Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid voor de gemeente Oosterhout

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders;

• b.

  de wet: de wet van 4 juni 1992, houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht);

• c.

  de commissie: de commissie als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2 Bevoegdheid

• 1.

  De commissie is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht en heeft tot taak het bestuursorgaan te adviseren inzake te nemen beslissingen op bezwaarschriften.

• 2.

  De commissie is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften tegen een besluit van het bestuursorgaan op grond van de uitvoering van:

  • a.

    de Algemene bijstandswet (Abw);

  • b.

    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw);

  • c.

    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);

  • d.

    de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG);

  • e.

    de gemeentelijke Woonkostensubsidieregeling;

  • f.

    de Wet werk en bijstand (WWB) en de daarop gebaseerde besluiten en ministeriële regelingen;

  • g.

    de Regeling gehandicaptenparkeerkaart;

  • h.

    de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), voor zover het betreft de uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oosterhout;

  • i.

    de Wet inburgering (Wi), voor zover het betreft de uitvoering van de Verordening wet inburgering Gemeente Oosterhout 2007;

  • j.

    de Wet kinderopvang (Wk), voor zover het betreft de uitvoering van de Verordening kinderopvang gemeente Oosterhout;

  • k.

    de Regeling sociaal vervoer AWBZ-instellingen.

• 3.

  De commissie is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften tegen zelfstandige schadebesluiten, voor zover de commissie ook bevoegd zou zijn te adviseren over bezwaren tegen de schadeveroorzakende uitoefening van de publiekrechtelijke bevoegdheid zelf.

Artikel 3 Samenstelling

• 1.

  De commissie bestaat uit een voorzitter en (maximaal) zes leden die door het college van burgemeester en wethouders worden benoemd, geschorst en ontslagen.

• 2.

  De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Oosterhout.

• 3.

  De voorzitter en de leden van de commissie dienen zoveel mogelijk te beschikken over een bij de uitvoering van hun taak aansluitende vorm van, in het bijzonder juridisch en agogisch gerichte, professionaliteit.

• 4.

  De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

• 1.

  De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

• 2.

  Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

• 1.

  De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Zij kunnen terstond worden herbenoemd.

• 2.

  De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

• 3.

  De aftredende voorzitter en/of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Inlichtingen

De voorzitter van de commissie kan ten behoeve van de voorbereiding van het horen en/of het advies alle inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.

Artikel 7 Plaats en tijdstip hoorzitting

• 1.

  De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de vergadering waarin de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bijgemachtigde te doen horen. Een vertegenwoordiger van het bestuursorgaan wordt voor het horen uitgenodigd en in de gelegenheid gesteld een toelichting op het standpunt van het bestuursorgaan te geven.

• 2.

  De voorzitter van de commissie of namens deze de secretaris van de commissie doet hiervan tijdig schriftelijk mededeling aan belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden, alsmede aan de leden van de commissie en het bestuursorgaan. Gelijktijdig met de uitnodiging voor de hoorzitting worden alle op het bezwaarschrift betrekking hebbende relevante stukken, inclusief de op schrift gestelde ambtelijke heroverweging op grondslag van het bezwaarschrift, in afschrift toegezonden.

• 3.

  Ingeval van wichtige redenen, zoals vrees voor schade aan de lichamelijke of geestelijke gezondheid van een belanghebbend, kan de voorzitter van de commissie besluiten toezending van de in lid 2 bedoelde stukken voor te behouden aan een gemachtigde die advocaat hetzij arts is.

• 4.

  Ingeval er in de in lid 3 bedoelde situatie geen sprake is van een gemachtigde die advocaat hetzij arts is, kan de voorzitter van de commissie besluiten toezending van de onder lid 2 bedoelde stukken achterwege te laten. Vervolgens kan de voorzitter van de commissie besluiten deze stukken niet voor inzage ter beschikking te stellen.

• 5.

  De voorzitter kan van een gemachtigde verlangen dat deze een schriftelijke, door de belanghebbende ondertekende machtiging overlegt, tenzij de gemachtigde als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende met de gemachtigde verschijnt.

Artikel 8 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, en tenminste een lid aanwezig zijn.

Artikel 9 Hoorzitting niet openbaar

• 1.

  De hoorzittingen zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter van de commissie op verzoek van belanghebbende anders beslist.

• 2.

  Ongeacht het in lid 1 bepaalde kunnen belanghebbenden zich doen vergezellen door gemachtigden, terwijl zij bovendien eventuele getuigen en deskundigen kunnen meebrengen.

Artikel 10 Verslag hoorzitting

• 1.

  Van het horen wordt een verslag gemaakt.

• 2.

  Het verslag van de hoorzitting vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

• 3.

  Het verslag bevat verder in ieder geval een korte weergave van hetgeen tijdens de hoorzitting over en weer is gezegd en is voorgevallen en van eventuele nieuwe feiten en omstandigheden die zijn aangevoerd.

• 4.

  het verslag verwijst naar de tijdens de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

• 5.

  Het verslag wordt ondertekend door de secretaris van de commissie.

Artikel 11 Advies

• 1.

  Na afloop van de hoorzitting beraadslaagt de commissie met gesloten deuren over het uit te brengen advies.

• 2.

  Het advies wordt vastgesteld bij meerderheid van stemmen in een vergadering waarin tenminste aanwezig zijn de voorzitter, dan wel zijn plaatsvervanger, en een lid. Bij staking van de stemmen beslist de stem van de voorzitter c.q. van de plaatsvervangend voorzitter, indien deze laatste als voorzitter optreedt.

• 3.

  Dezelfde bepaling is van toepassing ter zake van het nemen door de commissie van beslissingen als bedoeld in artikel 7:13 van de wet.

• 4.

  De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onafhankelijkheid in geding kan zijn.

• 5.

  Over de inhoud en conclusie van een advies wordt, voordat een beslissing op het bezwaarschrift is genomen, in beginsel geen mededeling gedaan.

Artikel 12 Nader onderzoek

Indien na afloop van de zitting, doch vóórdat het advies wordt uitgebracht een nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, geschiedt dit onderzoek door of onder leiding van de voorzitter van de commissie.

Artikel 13 Overgangsbepaling

Deze commissie is ook bevoegd te adviseren op grondslag van bezwaarschriften die gericht zijn tegen vóór 1 juli 1999 door, of binnen het verleende mandaat namens, de Commissie Sociale Zekerheid respectievelijk burgemeester en wethouders genomen besluiten ter uitvoering van de in artikel 2 van deze verordening onder a. tot en met c. genoemde wetten en regelingen.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1999 en kan worden aangehaald als:

Verordening op de “Adviescommissie bezwaarschriften sociale zekerheid voor de gemeente Oosterhout”.