Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR600177
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR600177/1
Schadevergoedingsregeling kabels en leidingen Rijssen-Holten 2016
Geldend van 17-08-2016 t/m heden
Intitulé
Schadevergoedingsregeling kabels en leidingen Rijssen-Holten 2016Burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten;
overwegende, dat de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Rijssen-Holten 2016 door de raad is vastgesteld;
dat met de vaststelling van deze nieuwe regelgeving is beoogd de verhouding tussen de gemeente en alle netbeheerders, met kabels en leidingen binnen de gemeente Rijssen-Holten, uitsluitend via het publiekrecht te regelen;
dat het in dit verband nodig is in aanvulling op de genoemde verordening de Schadevergoedingsregeling Kabels en Leidingen gemeente Rijssen-Holten 2016 vast te stellen;
Gelet op artikel 3.6, eerste lid, van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Rijssen-Holten 2016;
Besluit:
vast te stellen de Schadevergoedingsregeling Kabels en Leidingen gemeente Rijssen-Holten 2016.
1. Inleidende bepalingen
1.1. Begripsbepalingen
De begripsbepalingen van de AVOI zijn op deze schadevergoedingsregeling van toepassing tenzij in deze regeling daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken. In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
aanvraag: een aanvraag om schadevergoeding wegens het nemen van maatregelen aan kabels of leidingen;
- b.
AVOI: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur;
- c.
belanghebbende: netbeheerder die schade lijdt als gevolg van een verzoek tot het nemen van maatregelen;
- d.
liggingsduur: de tijd die verstreken is tussen de datum waarop de vergunning van kracht is geworden en de datum waarop de vergunning wordt ingetrokken of gewijzigd. Voor kabels of leidingen die zijn aangelegd met een melding conform artikel 2.1 tweede lid van de AVOI geldt als liggingsduur de tijd die is verstreken tussen de datum van ontvangst van de melding en de datum waarop een verzoek tot aanpassing is verstuurd;
- e.
maatregel: verlegging, verplaatsing, (tijdelijke) bescherming, of verwijdering van een kabel of leiding;
- f.
nadeelcompensatie: de vergoeding van schade als bedoeld in artikel 4:126 Algemene wet bestuursrecht;
- g.
plangebied: het gebied dat wordt aangegeven op een tekening, waarbinnen het plan van de gemeente gerealiseerd moet worden en diverse werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om een goede aansluiting c.q. overgang te krijgen met het bestaande omliggende gebied;
- h.
schade: de werkelijke kosten van verlegging, verplaatsing, (tijdelijke) bescherming, of verwijdering van een kabel of leiding;
- i.
schadevergoeding: de vergoeding van schade als gevolg van een verzoek tot het nemen van maatregelen, bestaande uit nadeelcompensatie (bij kabels en leidingen niet zijnde telecomkabels), of uit de vergoeding van de kosten van maatregelen aan telecomkabels op basis van artikel 5.8, lid 5 van de Telecommunicatiewet;
- j.
verzoek tot het nemen van maatregelen: een verzoek als bedoeld in artikel 5.8 lid 1 of lid 2 van de Telecommunicatiewet, dan wel de intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 2.6, lid 2 van de AVOI, dan wel de rechtmatige uitoefening door het college van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, met de daaraan verbonden verplichting tot het nemen van maatregelen aan een kabel of leiding.
1.2. Toepasselijkheid
- 1.
Hoofdstuk 2 van deze schadevergoedingsregeling is van toepassing op kabels en leidingen die niet vallen onder de Telecommunicatiewet. Tot het moment van inwerkingtreding van Titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht betreffende nadeelcompensatie, betreft hoofdstuk 2 de concrete invulling van de ongeschreven plicht tot het toekennen van nadeelcompensatie wanneer een netbeheerder als gevolg van een besluit van het college, inhoudende een intrekking of wijziging van een vergunning op grond van artikel 2.6, eerste lid onderdeel e of artikel 2.6, lid 2 onderdeel b van de AVOI, dan wel vanwege de rechtmatige uitoefening door het college van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak schade lijdt, die uitgaat boven het normale maatschappelijke risico en die hem in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft.
