Kapverordening Rijssen-Holten 2017

Geldend van 01-06-2017 t/m heden

Intitulé

Kapverordening Rijssen-Holten 2017

De raad van de gemeente Rijssen-Holten

Overwegingen:

dat het in verband met de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming en in verband met de vaststelling van de grenzen bebouwde kommen als bedoeld in artikel 4.1 van de Wet natuurbescherming, gewenst is dat de Kapverordening en de lijst en kaart met waardevolle bomen en boombeplantingen worden geactualiseerd;

dat het om administratieve reden de voorkeur verdient de Kapverordening en de lijst en kaart met waardevolle bomen en boombeplantingen opnieuw vast te stellen;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 april 2017;

gezien de behandeling in de commissie Grondgebied van 11 mei 2017;

besluit:

Onder gelijktijdige intrekking van de Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2010, alsmede de bij deze verordening behorende gewaarmerkte lijst en kaart met waardevolle bomen en boombeplantingen, als bedoeld in artikel 2, lid 1, vast te stellen de Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2017, met de daarbij behorende lijst en kaart met waardevolle bomen en boombeplantingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid van deze verordening.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      houtopstand: hakhout, een houtwal of een of meer bomen;

    • b.

      hakhout: een of meer bomen die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;

    • c.

      dunning: velling ter bevordering van het voortbestaan van de houtopstand;

    • d.

      bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 4.1, onder a., van de Wet natuurbescherming;

    • e.

      vellen: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

    • f.

      bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Artikel 2 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden

  • 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden van het bevoegd gezag de houtopstanden binnen een bebouwde kom te vellen of te doen vellen, die staan vermeld op de als zodanig gewaarmerkte kaarten met waardevolle bomen en de bij die kaart behorende lijst met waardevolle boombeplanting, die als bijlagen bij deze verordening behoren, uitgezonderd houtopstand met een diameter tot en met 20 centimeter, gemeten op 1,30 meter boven het maaiveld.

  • 2. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden van het bevoegd gezag de houtopstanden buiten een bebouwde kom te vellen of te doen vellen.

  • 3. Het verbod in lid 2 geldt niet voor:

    • a.

      wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouw gronden, beide voorzover bestaande uit niet-geknotte populieren of wilgen;

    • b.

      vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;

    • c.

      fijnsparren, niet ouder dan 12 jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    • d.

      kweekgoed;

    • e.

      houtopstand die bij wijze van dunning moet worden geveld;

    • f.

      houtopstand die met in achtneming van het bepaalde in artikel 4.2 van de Wet natuurbescherming wordt geveld;

    • g.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving of last van het college, dit onverminderd het bepaalde in artikel 6.

    • h.

      houtopstand ten aanzien waarvan bij een geldend bestemmingsplan of bij een geldend voorbereidingsbesluit is bepaald dat het verboden is deze te vellen zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning);

  • 4. Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.

Artikel 3. Aanvraag vergunning

  • 1. De omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden moet worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 2. Aanvrager is verplicht voor het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden als bedoeld in artikel 2 een formulier te gebruiken waarvan het model is vastgesteld door het bevoegde gezag.

Artikel 4. Weigeringsgronden

De omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden kan worden geweigerd op grond van:

  • a. de natuurwaarde van de houtopstand;

  • b. de landschappelijke waarde van de houtopstand;

  • c. de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

  • d. de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

  • e. de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

  • f. de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand.

Artikel 5. Bijzondere vergunningsvoorschriften

  • 1. De omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden wordt van kracht met ingang van de dag na de dag waarop de bezwaartermijn afloopt. Indien gedurende de bezwaartermijn een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, wordt de vergunning niet van kracht voordat op dat verzoek is beslist.

  • 2. In de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden wordt de geldigheidsduur daarvan aangegeven die, tenzij met redenen omkleed daarvan wordt afgeweken, wordt gesteld op 12 maanden te rekenen vanaf de datum van de in lid 3 bedoelde datum van in kracht treden van de vergunning.

Artikel 6. Bestrijding van boomziekte

  • 1. Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van Burgemeester en wethouders gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door Burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de houtopstand te vellen.

    • b.

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2. Het is verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

  • 3. Het bevoegd gezag kan vergunning verlenen van het onder het tweede lid van dit artikel gestelde verbod.

  • 4. Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 7. Strafbepaling

Overtreding van de in de artikelen 5 en 6 en krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van de 2e categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 8. Opsporingsambtenaren

Opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan de buitengewoon opsporingsambtena(a)r(en) (BOA) in dienst van de gemeente.

Artikel 9. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

Artikel 10. Overgangsbepalingen

Aanvragen om een vergunning als bedoeld in de artikel 2 van deze verordening die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld volgens het recht zoals dat gold voor het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking is getreden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Kapverordening gemeente Rijssen-Holten 2017".

Ondertekening

besluit genomen in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Rijssen-Holten op:23-5-2017

De griffier, De voorzitter,

drs. G. Veerman, A.C.Hofland

Toelichting

De verordening is aangepast in verband met de inwerkingtreding per 1 januari 2017 van de Wet natuurbescherming. Bij de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming zijn de bepalingen in de Boswet vervallen en opgenomen in de nieuwe wet.

Door het opheffen van het Bosschap per 1 januari 2015 was de werking van de verordening al beperkt tot de gebieden die binnen de grens bebouwde kom liggen, alsmede voor beplanting op erven of in tuinen met een oppervlakte van minder dan 10 are of wanneer het een bomenrij van minder dan 20 bomen betreft.

Verder is vanwege de nieuwe vaststelling van de grens bebouwde kom Wet natuurbeschermings (was voorheen grens bebouwde kom Boswet) en vanwege een actualisering, de kaarten met waardevolle bomen en de lijst met waardevolle boombeplanting, als bedoeld in artikel 2 opnieuw vastgesteld.

Inhoudelijk is de verordening hetzelfde gebleven als de bestaande verordening die bij besluit van 26 maart 2009 is vastgesteld en zoals sindsdien gewijzigd.

Om administratieve redenen en vanwege de leesbaarheid van de regelgeving wordt de verordening van 26 maart 2009 ingetrokken en vervangen door een nieuwe verordening.