Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601205
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR601205/2
Regeling vervallen per 01-01-2018
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017
Geldend van 17-02-2017 t/m 31-12-2017 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017De raad van de gemeente Heerenveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet,
besluit
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017
(Legesverordening 2017)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
-
a. 'dag':
de periode van 0.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
-
b. 'week':
een aaneengesloten periode van zeven dagen;
-
c. 'maand':
het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand;
-
d. 'jaar':
het tijdvak dat loop van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;
-
e. 'kalenderjaar':
de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
1. De leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- d.
het afgeven van bewijzen van onvermogen;
- e.
het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen, lijfrenten, wachtgelden, loon of bezoldiging;
- f.
het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- g.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk enige gemeentelijke functie of dienstverlening jegens de gemeente;
- h.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om subsidie uit de gemeentekas;
- i.
nasporingen in de bij het gemeentearchief berustende stukken welke uitsluitend strekken ten behoeve van een wetenschappelijk doel;
- j.
vergunningvrije bouwwerkzaamheden die bij gemeentelijke monumenten vergunningplichtig zijn.
- k.
het in behandeling nemen vaneen aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning voor projecten die een belangrijkebijdrage leveren aan verduurzaming van de gemeente Heerenveen (ter beoordeling van het col-lege op basis van de doelen in ons gemeentelijk uitvoeringsprogramma duurzaamheid).
-
2. Voor het in behandeling nemen vaneen aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning voor projecten die een belangrijkebijdrage leveren aan verduurzaming van de gemeente Heerenveen (ter beoordeling van het col-lege op basis van de doelen in ons gemeentelijk uitvoeringsprogramma duurzaamheid), geldteen korting van € 50.000 op de normaliter volgens de bij deze verordening behorende tarieventabelin rekening te brengen leges, indien deze leges € 50.000 of meer bedragen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
4. Belastingbedragen van minder dan € 2,50 worden niet geheven.
-
5. Indien verzocht wordt om verstrekking van informatie in digitale vorm wordt bij digitale verstrekking het equivalent van de papieren verstrekking in rekening gebracht.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur, al dan niet verzonden langs de elektronische weg conform de bepalingen van artikel 2:14 Algemene wet bestuursrecht. Het gevorderde bedrag wordt mondeling dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
-
2. De leges voor digitale dienstverlening wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid geheven bij wege van voldoening op aangifte door middel van directe betaling via de internetkassa.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
digitaal wordt gedaan, door middel van directe betaling via internetkassa;
- c.
schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van – al dan niet langs elektronische weg – toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 9 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
akten burgerlijke stand;
- 2.
reisdocumenten;
- 3.
rijbewijzen;
- 4.
papieren verstrekking uit gemeentelijke basisregistratie personen;
- 5.
verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens;
- 6.
verklaring omtrent gedrag;
- 7.
kansspelen,
- 1.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Overgangsrecht
De door uw raad op 21 december 2015 vastgestelde Legesverordening 2016, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2017.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2016.
De griffier,
mevrouw W.J.M.A. Jansen
De voorzitter,
de heer T.J. van der Zwan
Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2017
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Raads- en commissievergaderstukken
1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een abonnement op het verstrekken van: |
||
1.1.1 |
raads- en commissievergaderstukken per kalenderjaar |
€ |
211,30 |
1.2 |
de in dit hoofdstuk vermelde tarieven zijn vermeld inclusief portokosten |
Hoofdstuk 2 Geheel of gedeeltelijk bedrukte stukken
2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van: |
||
2.1.1 |
