toetsen van de exploitatie- en terrasvergunningaanvraag aan de juiste bestemming is slechts één onderdeel van de toets. Een horecabestemming op een perceel betekent niet dat daarmee ook vanzelfsprekend een horecaterras kan worden geëxploiteerd. De vaststelling van een bestemming is slechts een planologische overweging. De burgemeester overweegt in de vergunningaanvraag ook de invloed die de terrasexploitatie heeft op de straat of wijk en aan de spanning waaraan men in de wijk reeds is blootgesteld. In een horecagebied ligt dat veel minder gevoelig dan in een woonwijk.

Drank- en Horecawet

Artikel 12, lid 1 van de Drank- en Horecawet geeft aan dat voor het gebruik van alcoholhoudende drank ter plaatse een drank- en horecavergunning nodig is. Hetzelfde geldt voor het schenken van alcoholhoudende drank op een terras. Dit betekent dat in de drank- en horecawetvergunning het terras moet zijn vermeld.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ( Wabo )

Naast een terrasvergunning kan op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tevens een omgevingsvergunning noodzakelijk zijn. Bijvoorbeeld als u het terras van met de grond verankerde schermen voorziet of een overkapping. De afdeling Ruimte en Milieu kan informatie geven over de benodigde omgevingsvergunning voor een terras. U kunt een vooroverleg aanvragen of de website www.omgevingsloket.nl geraadplegen. Voor de omgevingsvergunning is het vooral van belang of het terras en de bijbehorende bouwwerken passen in het bestemmingsplan en of het past in de welstandscriteria van de gemeente.

Indien een terrasvergunning tegelijk met een omgevingsvergunning wordt aangevraagd, dan is het wenselijk dat de terrasvergunning en omgevingsvergunning op hetzelfde moment worden verleend.

De behandelduur van een omgevingsvergunning is echter meestal langer dan die van de exploitatievergunning. Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend, zal doorgaans maximaal acht weken zijn verstreken, indien de reguliere voorbereidingsprocudure van toepassing is. De behandelduur voor een terrasexploitatievergunning is meestal 4 tot 8 weken. Indien we de terrasvergunning gedurende de behandeling van de aanvraag voor een omgevingsvergunning nog niet zouden verlenen, betekent dat het terras gedurende die periode niet geëxploiteerd kan worden. Ondernemers vinden dat onwenselijk. De terrasvergunning zal daarom waar mogelijk worden verstrekt zonder dat de omgevingsvergunningplichtige delen in de terrasvergunning zijn opgenomen. Zodra een omgevingsvergunning is verleend, zal (indien nodig) ambtshalve een nieuwe terrasvergunning worden verstrekt.

Wet Bibob

De Wet Bibob is een (preventief) bestuursrechtelijk instrument. Als er een ernstig gevaar dreigt dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt, kan het bevoegde bestuursorgaan de aanvraag weigeren of de afgegeven vergunning intrekken. Zo wordt voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert en wordt bovendien de concurrentiepositie van bonafide ondernemers beschermd. Om de mate van gevaar te bepalen, kan het bestuursorgaan een advies aanvragen bij het Bureau Bibob. Bij het aanvraagformulier voor een exploitatie- en terrasvergunning voor een horecabedrijf is een bibobvragenlijst toegevoegd. Deze moet u invullen en van bijlagen voorzien. Bij de toelichting op artikel 4 van dit beleid leest u hoe de wet Bibob een vertragende werking kan hebben op de besluitvorming van de vergunningsaanvraag.

Gemeentelijke visies

Bij de beoordeling van een aanvraag voor een terrasvergunning en de beleidsvorming van onder meer het terrassenbeleid kijken we ook naar onze visies op het vlak van de inrichting van onze kernen. Voorbeelden hiervan zijn de horecavisie, de structuurvisie Zierikzee 2030, Masterplan Renesse, Masterplan Bruinisse en de visie openbare ruimte kerngebied Zierikzee. Een belangrijk onderdeel van een masterplan is het beeldkwaliteitsplan. Een beeldkwaliteitsplan is een plan dat zich vooral richt op functionele kwaliteiten in een specifiek gebied, waarbij veelal de na te streven beeldkwaliteit wordt beschreven. Zo’n beeldkwaliteitsplan kan uitspraken doen over de gewenste stedenbouwkundige en architectonische vorm en structuur van een bepaald gebied. Ook kan een beeldkwaliteitsplan uitspraken doen over de visuele kwaliteiten van de openbare ruimte en van de architectuur. Een beeldkwaliteitsplan kan een onderdeel zijn van de ruimtelijke onderbouwing, waarbij uitdrukkelijk een verband wordt gelegd tussen de karakteristieken van een gebied en de ruimtelijke ontwikkelingen. Het beeldkwaliteitsplan kan voor een horecaterras betekenen dat uw terras aan de eisen van de beschreven ruimtelijke kwaliteit voor die kern moet voldoen.

Legesverordening en precariobelasting

Voor het aanvragen van een terrasvergunning is op basis van de legesverordening een legesbedrag verschuldigd. Voor het innemen van een terras op gemeentegrond dient tevens precariobelasting betaald te worden.

3. Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Terras.

De meeste terrassen op Schouwen-Duiveland zijn gevelterrassen, die staan direct voor en ter breedte van de horeca-inrichting tegen de gevel aan. Daarnaast zien we terrassen waarbij een weg of straat is gelegen tussen de horeca-inrichting en het terras.

In de Apv is een sluitingstijd opgenomen voor terrassen. De terrassen moeten eerder gesloten zijn dan de horeca-inrichting zelf. In de definitie van terrassen zien we het volgende staan: …..” waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt”. Dat betekent dat na sluitingstijd van het terras er geen publiek meer mag verblijven. Dat betekent ook dat het terras op dat moment niet gebruikt mag worden als rookplaats voor de bezoekers. Zodoende ontstaat er geen overlast voor omwonenden.

