Regeling vervallen per 22-02-2012

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2011

Geldend van 30-12-2010 t/m 21-02-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder wo-

ning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de

Gemeentewet.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam 'forensenbelasting' wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een

vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap

bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de

gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

  • 1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende zaakbelastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.

  • 3. Ingeval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaakbelastingen is vastgesteld, wordt de belasting beheven naar de waarde.

  • 4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de regels voor de in de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet , met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.

  • 5. De belasting bedraagt bij een waarde van:

    €24.000,- of minder: € 64,77

    meer dan €24.000,- doch minder dan €62.000,-: €96,02

    €62.000,- of meer doch minder dan €127.000,-: €127,23

    €127.000,- of meer doch minder dan €253.000,- : €158,48

    €253.000,- of meer: €189,67

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar

Artikel 6 Wijze van de heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 10 Overgangsrecht

De "Verordening forensenbelasting 2010" van 15 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag

    na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening forensenbelasting 2010".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 december 2010.

De Raad voornoemd,

mevrouw Y.P. van Mastrigt, voorzitter.

mevrouw C.A.M. Bodewes, raadsgriffier.