een fotokopie van andere dan de met name in deze tabel genoemde stukken per bladzijde geheel of gedeeltelijk bedrukt: |
||
2.1.1.1 |
per pagina op papier van A-4 formaat of kleiner. |
€ |
0,35 |
2.1.1.2 |
per pagina op papier van A-3 formaat |
€ |
0,45 |
Indien het onder 2.1.1.1 of 2.1.1.2 vermelde recht is verschuldigd voor de vervaardiging van boekwerken, rapporten e.d. bedraagt het recht per vervaardigd boekwerk, rapport e.d. ten hoogste |
€ |
66,15 |
|
2.1.1.3 |
een uittreksel van een document of een samenvatting van de inhoud van een document, per pagina |
€ |
2,40 |
2.1.1.4 |
digitale informatie op een gegevensdrager (CD of DVD), per gegevensdrager |
€ |
59,65 |
2.1.1.5 |
Gewaarmerkte afschriften van stukken, voorzover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen per pagina op papier van A-4 formaat |
||
€ |
0,45 |
||
2.1.2 |
een lichtdruk van andere dan de met name in deze tabel genoemde stukken per lichtdruk, ongeacht het formaat: |
€ |
2,85 |
Onder gedeeltelijk bedrukte stukken worden verstaan voor een deel bedrukte en overigens, hetzij geschreven,hetzij blanco gelaten stukken. Met bedrukte stukken worden gelijkgesteld stukken op andere wijze vermenigvuldigd dan door middel van de drukpers. |
|||
2.1.3 |
een losbladige uitgave van de algemene plaatselijke verordening |
€ |
18,65 |
2.1.4 |
een losbladige uitgave van de algemene plaatselijke verordening inclusief toelichting |
€ |
25,20 |
2.2 |
de in dit hoofdstuk vermelde tarieven zijn vermeld inclusief portokosten |
Hoofdstuk 3 Nasporingen archief/informatieverstrekking
3.1 |
Het tarief bedraagt voor het: |
||
3.1.1 |
door of vanwege de gemeente doen van een nasporing in, eventueel gevolgd door het geven van een of meer inlichtingen uit het archief van de gemeente, of het statisch documentatiemateriaal van de gemeente, ongeacht het resultaat van die nasporing, een en ander voor zover deze diensten niet met name in deze verordening of in een andere belastingverordening van deze gemeente, danwel in andere rechtsregels zijn genoemd: voor elk afzonderlijk onderdeel |
€ |
25,20 |
3.1.2 |
in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens ten behoeve van een taxatie- en/of verkoopopdracht |
€ |
52,75 |
Hoofdstuk 4 Algemene plaatselijke verordening
4.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
4.1.1 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
34,05 |
4.1.2 |
het afgeven van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
133,20 |
4.1.3 |
het afgeven van een niet afzonderlijk genoemde vergunning of ontheffing, die verleend is op op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
34,05 |
4.1.4 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 4:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (kamperen buiten kampeerterreinen) |
€ |
34,05 |
Hoofdstuk 5 Vervallen
Hoofdstuk 6 Reglement gevaarlijke stoffen
6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verkoopvergunning voor vuurwerk als bedoeld in artikel 34 van het Reglement gevaarlijke stoffen |
€ |
34,05 |
Hoofdstuk 7 Verkeer en vervoer
7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van: |
||
7.1.1 |
een ontheffing voor het houden van een wedstrijd op de weg als bedoeld in artikel 10 van de Wegenverkeerswet |
€ |
34,05 |
7.1.2 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten |
€ |
33,75 |
7.1.3 |
een jaarlijkse ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (ontheffing blauwe zone, bord E10) |
€ |
46,55 |
7.1.4 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 18 lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet |
€ |
33,75 |
7.1.5 |
een verklaring van geen bezwaar voor een toertocht op de weg in de gemeente Heerenveen |
€ |
33,75 |
7.1.6 |
een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ |
40,60 |
7.1.7 |
een verklaring van geen bezwaar ingevolge in het ‘Besluit inrichting en gebruik niet aangewezen luchtvaartterreinen’ voor het houden van een ballonopstijging of een helikopterlanding. |
€ |
68,15 |
7.1.8 |
bijdrage in de kosten van de aanleg van een gehandicaptenparkeerplaats met paal en borden |
€ |
210,15 |
7.1.9 |
een gehandicaptenparkeerkaart (GPK), zoals bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
||
7.1.9.1 |
zonder keuring door een arts of adviseur |
€ |
68,25 |
7.1.9.2 |
inclusief keuring door een arts of adviseur |
€ |
143,30 |
Hoofdstuk 8 Wet agrarisch grondverkeer
8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
8.1.1. |
het verkrijgen van een verklaring als bedoeld in artikel 6 lid 2, letter g van de Wet agrarisch grondverkeer |
€ |
34,05 |
Hoofdstuk 9 Wet op de kansspelen
9.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
9.1.1 |
het afgeven van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de Kansspelen: |
||
9.1.1.1 |