- 2.
Op de verdeling van de kosten in verband met het nemen van maatregelen ten aanzien van telecomkabels, waaronder het verplaatsen ervan, is artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet van toepassing.
- 3.
Hoofdstuk 3 van deze schadevergoedingsregeling is van toepassing op kabels en leidingen, met inbegrip van telecomkabels.
- 4.
Deze schadevergoedingsregeling is in het geheel niet van toepassing op:
- a.
netten die in het beheer zijn bij de gemeente;
- b.
netten die niet vallen onder één van de categorieën openbare werken als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht.
- a.
2. Nadeelcompensatie
2.1. Algemeen
- 1.
Indien een belanghebbende als gevolg van een verzoek tot het nemen van maatregelen in aanmerking komt voor nadeelcompensatie, kent het college dit op aanvraag toe, met inachtneming van de hierna volgende bepalingen.
- 2.
De juridische grondslag(en) waarmee een kabel of leiding ligt dient te worden aangetoond door de belanghebbende.
2.2. Kabels of leidingen in of op gronden die in beheer zijn van de gemeente
- 1.
De hoogte van nadeelcompensatie wordt vastgesteld aan de hand van de liggingsduur van de aan te passen kabel of leiding. Indien de liggingsduur niet door de belanghebbende kan worden aangetoond, wordt uitgegaan van een liggingsduur langer dan vijftien jaar.
- 2.
Bij een liggingsduur tot vijf jaar bedraagt de nadeelcompensatie in beginsel 100% van de schade.
- 3.
Bij een liggingsduur vanaf vijf jaar tot en met vijftien jaar bedraagt de nadeelcompensatie 80% van de schade vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het zestiende jaar, zoals weergegeven in het schema in bijlage 1.
- 4.
Bij een liggingsduur langer dan vijftien jaar wordt geen nadeelcompensatie toegekend.
2.3. Kabels of leidingen in of op andere gronden
Indien een kabel of leiding is gelegen in of op gronden die niet in beheer zijn van de gemeente en de maatregelen moeten worden genomen vanwege de rechtmatige uitoefening door het college van zijn publiekrechtelijke bevoegdheid of taak, dan bestaat de nadeelcompensatie, ongeacht de liggingsduur, in beginsel uit de kosten van ontwerp en begeleiding en uitvoeringskosten. De materiaalkosten en kosten van uit en in bedrijf stellen komen niet voor vergoeding in aanmerking.
2.4. Kabels of leidingen die liggen met een zakelijk recht of gedoogplicht
Indien een kabel of leiding is gelegen in gronden die in eigendom zijn van belanghebbende, of indien ten behoeve van de kabel of leiding een zakelijk recht of een gedoogplicht op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht is gevestigd, bedraagt de nadeelcompensatie in beginsel 100% van het schadebedrag.
2.5. Schadebeperking, voordeeltoerekening en hardheidsclausule
- 1.
Zowel het college als belanghebbende dienen zo veel als redelijkerwijs mogelijk is schadebeperkend op te treden bij het nemen van maatregelen aan de kabel of leiding van de belanghebbende.
- 2.
Schade blijft in elk geval voor rekening van de belanghebbende voor zover:
- a.
hij het risico van het ontstaan van de schade heeft aanvaard;
- b.
hij de schade had kunnen beperken door binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen, die tot voorkoming of vermindering van de schade hadden kunnen leiden;
- c.
de schade anderszins het gevolg is van een omstandigheid die aan de belanghebbende kan worden toegerekend;
- d.
de vergoeding van de schade anderszins is verzekerd, of;
- e.
de aan te passen leiding niet conform de vergunning is aangelegd.
- a.
- 3.
