Regeling vervallen per 01-07-2010

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid, gemeente Oosterhout

Geldend van 01-07-2008 t/m 30-06-2010 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2008

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid, gemeente Oosterhout

De raad van de gemeente Oosterhout;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 23 mei 2008;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 2, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening en artikel 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat het noodzakelijk is om cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en de Wet sociale werkvoorziening bij verordening te regelen;

Besluit

vast te stellen: de “Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid, gemeente Oosterhout”.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de in de aanhef van deze verordening genoemde wetten en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      afdeling de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Oosterhout;

    • b.

      WWB Wet Werk en bijstand

    • c.

      Wsw Wet sociale werkvoorziening

    • d.

      IOAW Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

    • e.

      IOAZ Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

  • f.

    cliëntenraad de vertegenwoordiging van cliënten met een uitkering op grond van de WWB, de IOAW of de IOAZ of een indicatie op grond van de Wsw

  • g.

    college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout.

Artikel 2 Samenstelling cliëntenraad

  • 1.

    De cliëntenraad kan bestaan uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties en individuele cliënten

  • 2.

    De cliëntenraad bepaalt zelf welke personen lid zijn

  • 3.

    De cliëntenraad draagt er zorg voor dat zijn samenstelling een goede afspiegeling vormt van de doelgroepen waarvoor de raad de belangen behartigd

Artikel 3 Doel cliëntenparticipatie

Het doel van cliëntenparticipatie is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het sociale zekerheidsbeleid en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden Cliëntenraad

  • 1.

    De taak van de Cliëntenraad is het gevraagd of ongevraagd adviseren van het college over de vorming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijke sociale zekerheidsbeleid alsmede over de uitvoering van landelijke sociale zekerheidswet- en regelgeving, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente. Verder is de Cliëntenraad bevoegd om advies uit te brengen en initiatieven aan te dragen over het uitbreiden van de dienstverlening dan wel andere vormen van dienstverlening.

  • 2.

    De taak als genoemd in het eerste lid richt zich in ieder geval op het beleid ten aanzien van:

    • a.

      de WWB

    • b.

      de Wsw

    • c.

      de IOAW

    • d.

      de IOAZ

  • 3.

    Het college vraagt de Cliëntenraad in ieder geval om advies bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.

  • 4.

    Niet tot de taak en bevoegdheid van de Cliëntenraad behoort het uitbrengen van advies bij klachten, bezwaarschriften of andere zaken van individuele klanten.

Artikel 5 Overleg met Cliëntenraad

  • 1.

    De Cliëntenraad vaardigt voor het overleg met het college minimaal vijf leden af.

  • 2.

    De Cliëntenraad streeft tijdens het overleg met het college naar een evenwichtige samenstelling van vertegenwoordigers van de doelgroepen die hij vertegenwoordigd.

  • 3.

    Tijdens het overleg tussen het college en de Cliëntenraad wordt het college vertegenwoordigd door de portefeuillehouder sociale zekerheid. De portefeuillehouder kan deze vertegenwoordiging mandateren aan de afdelingsmanager van de afdeling.

  • 4.

    Tijdens het overleg zal de afdeling vertegenwoordigd zijn door de afdelingsmanager en een ambtelijke secretaris, al naar gelang het onderwerp kan een inhoudelijk deskundige medewerker van de afdeling het overleg bijwonen.

  • 5.

    Het voorzitterschap tijdens het overleg tussen het college en de Cliëntenraad wordt vervuld door de afdelingsmanager.

  • 6.

    Het secretariaat tijdens het overleg tussen het college en de Cliëntenraad wordt vervuld door een medewerker van de afdeling.

Artikel 6 Taken voorzitter

  • 1.

    De voorzitter leidt de vergadering en handhaaft de orde onder de aanwezigen.

  • 2.

    De voorzitter schorst de vergadering indien hij daartoe reden aanwezig acht.

  • 3.

    De voorzitter begeleidt de advies- c.q. stemprocedure als genoemd in artikel 7, tweede lid van deze verordening, bewaakt dat iedere stemgerechtigde zijn of haar stem uit kan brengen en deelt de uitslag van de stemming aan de aanwezigen mee.

Artikel 7 Taken secretaris

  • 1.

    De secretaris stelt in overleg met een vertegenwoordiger van de Cliëntenraad de agenda van de vergadering op. De Cliëntenraad levert daartoe tijdig zijn agendapunten aan.

  • 2.

    De secretaris verspreidt de agenda en bijbehorende stukken tenminste een week voorafgaand aan de vergadering, onder alle leden van de Cliëntenraad.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor een verslaglegging van het besprokene tijdens de vergadering.

  • 4.

    De secretaris draagt er zorg voor dat de Cliëntenraad in overige gevallen tijdig beschikt over de nodige informatie om haar taak naar behoren uit te kunnen oefenen.

  • 5.

    De secretaris vervult de rol van plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    De Cliëntenraad vergadert vier maal per jaar met het college of zoveel meer als voor een goede uitoefening van zijn taak nodig is.