Kenmerkend voor een terras is dat deze buiten de besloten ruimte van de horeca-inrichting is geplaatst.

Een terras dat nagenoeg geheel is overkapt en afgeschermd is geen terras meer. Het vormt feitelijk een extra besloten lokaliteit als de exploitant daarin alcoholhoudende dranken wenst te schenken, dat wil zeggen een besloten ruimte als onderdeel van een horeca-inrichting. Een dergelijke lokaliteit moet aan het bouwbesluit én de inrichtingseisen ingevolgde de Drank-en Horecawet voldoen. Een dergelijke lokaliteit die oorspronkelijk als terras was bedoeld kan niet van een terrasvergunning worden voorzien omdat het geen terras is. Als het terras dan niet aan de inrichtingseisen van de Drank-en Horecawet voldoet mogen er geen alcoholhoudende dranken worden verstrekt. Om nog van een niet besloten gedeelte van een horeca-inrichting te spreken mag de afscherming naast de overkapping uit niet meer dan drie dichte zijden bestaan. Er is altijd een zijde open.

Overdekt terras

In bijlage 3 is, in samenghang met het gebruik van terrasverwarming en de melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, het begrip overdekt terras uitgewerkt.

Ondersteunende horeca.

Een ondersteunende horeca-activiteit heeft betrekking op het verstrekken van kleine eetwaren en/of dranken voor directe consumptie ter plaatse. Ondersteunende horeca kan plaatsvinden bij detailhandel in combinatie met food (bijvoorbeeld een viswinkel), bij detailhandel in combinatie met non-food (bijvoorbeeld een warenhuis) en bij recreatieve of bijzondere doeleinden (bijvoorbeeld een museum). Echter, horecagelegenheden bij sportkantines en clubhuizen vallen hier niet onder.

De openingstijden van een terras bij ondersteunende horeca dienen samen te vallen met de openingstijden van de hoofdactiviteit ingevolge de Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening.

Openbare plaats.

Onder het begrip openbare plaats, een voor het publiek toegankelijke plaats, valt ook het terras dat op eigen terrein is gelegen.

Kermislocaties.

De huidige kermislocaties zijn het Havenplein in Zierikzee en de Kromme Reke en Lange Reke in Renesse. Kermislocaties kunnen wijzigen. In het kermisbeleidsplan nemen wij de actuele kermislocaties op.

Artikel 2 Werkingssfeer

Het begrip openbare plaats wordt in de Apv ruim uitgelegd. De Apv verwijst naar wat de Wet openbare manifestaties daaronder verstaat: een plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek. Het gaat dan om alle openbare en niet openbare plaatsen welke in feite voor het publiek toegankelijk zijn. Uit artikel 2:28 lid 3 van de Apv volgt dat de burgemeester beslist over de ingebruikneming van een openbare plaats ten behoeve van het terras. Dit betekent dat alle terrassen die zich in de publieke ruimte bevinden, onafhankelijk van de vraag of dit op gemeentegrond of op eigen grond is, vergunningplichtig zijn. Een terras bevindt zich in ieder geval in de publieke ruimte indien het terras direct aan de rijbaan, het trottoir, een plein, bij een aanlegplaats voor vaartuigen of op het strand is gelegen. Vrijwel alle terrassen op Schouwen-Duiveland zijn op basis van het voorgaande vergunningplichtig.

Voor een strandpaviljoen, inclusief het terras, wordt een omgevingsvergunning verleend. Een aparte terrasvergunning wordt niet meer verleend. Bovendien wordt in de Welstandsnota apart aandacht geschonken aan het terras direct grenzend aan de binnenruimte. Dit terras moet in beginsel onoverdekt zijn. Wel is (gedeeltelijke) overdekking van dit terras toegestaan, mits het geen permanente vaste overdekking betreft. De overdekking dient direct verwijderbaar of inschuifbaar te zijn en de overdekking moet volledig passen binnen de uitgangspunten van de gewenste beeldkwaliteit in de Welstandsnota.

Ook voor strandterrassen is in het ‘Cafetariamodel strandpaviljoens’ al beleid opgenomen ten aanzien van de oppervlaktematen van die terrassen.

Bij ondersteunende horeca is er volgens de Apv ook sprake van een horecabedrijf, aangezien bedrijfsmatig dranken worden geschonken of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. De burgemeester is ook hier bevoegd gezag.

Artikel 4 Aanvraag en besluit

Bij het in behandeling nemen van de aanvraag voor een exploitatie-en terrasvergunning wordt met de aanvrager een intakegesprek gevoerd. De praktijk heeft geleerd dat veel terrasexploitanten niet in één keer alle benodigde informatie (kunnen) aanleveren. Vooral de Bibobprocedure speelt daarbij een rol. Het intakegesprek kan de behandeltijd van de aanvraag daarin positief beïnvloeden. Daarnaast levert het een positieve bijdrage aan de relatie overheid-ondernemer. Indien de burgemeester aanleiding ziet om bij Bureau Bibob een Bibobadvies aan te vragen zal dat een vertragende werking hebben op de afhandelingsduur van de terrasvergunningaanvraag en de eventueel benodigde omgevingsvergunning.

In artikel 31 van de wet Bibob heeft de wetgever er namelijk in voorzien om de wettelijke termijn waarin het besluit op de aanvraag moet zijn verstrekt op te schorten met de tijd dat de adviesaanvraag bij bureau Bibob in behandeling is.