voor één speelautomaat per jaar |
€ |
56,50 |
9.1.1.2 |
voor twee of meer speelautomaten per jaar: |
||
9.1.1.2.1 |
voor de eerste speelautomaat |
€ |
56,50 |
9.1.1.2.2 |
voor iedere volgende speelautomaat |
€ |
34,00 |
9.1.2 |
het afgeven van een vergunning voor een verloting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de Kansspelen |
€ |
17,80 |
Hoofdstuk 10 Telecommunicatie en nutsbedrijven
10.1 |
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet |
€ |
336,25 |
10.2 |
Het in 10.1 genoemde bedrag wordt met inachtneming van het hieronder onder 10.3 bepaalde verhoogd met: |
||
a. € 0,96 variabele leges per strekkende meter indien het betreft werkzaamheden in een bestaande situatie (bebouwd gebied); |
|||
b. € 0,48 variabele leges per strekkende meter indien het werkzaamheden betreft in een maagdelijk terrein (onbebouwd gebied); |
|||
met dien verstande dat bij aanvragen boven de 10.000 meter, voor de eerste 10.000 meter de leges worden berekend als hiervoor onder a. en b. omschreven, en voor de resterende meters ook in bebouwd gebied het tarief € 0,48 per strekkende meter is. |
Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet
11.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om ontheffing of vrijstelling ingevolge de Winkeltijdenwet, het Vrijstellingsbesluit Winkeltijdenwet of de Winkeltijdenverordening |
€ |
34,05 |
Hoofdstuk 12 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen
12.1 |
Voor de toepassing van dit onderdeel, met uitzondering van het vermelde onder 12.2 en 12.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisadministratie personen moet worden geraadpleegd |
||
12.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvraag: |
||
12.1.1.1 |
tot het verstrekken van gegevens: |
||
per verstrekking |
€ |
8,15 |
|
12.1.1.2 |
tot het verstrekken van gegevens indien bij de aanvraag een zogenaamd no hit-bericht wordt meegezonden: |
||
per verstrekking |
€ |
7,50 |
|
12.2 |
Voor de toepassing van onderdeel 12.3 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen |
||
12.3 |
Het tarief bedraagt voor op verzoek doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
12,75 |
12.4 |
tot het anders dan voor de eerste keer verstrekken van een volledig overzicht van gegevens die van de aanvrager in de basisadministratie zijn opgenomen |
€ |
10,70 |
12.5 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een inentingsboekje |
€ |
4,10 |
12.6 |
tot het anders dan voor de eerste keer aan nieuwe inwoners verstrekken van een plattegrond van de gemeente, per plattegrond |
€ |
0,00 |
Hoofdstuk 13 Nasporing en inlichtingen burgerlijke stand
13.1 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief dat bij algemene maatregel van bestuur is bepaald |
||
a. voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 23b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; |
€ |
12,90 |
|
b. voor elk uittreksel als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; |
€ |
12,90 |
|
c. voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; |
€ |
22,90 |
|
d. voor elke attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
12,90 |
|
e. voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand. |
€ |
12,90 |
Hoofdstuk 14 Huwelijksvoltrekkingen
14.1 |
Het tarief bedraagt voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap op een andere tijd dan voor kosteloze huwelijksvoltrekking of kosteloze registratie van partnerschap is bepaald: |
||
14.1.1 |
op maandag tot en met vrijdag |
||
14.1.1.1 |
op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen |
€ |
295,00 |
14.1.1.2 |
op de locatie publiekscentrum ondertrouwkamer op maandag- en donderdagochtend om 09.00 uur |
€ |
112,50 |
14.1.1.3 |
op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie) |
€ |
330,00 |
14.1.2 |
op zaterdag |
||
14.1.2.1 |
op de locatie trouwzaal Crackstraat 2 te Heerenveen |
€ |
795,00 |
14.1.2.2 |
op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie) |
€ |
480,00 |
14.1.3 |
op een zon- of feestdag op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie) |
€ |
1.655,00 |
14.1.4 |
op een avond op een alternatieve locatie (exclusief de kosten van de locatie) |
€ |
830,00 |
14.1.5 |
Een kosteloze huwelijksvoltrekking of registratie van partnerschap kan uitsluitend plaatsvinden op de locatie waar het Publiekscentrum gevestigd is. |
||
14.1.5.1 |
op de locatie publiekscentrum in een spreekkamer op maandag- en donderdagochtend om 08.30 uur |
€ |
0,00 |
14.2 |
Het tarief bedraagt voor het: |
||
beschikbaar stellen van getuigen voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap, per getuige |
€ |
38,75 |
|
14.3 |
spelen van het carillon op de locatie Crackstraat 2 te Heerenveen |
€ |
17,85 |
14.4 |