  • 2.

    Indien wordt besloten tot stemming over een uit te brengen advies van de Cliëntenraad, dan is een absolute meerderheid van het aantal aanwezige leden c.q. stemmen vereist voor het uitbrengen van een advies.

Artikel 9 Faciliteiten

Het college draagt zorg voor alle faciliteiten om het overleg tussen het college en de Cliëntenraad naar behoren te laten verlopen. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van de Cliëntenraad. Ter bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten van taken en bevoegdheden van de Cliëntenraad stelt het college aan de Cliëntenraad jaarlijks een middelen ter beschikking.

Artikel 10 Nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

  • 2.

    Voordat het college nadere regels stelt wordt de Cliëntenraad hierover gehoord.

Artikel 11 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 12 Verantwoording

Over de uitvoering van deze verordening legt het college jaarlijks door middel van het beleidsverslag verantwoording af aan de raad.

Artikel 13 Intrekking

De verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, gemeente Oosterhout, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 12 mei 2004 (RV.0004042) en gewijzigd bij raadsbesluit van 25 oktober 2005 (RV.0005080) wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding genoemd in artikel 14.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald: Verordening cliëntenparticipatie sociale zekerheid, gemeente Oosterhout’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juli 2008
de voorzitter, de griffier

Algemene Toelichting

Binnen verschillende sociale zekerheidsregelingen waarvan de uitvoering is opgedragen aan de gemeente wordt er belang gehecht aan de vormgeving van cliëntenparticipatie. Dit belang wordt ook groter naarmate de gemeente meer beleidsvrijheid krijgt. Om deze redenen heeft de wetgever in een aantal sociale zekerheidsregelingen de verplichting opgelegd dat de gemeente bij verordening regels stelt over de wijze waarop cliëntenparticipatie. Een dergelijke bepaling is opgenomen in de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en sinds 1 januari 2008 in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw).

In de WWB is in artikel 47 de volgende bepaling over cliëntenparticipatie opgenomen.

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda voor dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie

In zowel de IOAW als de IOAZ is in artikel 42 de volgende bepaling opgenomen

Het college draagt zorg voor de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de wet, met inachtneming van artikel 150 van de Gemeentewet

Tenslotte is in artikel 2, lid 3 van de Wsw het volgende vastgelegd.

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze ingezeten of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze ingezetenen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

In deze verordening wordt vormgegeven aan cliëntenparticipatie ten aanzien van de hierboven genoemde wetten

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de wetten waarop deze verordening betrekking heeft (WWB, Wsw, IOAW en IOAZ) of Awb niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in deze wetten ook de verordening moet worden gewijzigd.

De begrippen die niet zijn omschreven in de genoemde wetten of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Artikel 2 Samenstelling cliëntenraad

Dit artikel regelt de samenstelling van de cliëntenraad sociale zekerheid. Zoals in het eerste lid is bepaald kunnen zowel vertegenwoordigers van belangenorganisaties als individuele cliënten lid zijn van de cliëntenraad. De praktijk laat overigens zien dat het aantal individuele cliënten dat de bereidheid heeft om zitting te nemen in de cliëntenraad laag is.

De gemeente wil geen invloed uitoefenen op de samenstelling van de cliëntenraad. In het tweede lid is dan ook bepaald dat de cliëntenraad zelf bepaald welke personen lid kunnen zijn. Wel is in het derde lid bepaald dat de cliëntenraad er wel voor moet zorgen dat zijn samenstelling een goede afspiegeling vormt van de doelgroepen waarvoor de raad de belangen behartigt. Dit betekent dat er zowel voldoende vertegenwoordiging dient te zijn van uitkeringsgerechtigden (WWB, IOAW, IOAZ) en personen met een Wsw-indicatie.

Artikel 3 Doel cliëntenparticipatie

Dit artikel behelst een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie en omarmt de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoering van beleidsgebieden waarin de cliënt centraal staat.

Artikel 4 Taken en bevoegdheden Cliëntenraad

Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de taken en bevoegdheden die aan de Cliëntenraad zijn toebedeeld. Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg, heeft de Cliëntenraad ook recht van initiatief op dit terrein.

In het tweede lid is bepaald dat de taak van de cliëntenraad zich in ieder geval richt op de WWB, Wsw, IOAW en IOAZ. Dit zijn namelijk de onderdelen waarvoor er een wettelijke verplichting is om cliëntenparticipatie vorm te geven. De woorden “in ieder geval” duiden er op dat er geen sprake is van een limitatieve opsomming. De cliëntenraad kan zich ook bezighouden met andere sociale zekerheidsregelingen waarvan de uitvoering is neergelegd bij de gemeente. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen of het gemeentelijk minimabeleid dat buiten de WWB is vormgegeven. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) behoort in principe niet tot het taakveld van de cliëntenraad sociale zekerheid, omdat de Wmo zijn eigen vorm van cliëntenparticipatie kent.

