Verordening inburgering 2007

Geldend van 01-01-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening inburgering 2007

Geconsolideerde tekst van de regeling

De raad van de gemeente Bernheze;

gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2007;

gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid en 35 van de Wet inburgering;

gelet op het advies van de commissie Maatschappelijke Zaken van 4 december 2007;

besluit[Ti1] :

vast te stellen de volgende:

Titeldeel 1 Verordening inburgering 2007

Hoofdstuk 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN EN INFORMATIEVERSTREKKING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bernheze;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering;

  • 2 De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt.

Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringvoorzieningen. Het college stelt daartoe periodiek een communicatieplan op.

Hoofdstuk 2 INBURGERINGSVOORZIENINGEN

Artikel 3 Bepalen van de doelgroepen

Het college bepaalt periodiek de groepen inburgeraars waaraan, naast de tot de prioritaire groep behorende inburgeringsplichtigen, een inburgeringsvoorziening wordt geboden.

Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringsvoorziening

  • 1 Het college stemt de inburgeringsvoorziening, met uitzondering van de inburgeringsvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2 Indien de inburgeringsplichtige ook een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening en de voorziening gericht op arbeidsinschakeling op elkaar worden afgestemd. De voorziening wordt alleen aangeboden als deze arbeidsmarktrelevant is en de voorziening de mogelijkheid tot structurele inschakeling in het arbeidsproces binnen een redelijke termijn vergroot.

  • 3 Een inburgeringsvoorziening kan, naast een cursus die toeleidt naar het inburgeringsexamen en het eenmaal kosteloos afleggen van het inburgeringsexamen, meerdere onderdelen bevatten waaronder in ieder geval trajectbegeleiding en maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden.

Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage

  • 1 De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet wordt in ten hoogste 10 maanden betaald.

  • 2 Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringsvoorziening de termijnen van betaling vast.

Artikel 6 De procedure van het doen van een aanbod

  • 1 Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden aan het adres waar de inburgeringsplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 2 In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening die wordt aangeboden en van de rechten en verplichtingen die aan de inburgeringsvoorziening worden verbonden.

  • 3 De inburgeringsplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, dient binnen 4 weken kenbaar te maken of hij het aanbod aanvaardt.

  • 4 Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 6 weken na ontvangst van deze akkoordverklaring het besluit vaststelling van de inburgeringsvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod.

Artikel 7 Weigering van een aanbod

  • 1 De weigering van een aanbod voor een inburgeringsvoorziening geschiedt schriftelijk binnen 4 weken

  • 2 Het aanbod wordt bovendien geacht te zijn geweigerd, als de inburgeringsplichtige, ook na rappel:

    • a.

      niet verschijnt op een oproep in verband met het doen van een aanbod; of

    • b.

      niet binnen de gestelde termijn een exemplaar van de aanbiedingsbrief of een schriftelijke weigering van het aanbod retour heeft gezonden.

  • 3 Als een inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening weigert, stuurt het college de inburgeringsplichtige:

    • a.

      een besluit met de datum waarop het inburgeringsexamen uiterlijk moet zijn behaald en de mogelijke consequenties van het niet-nakomen van deze verplichting;

    • b.

      informatie over de mogelijkheden die hem daarbij in de voorbereiding ter beschikking staan, inclusief de financiële aspecten

Hoofdstuk 3 HANDHAVING

Artikel 8 De inhoud van het besluit ingeval van een gemeentelijk aanbod

Het besluit tot toekenning van een inburgeringsvoorziening bevat in ieder geval:

  • a.

    een beschrijving van het inburgeringstraject;

  • b.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • c.

    de uiterste datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn gedaan en moet zijn behaald;

  • d.

    de termijnen en wijze van betaling;

  • e.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Artikel 9 Opleggen van verplichtingen ingeval van een gemeentelijk aanbod

Het college kan een inburgeringsplichtige bij besluit een of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan de aangeboden inburgeringscursus;

  • b.

    het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider;

  • c.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken;

  • d.

    het voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald;

  • e.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan.

Artikel 10 De inhoud van het besluit ingeval van handhaving inburgeringsplichtige zonder gemeentelijk aanbod

Het besluit tot handhaving van de inburgeringsverplichting bevat in ieder geval:

  • a.

    een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringsplichtige;

  • b.

    de uiterste datum waarop het inburgeringsexamen moet zijn behaald;

  • c.

    ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringsplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt.

Hoofdstuk 4 DE BESTUURLIJKE BOETE

Artikel 11 De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende gedragingen

  • 1 Het college kan de inburgeringsplichtige een bestuurlijke boete opleggen ten bedrage van:

    • a.

      Maximaal 10% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige geen gehoor geeft aan de oproep van het college bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet;

    • b.

      Maximaal 40% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de wet of aan de bij verordening vastgestelde verplichtingen in het kader van deze voorziening, bedoeld in artikel 23, derde lid, van de wet;

    • c.

      Maximaal 40% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van een maand indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald;

    • d.

      Maximaal 40% van de voor de inburgeringsplichtige vastgestelde bijstandsnorm voor de duur van twee maanden indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 2 Bij de vaststelling van het boetebedrag voor een inburgeringsplichtige zonder WWB-uit-

    kering, geldt de netto bijstandsnorm die voor betrokkene geldt of zou gelden als hij belang

    hebbende in de zin van de WWB zou zijn, zonder nadere vaststelling van de woonomstan

    digheden. Er wordt in alle gevallen uitgegaan van de norm voor zelfstandig wonenden.

Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Hardheidsclausule.

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening Wet inburgering gemeente Bernheze 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2008.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inburgering 2007

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van
20 december 2007.
DE RAAD VOORNOEMD,
,,
--------------------------------------------------------------------------------
[Ti1]Dit besluit moet identiek zijn aan de besluiten in het raadsvoorstel.