Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601597
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601597/2
Regeling vervallen per 20-05-2022
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte stikstof in Zeeland 2017, betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2) voortkomend uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)
Geldend van 13-09-2017 t/m 19-05-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2017
Intitulé
Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte stikstof in Zeeland 2017, betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2) voortkomend uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 6 februari 2017, kenmerk 17005151 tot vaststelling van de beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte stikstof in Zeeland 2017, betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2) voortkomend uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
Gedeputeerde staten van Zeeland,
Gelet op de artikelen 1.3, 1.13, derde lid en 2.7, van de Wet natuurbescherming (Wnb);
Gelet op titel 2.1 van het Besluit natuurbescherming (Bnb);
Gelet op titel 2.1 van de Regeling natuurbescherming (Rnb);
Gelet op paragraaf 4.2.8 van het PAS-programma;
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.
Overwegende
- •
dat het provinciale beleid gericht is op het bieden van ruimte voor economische ontwikkelingen en activiteiten mits de daarmee gepaard gaande stikstofdepositie de realisatie van de Natura 2000 doelstellingen niet belemmert.
- •
dat de uitgangspunten voor toedeling van ontwikkelingsruimte op landelijk niveau zijn gereguleerd in de Wnb, het Bnb, de Rnb f en het Programma Aanpak Stikstof.
- •
dat ons college bevoegd gezag kan zijn voor toestemmingsbesluiten (2.7, eerste lid, van het Bnb), voor het verlenen van instemming (artikel 1.3 van de Wnb) en voor afgifte van een verklaring van geen bedenkingen (artikel 6.10a van het Besluit omgevingsrecht).
- •
dat het gewenst is dat gedeputeerde staten vastleggen op welke wijze aan deze bevoegdheden uitvoering wordt gegeven zodat alle betrokkenen daar in hun beleid, besluitvorming en bij hun initiatieven rekening mee kunnen houden.
Besluiten vast te stellen de volgende Beleidsregel:
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- a)
Ontwikkelingsruimte: stikstofdepositie die in het kader van het Programma Aanpak Stikstof met betrekking tot een daarin opgenomen Natura 2000-gebied kan worden toegedeeld in of gereserveerd voor besluiten als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, van het Bnb;
- b)
PAS-programmaperiode: het tijdvak waarbinnen een Programma Aanpak Stikstof gelding heeft.
- c)
Segment 2: ontwikkelingsruimte die resteert na aftrek van ontwikkelingsruimte die is gereserveerd voor toestemmingsbesluiten die betrekking hebben op bij ministeriële regeling afzonderlijk of per categorie genoemde of beschreven projecten of andere handelingen als bedoeld in artikel 2.8 van het Bnb.
- d)
Toestemmingsbesluit: besluit als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid van het Bnb.
- e)
OR-relevant hexagoon: een oppervlakte binnen een Natura 200D-gebied van 1 hectare (hexagoon) waarbinnen voor stikstof gevoelig natuurlijke habitat of habitat van voor stikstof gevoelige soorten voorkomen, en waarbij tevens sprake is van een (mogelijke of naderende) overbelasting van stikstofdepositie waardoor bij toestemmingsbesluiten op grond van de Wet natuurbescherming deze OR-relevante hexagonen voor uitgifte van ontwikkelingsruimte in aanmerking komen.
Artikel 2 Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing op besluitvorming door gedeputeerde staten met betrekking tot projecten en andere handelingen waarvoor een beroep wordt gedaan op segment 2.
Artikel 3 Uitgangspunten toedeling ontwikkelingsruimte segment 2
- 1.
Aan een project of andere handeling wordt een maximum gesteld aan de hoeveelheid ontwikkelruimte van 1,50 mol stikstof op OR-relevante hexagonen per hectare per jaar per programmaperiode die met een toestemmingsbesluit kan worden toegedeeld.