In het derde lid is geregeld dat de Cliëntenraad in ieder geval om advies wordt gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.

Uitdrukkelijk worden individuele zaken buiten het overleg met de Cliëntenraad gehouden (lid 4) omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren.

Artikel 5 Overleg met Cliëntenraad

Dit artikel regelt in grote lijnen het aantal aanwezigen tijdens het overleg tussen het college en de Cliëntenraad, staat een zeker evenwicht voor in de vertegenwoordiging van alle betrokken belangengroepen en maatschappelijke organisaties en deelt een aantal functies toe aan de gemeentelijke vertegenwoordiging tijdens het overleg.

Dit artikel bepaald dat de cliëntenraad overleg voert met het college. Het college is immers het bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van de WWB, Wsw, IOAW en IOAZ. In beginsel zal het college zich tijdens het overleg laten vertegenwoordigen door de portefeuillehouder sociale zekerheid. Met name waar het gaat om beleidszaken wordt de positie van de portefeuillehouder in dit overleg van belang geacht. De mogelijkheid wordt geboden dat de afdelingsmanager de plaats van de portefeuillehouder overneemt. Dit zal met name aan de orde zijn wanneer het gaat om dienstverleningsaspecten. In de praktijk kan dit betekenen dat de portefeuillehouder slechts dat deel van het overleg bijwoont voor wat betreft het gaat om beleidszaken.

Artikel 6 Taken voorzitter

In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de ambtelijke voorzitter tijdens het overleg tussen het college en de Cliëntenraad heeft en hoofdzakelijk te maken heeft met de ordehandhaving tijdens het overleg.

Artikel 7 Taken secretaris

In dit artikel staat een aantal taken opgesomd die de ambtelijke secretaris tijdens het overleg tussen het college en de Cliëntenraad heeft en te maken heeft met de voorbereiding op en verslaglegging tijdens het overleg.

Artikel 8 Werkwijze

Het eerste lid biedt een waarborg voor een minimale vergaderfrequentie van vier maal per jaar tussen het college en de Cliëntenraad. Uiteraard is het mogelijk om extra vergaderingen uit te schrijven. Dit kan zowel op verzoek van de Cliëntenraad als op verzoek van de gemeente.

Indien een stemprocedure wordt gestart voor een uit te brengen advies, bepaalt dit het tweede lid dat voor een uit te brengen advies een absolute meerderheid van het aantal aanwezige leden van de Cliëntenraad c.q. stemgerechtigden nodig is. Concreet houdt dit de helft van het aantal aanwezige leden van de Cliëntenraad c.q. stemgerechtigden plus één, in.

Artikel 9 Faciliteiten

Het college draagt kosteloos zorg voor alle faciliteiten om het overleg met de Cliëntenraad naar behoren te laten verlopen. Hier wordt expliciet onder verstaan het beschikbaar stellen van een vergaderruimte en het kopiëren en verspreiden van noodzakelijke stukken. Verder draagt het college bij aan deskundigheidsbevordering onder de leden van de Cliëntenraad. Daarbij kan gedacht worden aan periodieke instructies aan de leden c.q. deelnemende belangengroepen en maatschappelijke organisaties. Ter bestrijding van kosten in verband met de bevordering van die deskundigheid en ter bestrijding van kosten die worden gemaakt in de uitoefening van taken en bevoegdheden van de Cliëntenraad wordt door het college aan de Cliëntenraad jaarlijks een vast bedrag ter beschikking gesteld. Het college voert overleg met de Cliëntenraad over de hoogte en verantwoording van dat bedrag. Het college stelt jaarlijks dat bedrag vast.

Artikel 10 Nadere regels

Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

In het tweede lid wordt geregeld dat de Cliëntenraad hier vooraf over gehoord wordt.

Artikel 11 Uitvoering

Evenals de uitvoering van de WWB, Wsw, IOAW en IOAZ ligt de uitvoering van deze verordening bij het college.

Artikel 12 Verantwoording

De gemeenteraad kan zijn controlerende functie alleen op een goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Om deze reden is in dit artikel bepaald dat het college jaarlijks verslag moet doen over de uitvoering van deze verordening. Deze verantwoording wordt afgelegd door middel van het beleidsverslag sociale zekerheid.

Artikel 13 Intrekking

Deze verordening vervangt de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, gemeente Oosterhout. Deze verordening wordt hierbij dan ook ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Op grond van artikel 21 van de Wet sociale werkvoorziening dient de verordening waarin de cliëntenparticipatie wordt geregeld uiterlijk zes maanden na de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, respectievelijk artikel I, onderdeel G, van de Wet van 20 december 2007 tot wijziging van de Wet sociale werkvoorziening in verband met een betere realisering van de met die wet beoogde doelen (Stb. 564) in werking. De inwerkingtreding van de betreffende wettelijke bepaling is 1 januari 2008, dit betekent dus dat deze verordening uiterlijk 1 juli 2008 in werking moet treden.

Artikel 15 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.