wijzigen van de datum of het tijdstip van een voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap |
€ |
35,70 |
14.5 |
uitsluitend opmaken van een akte tot omzetting van een registratie van het partnerschap in een huwelijk |
€ |
63,75 |
14.6 |
in behandeling nemen van een aanvraag voor het voltrekken van een huwelijk of het registreren van een partnerschap door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen |
€ |
190,00 |
14.7 |
voor het gebruik van een toga door een andere dan de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Heerenveen |
€ |
55,00 |
14.8 |
Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap wordt afgezegd, wordt op verzoek teruggaaf verleend van de geheven leges, met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd blijft van |
€ |
55,00 |
14.9 |
Indien het voorgenomen huwelijk of registratie van het partnerschap op een kosteloos tijdstip wordt afgezegd is een recht verschuldigd van |
€ |
55,00 |
Hoofdstuk 15 Trouwboekjes
15.1 |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje |
€ |
29,00 |
15.1.1 |
Gekalligrafeerd trouwboekje |
€ |
46,00 |
15.1.2 |
Kalligraferen kind bijschrijven in trouwboekje/partnerschapsboekje |
€ |
8,50 |
Hoofdstuk 16 Verklaringen en stukken in het bijzonder belang van de aanvragers
16.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verstrekken van: |
||
16.1.1 |
een uittreksel uit het bevolkingsregister |
€ |
8,15 |
16.1.2 |
een bewijs van in leven zijn |
€ |
8,15 |
16.1.3 |
een nationaliteitsbewijs |
€ |
8,15 |
16.1.4 |
de legalisatie van een handtekening, of voor het ter legalisatie opzenden van een stuk |
€ |
8,15 |
16.1.5 |
een bericht als bedoeld in de artikelen 29 en 32 van de Wet persoonsregistraties |
€ |
8,15 |
16.1.6 |
een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
41,35 |
16.1.7 |
een niet in deze verordening genoemde verklaring of stuk in het bijzonder belang van de aanvrager |
€ |
8,15 |
Hoofdstuk 17 Reispapieren voor grensoverschrijdingen
17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
17.1.1 |
tot het verstrekken van een Nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen- en faciliteitenpaspoort met een geldigheidsduur van 10 jaar |
€ |
64,75 |
17.1.2 |
tot het verstrekken van een Nationaal paspoort, zakenpaspoort, vluchtelingen-, vreemdelingen- en faciliteitenpaspoort met een geldigheidsduur van 5 jaar |
€ |
51,45 |
17.1.3 |
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) met een geldigheidsduur van 10 jaar |
€ |
50,65 |
17.1.4 |
tot het verstrekken van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) met een geldigheidsduur van 5 jaar |
€ |
28,60 |
17.2 |
De tarieven als genoemd in de onderdelen 17.1.1 tot en met 17.1.4 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ |
47,55 |
Hoofdstuk 18 Aanvragen rijbewijs
18.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
18.1.1 |
tot het afgeven van een rijbewijs |
€ |
39,10 |
18.1.2 |
tot het afgeven van een aanvraagformulier ter verkrijging van een geneeskundige verklaring van het C.B.R. te Rijswijk, wordt de kostprijs van det formulier verhoogd met € 1 |
||
18.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 18.1.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ |
34,10 |
Hoofdstuk 19 Naturalisatie
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot naturalisatie als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap, geldt het tarief zoals dit is opgenomen in het Besluit Naturalisatie (besluit van 27 januari 1986, Staatsblad 618) |
|||
of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd |
Hoofdstuk 20 Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen (Wkpb) gereserveerd
Hoofdstuk 21 Gedoogbeschikkingen
21.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek voor het verstrekken van een gedoogbeschikking bouw, RO en milieu, horeca, afval, markten en het gebruik van de openbare ruimte |
€ |
1.675,80 |
21.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek zoals in 21.1 genoemd in situaties waarin sprake is van calamiteiten, overmacht of omstandigheden die niet aan de vergunningplichtige kunnen worden toegerekend |
€ |
160,25 |
Hoofdstuk 22 Leegstandswet
22.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag : |
||
22.1.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
64,35 |
22.1.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet |
€ |
32,15 |
Hoofdstuk 23 Marktstandplaatsen
23.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||
23.1.1 |
een standplaatsvergunning als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor |
||
één dag |
€ |
21,40 |
|
één maand |
€ |
47,15 |
|
één jaar |
€ |
385,85 |
Hoofdstuk 24 Kinderopvang
24.1 |
