Verordening muziekonderwijssubsidies instrumentale muziekorganisaties 2006

1. Onder lid wordt in deze verordening verstaan: een lid van een organisatie zoals bedoeld in hoofdstuk 2, dat op 1 januari van het kalenderjaar jonger is dan 14 jaar, woonachtig is in de gemeente Onderbanken en de muziekopleiding volgt binnen de betreffende organisatie.

2. Onder kalenderjaar wordt in deze verordening verstaan: het kalender jaar waarin de opleiding plaatsvindt.

1. Alleen instrumentale muziekorganisaties die regulier subsidie van de gemeente Onderbanken ontvangen, komen voor de subsidie voor muziekonderwijs in aanmerking.

2. Onder instrumentale muziekorganisaties worden in deze verordening verstaan:

• a.

  harmonie- en fanfarekorpsen;

• b.

  drumbands, (tamboerkorpsen, tamboer- en pijperkorpsen c.q. fluitkorpsen en tamboerkorpsen met klaroenen, signaaltrompetten, jachthoorns of lyra’s) voorzover het zelfstandige organisaties betreft dan wel voor zover zij deel uitmaken van een onder a. genoemde organisatie.

1. De uit hoofde van deze verordening te verstrekken subsidie bedraagt per kalenderjaar maximaal het bedrag dat de raad in de gemeentebegroting van het betreffende kalenderjaar beschikbaar heeft gesteld voor het muziekonderwijs.

2. De subsidie per lid bedraagt maximaal € 100 per kalenderjaar.

3. Indien het totaal bedrag van de subsidieaanvragen in een kalenderjaar het in lid 1 genoemde subsidieplafond overstijgt, wordt de subsidie per lid naar rato naar beneden bijgesteld.

1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot subsidieverlening.

2. De subsidie per lid wordt verleend aan de betreffende instrumentale muziekorganisaties.

1. De instrumentale muziekorganisaties dienen de subsidie voor het muziekonderwijs van hun leden jaarlijks aan te vragen bij de gemeente Onderbanken door middel van een aanvraagformulier .

2. De subsidieaanvraag dient uiterlijk op 1 februari van het kalenderjaar te worden ingediend.

3. Indien de subsidieaanvraag binnenkomt na 1 februari van het kalenderjaar kunnen burgemeester en wethouders besluiten de subsidie te weigeren.

4. Burgemeester en wethouders nemen uiterlijk 1 april van het kalenderjaar een besluit over de aanvraag en maken dit uiterlijk 1 mei bekend aan de aanvrager.