Artikel 5 Looptijd

Een terrasvergunning wordt in beginsel voor onbepaalde tijd verstrekt. De terrasvergunning is, evenals de exploitatievergunning, een persoonsgebonden en locatiegebonden vergunning. Kenmerk van een persoonsgebonden vergunning is dat deze niet kan worden overgedragen aan een andere exploitant.

Bij overname van een horecabedrijf door een andere exploitant dient de exploitant, naast een nieuwe exploitatievergunning, ook een nieuwe terrasvergunning aan te vragen. Beide vergunningen worden doorgaans in één besluit opgenomen.

Een incidentele vergunning kan alleen worden verleend ten behoeve van een evenement. Een incidentele vergunning kan voor maximaal drie aaneengesloten dagen worden verleend. Een volgende incidentele terrasvergunning wordt pas weer verleend indien sinds de vorige verleende incidentele vergunning tenminste twee maanden zijn verstreken (geteld vanaf de laatste dag waarop de vergunning gold). De koppeling met een vergunning- of meldingsplichtig evenement zorgt ervoor dat incidentele terrassen slechts bij evenementen zijn toegestaan. Indien het terras al is opgenomen in de evenementenvergunning, dan hoeft geen incidentele terrasvergunning aangevraagd te worden.

Artikel 6 Intrekking en wijziging

Artikel 1:6 van de Apv kent de volgende regel over het intrekken of wijzigen van de terrasvergunning.

De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd:

indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten

opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

indien de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

indien de houder dit verzoekt.

Artikel 2:10 is van belang als bijvoorbeeld uit een politieadvies of verkeersadvies blijkt dat een gewenste terraslocatie voor ongewenste verkeershinder zorgt of dat het aanwezige verkeer voor een onveilige situatie voor de terrasbezoekers zou zorgen. Ook kan op grond van dit artikel de terrasvergunning worden ingetrokken als niet langer aan de welstandseisen wordt voldaan.

Artikel 2:28 is van belang als het terras niet in overeenstemming met de bestemming is of de exploitatie de woon of leefsituatie in de omgeving van het terras op ontoelaatbare wijze negatief beïnvloed.

Artikel 7 Weigering

Artikel 1:8 van de Apv kent de volgende regel over het weigeren van de terrasvergunning.

De vergunning kan worden geweigerd in het belang van:

a. de openbare orde;

b. de openbare veiligheid;

c. de volksgezondheid;

d. de bescherming van het milieu.

Voorts geldt voor artikel 2:10 en 2:28 hetzelfde als bij de toelichting op artikel 6 maar dan in het teken van de weigering van de terrasvergunning.

Artikel 8 Voorschriften

Lid1 sub a. De terrasopstelling moet in overeenstemming zijn met de bij de terrasvergunning opgenomen opstellingstekening. Indien de exploitant attributen buiten de terrasgrenzen plaatst moeten die onderdelen voldoen aan de criteria van de “Algemene regels plaatsen uitstallingen en bouwobjecten Schouwen-Duiveland”.

Lid 1 sub c. Het bevoegde bestuursorgaan kan met het oog op een doelmatig onderhoud en gebruik van de weg of de openbare orde vorderen dat het terras geheel of gedeeltelijk wordt ontruimd. Hierbij kan gedacht worden aan wegwerkzaamheden. De vergunninghouder is gehouden het terras op vordering van het bevoegde bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk te ontruimen. De vergunninghouder kan de kosten van ontruiming en de gederfde inkomsten niet verhalen op de gemeente Schouwen-Duiveland.

Lid 1 sub g. Terrasoverkappingen (de niet vaste) en parasols dienen buiten de openingstijden van het terras ingeklapt en/of opgedraaid te worden. Op deze wijze wordt geborgd dat horecaterrasoverkappingen en parasols een minimale ruimtelijke impact hebben gedurende de tijden dat het terras niet wordt gebruikt.

Lid 1 onder h. Voor versterkte muziek op het terras gelden de geluidsnormen zoals opgenomen in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit. In geval van geluidsoverlast, veroorzaakt door muziek op het terras, kan het bevoegde bestuursorgaan op grond van artikel 2.20 lid 5 van het Activiteitenbesluit bij maatwerkvoorschrift een geluidsbegrenzer verplicht stellen teneinde aan de geldende geluidsnormen te voldoen. Feitelijk is het gebruik van versterkte muziek op een terras niet uitvoerbaar omdat de normen al snel worden overschreden (max 45 dba tussen 19.00 en 23.00 uur). Een melding incidentele activiteit brengt geen soelaas omdat die alleen voor het bebouwde gedeelte van de horeca-inrichting geldt. Indien de Apv op dit punt zou worden aangepast door de melding ook voor het terras van toepassing te verklaren levert dit nog geen oplossing op voor dit probleem voor alle terrassen. Met de melding incidentele activiteit is de norm 65 dba tussen 19.00 en 23.00 uur. Als naast het terras direct een geluidgevoelige object is gelegen is dat de plaats waar je moet meten. Daar kom je met verstrekte muziek bovenuit.

Een oplossing zou kunnen zijn om het bandje op het terras dan in een evenementvergunning te vatten. Deze kent een geluidsgrens van 75dba en ligt hoger. Echter, de Wet Milieubeheer is van een hogere orde en gaat boven de regel uit de Apv ten aanzien van een evenement. De enige optie is dan om het bandje buiten het terras te plaatsen en een evenementvergunning aan te vragen. De Wet Milieubeheer strekt immers niet verder dan de horeca-inrichting. De terrasexploitant kan er ook voor kiezen een akoestisch bandje op te laten treden. Niet versterkte muziek blijft namelijk buiten beschouwing voor de geluidsnormen.