Het tarief betreft voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 en 2.2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) voor: |
||
24.1.1 |
het in exploitatie nemen van een kindercentrum, peuterspeelzaal, voorziening gastouderopvang of een gastouderbureau |
€ |
34,05 |
24.2 |
Toetsing GGD of GGD Advies |
||
Verhoging in verband met de inspectie voor registratie in het landelijk register op grond van artikel 1.45 lid 3 Wko. Het tarief bedraagt: |
|||
24.2.1 |
voor de inspectie GGD van een kinderdagverblijf, peuteropvang, buitenschoolse opvang en gastouderbureau |
€ |
1.218,00 |
24.2.2 |
voor de inspectie GGD van een voorziening gastouderopvang |
€ |
435,00 |
24.2.3 |
voor de onspectie van een kindercentrum als bedoeld in artikel 1.45 Wko, waarbij de houder van het kindercentrum reeds is geregistreerd in het landelijk register (LRKP) met de betreffende locatie |
€ |
358,00 |
24.2.4 |
voor de inspectie van een voorziening gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 Wko, waarbij de houder van de voorziening reeds in het LRKP is geregistreerd met de betreffende locatie of een andere locatie |
€ |
174,00 |
24.3 |
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 1.45 en 2.2 Wko, niet ontvankelijk wordt verklaard, bedraagt het tarief |
€ |
34,05 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
2.1.1. |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
||
2.1.1.1 |
bouwkosten: |
||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien de opgave van de bouwkosten afwijkt van de landelijk geldende kubieke meterprijzen wordt toepassing gegeven aan artikel 11, tweede lid van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de meest recente versie van de Taxatieboekjes Reed Business. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|||
2.1.1.2 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
||
2.1.1.3 |
Vooroverleg: |
||
vraag of voor een nog niet uitgewerkt plan voor de activiteit Bouwen of voor de activiteit Strijdig gebruik RO medewerking kan worden verleend. |
|||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg
2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
2.2.1 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig gebruik RO (buitenplanse afwijking) in het kader van de Wabo vergunbaar is. |
€ |
315,05 |
2.2.2 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Strijdig gebruik RO (binnenplanse afwijking en een buitenplanse kleine afwijking) in het kader van de Wabo vergunbaar is. |
€ |
173,90 |
2.2.3 |
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een plan voor de activiteit Bouwen in het kader van de Wabo vergunbaar is |
25% |
|
van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld, |
|||
met dien verstande dat een minimum recht verschuldigd is van |
€ |
107,90 |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.1.1.1 |
Bij bouwkosten tot € 36.000,00 |
2,50% |
|
van de totale bouwsom, met een minimum van |
€ |
107,90 |
|
2.3.1.1.2 |
Bij bouwkosten van € 36.000,00 tot € 530.000,00 wordt het tarief van onderdeel 2.3.1.1.1 over het bij dat onderdeel genoemde bedrag geheven vermeerderd met |
2,80% |
|
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel. |
|||
2.3.1.1.3 |
Bij bouwkosten van € 530.000,00 tot € 1.100.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1 en 2.3.1.1.2 over de bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met |
3,10% |
|
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel. |
|||
2.3.1.1.4 |
Bij bouwkosten van € 1.100.000,00 tot € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2 en 2.3.1.1.3 over de bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met |
2,30% |
|
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel. |
|||
2.3.1.1.5 |
Bij bouwkosten vanaf € 10.700.000,00 wordt het tarief van de onderdelen 2.3.1.1.1, 2.3.1.1.2, 2.3.1.1.3 en 2.3.1.1.4 over de bij die onderdelen genoemde bedragen geheven vermeerderd met |
2,00% |
|
van het gedeelte van de bouwkosten, die vallen in dit onderdeel met een maximum van |
€ |
200.000,00 |
|
2.3.1.2 |
Welstandstoets |
||
Verhoging in verband met toetsing aan welstandcriteria |
|||
Het tarief bedraagt ter zake van de beoordeling van welstand, berekend over de naar boven op € 500 afgeronde bouwkosten: |
|||
2.3.1.2.1 |
advisering inzake vooroverlegplannen |
€ |
43,00 |
vermeerderd met een uurtarief van € 102,00 per adviseur met een minimum van 15 minuten |
|||
2.3.1.2.2 |
bij inwinnen advies indien de bouwkosten: |
||
2.3.1.2.2.1 |
lager dan of gelijk zijn aan € 5.000 |
€ |
43,00 |
2.3.1.2.2.2 |
meer bedragen dan € 5.000 maar niet meer dan € 25.000 |
€ |
43,00 |
vermeerderd met 2,3‰ van de bouwsom hoger dan € 5.000 |
|||
2.3.1.2.2.3 |
meer bedragen dan € 25.000 maar niet meer dan € 100.000 |
€ |
89,00 |
