Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaats Oud Leusden 1992

Geldend van 21-08-1993 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaats Oud Leusden 1992

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaats: Gemeentelijke Begraafplaats Oud Leusden;

eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

verstrooiingsplaats:een plaats waarop as wordt verstrooid;

grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;

beheerder: de chef van de gemeentelijke afdeling Groen die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'eigen graf mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen verstrooiingsplaats en eigen gedenkplaats.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'algemeen graf mede verstaan: algemeen urnengraf.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling Gemeentelijke Begraafplaats Oud Leusden

  • 1.

    De begraafplaats is dagelijks toegankelijk voor bezoekers gedurende een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kan de toegang tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is,zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 2.

    Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      met motorvoertuigen te rijden, elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders dan voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      rijwielen mee te voeren anders dan met het doel deze in de daarvoor bestemde rekken te plaatsen;

    • c.

      loslopende honden mee te voeren;

    • d.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      zich neer te zetten anders dan op de daarvoor aangebrachte banken;

    • f.

      op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of bedrijf.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5.

    Degenen, die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzingen houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 5 Opgravingen en ruimingen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFFEN VOOR LUKBEZORGING

Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven of een asbus wil doen bijzetten geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begrafenis of bijzetting zal plaatsvinden kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn, moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder kenbaar hebben gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  • 4.

    Het openen van grafkelders, anders dan tot het daarin opnemen van dan wel opgraven van lijken c.q. asbussen, en in dat geval niet eerder dan zes uren van te voren, is niet toegestaan.

  • 5.

    Graven en grafkelders, welke geopend zijn voor het opnemen c.q. opgraven van lijken c.q.asbussen, worden binnen twee uren na de opneming c.q. opgraving gesloten.

Artikel 7 Aula

  • 1.

    Voor elke begrafenis kan zonder extra kosten gebruik worden gemaakt van de aula en despreekinstallatie. De aula is hiertoe vanaf 20 minuten voor de begrafenis geopend.

  • 2.

    Het gebruik van de aula, alsmede van de spreekinstallatie, moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 3.

    Het aanbieden van koffie, thee en dergelijke, wordt niet van gemeentewege verzorgd, maar dient door de nabestaanden te worden geregeld met de uitvaartverzorger.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overlegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd. Deze machtiging dient te zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een eigen graf, waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 16, tweede lid.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond in gehele jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overlegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraving en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

  • a.

    in de maanden november tot en met maart:

    • -

      op maandag tot en met zaterdag:

    • -

      op zondag:

  • b.

    in de maanden april tot en met oktober:

    • -

      op maandag tot en met zaterdag:

    • -

      op zondag:

      • van 10.00 uur tot 15.00 uur

      • van 11.00 uur tot 15.00 uur

      • van 10.00 uur tot 16.00 uur

      • van 11.00 uur tot 16.00 uur

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 10 Te gebruiken materialen bij begraven

  • 1.

    Ter controle op de naleving van de wettelijke voorschriften omtrent de te gebruiken materialen bij het begraven dient de beheerder uiterlijk op de dag, voorafgaande aan de begrafenis of bijzetting, in het bezit te zijn van de verklaring betreffende de gebruikte materialen.

  • 2.

    Met inachtneming van de eisen van piëteit is de beheerder van de begraafplaats bevoegd om inspectie uit te oefenen op de verstrekte informatie met betrekking tot de gebruikte materialen.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

  • a.

    eigen graven en eigen urnengraven;

  • b.

    eigen urnennissen;

  • c.

    eigen verstrooiingsplaatsen;

  • d.

    eigen gedenkplaatsen.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit voor de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is. In dit geval is een hoger recht verschuldigd.

Artikel 13 Maatvoering

  • 1.

    De grafruimten hebben een lengte van 2,25 meter en een breedte van 1,10 meter. Voor grafruimten, tevens grafkelder, bedragen deze afmetingen respectievelijk 2,50 meter en 1,30 meter.

  • 2.

    De graven, bestemd voor het begraven van stoffelijke overschotten van kinderen beneden de leeftijd van 12 jaren, hebben een lengte van 1,50 meter en een breedte van 0,80 meter.

Artikel 14 Termijnen eigen graven

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor een termijn van 25 jaar het uitsluitend recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de rechthebbende verlengd met telkens een termijn van 10 jaren, mits het verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats wordt onttrokken.

  • 4.

    Een recht als in dit artikel genoemd, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de persoon, genoemd in artikel 16, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 15 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 16 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed— of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen 3 jaren na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op een eigen graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 17 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Een verzoek om vergunning hiervoor dient schriftelijk te worden ingediend onder overlegging van een tekening, opgave van de afmetingen en vermelding van het te gebruiken materiaal, op een daartoe bestemd van gemeentewege verkrijgbaar formulier.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19 Grafbeplanting

Niet-blijvende beplantingen, op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 20 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt,tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediend schriftelijk verzoek blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 5.1 was verleend.

  • Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • a.

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    • b.

      de grafbedekking niet binnen drie maanden, nadat deze van het graf is verwijderd,is afgehaald.

Artikel 21 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen

  • 2.

    Het is niet toegestaan voor het onderhoud van graven gebruik te maken van bijtende stoffen of chemische middelen.

  • 3.

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen, of zonodig de gehele grafbedekking, doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige schadevergoeding verplicht is.

  • 4.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 22 Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    De rechthebbende op een eigen graf kan aan burgemeester en wethouders verzoeken het onderhoud hiervan van gemeentewege te laten verrichten.

  • 2.

    Onder het in het eerste lid bedoelde van gemeentewege te verrichten onderhoud wordt verstaan:

    • a.

      het schoonhouden van alle voorwerpen;

    • b.

      het zonodig schuren van stenen voorwerpen;

    • c.

      het in ordelijke staat houden, snoeien en opbinden van heesters, planten en gras;

    • d.

      het wieden van onkruid;

    • e.

      het zorg dragen voor een behoorlijke ligging en stand van de gedenktekenen,hekken en omrasteringen;

    • f.

      alle andere werkzaamheden welke geacht kunnen worden tot het normaal onderhoud te behoren.

  • 3.

    Onder onderhoud wordt niet verstaan herstel— of vernieuwingswerkzaamheden, zoals timmer—, smeed—, metsel—, of steenhouwerswerk, alsmede de levering van de voor die werkzaamheden benodigde materialen.

Artikel 23 Voorschriften met betrekking tot graftekens

  • 1.

    Voor de op de graven te plaatsen monumenten, zerken of andere gedenktekenen gelden de volgende voorschriften en eisen:

    • a.

      de afmetingen van staande gedenktekenen bedragen maximaal voor:

      • -

        een eigen graf : 1,00 x 1,00 meter;

      • -

        een eigen kindergraf : 0,70 x 0,70 meter;

      • -

        een algemeen graf : 0,40 x 0,40 meter;

      • -

        een algemeen kindergraf : 0,40 x 0,40 meter;

    • b.

      de afmetingen van liggende gedenktekenen bedragen maximaal voor:

      • -

        een eigen graf : 2,00 x 1,00 meter;

      • -

        een eigen kindergraf : 1,30 x 0,70 meter;

      • -

        een algemeen graf : 0,60 x 0,50 meter;

      • -

        een algemeen kindergraf : 0,50 x 0,40 meter;

    • c.

      De dikte van liggende gedenktekenen bedragen minimaal voor:

      • -

        een eigen graf : 0,10 meter;

      • -

        een eigen kindergraf : 0,08 meter;

      • -

        een algemeen graf : 0,06 meter;

      • -

        een algemeen kindergraf : 0,06 meter;

    • d.

      geen vergunning wordt verleend voor gedenktekenen waarop een firmanaam of enige reclame is aangebracht.

  • 2.
    • a.

      Een staand grafteken dient te worden geplaatst op en vanwege de rechthebbende aan te brengen fundering van gewapend beton;

    • b.

      Een staand grafteken dient op de fundering te worden bevestigd door middel van doken van roestvrij staal;

    • c.

      De bovenzijde van de fundering ten behoeve van een staand grafteken dient 10 centimeter beneden het grafoppervlak te liggen;

    • d.

      Een grafmarkering dient te worden gefundeerd op en vanwege de rechthebbende aan te brengen betonplaat;

    • e.

      Het plaatsen van een betonplaat onder een liggend grafteken is toegestaan mits de lengte en breedte daarvan 10 centimeter minder bedragen dan die van het grafteken.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in bijzondere gevallen, zulks te hunner beoordeling, ontheffing te verlenen van het bepaalde in eerste lid van dit artikel.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende tenminste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken en andere overblijfselen worden begraven in een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaats.

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.Nabestaanden van een overledene waarvan de asbus, al of niet met urn, is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven en, indien hij dit wenst, in zijn tegenwoordigheid.Wanneer het hier gaat om een bijgezette asbus, al of niet met urn, kan de rechthebbende de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

HOOFDSTUK 7 GEDEELTE VOOR DE HERVORMDE GEMEENTE LEUSDEN

Artikel 25 Rechten en bepalingen met betrekking tot de Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente Leusden

  • 1.

    Alle rechten, die door de Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente van Leusden als voormalig eigenaresse van de begraafplaats vóór de overname door de gemeente Leusden in 1987 zijn verleend, met betrekking tot het uitsluitend recht van begraven of het hebben van gedenktekenen of andere voorwerpen op eigen graven, worden onverkort gehandhaafd.

  • 2.

    De in deze verordening opgenomen bepalingen zijn niet van toepassing op die situaties op de begraafplaats waaromtrent in het kader van de overname met de kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente van Leusden afwijkende afspraken zijn gemaakt.

HOOFDSTUK 8 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 26 Lijst

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9 INRICHTING REGISTER

Artikel 27 Voorschriften

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 10 KLACHTEN

Artikel 28 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1.

    Ingezetenen en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders brengen de beslissing omtrent de klacht terstond ter kennis van de klager en de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 29 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 13.3 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 30 Strafbepaling

  • 1.

    Indien en voor zover de strafbaarstelling niet in andere wetten en/of verordeningen is opgenomen, wordt de overtreding van enig voorschrift, ingesteld bij of krachtens deze verordening, gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden.

  • 2.

    Overtreding van enig voorschrift als bedoeld in het eerste lid, kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op de derde dag nadat zij is afgekondigd in werking, met ingang van welke datum de bestaande Verordening tot Regeling van het Beheer en Gebruik van de Algemene Begraafplaats te Oud Leusden', welke in werking trad op 1 januari 1988, vervalt.

Artikel 32 Aanhalingstitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Beheersverordening Gemeentelijke Begraafplaats Oud Leusden 1992'.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Leusden
in zijn openbare vergadering van 17 december 1992
de secretaris, de voorzitter,
Drs. P. van Elteren Mr.A. Panis