Lid 1 sub l. De plantenbakken, het menubord en ander meubilair op het terras mogen geen belemmering vormen voor derden zoals voetgangers, fietsers en ander verkeer. Ze staan dan ook binnen de terrasgrenzen en niet op de voorgeschreven loopstrook. Staat het menubord of de plantenbak buiten de terrasgrenzen dan vallen deze onder de werkingssfeer van onze algemene regels plaatsen uitstallingen en bouwobjecten Schouwen-Duiveland.

Lid 1 sub o. Op 1 juli 2008 is het rookverbod in de horeca in werking getreden. De verwachting is uitgekomen dat hierdoor het aantal verwarmde en overdekte terrassen is toegenomen. Het Activiteitenbesluit vormt het juridisch kader voor het reguleren van geluid van verwarmde en overdekte terrassen, maar laat ruimte voor het definiëren van de begrippen ‘verwarmde terrassen’ en ‘overdekte terrassen’. De geluidsnormen voor horeca-inrichtingen zijn opgenomen in voorschrift 2.17 van het Activiteitenbesluit. Ingevolge artikel 2.18, eerste lid onder a van het Activiteitenbesluit wordt voor de bepaling van het geluidsniveau het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein buiten beschouwing gelaten, tenzij sprake is van een binnenterrein. Als er sprake is van een verwarmd en overdekt terras dient het stemgeluid wel meegenomen te worden bij het bepalen van de geluidswaarden.

Een verwarmd terras is een terras waar op enig moment verwarming aanwezig is. Verder mag ook uitgegaan worden van een verwarmd terras als binnen de inrichting installaties voor terrasverwarming aanwezig zijn. Een overdekt terras is een terras dat aan minimaal twee zijden en de bovenzijde wordt omgeven door een afscherming. In elk geval is sprake van een overdekt terras als op de genoemde afscherming een omgevingsvergunning vereist is voor de activiteit bouwen.

Het college van burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland heeft in 2009 beleid vastgesteld ten aanzien van de verplichte melding vanuit het Activiteitenbesluit Milieubeheer voor verwarmde en overdekte terrassen: “Verwarmde en overdekte terrassen: beoordelen van meldingen t.a.v. het geluidsaspect”. Hierin heeft het college besloten dat indien er sprake is van een overdekt en verwarmd terras, en de inrichting in- of aanpandig is gelegen met een geluidsgevoelige bestemming of binnen 50 meter een geluidsgevoelige bestemming aanwezig is, dan moet bij de milieumelding een akoestisch rapport worden overgelegd. Dit beleid voegen wij toe als onderdeel in het terrassenbeleid zodat de regelgeving bij elkaar komt. Het is bijlage 3 van het terrassenbeleid.

Schouwen Duiveland wil in 2040 een energieneutrale gemeente zijn. Om dat doel te bereiken wordt op dit moment hard gewerkt aan een energie-agenda. Daarin worden doelstellingen uitgewerkt. Binnen dit terrassenbeleid willen we geen beperkingen opleggen ten aanzien van de terrasverwarmingsmethode. Dat laten wij aan de exploitant over. Wij adviseren wel de duurzaamheid van de wijze van het verwarmen van het terras in overweging te nemen. Daarbij lijkt electrische verwarming makkelijker duurzaam in te zetten dan gasverwarming.

Terrasverwarmers moeten aan wet– en regelgeving voldoen om de fysieke veiligheid van personen te waarborgen. Wanneer een terrasverwarmer onder ‘stookinstallaties’ valt dan moet het voorzien zijn van een CE-keurmerk. Een mobiele terrasverwarmingstoestel moet zo zijn geplaatst dat zij niet gemakkelijk kan worden omgestoten of aangereden en moet zo nodig tegen mechanische beschadiging zijn

beschermd. Het mobiele terrasverwarmingstoestel moet zodanig zijn geplaatst en uitgevoerd en er moet

zo nodig een doelmatige bescherming zijn aangebracht dat geen brandgevaar wordt

veroorzaakt door het toestel. Uiteraard is een mobiel ruimteverwarmingstoestel in de omgeving van brandgevaarlijke materialen niet toegestaan.

Lid 1 sub p. Op het Havenplein in Zierikzee staan de terrassen vast verankerd in de grond. Sinds 2016 is voor de kermis van Zierikzee alleen het Havenplein nog beschikbaar. De huidige kermis past nog mooi tussen de terrassen maar de grens van wat nog kan en veilig is, is wel bereikt. Daarom moeten nieuw gerealiseerde terrassen, die na vaststelling van deze beleidsregels van een terrasvergunning worden voorzien, bij de opbouw en exploitatie en afbouw van de gemeentelijke kermis worden verwijderd. Voor de al bestaande terrassen geldt dat niet.

Lid 1 sub q. Indien voor een evenement een locatie is voorzien waarop terrassen staan dienen deze te worden verwijderd. De burgemeester zal dit onderdeel van artikel 8 gebruiken indien er zich een zeer bijzonder evenement aandient die juist op die locatie zou moeten plaatsvinden.

Artikel 9 Situering en locatie

Lid 1 sub a, b en d. Een terras wordt in beginsel slechts voor en ter breedte van het bij de vergunninghouder in gebruik zijnde pand benut. Soms is tussen het pand en het terras nog een weg of straat gelegen. De inrichting van het betreffende gebied kan echter dusdanig zijn dat een terras op de gebruikelijke plaats niet mogelijk is. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen indien het terras voor en ter breedte van het horecabedrijf niet rendabel is of verkeersgevaarlijk. Tevens kunnen openbare voorzieningen een terras voor en ter breedte van het horecabedrijf in de weg staan. Indien het terras niet voor en ter breedte van de horeca-inrichting is gelegen moet vanuit de inrichting voldoende zicht op de gang van zaken op het betreffende terras zijn. Verder is er een zo kort mogelijke directe en logische route voor bediening op het terras en er is geen gevaarzetting voor het wegverkeer, terrasbezoekers en terraspersoneel. Bij de behandeling van de aanvraag kan de burgemeester aan politie of een verkeersdeskundige om advies vragen.