vermeerderd met 2,15‰ van de bouwsom hoger dan € 25.000 |
|||
2.3.1.2.2.4 |
meer bedragen dan € 100.000 maar niet meer dan € 250.000 |
€ |
250,00 |
vermeerderd met 2,05‰ van de bouwsom die meer bedragen dan € 100.000 |
|||
2.3.1.2.2.5 |
meer bedragen dan € 250.000 maar niet meer dan € 750.000 |
€ |
557,00 |
vermeerderd met 1,14‰ van de bouwsom die meer bedragen dan € 250.000 |
|||
2.3.1.2.2.6 |
meer bedragen dan € 750.000 |
€ |
1.127,00 |
vermeerderd met 0,78 ‰ van de bouwkosten die meer bedragen dan € 750.000 met een |
|||
maximum van |
€ |
2.300,00 |
|
2.3.1.2.2.7 |
bij de berekening van de verschuldigde leges conform 2.3.1.2.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6 wordt |
||
het eindbedrag naar beneden afgerond op gehele euro's |
|||
2.3.1.2.3 |
Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht een ondergeschikte wijziging plaatsvindt bedraagt het tarief hiervoor |
€ |
43,00 |
2.3.1.2.4 |
Indien in een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds leges in rekening is gebracht een aanzienlijke wijziging binnen het bestaande concept van het plan wordt aangebracht, wordt het tarief op basis van de nieuwe bouwsom opnieuw berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6 en wordt het verschil tussen het opnieuw berekende legesbedrag en de reeds eerder in rekening gebrachte leges verrekend. |
||
2.3.1.2.5 |
Indien voor een plan waarvoor reeds eerder een positief welstandsadvies is uitgebracht en waarvoor reeds eerder leges in rekening is gebracht het ontwerp wezenlijk wordt aangepast dan wel een andere vormgever voor het plan is ingeschakeld wordt het tarief voor het nieuwe plan berekend conform 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6, zonder dat verrekening plaats vindt met de in rekening gebrachte leges voor het vorige plan. |
||
2.3.1.2.6 |
Tenzij in het geval van volledige omwerking door een andere ontwerper, dan wel in het geval er sprake is van een geheel ander opgezet plan in plaats van een eerder van een positief welstandsadvies voorzien ontwerp, is voor de voortgezette behandeling van een bouwaanvraag geen extra vergoeding verschuldigd. |
||
2.3.1.2.7 |
Voor het uitoefenen van aanvullende adviestaken, bijvoorbeeld op het terrein van de Monumentenwet, de monumentenverordening en de Brim (2013) e.d. en van de ontwikkeling van gemeentelijk welstandsbeleid, kan Hûs en Hiem op verzoek van de gemeenten adviezen verstrekken, waarvoor een uurtarief van € 102,00 per adviseur wordt berekend. Dit uurtarief geldt eveneens voor deelname aan kwaliteitsteams. |
||
2.3.1.2.8 |
In afwijking van de tarieven genoemd in 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.2.6 bedraagt het tarief indien ambtelijk wordt getoetst aan de sneltoetscriteria uit de Welstandsnota per bouwaanvraag |
€ |
25,85 |
2.3.2 |
Aanlegactiviteiten |
||
2.3.2.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten |
€ |
95,90 |
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
173,90 |
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
€ |
173,90 |
2.3.3.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
1.148,10 |
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
173,90 |
2.3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
173,90 |
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
173,90 |
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
173,90 |
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
173,90 |
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): |
€ |
173,90 |
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
1.148,10 |
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ |
173,90 |
2.3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
173,90 |
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
173,90 |
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
173,90 |
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
||
Het tarief bedraagt, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|||
2.3.5.A.1 |
Het verstrekken van een omgevingsvergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk c.q. Inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo |
€ |
229,50 |
2.3.5.B |
Verhoging : Het in onderdeel 2.3.5.A genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 2.3.5.C indien en zover deze op het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn. |
||
2.3.5.C |
De verhoging als bedoeld in 2.3.5.B bedraagt voor: |
||
2.3.5.C.1 |
Bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo (voor zover het geen tijdelijke bouwwerken betreft), met een bebouwd oppervlakte van |
||
2.3.5.C.1.1 |
– minder dan 100 m2 |
€ |
137,80 |
2.3.5.C.1.2 |
– 100 m2 tot 500 m2: per m2 |
€ |
1,25 |
2.3.5.C.1.3 |
– 500 m2 tot 2.000 m2: |
€ |
