Gedistilleerdverordening 1908

Geldend van 01-01-2003 t/m heden

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. Voor de toepassing dezer verordening wordt als grondslag aangenomen de hectoliter gedistilleerd, bij eene warmte van vijftien graden van den honderddeeligen thermometer, die vijftig liters zuiveren alcohol bevat.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde wordt verstaan onder:

    Inspecteur: de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen;

    Inspectie: de dienst der Invoerrechten en Accijnzen;

    Invoeren: het brengen in het vrije verkeer, voor zover zulks geschiedt in een der eilandgebieden, Aruba, Bonaire en Curaçao, zowel rechtstreeks uit het buitenland, als na voorafgaande opslag in entrepôt.

Artikel 2

Elke aangegeven of opgenomen hoeveelheid gedistilleerd, waarin de alcohol in eene andere verhouding voorkomt of dat eene andere warmte heeft dan volgens artikel 1, wordt voor het berekenen van den accijns en waar dit verder voor de toepassing dezer verordening te pas komt, tot de sterkte van het in artikel 1 bedoeld gedistilleerd herleid, overeenkomstig de bepalingen van het volgende artikel.

Artikel 3

  • 1. Tot het bepalen van de sterkte en het verrichten van de herleiding, voorgeschreven bij artikel 2, worden hij landsbesluit houdende algemene maatregelen vastgesteld:

    • a.

      de inrichting van den vochtweger tot het opnemen van gedistilleerd, dat na overhaling niet is vermengd met andere zelfstandigheden dan alcohol en water;

    • b.

      de tafels, welke voor de verschillende inzinkingen van den vochtweger en de verschillende warmtegraden aanwijzen, hoeveel liters zuiveren alcohol bevat zijn op een hectoliter van het onderzochte gedistilleerd, de liters uitgedrukt in percenten en de alcohol herleid tot den in artikel 1 vermelden warmtegraad;

    • c.

      voorschriften nopens het onderzoeken van de sterkte van gedistilleerd, dat vermengd of bereid is met zelfstandigheden, die de juiste opneming der sterkte met den vochtweger verhinderen.

  • 2. De sterkte van het gedistilleerd wordt in de aangiften, documenten en andere stukken, in overeenstemming met de voormelde tafels, steeds in percenten en tienden van percenten vermeld.

Artikel 4

  • 1. Bij de herleiding eener aangegeven of opgenomen hoeveelheid gedistilleerd wordt, wanneer die hoeveelheid een hectoliter ad vijftig percent of meer bedraagt, de uitkomst zonder onderdeelen van liters, en wanneer die hoeveelheid minder dan een hectoliter bedraagt, de uitkomst zonder onderdeelen van deciliters aangewezen.

  • 2. De breuken van een halven liter of een halven deciliter en daarbeneden worden niet gerekend en daarboven voor geheelen genomen; met uitzondering echter voor het geval, dat dit invloed mocht uitoefenen op het al of niet bestaan van overtreding wegens over- of ondermaat, als wanneer de juiste uitkomst der herleiding tot grondslag voor de berekening van accijns en boete genomen wordt.

Artikel 5

  • 1. Onder gedistilleerd worden, behalve de onvermengde door overhaling verkregen alcoholhoudende vloeistoffen, ook begrepen likeuren, bitters en andere dergelijke gedistilleerde dranken.

  • 2. Bij landsbesluit houdende algemene maatregelen kunnen bepalingen worden vastgesteld ter voorkoming van misbruik van met alcohol bereide vloeistoffen, geen dranken zijnde. Bij gebreke van voldoening aan die bepalingen is, onverminderd de strafvervolging, de gedistilleerdaccijns schuldig naar de grondslag van honderd percent sterkte.

Artikel 6

Likeuren worden geacht een sterkte te hebben van 60%. Alle andere gedistilleerde of uit gedistilleerd bereide dranken, ingevoerd op flesschen of kruiken, kleiner dan twee liter, worden mede geacht eene sterkte te hebben van zestig percent, ook gedurende den opslag in eenen bergplaats, als bij Hoofdstuk 2 bedoeld, behoudens opneming op den voet van artikel 52, waartoe de ambtenaren steeds bevoegd zijn, in welk geval de herleiding naar de bevonden sterkte geschiedt.

Artikel 7

  • 1. De accijns op het gedistilleerd van de in artikel 1 als grondslag aangenomen hoeveelheid en sterkte bedraagt eenduizend honderd en vijftig gulden en wordt bij grotere of lagere sterkte berekend naar evenredigheid.

  • 2. Van den accijns is vrijgesteld het gedistilleerd, dat bestemd is voor persoonlijk gebruik van de in het Nederlandse Antillen hun functie uitoefende consuls van vreemde mogendheden, mits genoemde personen vreemdelingen zijn en overigens binnen de Nederlandse Antillen geen bedrijf of beroep uitoefenen en voorts in het betrokken land voor de aldaar gevestigde Nederlandse Consulaire ambtenaren gelijke vrijdom wordt verleend.

Artikel 7bis

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan het tarief van de in artikel 7, eerste lid, bedoelde accijns worden gewijzigd.

  • 2. Na afkondiging in het Publicatieblad van een krachtens het eerste lid vastgesteld landsbesluit wordt zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen zes maanden een ontwerp-landsverordening tot regeling van het desbetreffende onderwerp aan de Staten aangeboden.

  • 3. Indien de ontwerp-landsverordening niet binnen de in het tweede lid genoemde termijn wordt ingediend alsmede indien de ontwerplandsverordening wordt ingetrokken, vervalt het in het eerste lid bedoelde landsbesluit van rechtswege met ingang van de dag na het verstrijken van bedoelde termijn onderscheidenlijk van die na de intrekking. Indien de Staten de ontwerp-landsverordening niet goedkeuren, wordt het landsbesluit onverwijld ingetrokken. Wordt het ontwerp tot landsverordening verheven, dan wordt het landsbesluit ingetrokken op het tijdstip van het inwerking treden van die landsverordening.

Artikel 7ter

  • 1. Wijn, die per hectoliter meer alcohol bevat dan een twintig liter bij een warmte van vijftien graden van den honderddeeligen thermometer, wordt bij invoer aangemerkt en belast als gedistilleerd.