De politie adviseert anderhalve meter ruimte aan te houden van het terras tot de rijbaan. De politie baseert zijn advies op de CROW, het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Deze organisatie stelt richtlijnen op voor ontwerpers van verkeervoorzieningen. Het is dus geen bindende wetgeving. In de “Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom” wordt voor een trottoir een minimale breedte van anderhalve meter aanbevolen door de CROW. Echter, op verkeersluwe locaties of wanneer aan de achterzijde van een terras een loopstrook aanwezig is, waardoor voetgangers niet de rijbaan op worden gedwongen, kan worden afgezien van een afstand van anderhalve meter tot de rijbaan.

Lid 1 sub c en g. Deze stelt dat het niet mogelijk is om een terras in een woonwijk te exploiteren als aannemelijk is dat redelijkerwijs een ontoelaatbare mate overlast ontstaat voor de direct aanliggende percelen. De burgemeester kan een aanvraag om een terrasvergunning weigeren indien één of meerdere gronden uit artikel 1:8 van de Apv in het geding zijn. De vergunning kan bijvoorbeeld worden geweigerd wanneer de openbare orde in het geding is. Een aanvraag om een terrasvergunning kan eveneens geheel of gedeeltelijk geweigerd worden indien naar het oordeel van de burgemeester moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Bij dit criterium dient rekening te worden gehouden met het karakter van de straat en de wijk waarin het horecabedrijf is gelegen, de aard van het horecabedrijf en de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het terras. Buiten de Wet Milieubeheer en de planologische regeling om heeft de burgemeester een zelfstandige bevoegdheid hierover te beslissen.

De woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf kan op verschillende manieren nadelig worden beïnvloed. De woon- en leefsituatie worden veelal nadelig beïnvloed indien het terras zich bijvoorbeeld aan de achterzijde of zijkant van een horecabedrijf bevindt en te midden van, op korte afstand van of direct grenzend aan één of meerdere (particuliere) woningen en tuinen. Een dergelijke situering van het terras kan leiden tot een inbreuk op de privacy en geluidsoverlast. Eveneens dient gewezen te worden op overlast als gevolg van roken op het terras. In deze gevallen kan de burgemeester een aanvraag voor een terrasvergunning afwijzen, zeker als er reeds aan de voorzijde van het pand een terras is ingenomen. Op dezelfde gronden kan de exploitatietijd van het terras worden beperkt. In dergelijke gevallen achten wij het redelijk om aan de voorkant de belangen van omwonenden op waarde te schatten en de terrasvergunning niet te verlenen of deze te beperken. Bij de besluitvorming zal altijd in overleg worden getreden met de terrasexploitant en de omwonenden.

In geval van afwijzing van een aanvraag om een terrasvergunning kan dus doorslaggevende betekenis worden gehecht aan het belang dat met het voorkomen van aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse is gediend. Een tweetal uitspraken van de Raad van State (LJN: AU8448 en LJN: AX2108) bevestigt deze overweging ten aanzien van terrassen in woonwijken.

Het is aan de burgemeester om aan te tonen dat de te verwachten overlast ontoelaatbaar is en het hangt erg van de lokale omstandigheden af of de terrasvergunning voor een terras aan de achtergevel in een woonwijk kan worden verleend, beperkt of geweigerd.

Lid 1 sub i. Een terras niet mag worden geplaatst op een openbare parkeerplaats, tenzij deze parkeerplaats wordt gecompenseerd met een onmiskenbaar openbare parkeerplaats aan dezelfde weg als de oorspronkelijke parkeerplaats en binnen een afstand van 150 meter. Ook is financiële compensatie mogelijk. De mogelijkheid van financiële compensatie wordt in de nabije toekomst verder uitgewerkt.

In het oude terrassenbeleid kon een parkeerplaats honderden meters verderop worden gecompenseerd.

In een bezwaarprocedure heeft de bezwaarcommissie het college geadviseerd de parkeercompensatie in een meer redelijke straal rond het terras te realiseren.

Artikel 10 Inrichting

De gemeente wil inspelen op de trend in de consumptieve horeca tot het overkappen van terrassen. De laatste jaren komen er steeds meer verzoeken tot het geheel of gedeeltelijk overkappen van terrassen, in het algemeen in de vorm van aan weerszijden van een stalen frame uitschuifbare zonneschermen. De gemeente wil hieraan waar mogelijk medewerking verlenen ter bevordering van jaarrond exploitatie van terrassen en daarmee seizoenverlenging. In de actualisatie van bestemmingsplannen worden planologische regelingen opgenomen voor terrasoverkappingen. De welstand en monumentencommissie zal in veel gevallen een advies uitbrengen ten aanzien van de omgevings- en terrasvergunning voor de terrasoverkapping. Voor bestaande terrassen die in een later stadium, voor bijvoorbeeld het gebruik in de winterperiode, alsnog worden overkapt of waarbij een afscherming wordt gemaakt door de oorspronkelijke zijwanden van 1.50 meter boven straatniveau te verhogen of te verdichten dient een nieuwe omgevingsvergunning en terrasvergunning te worden aangevraagd. De terrasuitvoering is immers niet meer conform de welstandscriteria voor terrassen die vereenvoudigd en zonder welstandsadvies kunnen worden afgehandeld.