405,80 |
Vermeerderd met € 0,50 per m2 |
|||
2.3.5.C.1.4 |
– 2.000 m2 tot 5.000 m2: |
€ |
1.172,20 |
Vermeerderd met € 0,174 per m2 |
|||
2.3.5.C.1.5 |
– 5.000 m2 tot 50.000 m2: |
€ |
2.051,30 |
Vermeerderd met € 0,023 per m2 |
|||
2.3.5.C.1.6 |
– 50.000 m2 of meer |
€ |
2.648,70 |
Vermeerderd met € 0,012 per m2 |
|||
2.3.5.D |
Indien de aanvraag tot het verstrekken van een omgevingsvergunning als vermeld onder 2.3.5.A.1 betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds bestaande omgevingsvergunning is het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.C verschuldigd over de oppervlakte van de uitbreiding. |
||
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot Rijksmonumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten |
||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo (Rijksmonumenten), of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.6.1.1 |
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: |
€ |
365,15 |
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
€ |
365,15 |
2.3.6.3 |
Indien een geïntegreerd welstands/monumentenadvies is gevraagd wordt het in onderdeel 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2 genoemde tarief verhoogd met 1,5 keer het in onderdeel 2.3.1.2 gehanteerde tarief. |
||
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
||
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.7.1.1 |
Indien de sloopkosten lager zijn dan € 5.000 |
€ |
95,90 |
2.3.7.1.2 |
Indien de sloopkosten hoger dan of gelijk zijn aan € 5.000 |
€ |
254,95 |
2.3.8 |
Opslag van roerende zaken |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende goederen in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
|||
2.3.8.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in art. 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo |
€ |
34,05 |
2.3.8.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo |
€ |
34,05 |
2.3.9 |
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied) |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
95,90 |
|
2.3.10 |
Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten) |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
95,90 |
|
2.3.11 |
Andere activiteiten |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|||
2.3.11.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
€ |
95,90 |
2.3.11.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: |
||
2.3.11.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft |
€ |
95,90 |
2.3.11.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft |
€ |
95,90 |
2.3.12 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
2.3.12.1 |
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft. |
||
2.3.12.2 |
Voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. |
||
2.3.13 |
Advies |
||
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het uurtarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: |
€ |
81,90 |
|
2.3.14 |
Verklaring van geen bedenkingen |
||
2.3.14.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
||
2.3.14.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ |
95,90 |
2.3.14.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ |
95,90 |
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan |
75% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|||
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen van de vergunning |
60% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges |
|||
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
2.5.2.1 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
20% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|||
2.5.2.2 |
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
10% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|||
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten |
||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
40% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
|||
2.5.3.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
2.5.4 |
Minimumrecht |
||
De teruggaaf als bedoeld in artikel 2.5.1, 2.5.2 en 2.5.3 vindt toepassing met dien verstande dat een minimumrecht verschuldigd blijft van |
€ |
95,90 |
|
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.13 en 2.3.14 wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
niet van toepassing
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ |
95,90 |
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat naar de omstandigheden beoordeeld van een nieuw bouwplan sprake is. |
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.8 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in |
||
2.8.1 |
€ |
1.148,10 |
|
2.8.2 |
artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
1.148,10 |
Hoofdstuk 9 Diversen