  • 2. Deze wijn moet bij invoer en doorvoer rechtstreeks of over entrepôt in de aangifte als bedoeld bij artikel 54 der Algemeene Verordening I.U. en D. 1908 worden vermeld als gedistilleerd, bij gebreke waarvan de vloeistof geacht wordt onder eene verkeerde benaming te zijn aangegeven.

Artikel 8

  • 1. Gedistilleerd, dat onder ambtelijk toezicht is vermengd en ongeschikt gemaakt om dranken er uit te vervaardigen, is vrijgesteld van accijns.

  • 2. Gedistilleerd, dat van elders wordt ingevoerd en dat blijkens eene verklaring van een daartoe bevoegde ambtelijke instantie in het land van herkomst door vermenging ongeschikt is gemaakt om dranken er uit te vervaardigen, kan mede vrijgesteld worden van accijns.

  • 3. De wijze van vermenging zal geschieden volgens voorschriften, door de Minister van Financiën vast te stellen.

  • 4. Als mengmiddel zullen dienen houtgeest, aceton, methylethylketon, petroleumdistilaat, pyridinibasen, brucine, muriaschinine (kleine-hydrochloride), kamfer, essences, waarvan een of meer, al dan niet onder toevoeging van kleurstof, voor de vermenging zullen worden gebruikt.

Artikel 9

Voor zover niet het tegendeel is vermeld, wordt, waar in de volgende artikel gesproken wordt van eene hoeveelheid gedistilleerd, daaronder verstaan de hoeveelheid gedistilleerd, dat bij een warmte van vijftien graden van den honderddeeligen thermometer vijftig liters zuiveren alcohol op den hectoliter bevat en bij hoogere of lagere sterkte, na herleiding overeenkomstig de artikelen 2, 3 en 4, eene grotere of kleinere hoeveelheid naar evenredigheid.

Artikel 10

In alle documenten, krachtens deze verordening af te geven, zal de tijd worden uitgedrukt, waarvoor zij geldig zijn.

HOOFDSTUK 2 Betaling en crediet

Eerste Afdeeling

Algemene Bepalingen

Artikel 11

  • 1. De aangifte volgens artikel 54 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (hierna verder aangeduid met de letters A.V.) moet geschieden ter Inspectie.

  • 2. De accijns verschuldigd wegens invoer tot verbruik wordt tegelijk met het invoerrecht betaald op het kantoor van de Ontvanger, waarna een kwitantie afgegeven wordt op de voet van artikel 43.

  • 3. De Directeur van het Departement van Financiën kan de Ontvanger machtigen uitstel van betaling te verlenen aan in de Nederlandse Antillen gevestigde kooplieden, wanneer de accijns meer dan vijftig gulden bedraagt.

Artikel 11a

Teruggaaf van accijns verschuldigd wegens invoer tot verbruik of wegens uitslag van gedistilleerd tot binnenlands verbruik, wordt verleend overeenkomstig hetgeen ten aanzien van de teruggaaf van invoerrechten in de Landsverordening tarief van invoerrechten is bepaald.

Artikel 12

Behalve tot verbruik, tot doorvoer of tot opslag in entrepôt volgens de A.V. en deze verordening, kan gedistilleerd bij den invoer worden aangegeven om, na betaling van het invoerrecht, onder genot van verlengbaar crediet voor den accijns te worden ingeslagen in bergplaatsen, als bij de volgende Afdeeling bedoeld.

Artikel 13

Inslag onder genot van crediet kan in geen kleinere hoeveelheid geschieden dan van vijf hectoliter. De inslag kan geschieden: rechtstreeks van buitenlands, uit entrepôt of met overschrijving van zoodanig crediet uit andere bergplaatsen.

Artikel 14

Houders van bergplaatsen, in de volgende Afdeeling bedoeld, genieten onder zekerheidstelling crediet voor den accijns:

  • a.

    telkens voor een kalenderkwartaal voor het gedistilleerd, bij den aanvang van gemeld tijdperk in eene bergplaats aanwezig;

  • b.

    tot het einde van elk kalendermaand en verlengbaar volgens letter a voor het gedistilleerd, gedurende dat tijdperk op den voet van dit Hoofdstuk in eene bergplaats ingeslagen.

Artikel 15

Het crediet wordt niet verlengd wanneer bij het einde van een kalenderkwartaal de voorraad in eene bergplaats niet meer bedraagt dan 5 hectoliter.

Artikel 16

De accijns van het gedistilleerd, dat in den loop van een kalenderkwartaal, in de volgende Afdeeling bedoeld, tot binnenlandsch verbruik is uitgeslagen, is terstond na afloop van dat tijdperk invorderbaar, voorzover hij niet vroeger is betaald of overgebracht wordt op de rekening wegens afloopend crediet volgens artikel 17. De hoeveelheid, welke overblijft, wanneer de credieteeringen volgens artikel 25 letters e tot en met g van het debet der rekening zijn afgetrokken, wordt geacht tot verbruik binnenlands te zijn uitgeslagen.

Artikel 17

Houders van bergplaatsen, in de volgende Afdeeling bedoeld, genieten behoudens zekerheidstelling, afloopend crediet voor den accijns van het gedistilleerd, dat volgens artikel 16 bij het einde van een kalenderkwartaal geacht wordt het binnenlandsch verbruik uit hunne bergplaatsen te zijn uitgeslagen, voorzoover de accijns niet vroeger is betaald. Het afloopend crediet vervalt in drie termijnen, telkens voor een derde gedeelte van het bedrag op den 15den van de maanden van het volgende kalenderkwartaal. Bij gebreke van voldoening voor of op de vervaldagen wordt de gehele verschuldigde som terstond ingevorderd.

Artikel 17a

De inzake de invordering van invoerrechten en zekerheidsstellingen geldende bepalingen van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18

Bij landsbesluit houdende algemene maatregelen kan, onder de nodige voorzieningen tegen misbruik, bij de uitvoer van likeuren, bitters of andere dergelijke alcoholhoudende dranken alsmede reuk- en toiletwaters, in het binnenland vervaardigd met gedistilleerd, waarvan de accijns betaald is, een tegemoetkoming worden verleend ter vergoeding van de betaalde accijns van het gebezigde gedistilleerd tot zodanig bedrag als billijk zal voorkomen, mits de uitvoer geschiede in een hoeveelheid van minstens vijftig liter ongeacht de sterkte.