Koken en bakken op een terras

Hoewel in het terrassenbeleid niets is opgenomen over het bereiden van voedsel op een horecaterras willen we in de toelichting er toch iets over vermelden. Ook op het terras dient de exploitant te voldoen aan de normen uit het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Daarbij geldt ten aanzien van koken en bakken op het terras hetzelfde als voor koken en bakken in de horeca-inrichting. Dat wil zeggen dat de kook- en baktoestellen van een deugdelijke ontgeuringsinstallatie moeten zijn voorzien of dat een metershoge afvoerpijp moet worden aangebracht. Meestal is dat feitelijk onuitvoerbaar.

Bijlage 2 Welstandscriteria

In artikel 10 van de beleidsregels terrassen wordt aangegeven dat een terras dient te voldoen aan de redelijke eisen van welstand. De algemene eisen gelden voor alle terrassen, terwijl een terras in het beschermd stads- en dorpsgezicht soms aan specifieke, aanvullende eisen dient te voldoen. Er worden geen specifieke eisen gesteld aan terrasvlonders.

Terrasoverkappingen zijn altijd omgevingsvergunningplichtig en zullen daarom in het kader van de Wabo door de welstands- of monumentencommissie worden getoetst op basis van de Welstandsnota. Daarom zijn voor overkappingen geen specifieke objectcriteria opgenomen. Ook andere omgevingsvergunningplichtige onderdelen van een terras worden op basis van de Welstandsnota beoordeeld. Terrassen die voldoen aan de hieronder genoemde welstandscriteria kunnen bij de vergunningaanvraag vereenvoudigd afgehandeld worden. Een aanvraag om een terrasvergunning die niet voldoet aan de criteria zal alsnog ter advisering aan de welstand- of monumentencommissie worden voorgelegd. Een aanvraag om een terrasvergunning bij een individueel beschermd gemeentelijk of rijksmonument, dient altijd ter beoordeling aan de welstand- en monumentencommissie voorgelegd te worden.

Algemene voorschriften

A. Zonneschermen of markiezen moeten voldoen aan de volgende eisen:

het zonnescherm of de markies dient te worden uitgevoerd in tentdoek of tentzeil; het zonnescherm of de markies dient in een gedekte kleur uitgevoerd te worden;

alle zichtbare constructiedelen moeten bedekt zijn met een tent- of zeildoek;

het zonnescherm of markies dient zo dicht mogelijk boven de onderliggende kozijnen te worden geplaatst (bijvoorbeeld op de latei);

indien de zonneschermen of markiezen geheel gespannen zijn, moeten ze minstens 2.20 meter boven het straatniveau hangen.

maximaal één reclameopdruk (tekst) op een markies of zonnescherm ter plaatse van de hoofdingang, over maximaal 50% van de breedte van de betreffende markies of zonnescherm en geplaatst op de volant of op het onderste segment van de markies; reclame dient te worden uitgevoerd in éénkleurige letteropdruk van maximaal 0,15 meter hoog.

het gebruik van een zonnescherm of markies bij een terras bij een monument wordt altijd aan de welstand- en monumentencommissie voorgelegd.

B. Wanden van de terrassen dienen als volgt uitgevoerd te worden:

de hoogte mag maximaal 1.50 meter boven het straatniveau bedragen;

in een geheel doorzichtige uitvoering of met een lage borstwering;

indien wordt gekozen voor borstwering, dan dient de borstwering in dezelfde kleur als de profielen te worden aangebracht tot 0.50 meter boven straatniveau; daarboven puien van volledig doorzichtig materiaal;

er mogen geen bovenliggers toegepast worden;

gemetselde borstwering met daarop transparante schermen is afhankelijk van de situatie mogelijk;

de profielen dienen in een donkere, terughoudende kleur te worden uitgevoerd (bijvoorbeeld standgroen);

reclame is toegestaan op maximaal twee niet-transparante delen van terrasschotten; de reclame is maximaal 0,20 meter hoog en bestaat uit de naam, het beeldmerk of het logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht.

C. Stoelen, banken, tafels voldoen aan de volgende eisen:

De stoelen, banken en tafels op een terras moeten passen binnen de sfeer van de kern. Deze bestaan uit rieten meubilair of vergelijkbaar hoogwaardig materiaal;

Banken zijn maximaal een meter hoog, zijn niet verankerd aan de grond en het aantal zitplaatsen van banken is maximaal 20% van de totale oppervlakte van het terras.

Plastic meubilair (de bekende kantine- of tuinstoelen bijvoorbeeld) is niet toegestaan tenzij het gaat om hoogwaardig kunststofmeubilair.

D. Parasols en (horizontaal) afgespannen zonweringen voldoen aan de volgende eisen:

indien rond hebben deze een diameter van maximaal 2.00 meter; parasols met een grotere diameter voorleggen aan de welstand- en monumentencommissie;

indien vierkant dan maximale afmetingen van 2.00 meter bij 2.00 meter; parasols en (horizontaal) afgespannen zonweringen met grotere afmetingen voorleggen aan de welstand- en monumentencommissie;

kleuren van de parasols zijn van dezelfde kleurenfamilie als de schermen;

4. reclame is alleen toegestaan op de volant van de parasols; de reclame moet worden uitgevoerd in éénkleurige letteropdruk van maximaal 0,15 meter hoog en bestaat uit de naam, het beeldmerk of het logo van het bedrijf of product dat in een horecabedrijf wordt verkocht.

