Regeling vervallen per 01-10-2016

Verordening Subsidiëring Preventiemaatregelen Veilig Wonen 2007

Geldend van 02-03-2007 t/m 30-09-2016

Intitulé

Verordening Subsidiëring Preventiemaatregelen Veilig Wonen 2007

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    subsidie: een subsidie in de kosten van het aanschaffen en/of aanbrengen dan wel laten aanbrengen van preventiemaatregelen aan een woning;

  • b.

    budget: het budget dat door de gemeenteraad voor inbraakpreventie beschikbaar is gesteld;

  • c.

    eisen politiekeurmerk: de eisen die zijn vastgelegd in het onderdeel de veilige woning van het politiekeurmerk.

Artikel 2

Een subsidie kan slechts worden aangevraagd door een natuurlijk of rechtspersoon naar burgerlijk recht. Een natuurlijk persoon kan de subsidie aanvragen mits hij/zij staat ingeschreven in het GBA als hoofdbewoner van de woning ten behoeve waarvan de subsidie wordt aangevraagd.

Een rechtspersoon is gerechtigd de subsidie aan te vragen indien deze een woning ten behoeve waarvan subsidie wordt aangevraagd in eigendom heeft.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders kunnen uitsluitend subsidie verstrekken voor het aanschaffen en aanbrengen dan wel laten aanbrengen van inbraakwerende materialen volgens de eisen zoals deze zijn vastgelegd in het Politiekeurmerk Veilig Wonen.

Artikel 4

Geen subsidie wordt verstrekt voor het aanschaffen en/of aanbrengen dan wel laten aanbrengen van preventiemaatregelen voor woningen die niet geschikt of bestemd zijn om voortdurend door dezelfde persoon of personen te worden bewoond, zoals een pension, hotel etc.

Artikel 5

Per kalenderjaar wordt door de gemeenteraad maximaal € 100.000,-- beschikbaar gesteld. Indien niet het gehele, voor dat bedoelde jaar, beschikbare bedrag is gebruikt dan blijft het restant bedrag beschikbaar voor het opvolgende jaar.

HOOFDSTUK 2 Aanvragen en vaststellen van subsidie

Aanvraag om subsidie

Artikel 6

De aanvrager vraagt subsidie aan bij burgemeester en wethouders voor het aanschaffen en aanbrengen dan wel laten aanbrengen van inbraakwerende materialen volgens de eisen van het politiekeurmerk. De subsidie wordt aangevraagd nadat de genoemde materialen aangeschaft c.q. aangebracht zijn.

Artikel 7

De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Subsidieaanvragen worden verstrekt tot het subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 5 is bereikt.

Aanvragen die worden ingediend nadat het budget voor het betreffende kalenderjaar besteed is worden behandeld als zijnde aanvragen ingediend na 1 januari van het volgende kalenderjaar.

Artikel 8

Een aanvraag als bedoeld in artikel 6 gaat in ieder geval vergezeld van de volgende door de aanvrager te verstrekken gegevens:

  • a.

    naam, geboortedatum en adres van de aanvrager;

  • b.

    bank of girorekening van de aanvrager;

  • c.

    de originele gespecificeerde rekening van de aangebrachte inbraakwerende materialen en indien van toepassing het arbeidsloon voor het aanbrengen c.q. laten aanbrengen van de materialen;

  • d.

    een opgave van de woning waar de inbraakwerende materialen zijn aangebracht.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de aanvraag als bedoeld in artikel 6.

Artikel 10

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen per woning een subsidie verstrekken van 33% van de gemaakte kosten, met een maximum van € 200,-- per woning. Onder kosten wordt de aanschaf van inbraakwerende materialen volgens de Eisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen verstaan, alsmede het aanbrengen dan wel laten aanbrengen van genoemde materialen.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 verstrekken burgemeester en wethouders een subsidie van € 200,-- per woning ongeacht de gemaakte kosten, indien een rechtspersoon zoals bedoeld in artikel 2 een woningcomplex in zijn geheel voorziet van preventiemaatregelen conform het Politiekeurmerk Veilig Wonen en hiervoor het certificaat Veilig Complex toebedeeld heeft gekregen.

Artikel 11

Beslissing aanvraag

Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Zij kunnen hun beslissing eenmaal met vier weken verdagen.

Artikel 12

Betaling

De subsidie wordt door het college van burgemeester en wethouders aan de subsidieaanvrager als bijdrage ineens binnen 4 weken na het besluit als bedoeld in artikel 11 uitbetaald.

Artikel 13

Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen en zijn bevoegd ter zake van onderwerpen in deze verordening genoemd nadere beleidsregels te stellen.

Artikel 14

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 15

Indien en voorzover de toepassing van de bepalingen van deze verordening leidt tot een bijzondere hardheid zijn burgemeester en wethouders bevoegd te beslissen in afwijking van deze verordening.

HOOFDSTUK 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16

Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepalingen van deze verordening toegepast.

Artikel 17

Deze verordening treedt in werking acht dagen na bekendmaking van de datum van bekendmaking van deze verordening.

De Verordening Subsidiëring preventiemaatregelen veilig wonen 2002 wordt gelijktijdig ingetrokken.

Artikel 18

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening Subsidiëring Preventiemaatregelen Veilig Wonen 2007".

Aldus vastgesteld door de raad van de Gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 12 februari 2007.

de griffier, de voorzitter,

J.Gordijn, W.M. Verver-Aartsen