Tweede Afdeling

Bergplaatsen

Artikel 19

Aan handelaren in gedistilleerd kan door de Inspecteur worden vergund om in de plaatsen, in artikel 103 A.V. genoemd, bergplaatsen te hebben tot inslag van gedistilleerd onder genot van verlengbaar crediet voor de accijns, onder wederzijdse sluiting van de zijde van de Inspectie en de handelaars (hierna verder genoemd “bergplaatsen”). Geen andere goederen dan gemeld gedistilleerd mogen in die bergplaatsen aanwezig zijn.

Artikel 20

Hij, die op het tijdstip van de inwerkingtreding dezer verordening een bergplaats tot opslag van gedistilleerd in gebruik heeft, levert binnen veertien dagen na dat tijdstip en hij, die later een bergplaats in gebruik verlangt te stellen, levert minstens acht dagen tevoren bij de Inspecteur een ondertekende aangifte in, vermeldende ten aanzien dezer bergplaats:

  • a.

    de plaats en dagtekening der aangifte;

  • b.

    de naam of de firma en de woonplaats van de eigenaar en van de houder;

  • c.

    de straat en het nummer en de verdere aanduiding van de ligging der bergplaats;

  • d.

    een nauwkeurige beschrijving van de bergplaats en de toegang, met aanduiding, van de belendingen.

De aangever, die te eniger tijd enige verandering verlangt te brengen in hetgeen sub b, c, of d is aangegeven, levert deswege vooraf een aanvullingsaangifte in.

Artikel 21

  • 1. De Inspecteur geeft, indien hij geen bezwaar tegen de toelating heeft, binnen acht dagen na het inleveren eener aangifte een schriftelijke vergunning op naam tot het hebben van de daarin omschreven bergplaats af.

  • 2. De vergunning wordt niet afgegeven, wanneer de bergplaats niet voldoet aan de vereisten bij het volgende artikel gesteld.

  • 3. [vervallen]

  • 4. De vergunning kan te allen tijde door de Inspecteur worden ingetrokken met het gevolg, dat al het verschuldigde volgens de rekening binnen drie dagen moet worden aangezuiverd.

Artikel 22

  • 1. Een bergplaats mag slechts één toegang hebben, welke toegang aan een openbare weg moet zijn.

  • 2. De bergplaats moet voor voldoende afsluiting vatbaar zijn ter beoordeling van de Inspecteur en mag geen gemeenschap hebben met enig ander gebouw of enig ander gedeelte van hetzelfde gebouw.

Artikel 23

  • 1. Boven de ingang eener bergplaats moet een opschrift geplaatst worden, houdende in duidelijke letters in olieverf de woorden: “Bergplaats van gedistilleerd”, met bijvoeging van den naam des handelaars of der firma.

  • 2. Bij verzuim hiervan wordt de nalatige door de Inspecteur schriftelijk gewaarschuwd om binnen drie dagen hieraan te voldoen.

Artikel 24

  • 1.

    De belanghebbenden kunnen, na voorafgaande kennisgeving aan de Inspecteur en onder het toezicht der ambtenaren, hun in een bergplaats neergelegd gedistilleerd verpakken, oversteken, versnijden, aanvullen, of eenige andere behandeling doen ondergaan, zonder dat daarbij echter mag worden gebruik gemaakt van zoodanige zelfstandigheden, die het opnemen van de sterkte door den vochtweger zouden kunnen verhinderen.

  • 2.

    Overtapping van gedistilleerd van fust op flesschen of kruiken of omgekeerd is verboden.

  • 3.

    Werkzaamheden in de bergplaats, waaronder begrepen in- en uitslag, zijn niet toegelaten tusschen 6 ure namiddags en 6 ure voormiddags.

  • 4.

    Behoudens vergunning van de Inspecteur zijn de bergplaatsen voor belanghebbenden niet toegankelijk op zaterdagen, zondagen en krachtens de Arbeidsregeling 1952 met de zondag gelijkgestelde dagen, noch op den eersten en laatsten werkdag van elk kalenderkwartaal, op alle welke dager evenmin inslag of uitslag kan plaats hebben.

Derde Afdeeling

Rekening en Aansprakelijkheid

Artikel 25

  • 1. Tusschen de Inspectie en den handelaar, die genot van crediet heeft (hierna verder genoemd “handelaar”), wordt ter Inspectie betreffende elke bergplaats eene rekening gehouden.

  • 2. Op de rekening worden als debet gebracht:

    • a.

      de hoeveelheid bij den aanvang van het kalenderkwartaal voorhanden;

    • b.

      de inslagen bij invoer;

    • c.

      de inslagen uit entrepôt;

    • d.

      de inslagen met overschrijving van crediet;

      en als crediet:

    • e.

      de uitslagen met overschrijving van crediet, aan anderen of aan zichzelven naar een andere bergplaats;

    • f.

      de uitslagen met bestemming tot uitvoer naar buitenslands;

    • g.

      de hoeveelheid, volgens het tweede lid van dit artikel, op de rekening van het volgende kalenderkwartaal als debet over te brengen;

    • h.

      de hoeveelheid, waarvoor de accijns betaald of volgens artikel 17 op de rekening wegens afloopend crediet overgebracht is.

Artikel 26

  • 1. De handelaar is aansprakelijk voor den accijns van het gedistilleerd, waarvoor hij overeenkomstig de bepalingen dezer verordening in rekening wordt aangeslagen.

  • 2. Crediteering der rekening wegens elke hoeveelheid gedistilleerd op een overschrijvingsbiljet of een consent tot uitvoer uitgeslagen, geschiedt niet dan nadat het overschrijvingsbiljet of consent, voorzien van de voorgeschreven verklaringen of afteekeningen, ter Inspectie is terugontvangen.