Indien de maatregel tevens voordeel voor de belanghebbende oplevert, wordt dit bij de vaststelling van de nadeelcompensatie in aanmerking genomen.
- 4.
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een kleiner of groter gedeelte van het schadebedrag ten laste van de belanghebbende moet blijven dan uit de toepassing van de voorgaande artikelen voortvloeit, kan het college gemotiveerd van het gestelde in deze artikelen afwijken.
2.6. Kostencomponenten
- 1.
De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen aan een kabel of leiding wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van de werkelijke kosten van verlegging, verplaatsing, (tijdelijke) bescherming of verwijdering.
- 2.
De kosten van maatregelen aan kabels en leidingen worden onderscheiden in:
- a.
materiaalkosten;
- b.
kosten van uit en in bedrijf stellen;
- c.
kosten van ontwerp en begeleiding;
- d.
uitvoeringskosten.
- a.
- 3.
Ingeval er sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient elke belanghebbende zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen belanghebbenden en het totaal geraamde bedrag voor de gecombineerde werkzaamheden) van het geraamde bedrag dient bijgevoegd te worden bij de kostenraming.
2.7. Materiaalkosten
Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de aan te passen kabel of leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies, waaronder mantelbuizen.
2.8. Kosten van uit en in bedrijf stellen
Onder de kosten van het uit en in bedrijf stellen worden verstaan:
- a.
kosten van het spanning- of productloos maken van de kabel of leiding evenals de kosten van het weer in bedrijf stellen van de kabel of leiding;
- b.
kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard.
2.9. Kosten van ontwerp en begeleiding
Onder de kosten van ontwerp en begeleiding vallen kosten die samenhangen met:
- a.
onderzoek;
- b.
voorontwerp;
- c.
definitief ontwerp;
- d.
bestek;
- e.
prijs- en contractvorming;
- f.
detaillering;
- g.
directievoering en toezicht.
2.10. Uitvoeringskosten
Onder uitvoeringskosten worden verstaan:
- a.
kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;
- b.
kosten samenhangend met het verwijderen van buiten bedrijf gestelde kabels of leidingen, met uitzondering van de kosten van het afvoeren en storten van vrijgekomen kabel- of leidingmaterialen;
- c.
kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen die nodig zijn in verband met de aanraking van het infrastructuurwerk;
- d.
kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard;
- e.
kosten samenhangend met het aanvragen van voor de aanpassing benodigde vergunningen of het eenmalig vestigen van een zakelijk recht.
3. Bepalingen van procedurele aard
3.1. Gereed melding en aanvraag schadevergoeding
- 1.
De maatregel is gereed op het moment dat het plangebied, voor wat betreft de kabel of leiding, functievrij is en de kabel of leiding op de definitieve plek ligt. Belanghebbende doet hiervan binnen vijf werkdagen schriftelijk melding aan het college.
- 2.
Binnen zes maanden na de melding als bedoeld in lid 1 dient belanghebbende een aanvraag tot schadevergoeding bij het college in. De aanvraag bevat tenminste:
- a.
as built gegevens en tekeningen van de maatregel;
- b.
een eindspecificatie van de werkelijk gemaakte kosten;
- c.
een onderbouwing dat de maatregel is uitgevoerd tegen de laagst maatschappelijke kosten;
- d.
facturen van ingekochte goederen en diensten;
- e.
onderbouwing van interne kosten;
- f.
een kopie van het verzoek tot het nemen van maatregelen;
- g.
het rekeningnummer van belanghebbende ten behoeve van de betaling na vaststelling van de schadevergoeding;
- h.
een accountantsverklaring indien het college hiertoe een verzoek heeft gedaan.
- a.
- 3.
In aanvulling op lid 2 van dit artikel, bevat een aanvraag om schadevergoeding voor maatregelen aan kabels of leidingen niet zijnde telecomkabels:
- a.
een per kostensoort gespecificeerde opgave van de werkelijk gemaakte kosten aan de hand van het model als bedoeld in bijlage 2;
- b.
een kopie van de ingetrokken of gewijzigde vergunning.