Ingeval het project of de andere handeling betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1,1, derde lid, van de Wet milieubeheer geldt de vastgestelde maximumwaarde per hectare per jaar per PAS-programmaperiode in cumulatie met andere projecten of handelingen met betrekking tot dezelfde inrichting, met inbegrip van projecten en handelingen in de PAS-programmaperiode die ingevolge artikel 2.12, eerste en tweede lid van het Bnb zijn uitgezonderd van het verbod van artikel 2.7, tweede lid, van de wet.
- 2.
Het project of de andere handeling waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld dient binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij de ontwikkelingsruimte is toegedeeld, te zijn gerealiseerd onderscheidenlijk verricht. Na twee jaar kunnen gedeputeerde staten het door hen hiervoor vastgestelde toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) intrekken of wijzigen of, indien het om een omgevingsvergunning gaat, burgemeester en wethouders verzoeken het toestemmingsbesluit (al dan niet gedeeltelijk) in te trekken of wijzigen.
- 3.
Voor de toedeling van ontwikkelingsruimte in segment 2 geldt de volgorde van ontvangst van de volledige en ontvankelijke aanvraag voor een toestemmingsbesluit. Bij binnenkomst via de post geldt het tijdstip van 12.00 uur.
- 4.
Gedeputeerde staten kunnen lid 1, 2 en/of 3 van dit artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, wanneer onverkorte toepassing ervan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen.
Artikel 4 Bekendmaking en inwerkingtreding
Dit besluit treedt tegelijk in werking na besluitvorming in gedeputeerde staten van Zeeland doch niet eerder dan na uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.
De Beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte stikstof in Zeeland 2015 wordt per gelijke datum ingetrokken.
Artikel 5 Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 6 februari 2017 tot vaststelling van de beleidsregel toedeling ontwikkelingsruimte stikstof in Zeeland 2017 (aanpassen naar 2017), betrekking hebbend op de verdeling van de vrije ontwikkelruimte (segment 2) voortkomend uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS).
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 6 februari 2017.
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
Uitgegeven 20 februari 2017
De secretaris. A.W. Smit
Toelichting
Algemeen
De stikstofbelasting van Natura 2000 gebieden neemt de komende 20 jaar af door al ingezette maatregelen, zoals: schonere auto's en het in de PAS opgenomen aanvullende pakket van emissiebeperkende maatregelen in de landbouw. Een deel van deze afname komt ten goede aan de natuur (ecologie); een ander deel wordt ingezet als ontwikkelingsruimte voor initiatiefnemers (economie). Daarbij is door het Rijk met de agrarische sector afgesproken dat de helft van de emissiebeperking door de landbouwmaatregelen ook weer als ontwikkelingsruimte voor die sector beschikbaar komt.
Van de depositieruimte die Aerius (Rekeninstrument waarmee de stikstofdepositie van een activiteit moet worden bepaald) berekent per Natura 2000 gebied is een deel apart gezet voor activiteiten waarvoor geen toestemmingsbesluit hoeft te worden genomen (autonome ontwikkelingen, projecten en andere handelingen onder de grenswaarden). Daarnaast is een deel van de depositieruimte beschikbaar als ontwikkelingsruimte voor toestemmingsplichtige activiteiten. Een deel van de ontwikkelingsruimte wordt gereserveerd voor prioritaire projecten van het Rijk en prioritaire projecten van de provincies. Het overige deel van de ontwikkelingsruimte (segment 2) is vrij beschikbaar. Deze beleidsregel heeft betrekking op toedeling van ontwikkelingsruimte uit segment 2.
Beleidsregels toedeling ontwikkelingsruimte provincies
Gedeputeerde staten kunnen bevoegd gezag zijn voortoestemmingsbesluiten waarbij ontwikkelingsruimte wordt toegedeeld dan wel daarvoor instemming verlenen dan wel daarvoor een verklaring van geen bedenkingen afgeven.
Voor de uitoefening van deze bevoegdheden kunnen gedeputeerde staten provinciale beleidsregels vaststellen. Provincies hebben een gezamenlijke set van beleidsregels vastgesteld voor de verdeling van de ontwikkelingsruimte uit segment 2. Doel hiervan is de toedeling van ontwikkelingsruimte eenvoudig en eerlijk uit te voeren en om te voorkomen dat enkele aanvragers in één keer de beschikbare ontwikkelingsruimte verbruiken en dat daarbij geen ongelijkheid tussen provincies ontstaat. Daarbij wordt ruimte gelaten voor nuancering en maatwerk per provincie.