Artikel 27

  • 1. Tot verkrijging van verlenging van het credit levert de handelaar op den laatsten werkdag van elk kalenderkwartaal voor tien ure des voormiddag bij de Inspecteur tegen bewijs eene onderteekende aangifte in van de hoeveelheid en de sterkte van het gedistilleerd, in elk zijner bergplaatsen voorhanden.

  • 2. De aangifte wijst aan het getal gevulde fusten van elke soort met den inhoud en de sterkte van het gedistilleerd ander dan likeuren in elk fust, alsmede voor gedistilleerd op flesschen of kruiken van elke soort het getal gevulde flesschen of kruiken van denzelfden inhoud, met den inhoud afzonderlijk voor elke partij, die bij elkander is gepakt en van andere partijen afgescheiden en voor zooveel de flesschen of kruiken een inhoudsruimte van 2L. of meer hebben, ook de sterkte der partij.

  • 3. In de aangifte mogen niet begrepen worden partijen gedistilleerd, elk minder dan 7,5 liter inhoudende. Indien de aangifte niet op tijd is ingeleverd, wordt de verlenging van het crediet niet verleend.

Artikel 28

  • 1. De Inspecteur kan op den dag der aangifte of op den eersten daaropvolgenden werkdag de opneming gelasten van den voorraad gedistilleerd in eene bergplaats, waarvoor aangifte is gedaan volgens het vorige artikel.

  • 2. De handelaar is verplicht de door hem aangegeven fusten van elke soort en de verschillende partijen gedistilleerd op flesschen of kruiken van elke soort afzonderlijk aan de ambtenaren aan te wijzen, de fusten zoodanig te plaatsen, dat de opneming gevoeglijk kan geschieden en, voorzoover de ambtenaren dit vorderen de hokken, kisten of manden, waarin zich flesschen of kruiken bevinden, te doen ontpakken, bij gebreke waarvan de betrokken fusten of partijen flesschen of kruiken niet in de opneming begrepen worden.

  • 3. Wanneer bij de opneming een tekort op de aangifte wordt bevonden, wordt voor de toepassing van artikel 15 en van het tweede lid van artikel 25 slechts de werkelijk aanwezige hoeveelheid als voorraad beschouwd.

  • 4. Er bestaat overtreding, wanneer het tekort vijf ten honderd of meer bedraagt, berekend over den geheelen voorraad, welke volgens de aangifte in dezelfde bergplaats aanwezig moet zijn.

Artikel 29

  • 1. De handelaar is gehouden, om vóór den 10den van elk kalenderkwartaal zijne credietrekening over het afgeloopen kalenderkwartaal met de Inspecteur af te sluiten en die afsluiting mede te teekenen.

  • 2. Bij gebreke van hieraan te voldoen, wordt de rekening eenzijdig door de Inspecteur gesloten volgens de bij hem berustende registers en bescheiden, zonder dat de handelaar tegen de uitkomst in verzet kan komen. De Inspecteur geeft hem alsdan schriftelijk kennis van de uitkomst der afsluiting.

  • 3. Mistellingen in eene afgesloten rekening kunnen binnen zes maanden na de afsluiting door de Inspecteur worden hersteld.

Vierde Afdeeling

Aangifte bij uitslag

Artikel 30

De handelaar, die gedistilleerd verlangt uit te slaan, levert ter Inspectie eene onderteekende aangifte in, vermeldende:

  • a.

    de plaats en dagteekening;

  • b.

    den naam, het beroep en de woonplaats des aangevers;

  • c.

    de ligging van de bergplaats, waaruit de uitslag zal geschieden;

  • d.

    den naam, het beroep en de woonplaats van dengene, voor wien het gedistilleerd bestemd is, behalve bij uitvoer naar buitenslands, in welk geval de naam van het schip, waarmede de uitvoer zal geschieden, wordt opgegeven;

  • e.

    de ligging van de bergplaats of het andere gebouw, waar de inslag zal geschieden;

  • f.

    de soort, de hoeveelheid en de sterkte van het gedistilleerd, in schrijfletters; voor dat op flesschen of kruiken van minder dan twee liter afzonderlijk;

  • g.

    het getal en de merken of nummers der fusten, kelders of manden;

  • h.

    de namen van den vervoerder en van het vaar- of voertuig of wel eene andere voldoende aanwijzing van het middel van vervoer, ter beoordeling van de Inspecteur;

  • i.

    de opgave der bestemming, namelijk om uit te slaan tot binnenlandsch verbruik, met overschrijving van crediet of om uit te voeren naar buitenslands;

  • k.

    den te volgen weg, voor zoover die kan opgegeven worden, ter beoordeling van de Inspecteur;

  • l.

    het tijdstip, waarop de uitslag verlangd wordt te zullen plaats hebben.

Uitslag met overschrijving van crediet

Artikel 31

Geen uitslag met overschrijving van crediet mag geschieden in eene mindere hoeveelheid dan van vijf hectoliter.

Artikel 32

  • 1. Vóór den uitslag van gedistilleerd uit eene bergplaats om in eene andere bergplaats met overschrijving van crediet te worden ingeslagen, geeft de Inspecteur aan den afleveraar op diens schriftelijke aangifte eene overschrijvingsbiljet af, aanwijzende de hoeveelheid en de sterkte van het gedistilleerd, den naam en de woonplaats van den ontbieder en de dagteekening der verzending.

  • 2. Na den inslag stelt de ontbieder op het biljet de verklaring, dat hij verlangt de daarin vermelde partij gedistilleerd op zijne rekening te doen overschrijven. Hij levert daarna het biljet in bij de Inspecteur ter debiteering van de ontvangen partij gedistilleerd op zijne rekening.

  • 3. Het bij het vorige lid bepaalde is mede van toepassing op de volgbrieven, waarop gedistilleerd rechtstreeks van buitenslands of uit entrepôt wordt ingeslagen.

  • 4. De debiteering geschiedt steeds op de rekening over het kalenderkwartaal, waarin het overschrijvingsbiljet of de volgbrief is ingeleverd.

Uitslag met bestemming tot uitvoer naar buitenslands

Artikel 33

  • 1. Uitslag met bestemming tot uitvoer naar buitenslands onder afschrijving van den accijns mag niet anders geschieden dan op een door de Inspecteur na aangifte te verleenen consent tot uitvoer.