E. Met betrekking tot vlaggen, vaandels, wimpels en banieren geldt het volgende:

maximaal één vlag, vaandel, wimpel of banier per zes meter gevelbreedte;

vlaggenstokken worden op de gevel bevestigd onder de vloer van de eerste verdieping; een banier wordt plat of loodrecht op de gevel bevestigd onder de bovendorpel van het kozijn op de eerste verdieping en blijft minimaal 0,50 meter verwijderd van een naburig pand of de perceelgrens;

een banier is maximaal 1,20 meter hoog, 0,40 meter breed en bij loodrechte plaatsing maximaal 0,60 meter uit de gevel stekend, inclusief bevestigingsconstructie;

meerdere exemplaren worden identiek uitgevoerd;

dagen waarop het uithangen van de vlag is toegestaan (feestdagen) zijn uitgezonderd.

F. Met betrekking tot overige objecten:

Het is niet toegestaan sandwichborden, driehoeksborden, stoepborden, reclamedoeken, losse 3-D objecten, verlichte reclamebakken- en borden, beeldschermen en lichtkranten aan of tegen de terrasconstructie te bevestigen.

Aanvullende voorschriften voor winterterrassen

Terrassen kunnen buiten de zomerperiode ook worden uitgebreid tot een winterterras. Meestal wordt een transparant paneel tussen terrasscherm en bovenscherm (parasol) geplaatst aan twee of drie zijden. Gevolg kan zijn dat de openheid van de omgeving wordt verstoord doordat de ruimte tussen dak en zijschermen wordt dichtgemaakt. Daarnaast willen we geen situaties bevorderen die in juridische zin een permanent bouwwerk mogelijk maken in de openbare ruimte. Daarom staan we winterterrassen maar voor een deel van het jaar toe en niet het hele jaar rond.

Dergelijke terrassen moeten zijn voorzien van een omgevingsvergunning en een besluit afwijking van het bestemmingsplan. In dat proces wordt ook aan de welstandsnota en het beeldkwaliteitsplan getoetst. Indien ook sprake is van terrasverwarming gelden er strengere milieuregels ten aanzien van het geluid. Zie daarvoor bijlage 3.

Naast de welstandscriteria die vanuit de welstandnota en beeldkwaliteitsplan gelden, zijn er enkele aanvullende voorschriften voor winterterrassen:

Het winterterras is van tijdelijke aard en mag in de periode van 1 oktober tot 1 mei worden toegepast;

Er is altijd één zijde van het terras open.

De afscherming tussen terraswand en bovenzijde (parasol) is van transparant materiaal.

Bijlage 3 Beoordelen melding Activiteitenbesluit milieubeheer t.a.v. het geluidsaspect

Het Activiteitenbesluit milieubeheer vormt het wettelijk kader voor het reguleren van geluid van verwarmde en overdekte terrassen. Maar wanneer is sprake van een overdekt en verwarmd terras? Doel van deze bijlage is het invullen van het wettelijk kader door het definiëren van de termen overdekt en verwarmd. Verder is het wenselijk dat een toetsingskader wordt vastgelegd waaruit blijkt in welke gevallen een akoestisch onderzoek bij de melding moet worden ingediend. Door het hanteren van een vast toetsingskader behoeft niet in elk individueel geval een nieuwe afweging te worden gemaakt. In juni 2009 heeft het college van burgemeester en wethouders de inhoud van deze bijlage als uitvoeringsbeleid al vastgesteld. Deze werkwijze is dus al praktijk. Door het als bijlage in het terrassenbeleid te voegen ontstaat een meer integraal beleidsdocument.

Juridisch kader

De geluidsnormen voor horeca-inrichtingen zijn opgenomen in voorschrift 2.17 van het Activiteitenbesluit.

Volgens artikel 2.18 eerste lid onder a wordt voor de bepaling van het geluidsniveau het stemgeluid van personen op een onverwarmd en onoverdekt terrein buiten beschouwing gelaten, tenzij sprake is van een binnenterrein. In de bij het Activiteitenbesluit behorende nota van toelichting wordt bovengenoemd artikel als volgt toegelicht:

Het betrekken van stemgeluid van bezoekers in de beoordeling van de geluidsnormen is problematisch. Geluid afkomstig van terrassen wordt niet of nauwelijks afgeschermd en kan direct omliggende gevels belasten. Rigide toepassing van de geluidsnormen zou het in veel gevallen onmogelijk maken een terras in gebruik te hebben. Het uitsluiten van stemgeluid afkomstig van een buitenterrein geldt feitelijk uitsluitend voor situaties waarbij het buitenterrein aan de straat of een andere openbare ruimte is gelegen. In deze gevallen mag worden aangenomen dat het van bijvoorbeeld het terras afkomstige geluid opgaat in het omgevingsgeluid. Echter indien een buitenterrein omsloten is door bebouwing zal het omgevingsgeluid doorgaans veel lager zijn. Stemgeluid van het terras zal dan eerder leiden tot overlast. …. Met een onoverdekt terrein wordt bedoeld een voor het publiek toegankelijk onbebouwd deel van de inrichting, dus een buitenterrein zoals een tuin of een terras. Met een overdekking wordt een vaste overdekking bedoeld en niet een zonnescherm of luifel. Verwarmde of overdekte terrassen noden tot een gebruik in alle jaargetijden en moeten overeenkomstig artikel 2.17 worden beoordeeld.

Uit het bovenstaande kan met betrekking tot het beoordelen van de geluidsnormen het volgende worden geconcludeerd:

als sprake is van een overdekt en verwarmd terras dan moet het stemgeluid worden meegenomen;

als sprake is van een binnenterrein moet het stemgeluid worden meegenomen;

het terras maakt onderdeel uit van de inrichting dus versterkte muziek, zowel afkomstig van het terras als van het bebouwde deel van de inrichting, moet worden meegenomen;

onversterkte muziek blijft buiten beschouwing (artikel 2.18 lid 1 onder f).