Wanneer een aanvraag om toestemming niet voldoet aan de provinciale beleidsregels, kan dat voor gedeputeerde staten reden zijn de gevraagde ontwikkelingsruimte te weigeren.
Toebedeelde ontwikkelingsruimte is gekoppeld aan een toestemmingsbesluit en is niet verhandelbaar.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begripsbepalingen
e) OR-relevant hexagoon: een van de voorwaarden voor OR-relevantie is dat er tevens sprake is van een (mogelijke of naderende) overbelasting van stikstofdepositie. De grens voor (mogelijke of naderende) overbelasting ligt 70 mol onder de kritische depositiewaarde. Van (mogelijke of naderende) overbelasting is sprake als de stikstofdepositie deze grens overschrijdt.
Artikel 2. Reikwijdte
Toestemmingsbesluiten op grond van artikel 2.7, eerste lid van het Bnb kunnen door verschillende bevoegde gezagen worden vastgesteld. Voor de Zeeuwse Natura 2000-gebieden zijn dit in veel gevallen gedeputeerde staten van Zeeland (hierna: gedeputeerde staten). Het kan echter ook zijn dat burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn (2.7, eerste lid van het Bnb: een omgevingsvergunning waarop artikel 2.1 sub i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht jo. artikel 2.2aa onder a van het Besluit omgevingsrecht van toepassing is). In dat geval moeten gedeputeerde staten ingevolge artikel 6.10a van het Besluit omgevingsrecht beslissen omtrent een verklaring van geen bedenkingen. Uit de toepassing van artikel 1.3 Wnb kan ook voortvloeien dat gedeputeerde staten van een andere provincie bevoegd gezag zijn, maar dat gedeputeerde staten instemming moeten verlenen.
Artikel 2 is zodanig geformuleerd dat deze beleidsregel van toepassing is op alle besluitvorming door gedeputeerde staten met betrekking tot projecten en andere handelingen waarvoor een beroep wordt gedaan op segment 2 (dus ook verklaringen van geen bedenkingen en instemmingsbesluiten).
Artikel 3. Uitgangspunten toedeling ontwikkelingsruimte
Gedeputeerde staten zien dat ontwikkelingsruimte in het kader van de PAS een schaars goed is. Gedeputeerde staten willen de beschikbare ruimte inzetten om de normale bedrijfsontwikkeling van ondernemers mogelijk te maken. Gedeputeerde staten willen voorkomen dat een nieuwe activiteit op een slecht gekozen locatie of uitbreiding een onevenredig groot deel van de beschikbare ontwikkelingsruimte gebruikt, waardoor er voor bestaande ondernemingen in de regio onvoldoende ruimte overblijft. Gedeputeerde staten willen ook voorkomen dat ontwikkelingsruimte wordt toebedeeld die vervolgens niet wordt gebruikt, terwijl voor andere ontwikkelingen dan onvoldoende ruimte beschikbaar is. Gedeputeerde staten hebben een aantal uitgangspunten geformuleerd om te bewaken dat de schaarse ontwikkelingsruimte goed gebruikt wordt.
Lid 1; Maximum aan toe te kennen ontwikkelingsruimte binnen een programmaperiode
Doel van deze bepaling is het ontmoedigen van aanvragen om toestemming voor projecten of andere handelingen waarvoor een onevenredige hoeveelheid ontwikkelingsruimte nodig is. Hiertoe is een maximum hoeveelheid aan ontwikkelingsruimte opgenomen van 1,50 mol stikstof/ha/jaar per PAS-programmaperiode op OR relevante hexagonen per project of andere handeling.