  • 2. Indien na de aangifte en vóórdat de goederen gebracht zijn buiten de bergplaatsen bijzondere omstandigheden den uitvoer beletten of daarvan doen afzien, zal, op de schriftelijke verklaring deswege van den aangever, bij de terugbezorging van het verkregen document daarop gesteld, de aangifte worden beschouwd als niet geschied.

Artikel 34

Het gedistilleerd zal na de verificatie bij den uitslag onder bewaking worden gesteld tot na de inlading, waarna de schipper eene verklaring moet teekenen, dat hij de goederen in zijn schip ontvangen heeft, en zich verantwoordelijk stelt voor den uitvoer.

Artikel 35

Het consent moet, na bij den uitvoer door de ambtenaren te zijn afgeteekend, binnen den bepaalden tijd ter Inspectie worden terugbezorgd.

Artikel 36

  • 1. De op een consent tot uitvoer uitgeslagen hoeveelheid gedistilleerd wordt op de rekening des afleveraars afgeschreven.

  • 2. Wanneer het consent niet binnen den bepaalden tijd en behoorlijk afgeteekend ter Inspectie is terugontvangen, wordt de accijns vorderbaar op den voet van artikel 17.

  • 3. Bij landsbesluit houdende algemene maatregelen kan worden bepaald, dat, onverminderd de afteekening van het consent, binnen een door de Inspecteur te bepalen tijd het bewijs moet worden overgelegd, dat de goederen hunne bestemming behoorlijk hebben bereikt; zullende alsdan verzuim van daaraan te voldoen hetzelfde gevolg hebben als bij het vorig lid bepaald.

Uitslag tot binnenlandsch verbruik

Artikel 37

Geen uitslag tot binnenlandsch verbruik mag door een handelaar geschieden in eene mindere hoeveelheid dan van vijftig liters, en alleen tot inslag in de plaatsen, bij artikel 103 A.V. genoemd.

Artikel 38

  • 1. Na aangifte geeft de Inspecteur een vervoerbiljet af; wanneer degene, bij wien de inslag geschiedt, een ander is dan de houder van de bergplaats, wordt een vervoerbiljet in dubbel afgegeven, waarvan een exemplaar wordt ter hand gesteld aan den afleveraar en het andere dient tot bewijs van den inslag.

  • 2. Het vervoerbiljet vermeldt:

    • a.

      - l. dezelfde opgaven als bij artikel 30 zijn omschreven;

    • m.

      den tijd voor het vervoer toegestaan, welke tijd zoodanig kan worden gesplitst, dat het vervoer tot op zekere afstanden binnen den daarvoor afzonderlijk aangegeven tijd moet volbracht zijn;

    • n.

      of de afteekening van het vervoerbiljet door de ambtenaren al dan niet moet geschieden bij den uitslag en bij den inslag.

HOOFDSTUK 3 Entrepôt

Artikel 39

Alle buitenlandsch gedistilleerd kan in entrepôt worden opgeslagen, mits in geen geringere hoeveelheid dan van vijf hectoliter.

Artikel 40

Van het in entrepôt opgeslagen gedistilleerd wordt met elken entrepositaris eene rekening gehouden, waarop worden gebracht, in het debet:

  • a.

    het saldo der vorige rekening;

  • b.

    de hoeveelheden, bij invoer tot opslag in entrepôt aangegeven;

  • c.

    de hoeveelheden, op naam van den entrepositaris overgeboekt;

en in het crediet:

  • d.

    de hoeveelheden, uitgeslagen met betaling van den accijns;

  • e.

    de hoeveelheden, uitgeslagen tot inslag onder crediet;

  • f.

    de hoeveelheden, uitgeslagen tot uitvoer naar buitenslands;

  • g.

    de hoeveelheden, op naam van een ander overgeboekt;

  • h.

    de bij peiling bevonden ondermaten;

  • i.

    het op de nieuwe rekening over te brengen saldo.

Artikel 41

Geen overboeking of uitslag volgens letters c, d, f en g van het vorige artikel mag geschieden in eene mindere hoeveelheid dan van twee hectoliter, en volgens letter e van vijf hectoliter gedistilleerd, tenzij eene geringere hoeveelheid als restant in entrepôt mocht zijn overgebleven.

Artikel 42

Na aangifte overeenkomstig artikel 203 A.V. zullen in de gevallen bij artikel 40 genoemd, door de Inspecteur worden afgegeven, in dat sub:

  • b.

    een consent tot opslag in entrepôt;

  • c.

    een entrepôtbewijs;

  • d.

    een consent tot grondige verificatie;

  • e.

    een volgbrief;

  • f.

    een transitopaspoort.

In het geval onder ,,d” vermeld zal door de Ontvanger een accijnskwitantie worden afgegeven.

Artikel 43

Het consent tot opslag in entrepôt houdt in:

  • a.

    - k. dezelfde opgaven als bij artikel 30 onder die letters voorgeschreven;

  • m.

    en n. dezelfde opgaven als bij artikel 38 onder die letters voorgeschreven.

Het entrepôtbewijs houdt in:

  • a.

    - g. en i. dezelfde opgaven als bij artikel 30 onder die letters voorgeschreven.

De accijnsquitantie houdt in:

  • a.

    - l. dezelfde opgaven als bij artikel 30 onder die letters voorgeschreven.

  • m.

    en n. dezelfde opgaven als bij artikel 38 onder die letters voorgeschreven;

  • o.

    het bedrag van den betaalden accijns.

De volgbrief houdt in:

dezelfde opgaven als voor het consent tot opslag in entrepôt hierboven bepaald.

Het transitopaspoort houdt in:

  • a.

    - d., f. - i. en l. dezelfde opgaven als bij artikel 30 onder die letters voorgeschreven.

Artikel 44

  • 1. Geen volgbrief of transitopaspoort wordt aan den entrepositaris afgegeven dan nadat door hem ten genoege van de Ontvanger, zekerheid is gesteld voor het bedrag van den accijns van het voor uitslag aangegeven gedistilleerd.

  • 2. Crediteering der entrepôtrekening geschiedt niet dan nadat de volgbrief of het transitopaspoort voorzien van de afteekening door de ambtenaren der Inspectie is terugontvangen.