Het in gebruik nemen van een overdekt en verwarmd terras is een wijziging van de inrichting waarvoor op grond van artikel 1.10 van het Besluit een (digitale) melding moet worden gedaan.

Volgens artikel 1.11 lid 5 kan het bevoegd gezag besluiten dat als aannemelijk is dat het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau ( LAr,LT) of het maximaal geluidsniveau (Lmax) door activiteiten en installaties binnen een inrichting meer bedragen dan de geluidsnormen genoemd in artikel 2.17 dat binnen een gestelde termijn een akoestisch rapport moet worden overgelegd. Het besluit moet binnen vier weken na het indienen van de melding worden genomen.

Overwegingen

Het stemgeluid telt mee in de beoordeling van de geluidsniveaus als sprake is van een verwarmd en overdekt terras. De nota van toelichting op het Activiteitenbesluit geeft niet duidelijk aan wanneer het terras overdekt is. Verder wordt ook geen definitie gegeven van een verwarmd terras.

Om hier met name bij de beoordeling van meldingen maar ook bij de handhaving duidelijke richtlijnen voor te geven hanteren wij de volgende definities:

Verwarmd terras: een terras waar op enig moment verwarming aanwezig is. Verder mag ook uitgegaan worden van een verwarmd terras als binnen de inrichting installaties voor terrasverwarming aanwezig zijn.

Overdekt terras: een terras dat aan minstens twee zijden en de bovenzijde wordt omgeven door een afscherming. Het Bouwbesluit behoeft niet noodzakelijkerwijs van toepassing te zijn.

Een andere overweging betreft de term “aannemelijk” genoemd in artikel 1.11 lid 5.

Het bevoegd gezag moet motiveren waarom het aannemelijk is dat de geluidsnormen op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming zullen worden overschreden als gevolg van onder meer de activiteiten en installaties binnen de inrichting.

Uit artikel 1.11 lid 2 onder a blijkt dat in elk geval een akoestisch rapport moet worden overhandigd als in enig vertrek van de inrichting het equivalente geluidsniveau (LAeq) veroorzaakt door het ten gehore brengen van muziek meer bedraagt dan

70 dB(A) in aan- of inpandige situaties, of

80 dB(A) in overige gevallen.

Een overdekt en verwarmd terras maakt onderdeel uit van de inrichting. En hoewel het bovengenoemde lid gaat over muziekgeluid is er wel enige overeenkomst. Zoals in de nota van toelichting is genoemd, wordt het geluid afkomstig van het terras nauwelijks afgeschermd. Verder is stemgeluid, in tegenstelling tot muziekgeluid, moeilijk te reguleren. Van het terras wordt meer gebruik gemaakt, zowel per dag als over het gehele jaar gezien, dan van een “normaal” (onoverdekt en onverwarmd) terras.

De geluidsbelasting op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming is dus ook hoger en frequenter aanwezig.

Het geluidsniveau op een terras kan aanzienlijk zijn. Een normaal gesprek tussen twee personen heeft een geluidsniveau van ongeveer 55 dB(A). Een geanimeerd gesprek heeft al gauw een geluidsniveau van 65 dB(A). Gezien de geluidsniveaus is overschrijding van de geluidsnormen, met name in de avond- en nachtperiode, niet ondenkbaar.

Enige nuancering in dit kader bij het gestelde in artikel 1.11 lid 2 onder a 1 is wel wenselijk. Indien geluidsgevoelige bestemmingen op grote afstand van de inrichting zijn gelegen, is het niet aannemelijk dat de geluidsnormen zullen worden overschreden. In het Activiteitenbesluit wordt ook wel een afstand van 50 meter gehanteerd (artikel 2.17, lid 2).

Noodzakelijkheid van een akoestisch rapport

Als sprake is van:

een overdekt terras en

een verwarmd terras en

de inrichting is in- of aanpandig gelegen met een geluidsgevoelige bestemming of binnen 50 meter is een geluidsgevoelige bestemming aanwezig

dan moet bij de melding een akoestisch rapport worden overhandigd. Binnen vier weken na het indienen van de melding moet hiertoe een besluit zijn genomen.

Meten van stemgeluid

Het beoordelen van het geluidsniveau als gevolg van het stemgeluid dient bij voorkeur via een akoestisch onderzoek plaats te vinden. Hiervoor worden op basis van een aantal aannames (bijvoorbeeld 50 % normaal stemgeluid, 25% met stemverheffing,, 25 % rustig) kentallen in een rekenmodel ingevoerd. In tegenstelling tot muziekgeluid moet rekening worden gehouden met de bedrijfsduur.

De aannames met betrekking tot de representatieve bedrijfssituatie (RBS) zijn dus van belang. De openstelling van het terras is ook geregeld in de terrasvergunning. Verder zal het geluidsniveau mede afhankelijk zijn van het soort publiek en een aanwezige muziekinstallatie. Bij de beoordeling van het onderzoek moeten onder meer de volgende uitgangspunten worden getoetst aan de feitelijke situatie:

bezetting van het terras: bij een druk café is 100 % bezetting aannemelijk, in andere gevallen komt misschien een lager percentage meer in de richting;

soort publiek: een jongerencafé heeft misschien een meer luidruchtig publiek dan een rustig eetcafé. Ook de percentages stemgeluid (normaal, met stemverheffing enz.) zijn hiervan afhankelijk;

de aanwezigheid van muziek, al dan niet versterkt, met het bijbehorende geluidsniveau.

De uitkomst van het akoestisch onderzoek zal niet 100% dekkend zijn, maar het vormt wel een goede indicatie voor de mogelijkheid om een verwarmd en overdekt terras te exploiteren.