- a.
- 4.
Indien de verwachte schadevergoeding minder dan € 10.000,- bedraagt, kan de schadevergoeding op basis van een vaste prijs worden afgehandeld, mits partijen dit uitdrukkelijk vooraf overeenkomen. In dat geval wordt, in afwijking van het bepaalde in lid 2, een aanvraag tot schadevergoeding door belanghebbende bij het college ingediend binnen zes weken na de melding als bedoeld in lid 1.
3.2. Besluitvorming schadevergoeding
- 1.
Het college kan binnen acht weken na indiening van de aanvraag tot schadevergoeding besluiten:
- a.
de aanvraag niet te behandelen indien deze naar het oordeel van het college onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen binnen een termijn van vier weken;
- b.
de aanvraag in handen te stellen van een adviseur;
- c.
de aangevraagde schadevergoeding geheel of gedeeltelijk toe te kennen;
- d.
de aanvraag af te wijzen.
- a.
- 2.
Het college kan deze beslistermijn eenmalig met acht weken verlengen.
- 3.
Het college kan het verstrekken van nadere informatie of documenten door belanghebbende verlangen als het college oordeelt dat dit noodzakelijk is voor de beoordeling van de aanvraag.
- 4.
De netbeheerder kan het college verzoeken om een voorschot.
- 5.
Een voorschot wordt verleend op basis van werkelijk gemaakte kosten, tot maximaal 70% van de te verwachten schadevergoeding.
- 6.
Op de schadevergoeding worden eventuele verstrekte voorschotten in de zin van het vorige lid in mindering gebracht. Indien de toegekende schadevergoeding lager is dan de verstrekte voorschotten, wordt het teveel betaalde voorschot door het college teruggevorderd.
- 7.
Het college kan de aanvraag afwijzen indien op het tijdstip van de aanvraag vijf jaren zijn verstreken na aanvang van de dag na die waarop belanghebbende bekend is geworden met de schade die het gevolg is van een verzoek tot aanpassing.
- 8.
Op een besluit op een aanvraag om schadevergoeding vanwege maatregelen aan telecomkabels zijn de geschilregelingen van artikel 5.8 lid 7 en lid 8 en artikel 5.13 van de Telecommunicatiewet van toepassing.
3.3. Advisering
- 1.
Binnen twee weken nadat toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 3.2 lid 1 sub b, wijst de gemeente een adviseur aan, die niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van de gemeente.
- 2.
De adviseur geeft binnen twaalf weken een definitief advies over de aanvraag, met daarin tenminste antwoord op de vraag wat de omvang van het schadebedrag is en welk gedeelte hiervan voor vergoeding in aanmerking komt. De adviseur kan partijen horen indien hij dit nodig acht.
- 3.
Naar aanleiding van het advies zoals bedoeld in het tweede lid neemt het college een besluit op de aanvraag binnen vier weken nadat de adviseur een definitief advies heeft geleverd.
3.4. Betaling schadevergoeding
De uitbetaling van de schadevergoeding vindt plaats binnen zes weken na het besluit tot toekenning ervan.
4. Overgangs- en slotbepalingen
4.1. Overgangsbepaling
Voor zover er sprake is van privaatrechtelijke overeenkomsten tussen de gemeente en belanghebbende en tot het moment waarop deze zijn beëindigd, zijn de bepalingen in deze schadevergoedingsregeling, voor zover strijdig met de bepalingen in deze overeenkomsten, niet van toepassing.
4.2. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop de AVOI in werking treedt.
4.3. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Schadevergoedingsregeling Kabels en Leidingen gemeente Rijssen-Holten 2016.
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 15 juli 2016.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
A.C. van Eck, A.C. Hofland.
Bijlage 1 Schema vergoedingspercentage t.o.v. liggingsduur
Bijlage 2 Model Kostenspecificatie
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl