Verordening Geurhinder en veehouderij Gemeente West Maas en Waal

Geldend van 02-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Geurhinder en veehouderij Gemeente West Maas en Waal

Artikel 1 Algemeen

Deze verordening is opgesteld op grond van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierbij is rekening gehouden met de voorwaarden uit de artikel 8 en artikel 9 van de Wet geurhinder en veehouderij.

Artikel 2 Begrippen

De begrippen die in deze verordening worden gehanteerd zijn gelijk aan de overeenkomende begrippen in de Wet geurhinder en veehouderij.

Aanwijzing gebieden

Artikel 3 Aanwijzing gebieden

Als gebieden als bedoeld in artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij worden aangewezen:

Gebied

Omschrijving

A

Dorpskernen

B

Dorpsranden is het overgangsgebied binnen – buiten de bebouwde kom en gouden ham gebied.

C

Oeverwallen, exclusief de dorpskernen, dorpsranden, gouden ham, de Woerdsestraat en omgeving en bedrijven- en industrieterreinen.

D

Bedrijven- en industrieterreinen.

E

Woerdesestraat en omgeving.

F

Komgebied

Deze gebieden zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart.

Andere normen

Artikel 4 Andere waarde geurbelasting

Binnen daartoe aangewezen gebieden die zijn aangeduid op de bij deze verordening behorende kaart is een andere waarde van toepassing dan de desbetreffende waarde, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Wet geurhinder en veehouderij.

Gebied

Norm [OU/m3 (P98)]

A

2,0

B

4,5

C

8,0

D

8,0

E

8,0

F

14,0

Artikel 5 Andere afstand voor pelsdieren

1.Voor geurgevoelige objecten in de aangewezen gebieden zoals die zijn aangeduid op de

1. bij deze verordening behorende kaart is een andere afstand van toepassing dan de

1. desbetreffende afstand, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Wet geurhinder en

1. veehouderij.

De afstanden, uitgedrukt in meters, voor nertsen worden als volgt bepaald:

Aantal fokteven van Nertsen (Rav-nr. H1)

Gebied

1–1000

1001–1500

1501–3000

3001–6000

6001–9000

A

175

200

225

250

275

B

175

200

225

250

275

C

175

200

225

250

275

D

175

200

225

250

275

E

175

200

225

250

275

F

100

125

150

175

200

  • 2.

    In de berekening worden jongen en reuen buiten beschouwing gelaten.

  • 3.

    Indien meer dan 9000 fokteven worden gehouden, wordt de afstand voor elke extra 3000

    fokteven met 25 meter vergroot.

  • 4.

    Indien de nertsen in emissiearme huisvesting worden gehouden, waarbij de ammoniakemissie kleiner dan of gelijk is aan 0,25 kg per dierplaats per jaar, worden de afstanden tot geurgevoelige objecten in de gebied E met 25 meter verkleind.

  • 5.

    Indien het geurgevoelig object onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij, of op of na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van een andere veehouderij, bedraagt de afstand tot dat geurgevoelig object:

    • a.

      ten minste 100 meter indien het geurgevoelig object binnen de bebouwde kom is gelegen in de gebieden A, B, C, D of E;

    • b.

      ten minste 50 meter indien het geurgevoelig object is gelegen in gebied F.

Slotbepalingen

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na haar bekendmaking.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening geurhinder en veehouderij gemeente West Maas en Waal.”