2.9.1 |
Niet-ontvankelijk verklaring van een aanvraag omgevingsvergunning |
||
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, f, g en h, van de Wabo, niet-ontvankelijk wordt verklaard, wordt het tarief teruggebracht tot: |
€ |
95,90 |
|
2.9.2 |
Overschrijving omgevingsvergunning |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
|||
Het overschrijven van een verleende omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening: |
€ |
69,75 |
|
2.9.3 |
Aanvragen om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking |
||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ |
34,05 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
3.1.1.1 |
het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ |
60,25 |
3.1.1.2 |
het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ |
309,30 |
3.1.1.3 |
het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichting- en/of zedelijkheidseisen |
€ |
68,15 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
3.1.2.1 |
het verkrijgen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
144,15 |
3.1.2.2 |
het wijzigen van een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 2:28 Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
80,25 |
3.1.2.3 |
Indiens de aanvraag voor een (wijziging) exploitatievergunning horecabedrijf tevens betrekking heeft op een bij het horecabedrijf behorend terras wordt het in 3.1.4 en 3.1.5 genoemde bedrag per m2 terras verhoogd met |
€ |
4,95 |
3.1.2.4 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een tijdelijke ontheffing van het sluitingsuur als bedoeld in artikel 2:30 Algemene Plaatselijke Verordening voor ieder uur dat ontheffing wordt verleend |
€ |
15,85 |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen en markten
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
3.2.1.1 |
het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement |
€ |
34,05 |
3.2.1.2 |
Indien voor het afgeven van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het organiseren van een evenement een of meerdere overleggen moet worden gevoerd met externe partijen, zoals politie, brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen (GHOR) of beveiliging, is, in afwijking van het bepaalde onder 3.2.1 en 3.2.1.1 een tarief verschuldigd van |
€ |
521,75 |
3.2.1.3 |
het afgeven van een vergunning voor het organiseren van een (snuffel)markt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening. |
€ |
34,05 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
3.3.1.1 |
het afgeven van een exploitatievergunning betreffende het exploiteren van een seksinrichting of escortbedrijf als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening. |
€ |
761,75 |
3.3.1.2 |
het verkrijgen van een vergunning tot wijziging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening, waarbij geen nader onderzoek is vereist ten aanzien van de inrichtings- en zedelijkheidseisen |
€ |
381,35 |
3.3.2 |
het afgeven van een geschiktheidsverklaring voor een pand waarin een seksinrichting wordt gevestigd als bedoeld in artikel 3:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening. |
€ |
1.218,65 |
Hoofdstuk 4 Brandbeveiligingsverordening
3.4.A |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor: |
||
3.4.A.1 |
Het verstrekken van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk of een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening: |
€ |
229,50 |
3.4.B |
Verhoging |
||
Het in onderdeel 3.4.A.1 genoemde bedrag wordt verhoogd met de bedragen genoemd in onderdeel 3.4.C indien en zover deze op de inrichting waarop de aanvraag betrekking heeft, van toepassing zijn. |
|||
3.4.C |
De verhoging als bedoeld in 3.4.B bedraagt voor: |
||
3.4.C.1 |
Inrichtingen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Brandbeveiligingsverordening, met een bebouwd oppervlakte van |
||
3.4.C.1.1 |
– minder dan 100 m2 |
€ |
137,80 |
3.4.C.1.2 |
– 100 m2 tot 500 m2: per m2 |
€ |
1,25 |
3.4.C.1.3 |
– 500 m2 tot 2.000 m2: |
€ |
405,80 |
Vermeerderd met € 0,50 per m2 |
|||
– 2.000 m2 tot 5.000 m2: |
€ |
1.172,20 |
|
Vermeerderd met € 0,174 per m2 |
|||
– 5.000 m2 tot 50.000 m2: |
€ |
2.050,75 |
|
Vermeerderd met € 0,023 per m2 |
|||
– 50.000 m2 of meer |
€ |
2.648,70 |
|
Vermeerderd met € 0,012 per m2 |
|||
3.4.D |
Indien de aanvraag tot het verstrekken van een vergunning als vermeld onder 3.4.A.1 betrekking heeft op een uitbreiding van een reeds bestaande vergunning is het tarief genoemd in onderdeel 3.4.C verschuldigd over de oppervlakte van de uitbreiding. |
Hoofdstuk 5 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ |
34,05 |
Behorende bij het raadsbesluit van 19 december 2016
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl