Regeling vervallen per 01-01-2021

Subsidiebeleidsregels Cultuur, Onderwijs, Participatie en Zorg en Welzijn

Geldend van 11-04-2013 t/m 31-12-2020

Intitulé

Subsidiebeleidsregels Cultuur, Onderwijs, Participatie en Zorg en Welzijn

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen;

gelet op: de Algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen en de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is op grond van de Algemene subsidieverordening gemeente Hoogeveen beleidsregels vast te stellen ten aanzien van Cultuur, Onderwijs, Participatie en Zorg en Welzijn.

Besluit vast te stellen de

Subsidiebeleidsregels Cultuur, Onderwijs, Participatie en Zorg en Welzijn

Algemeen

De bepalingen in dit hoofdstuk gelden voor alle onderscheiden beleidsregels.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt/worden verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hoogeveen;

  • b.

    scholen: scholen binnen de gemeente Hoogeveen op het gebied van Primair Onderwijs, Speciaal Onderwijs, Voortgezet Onderwijs, Voortgezet Speciaal Onderwijs en het Middelbaar Beroeps Onderwijs;

  • c.

    gemeente Hoogeveen: de gemeente Hoogeveen omvattende 11 plaatsen, te weten; Hoogeveen, Elim, Hollandscheveld, Noordscheschut, Nieuw Moscou, Fluitenberg, Pesse, Stuifzand, Nieuweroord, Nieuwlande en Tiendeveen;

  • d.

    inwoners: inwoners van de gemeente Hoogeveen;

  • e.

    organisatie: de vrijwilligersorganisatie, professionele organisatie of groep van natuurlijke personen, die de te subsidiëren activiteit organiseert;

  • f.

    vrijwilligersorganisatie: een organisatie waarvan het bestuur uit vrijwilligers bestaat en waarvan de coördinatie en uitvoering van de activiteiten, behoudens die activiteiten waarvoor vanuit het oogpunt van veiligheid en/of specialisme een professionele inzet is opgelegd, door vrijwilligers geschieden;

  • g.

    professionele organisatie: een organisatie waarvan de leiding van de organisatie uit conform cao-gekwalificeerde medewerkers bestaat en waarvan de activiteiten onder leiding van of door conform cao-gekwalificeerde medewerkers worden uitgevoerd;

  • h.

    groep van natuurlijke personen: een groep natuurlijke personen, waarvan minimaal 3 personen een subsidieaanvraag ondertekenen en de ondertekenaars hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de consequenties voortvloeiend uit de door hen ondertekende aanvraag;

  • i.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie ten behoeve van bepaalde activiteiten;

  • i.

    kunstdisciplines: muziek, beeldende kunst, dans, theater, fotografie en media;

Artikel 2 Algemene criteria

  • 1.

    Subsidies worden alleen verstrekt aan organisaties zonder winstoogmerk, waarvan de te subsidiëren activiteiten zijn gericht op de inwoners van de gemeente. De hoogte van de subsidie kan dan worden afgestemd op het (verwachte) aantal deelnemers uit de gemeente Hoogeveen, de omvang van de doelgroep in de gemeente Hoogeveen of het aantal ingezetenen van de gemeente Hoogeveen.

  • 2.

    Om voor subsidie in aanmerking te komen moet aantoonbaar minimaal 80 % van de leden, dan wel van de deelnemers aan de activiteiten, woonachtig zijn in de gemeente Hoogeveen.

  • 3.

    Bij de verdeling van voor verstrekking beschikbare gelden over door organisaties georganiseerde activiteiten wordt uitgegaan van:

  • a.

    de feitelijke of te verwachten mate waarin een activiteit een bijdrage levert aan het realiseren van de gemeentelijke doelen zoals verwoord in de van toepassing zijnde subsidiebeleidsregels;

  • b.

    de totale kosten van de activiteit en de hoogte van de gevraagde financiële bijdrage van de gemeente in verhouding tot de in onderdeel 3a genoemde bijdrage;

  • c.

    doelmatigheid en doeltreffendheid van de activiteit met als uitgangspunt: sober maar doelmatig;

  • d.

    de jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafonds.

  • 4.

    In aanmerking voor subsidie komen uitsluitend door organisaties georganiseerde activiteiten die zijn gericht op de in deze subsidiebeleidsregels genoemde doelgroepen en die toegankelijk zijn voor alle leden van de betreffende doelgroep. De activiteiten moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    de activiteit heeft geen partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming en/of verspreiding van het gedachtegoed tot doel;

  • b.

    de activiteit staat open zonder onderscheid naar afkomst, godsdienst, levensovertuiging, sekse, seksuele geaardheid en politieke gezindheid;

  • c.

    de activiteit is niet in strijd is met de wet, algemeen belang of openbare orde;

  • d.

    met de activiteit wordt geen commercieel doel nagestreefd;

  • 5.

    Op een aanvraag tot subsidieverlening kan negatief worden beschikt indien een andere financieringsbron naar oordeel van het college meer voor de hand ligt. Andere financieringsbronnen zijn onder meer:

  • a.

    deelnemersbijdragen;

  • b.

    andere (overheids)organisaties;

  • c.

    de organisatie zelf;

  • d.

    de hoogte van het eigen vermogen van de organisatie.

  • 6.

    Subsidiemiddelen mogen niet worden ingezet voor het dekken van de volgende kosten:

  • a.

    consumpties van de deelnemers;

  • b.

    attenties;

  • c.

    abonnementen en afdrachten aan koepelorganisaties;

  • d.

    reiskosten van deelnemers aan bijeenkomsten;

  • e.

    entrees;

  • f.

    het verwerven van sponsorgelden en andere bronnen van inkomsten.

  • 7.

    Wanneer de subsidieaanvragen het subsidieplafond te boven gaan en de aanvragen op basis van lid 3 onderdelen a tot en met c, gelijkwaardig zijn (gelijk scoren) zal het college de te verlenen subsidies, naar evenredigheid verlagen met het aantal activiteiten als grondslag.

  • 8.

    Het college maakt tijdig, te weten voor het begin van het boekjaar waarop de subsidieaanvragen betrekking hebben, bekend, op welke wijze de subsidie wordt verdeeld ingeval van overschrijding van het subsidieplafond.

Artikel 3 Nadere algemene vereisten aanvraag

  • 1.

    Bij aanvragen wordt gebruik gemaakt van door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan bij aanvragen tot subsidieverlening boven € 100.000, = toestemming worden verleend voor het op andere wijze indienen van de aanvragen tot subsidieverlening.

  • 3.

    Bij een onvolledige aanvraag voor een jaarlijkse subsidie worden aanvragers in ieder geval tot 1 september van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen.

  • 4.

    In bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de in de ASV genoemde inleverdata.

Artikel 4 Bijzondere criteria prestatievelden

Een subsidie wordt verleend overeenkomstig het voor het betreffende prestatieveld in de bijlagen bij deze beleidsregeld bepaalde.

Artikel 5 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden daags na publicatie in werking en gelden voor aanvragen tot subsidieverlening van jaarlijkse subsidies die betrekking hebben op het boekjaar 2014 en verder en voor eenmalige subsidies die zijn ingediend na de inwerkingtreding van deze beleidsregels.

  • 2.

    De beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels “ Cultuur, Sport, Onderwijs, Participatie en Zorg en Welzijn” worden ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels “ Cultuur, Onderwijs, Participatie en Zorg en Welzijn”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen op 4 maart 2013

de secretaris, de burgemeester,