Bij een uitbreiding van een bestaande inrichting als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer dient de stikstofdepositie te worden opgeteld bij de stikstofdepositie van de daaraan voorafgaande uitbreidingen ten aanzien van dezelfde inrichting in dezelfde PAS-programmaperiode. Hierbij dienen ook de uitbreidingen te worden meegeteld die onder de uitzondering van de vergunningplicht vallen 2.12, eerste en tweede lid van het Bnb. Gemelde ruimte weegt dus mee voor het maximum dat bij segment 2 wordt gehanteerd.
Met deze toevoeging wordt voorkomen dat een initiatiefnemer de maximale waarde in mol stikstof/ha/jaar per PAS-programmaperiode overschrijdt door het opknippen van een groter project in kleine deelprojecten.
Lid 2: Limitering aan gebruikslengte ontwikkelingsruimte
Doel van deze bepaling is het voorkomen van onnodige toedeling van ontwikkelingsruimte door aan het verlenen van toestemming als voorwaarde een termijn te stellen waarbinnen het project of de andere handeling is gerealiseerd onderscheidenlijk is verricht. Op grond van artikel 2.7, vierde lid van het Bnb kan het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een toestemmingsbesluit, dit besluit intrekken of wijzigen indien het project of de andere handeling waarop dit besluit betrekking heeft, nadat het besluit onherroepelijk is geworden, niet is gerealiseerd, onderscheidenlijk is verricht binnen de daarvoor gestelde termijn.
In deze beleidsregel is een termijn van 2 jaar opgenomen. Deze termijn vangt aan vanaf het moment dat het toestemmingsbesluit onherroepelijk is. Indien er sprake is van een omgevingsvergunning waarvoor gedeputeerde staten een verklaring van geen bedenkingen hebben afgegeven, kunnen gedeputeerde staten burgemeester en wethouders verzoeken het toestemmingsbesluit al dan niet gedeeltelijk in te trekken.
Vanwege deze termijn van 2 jaar dient bij een aanvraag ook aangetoond te worden dat er zicht is op realisatie op korte termijn. Om die reden zal er bij aanvraag ook aangegeven moeten worden dat er eveneens een omgevingsvergunning is aangevraagd of een melding activiteitenbesluit in het kader van de Wabo is gedaan.
Lid 3: Toekennen van ontwikkelingsruimt e op volgorde van de datum en tijdstip van ontvangst van een ontvankelijke aanvraag.
In het PAS-programma staat dat als gedeputeerde staten geen nadere beleidsregels hebben vastgesteld, de toedeling van ontwikkelingsruimte door gedeputeerde staten voor activiteiten binnen segment 2 de volgorde van ontvangst van de aanvraag van een toestemmingsbesluit bepalend is. Dat kan betekenen dat een aanvraag die niet volledig is, bij toedeling van ontwikkelingsruimte voorrang heeft op een aanvraag die wel volledig is. Dit vinden gedeputeerde staten een onwenselijke situatie. Voor de toedeling van ontwikkelingsruimte is het van belang dat de aanvraag ontvankelijk is, dat houdt in dat de juiste gegevens zijn overgelegd en dat ook de inhoud van de aanvraag op orde is. Het is dus in het belang van de initiatiefnemer dat de ingediende aanvraag zowel formeel als inhoudelijk op orde is. Is dat niet het geval dan wordt de initiatiefnemer in de gelegenheid gesteld zijn aanvraag aan te vullen binnen een bepaalde periode. Pas als de benodigde gegevens op tijd zijn ingediend, wordt de status van de aanvraag omgezet in een ontvankelijke aanvraag en is de datum van ontvankelijkheid bepalend voor de volgorde van toekenning van ontwikkelingsruimte. Omdat een aanvrager niet verplicht is zijn aanvraag digitaal in te dienen, is er een tijdstip bepaald wanneer een aanvraag per post wordt ingediend.
Lid 4: Hardheidsclausule
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zit een inherente afwijkingsbevoegdheid. Jurisprudentie wijst uit dat daarvan alleen gebruik kan worden gemaakt in gevallen die niet konden worden voorzien. Door in de beleidsregel zelf een grondslag op te nemen voor afwijking, creëren gedeputeerde staten (meer) ruimte om af te wijken van de beleidsregels in gevallen waarin toepassing van de beleidsregel onevenredig zou zijn.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl