Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011

Geldend van 22-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011

De raad van de gemeente Boekel;

Overwegende dat het uit een oogpunt van vermindering van administratieve lasten en regeldruk nastrevenswaardig is zo veel mogelijk aan te sluiten bij de modelverordeningen die de VNG haar leden voorlegt; dat conformering aan modelverordeningen er tevens toe bijdraagt dat belanghebbenden, in casu de marktkooplieden, zoveel mogelijk van doen hebben met uniforme regelingen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010:

Gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

Tot het vaststellen van

Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011

Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011

Gemeente Boekel

De raad van de gemeente Boekel;

Overwegende dat het uit een oogpunt van vermindering van administratieve lasten en regeldruk nastrevenswaardig is zo veel mogelijk aan te sluiten bij de modelverordeningen die de VNG haar leden voorlegt; dat conformering aan modelverordeningen er tevens toe bijdraagt dat belanghebbenden, in casu de marktkooplieden, zoveel mogelijk van doen hebben met uniforme regelingen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010:

Gelet op artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

Tot het vaststellen van

Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011

Hoofdstuk 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vergunning: een vergunning tot het organiseren van een markt;

  • d.

    vergunninghouder: de rechtspersoon waaraan het college een vergunning heeft verleend.

Artikel 2. Inrichting van de markt

Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

  • a.

    het aantal standplaatsen;

  • b.

    de afmetingen van de standplaatsen;

  • c.

    de opstelling en indeling van de markt.

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

HOOFDSTUK 2. VERGUNNINGEN

Artikel 4. Vergunning tot het organiseren van een markt

Het is verboden zonder een vergunning van het college een markt te organiseren.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning is vereist.

  • 2. De rechtspersoon waaraan krachtens deze verordening een vergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Artikel 6. Vereisten vergunning

Een vergunning wordt uitsluitend verleend aan een rechtspersoon.

Artikel 7. Voorschriften en beperkingen

Een aanvraag voor een vergunning bevat een door het bestuur van een rechtspersoon vast te stellen plan dat waarborgt dat de markt op een veilige wijze wordt georganiseerd en waarin in ieder geval wordt ingegaan op:

  • a.

    de wijze waarop de organisatie van de markt is geregeld;

  • b.

    de wijze waarop de standplaatsen worden toegewezen;

  • c.

    de wijze waarop het toezicht op de veiligheid van de bezoekers aan de markt is geregeld;

  • d.

    de afspraken met hulpverleningsdiensten;

  • e.

    de wijze waarop het afval van de markt wordt ingezameld;

  • f.

    de wijze waarop de informatievoorziening aan omwonenden is geregeld;

  • g.

    de namen van de personen die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken op de markt.

Artikel 8. Beoordeling aanvraag vergunning

  • 1. Het college stelt voorafgaand aan de start van de vergunningsprocedure een selectiedocument vast waarin de selectieprocedure en de wijze van beoordeling van de vergunningaanvragen is vastgelegd.

  • 2. Het college rangschikt de aanvragen voor vergunningverlening waarbij een vergunningaanvraag hoger wordt gerangschikt naarmate de aanvraag naar het oordeel van het college een grotere bijdrage levert aan de belangen die deze verordening beschermt. Daarbij betrekt het college in ieder geval de mate waarin de continuïteit, kwaliteit en doelmatigheid van de organisatie van de markt is gewaarborgd.

  • 3. Volgens de rangschikking, bedoeld in het tweede lid, komt de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor een vergunning in aanmerking.

  • 4. Indien het college gerede twijfel heeft ten aanzien van de integriteit van de hoogst gerangschikte aanvrager, kan het college de aanvrager verzoeken een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen te overleggen, of indien het een buitenlandse rechtspersoon betreft, een document dat ten minste gelijkwaardig is. Indien een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen dan wel een vergelijkbaar document niet kan worden overlegd, kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.

  • 5. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de vereisten zoals genoemd in artikel 7 kan het college besluiten de vergunning niet te verlenen.

  • 6. Indien er reeds een vergunning is verleend aan een andere rechtspersoon dan de aanvrager en de duur van deze vergunning nog niet is verstreken, dan weigert het college de vergunningaanvraag.

Artikel 9. Intrekking vergunning

  • 1. Het college trekt een vergunning in op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

  • 2. Het college kan een vergunning onder andere intrekken:

    • a.

      Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      Indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 en 7 genoemde vereisten.

    • b.

      Indien op grond van verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, moeten worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden ingevoerd in het belang van een goede organisatie van de markt.

Artikel 10. vergunning voor bepaalde tijd

Een krachtens deze verordening verleende vergunning geldt voor de duur van vier jaren.

HOOFDSTUK 3. STRAF- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.

  • 2. De marktverordening voor de gemeente Boekel 1988 wordt ingetrokken.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de warenmarkt(en) Gemeente Boekel 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
De raad van de gemeente Boekel, gehouden op 16 december 2010.
De voorzitter, De griffier,
P.M.J.H. Bos M.R.P. Philipse

Nota-toelichting

Artikel 5

Door aan een vergunning voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde belangen in verband waarmee de vergunning is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning verbonden zijn, kan grond opleveren voor intrekking van de vergunning of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing.

Artikel 6

Van belang is dat de marktorganisator (de rechtspersoon) niet kan worden aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van de Awb. Hieruit vloeit voort dat een beslissing van de marktorganisator, bijvoorbeeld met betrekking tot de toewijzing van marktplaats, ook geen besluit is in de zin van de Awb. Derhalve kan hiertegen geen bezwaar of beroep worden ingesteld, maar moet men zich bij een geschil tot de burgerlijke rechter wenden.

Artikel 7

In dit artikel is een uitgebreide inhoudsopgave gegeven van het plan dat de organisator van de markt in het kader van de vergunningaanvraag aan de gemeente moet overleggen. Het plan moet de gemeente voldoende vertrouwen geven dat de markt op een juiste wijze wordt georganiseerd. 

Artikel 8

lid 4

Indien het college twijfels heeft met betrekking tot de integriteit van de aanvrager, bijvoorbeeld omdat het vermoeden bestaat dat er in het verleden wel eens fraude is gepleegd, kan het een Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (VOGrp) opvragen. De VOGrp is een instrument waarmee rechtspersonen hun integriteit kunnen aantonen aan bijvoorbeeld de overheid. De VOGrp is een verklaring van de Minister van Justitie waarin staat dat niet is gebleken van bezwaren tegen de betreffende rechtspersoon. De aanvraag moet worden ingediend door een vertegenwoordiger van de rechtspersoon. In het onderzoek worden onder andere het Justitieel Documentatie Systeem, politieregistergegevens, het Openbaar Ministerie en de Reclassering geraadpleegd.

lid 5

De vergunning kan door de gemeente worden geweigerd indien uit het plan onvoldoende blijkt dat de organisatie de continuïteit, kwaliteit of doelmatigheid van de markt kan waarborgen.

lid 6

Het zesde lid ziet op het geval er meerdere aanvragen worden ingediend, terwijl er slechts één vergunning kan worden verleend. Deze weigeringsgrond is worden opgenomen, omdat de vergunning, wanneer de aanvraag voldoet aan de vereisten van artikel 6 en 7, anders moet worden verleend.