Regeling vervallen per 26-02-2010

Verordening Winkeltijden voor het stadsdeel Amsterdam-Noord 1996

Geldend van 08-07-2009 t/m 25-02-2010

Inhoud

Art. 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet (Staatsblad 1995, nr. 182) b heb Vrijstellingenbesluit: besluit van 21 maart 1996, houdende verlening van enige vrijstellingen van de verboden van de Winkeltijdenwet (Staatsblad 1996, nr. 183)

  • b.

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

  • c.

    staanplaats: een staanplaats als omschreven in artikel 1.1, onder 1, van de Verordening op de straathandel;

  • d.

    avondwinkel: een winkel waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht zoals bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet.

Art. 2 Overschrijving, beperkingen en voorschriften

  • 1. De houder van een ontheffing kan het dagelijks bestuur verzoeken deze over te schrijven op naam van de rechtverkrijgende

  • 2. Het dagelijks bestuur kan beperkingen en voorschriften verbinden aan vrijstellingen en ontheffingen.

Art. 3 Weigeren

Het dagelijks bestuur weigert een ontheffing indien:

  • a.

    bij de aanvraag de vergunning, vereist ingevolge de Vestigingswet Bedrijven 1954, niet kan worden overlegd;

  • b.

    naar hun oordeel moet worden aangenomen dat de exploitatie van de winkel respectievelijk de staanplaats, op basis van de ontheffing, gevaar zal opleveren voor de openbare orde of veiligheid dan wel het woon- en leefklimaat ter plaatse op ontoelaatbare wijze nadelig zal beïnvloeden.

Art. 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing.

De ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    indien de exploitatie van de winkel respectievelijk de staanplaats op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde of veiligheid dan wel het woon- en leefklimaat ter plaatse op ontoelaatbare wijze nadelig beïnvloedt;

  • d.

    indien de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    indien van de ontheffing gedurende een periode van drie achtereenvolgende maanden geen gebruik is gemaakt;

  • f.

    indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Art. 5 Ontheffing voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde ontheffing wordt geweigerd indien naar het oordeel van het dagelijks bestuur moet worden aangenomen dat de verlening een gevaar zal opleveren voor de openbare orde of veiligheid dan wel het woon- en leefklimaat ter plaatse op ontoelaatbare wijze nadelig zal beïnvloeden.

Art. 6 Verbod op straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het dagelijks bestuur kan bepalen dat de vrijstelling, genoemd in artikel 12 van het Vrij stellingenbesluit, niet geldt voor het stadsdeel of delen daarvan.

Art. 7 Ontheffing op werkdagen

  • 1. Het dagelijks bestuur kan op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, voor zover die betrekking hebben op werkdagen. De ontheffing kan worden verleend ten behoeve van de vormen van detailhandel die in het Vrij stellingenbesluit worden vrijgesteld voor de zon- en feestdagen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ontheffing kan worden verleend voor de periode van 22.00 tot 1.00 uur indien en voor zover het Vrijstellingenbesluit dat toelaat.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde ontheffing wordt geweigerd indien naar het oordeel van het dagelijks bestuur moet worden aangenomen dat de verlening een gevaar zal opleveren voor de openbare orde of veiligheid dan wel het woon- en leefklimaat ter plaatse op ontoelaatbare wijze nadelig zal beïnvloeden.

Avondwinkels.

Art. 8 Algemeen

  • 1. Na verkregen toestemming van Burgemeester en Wethouders kan het dagelijks bestuur ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid van de wet vervatte verboden ten behoeve van een avondwinkel.

  • 2. Het dagelijks bestuur meldt een ontheffingsverlening terstond aan Burgemeester en Wethouders.

Art. 9 Beperkingen aan de ontheffingen ten behoeve van avondwinkels

  • 1. De in het vorige artikel bedoelde ontheffing kan worden verleend voor de periode tussen 22.00 en 1.00 uur op werkdagen en 16.00 en 0.00 uur op zon- en feestdagen.

  • 2. In een avondwinkel dienen uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet (Staatsblad 1964, nr. 386)

Art. 10 Zon- en feestdagenregeling

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste vier nader door het dagelijks bestuur aan te wijzen zon- of feestdagen per kalenderjaar tussen 7.00 en 22.00 uur.

  • 2. Het dagelijks bestuur stelt deze dagen niet vast dan na de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam en Haarlem in de gelegenheid te hebben gesteld daarover binnen een door hen te stellen termijn advies uit te brengen.

Art. 11 Toerisme

De verboden, vervat in artikel 2 van de wet gelden, in verband met de toeristische aantrekkingskracht van dit gebied, niet:

  • a.

    voor het gehele grondgebied van het stadsdeel Amsterdam-Noord;

  • b.

    op de zondag, Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste of tweede kerstdag;

  • c.

    van 07.00 tot 22.00 uur.

Art. 12 Ontheffing ten behoeve van toerisme.

  • 1. Het dagelijks bestuur van een stadsdeel kan op een daartoe strekkende aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, ten behoeve van op het stadsdeel of een deel daarvan gericht toerisme.

  • 2. De ontheffing wordt geweigerd indien de aantrekkingskracht voor dat toerisme niet geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteit die door de ontheffing wordt mogelijk gemaakt.

Slotbepalingen.

Art. 13 Overgangsbepaling.

  •      De op basis van de Verordening Winkelsluiting stadsdeel Amsterdam- Noord 1996 door het dagelijks bestuur aangewezen koopzon- en feestdagen, die vallen in de periode van 1 juni 1996 tot 1 januari 1997, worden geacht te zijn aangewezen op basis van de Verordening Winkeltijden voor het stadsdeel Amsterdam-Noord.

Art. 14 Citeertitel.

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Winkeltijden voor het stadsdeel Amsterdam-Noord 1996.