  • 3. Op de uitslagen, volgens artikel 40 letter f. is het bepaalde bij de artikelen 33 tot en met 36 eerste lid toepasselijk. Wanneer het transitopaspoort niet binnen den bepaalden tijd en behoorlijk afgeteekend ter Inspectie is terugontvangen, wordt de accijns terstond ingevorderd. Artikel 36 derde lid, is ten deze toepasselijk.

Artikel 45

Het bepaalde bij artikel 24 is ten opzichte van in entrepôt opgeslagen gedistilleerd van toepassing, behoudens dat telkenmale de vergunning van de Inspecteur noodig is.

HOOFDSTUK 4 Vervoer en Verificatie

Artikel 46

Behalve hetgeen bij de twee vorige Hoofdstukken is voorgeschreven zijn het vervoer van gedistilleerd en de verificatie bij den uitslag, gedurende het vervoer en bij den inslag de volgende bepalingen toepasselijk.

Artikel 47

Het is verboden om zonder dekking door het vereischte document:

  • a.

    gedistilleerd, onverschillig in welke hoeveelheid, uit eene bergplaats uit te slaan of aldaar in te slaan;

  • b.

    gedistilleerd in eene grootere hoeveelheid dan van 10 liter, ongeacht de sterkte, in de plaatsen in artikel 103 A.V. genoemd te vervoeren of aldaar uit of in eene grossierderij of eenig ander niet sub a. genoemd pand uit of in te slaan; behalve jenever, waarvoor de hoeveelheid wordt gesteld op 20 liter;

  • c.

    gedistilleerd in eene grootere hoeveelheid dan van drie liter, ongeacht de sterkte, op het onvrije terrein, bij artikel 131 A.V. bedoeld, te vervoeren of aldaar uit- of in te slaan.

Artikel 48

  • 1. Op het onvrije terrein mogen personen beneden den ouderdom van zestien jaren geen gedistilleerd vervoeren in eene grootere hoeveelheid dan van een halven liter, ongeacht de sterkte, zonder voorzien te zijn van een geleibiljet of ander geldig daartoe strekkend document.

  • 2. Het gedistilleerd, dat vervoerd wordt in strijd met dit verbod, kan met de flesschen of andere voorwerpen, waarin het zich bevindt, in beslag genomen en voor zoover het volumen minder dan vijf liter bedraagt, zonder rechtsvervolging vernietigd worden.

Artikel 49

Tot den uitslag, het vervoer en den inslag van gedistilleerd tot eene hoeveelheid, waartoe volgens artikel 47 b en c een document noodig is, wordt een geleibiljet vereischt.

Het geleibiljet moet aanwijzen:

  • a.

    de plaats en dagteekening der afgifte;

  • b.

    den naam, het beroep en de woonplaats des verzenders;

  • c.

    de ligging van de grossierderij, slijterij of ander gebouw, waaruit de uitslag zal geschieden;

  • d.

    den naam, het beroep en de woonplaats van dengene, voor wien het gedistilleerd bestemd is;

  • e.

    de soort, de hoeveelheid en de sterkte van het gedistilleerd van elke soort;

  • f.

    het getal, de merken of nummers der fusten, kelders of manden;

  • g.

    den naam des vervoerders en de aanwijzing van het middel van vervoer;

  • h.

    den te volgen weg;

  • i.

    het tijdstip van ingang;

  • j.

    den tijd voor het vervoer toegestaan, welke tijd zoodanig kan worden gesplitst, dat het vervoer tot op zekere afstanden binnen den daarvoor afzonderlijk aangegeven tijd moet volbracht zijn;

  • k.

    of de afteekening van het geleibiljet door de ambtenaren al dan niet moet geschieden bij den uitslag, bij het vertrek uit de bebouwde kom eener plaats, op de daartoe aan te wijzen posten onderweg en bij den inslag.

Artikel 50

  • 1. Het geleibiljet wordt ter Inspectie aangevraagd met overlegging van eene quitantie van betaalden accijns, een vervoerbiljet als bij artikel 38 bedoeld, een geleibiljet of een peilbewijs, waarop de Inspecteur het tot uitslag aangegeven gedistilleerd afschrijft.

  • 2. Geen geleibiljet wordt afgegeven:

    • a.

      wanneer hij, die het geleibiljet aanvraagt, overeenkomstig Hoofdstuk 5 aan peiling onderworpen is: op de quitantiën geleibiljetten of peilbewijzen, bedoeld bij artikel 60, tweede lid

    • b.

      wanneer hij, die het geleibiljet aanvraagt, niet aan peiling onderworpen is: op de quitantiën, vervoerbiljetten of geleibiljetten, vallende onder artikel 56, of die ouder zijn dan drie maanden na de afgifte, welke tijd echter, mits vóór zijn afloop, door de Inspecteur kan worden verlengd.

  • 3. De Inspecteur is bevoegd om in geval van overlijden of bij verhuizing van personen, die niet aan peiling onderworpen zijn, de afgifte van een geleibiljet bij ontstentenis van een behoorlijk bewijs van wettigen inslag toe te laten, mits van de herkomst van het gedistilleerd op voldoende wijze blijkt.

Artikel 51

  • 1. De ambtenaren zijn bevoegd om bij elken uit- of inslag van gedistilleerd de verificatie te verrichten.

  • 2. Een en ander moet steeds geschieden:

    • a.

      bij uitslag met bestemming tot uitvoer naar buitenslands;

    • b.

      bij opslag in- en uitslag uit entrepôt;

    • c.

      bij in- of uitslag, wanneer het op het document is voorgeschreven.

Artikel 52

  • 1. Indien bij uitslag en vervoer van gedistilleerd op flesschen of kruiken in kelders de ambtenaren verificatie noodig achten, wordt minstens een twintigste tot hoogstens een tiende der partij, door de ambtenaren te kiezen, aan de verificatie onderworpen met het gevolg, dat de hoeveelheid en sterkte der geheele partij naar de uitkomst dezer verificatie wordt berekend.

  • 2. Bij bevinding, dat de uitgekozen kelders een gelijk aantal flesschen of kruiken van dezelfde grootte bevatten, zal het voldoende zijn uit elk dier kelders twee of drie flesschen of kruiken aan de verificatie te onderwerpen, mits daarbij geen termen tot bekeuring worden gevonden.

Artikel 53

  • 1. De handelaar of andere belanghebbende is gehouden om, wanneer de verificatie bij den in- of uitslag moet geschieden, den ambtenaren de op te nemen partij of partijen gedistilleerd, afgescheiden van andere aan te wijzen.

  • 2. Bij gebreke daarvan wordt de afteekening van het document geweigerd.

Artikel 54

  • 1. De ambtenaren stellen na de verificatie op het document en op het dubbel eene verklaring nopens hunne bevinding.

  • 2. Zij vermelden daarin bij den uitslag, behalve de bevonden hoeveelheid en sterkte, ook het wan der fusten en de werkelijke inzinking des vochtwegers en den warmtegraad.

  • 3. Bij den inslag teekenen zij het document voor conform af, wanneer geen grooter verschil bestaat dan van een ten honderd op de herleide hoeveelheid tot de sterkte van vijftig percent.

Artikel 55

Er bestaat overtreding, wanneer bij uitslag op de aangegeven hoeveelheid een grooter verschil in over- of ondermaat dan van twee ten honderd voor gedistilleerd op fust en vier ten honderd voor gedistilleerd op flesschen of kruiken bevonden wordt, beide na herleiding tot de sterkte van vijftig percent.

Artikel 56

Documenten tot uitslag, vervoer en inslag van gedistilleerd zijn niet geldig, wanneer de daarin of in artikel 54 voorgeschreven afteekeningen bij uitslag, bij vertrek uit de bebouwde kom, op de posten onderweg of bij den inslag niet zijn geschied, of wanneer de tijd, welke voor eenigen bepaalden, afzonderlijken afstand is voorgeschreven, niet is in acht genomen.

Artikel 57

  • 1. De documenten, in het vorige artikel bedoeld, moeten, om geldig te zijn, steeds bij het uitgeslagen, vervoerd of ingeslagen wordende gedistilleerd aanwezig zijn en den ambtenaren op hunne eerste aanvraag worden vertoond.

  • 2. De vervoerder is gehouden om bij het aanbieden van een document ter afteekening, hetzij bij vertrek, onderweg of bij den inslag, den ambtenaren het gedistilleerd op hunne aanvraag ter verificatie te vertoonen. Wanneer een schipper gedistilleerd, bestemd tot uitvoer naar buitenslands heeft ingeladen en de vereischte verklaring deswege heeft onderteekend, is hij ten allen tijde tot aan den uitvoer tot dat vertoonen gehouden.

Artikel 58

  • 1. Wanneer bij de verificatie van gedistilleerd, dat vervoerd of ingeslagen wordt, een grooter verschil bestaat dan van een twintigste op de sterkte in het document vermeld, wordt de geheele partij als niet gedekt beschouwd.

  • 2. Wanneer bij zulk eene verificatie geen of geen geringer verschil in de sterkte, maar een verschil bestaat op de hoeveelheid in het document vermeld, beide na herleiding tot de sterkte van vijftig percent, wordt:

    • a.

      bij een grooter verschil dan van vijf ten honderd in over- of ondermaat, de geheele partij als niet gedekt beschouwd;

    • b.

      bij een verschil in overmaat van boven een tot en met vijf ten honderd, alleen de overmaat als niet gedekt, en bij een verschil in ondermaat met een consent tot uitvoer, een ondermaat van boven twee tot vijf ten honderd voor gedistilleerd op fust, en van boven vier tot vijf ten honderd voor gedistilleerd op flesschen en kruiken als overtreding beschouwd;

    • c.

      eene overmaat van één ten honderd of minder, of een ondermaat op consent tot uitvoer van twee ten honderd of minder voor gedistilleerd op fust en van vier ten honderd voor gedistilleerd op flesschen of kruiken en op eenig ander document van vijf ten honderd niet als overtreding beschouwd.

Artikel 59

  • 1. Belanghebbenden zijn bevoegd om bij alle verificatiën van gedistilleerd, die in hunne gebouwen, bij den uitslag, het vervoer of den inslag geschieden, terstond daarna op den voet van artikel 91 A.V. eene herverificatie te vragen.

  • 2. Wanneer voor de verificatie - of de herverificatie - het nemen van proeven moet geschieden, is de belanghebbende verplicht daartoe de flesschen te leveren, die de ambtenaren noodig achten.

  • 3. De proeven worden steeds in dubbel genomen en wordt daaraan met het zegel van de Inspectie een etiket bevestigd waarop de noodige aanwijzingen worden gesteld, tot medeonderteekening waarvan de belanghebbende wordt uitgenoodigd.

HOOFDSTUK 5 Peilingen

Artikel 60

  • 1. De ambtenaren zijn bevoegd met schriftelijken last van de Inspecteur om het gedistilleerd in de winkels of andere inrichtingen in artikel 110 A.V. bedoeld aan te peilen.

  • 2. Als documenten, die volgens artikel 111 A.V. den voorraad moeten dekken, zijn niet geldig:

    • a.

      quitantiën, geleibiljetten en peilbewijzen, vallende onder artikel 56 of die ouder zijn dan drie maanden na de afgifte, welke tijd, mits vóór den afloop, door de Inspecteur kan worden verlengd;

    • b.

      quitantiën of geleibiljetten, waarop de inslag moest zijn geschied, vroeger dan de laatste peiling.

  • 3. Bij elke peiling maken de ambtenaren een relaas of peilbewijs op, dat aan den belanghebbende wordt uitgereikt. De documenten tot het dekken van den voorraad vertoond, worden ingetrokken.

  • 4. Een overmaat van twee ten honderd op de hoeveelheid gedistilleerd, die door bewijzen gedekt is, wordt niet in aanmerking genomen.

  • 5. Van elk binnentreden eener woning tot het verrichten der peiling zal door de ambtenaren proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift aan den bewoner zal worden uitgereikt.

Artikel 61

De winkeliers en andere personen, in artikel 111 A.V. bedoeld, zijn gehouden om den ambtenaren op hunne aanvraag al het gedistilleerd in hunnen winkels of andere lokalen aan te wijzen.

HOOFDSTUK 6 Branderijen en Distilleerderijen

Artikel 62

  • 1. Omtrent branderijen en distilleerderijen worden de noodige bepalingen bij landsverordening vastgesteld, zoodra daaraan behoefte blijkt te bestaan.

  • 2. Onder branderij wordt verstaan een stokerij, waar gedistilleerd vervaardigd wordt uit gegiste grondstoffen.

  • 3. Onder distilleerderij wordt verstaan een stokerij, waarin alleen moutwijn of ander gedistilleerd door overhaling gezuiverd of tot drank gestookt wordt.

Artikel 63

  • 1. Het is verboden in de eilandgebieden een branderij of distilleerderij te hebben, alsmede enige inrichting, die als zodanig zou kunnen worden in werking gebracht, zonder een bij landsbesluit verleende vergunning.

  • 2. Zodanige vergunningen worden niet verleend zolang de verordening, in het vorige artikel bedoeld, niet in werking is getreden.

  • 3. In bijzondere gevallen kan bij landsbesluit een vergunning worden verleend, voordat de in het vorig artikel bedoelde verordening is tot stand gekomen. Aan een zodanige vergunning, die uiterlijk voor één jaar verleend kan worden, kunnen voorwaarden verbonden worden.

HOOFDSTUK 7 Toezicht- en strafbepalingen

Artikel 64

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst.Een zodanige aanwijzing wordt bekend gemaakt in De Curacaosche Courant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn uitsluitend voor zover dat voor vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

    • e.

      vaartuigen, stilstaande voertuigen en de lading daarvan te onderzoeken.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren.

  • 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede en het vierde lid wordt gevorderd.

HOOFDSTUK VIa Beroep

Artikel 64a

Tegen een beschikking genomen krachtens deze landsverordening, staat voor belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop deze is gegeven, beroep open bij de Rand van Beroep voor belastingzaken.

Artikel 65

Hij, die verzuimt om binnen den daarvoor bepaalde termijn een opschrift overeenkomstig artikel 23 te plaatsen, wordt gestraft met een boete van fl. 10,-- voor elke ingegane week in bedoelden termijn.

Artikel 66

Indien er een tekort bestaat op den volgens artikel 27 aangegeven voorraad gedistilleerd, opgenomen volgens artikel 28, wordt de aangever gestraft met een boete, gelijkstaande met het bedrag van den accijns der hoeveelheid, die boven de toegelaten speling te kort is bevonden.

Artikel 67

  • 1. Bij uitslag van gedistilleerd uit eene bergplaats of inslag aldaar, niet gedekt door een geldig document, wordt de handelaar, uit wiens bergplaats de uitslag geschiedt, of hij, die den inslag bewerkstelligt, gestraft met eene boete ten beloope van tweemaal het bedrag van den accijns van het ontwettig uit- of ingeslagen gedistilleerd, doch minstens fl. 100,-- en verbeurdverklaring van dat gedistilleerd.

  • 2. Indien de overtreding plaats heeft tusschen 6 ure namiddag en 6 ure voormiddags is het minimum der boete het dubbele.

Artikel 68

Bij uitslag of inslag van gedistilleerd tot eene hoeveelheid, waartoe volgens artikel 47 letters b en c een document noodig is, niet gedekt door een geldig document, wordt hij, uit wiens gebouw de uitslag geschiedt of hij, die den uitslag bewerkstelligt, gestraft met eene boete ten beloope van tweemaal het bedrag van den accijns van het onwettig uit- of ingeslagen gedistilleerd, doch minstens fl. 25,-- en verbeurdverklaring van dat gedistilleerd.

Artikel 69

Indien strafbare over- of ondermaat bij uitslag van gedistilleerd overeenkomstig artikel 55 bestaat, wordt hij, uit wiens gebouw de uitslag geschiedt, gestraft met eene boete van tweemaal het bedrag van den accijns, wegens het verschil boven de toegelaten speling.

Artikel 70

Bij vervoer van gedistilleerd, niet gedekt door het vereischte geldige document, wordt, onverminderd het bepaalde bij de artikelen 67 en 68, de vervoerder gestraft met eene boete ten beloope van tweemaal den accijns van het onwettig vervoerde uit- of ingeslagen gedistilleerd, doch minstens f 50,-- en wordt het gedistilleerd in beslag genomen en verbeurd verklaard.

Artikel 71

Bij vervoer of inslag van gedistilleerd, niet ten volle gedekt door het daarbij aanwezige document, of het bestaan van ondermaat bij vervoer op consent tot uitvoer in de gevallen, voorzien bij artikel 58 letter b, wordt de vervoerder of degene die den inslag bewerkstelligt, gestraft met eene boete ten beloope van tweemaal den accijns wegens overmaat of ondermaat.

Artikel 72

Indien het gedistilleerd niet aanwezig is in of op het daartoe opgegeven vaar- of voertuig, of het gedistilleerd niet vertoond wordt in het geval, bedoeld bij artikel 57 tweede lid, wordt de vervoerder gestraft met eene boete ten beloope van tweemaal het bedrag van den accijns van het in de betrekkelijke documenten vermelde gedistilleerd, doch minstens f 100,--.

Artikel 73

Bij overtreding van een der bepalingen van artikel 24, 45, 53, 59 tweede lid, of 61 wordt in het geval van artikel 24 de bezitter der bergplaats en in de overige gevallen degene, die bij de gemelde artikelen opgelegde verplichtingen niet heeft vervuld, gestraft met eene boete van f 25,-- tot f 200,--.

Artikel 74

[vervallen]

Artikel 75

Hij, die gedistilleerd vervoert, in zijn bezit of onder zijn beheer heeft en, nadat de ambtenaren van hun voornemen tot visitatie hebben doen blijken, dit uitstort, of de fusten, flesschen, kruiken of ander voorwerpen, waarin de vloeistof is bevat, opzettelijk derwijze opent of beschadigt dat het gedistilleerd geheel of gedeeltelijk wegvloeit en hierdoor de juiste opneming van hoeveelheid en sterkte wordt verhinderd, is wegens deze ontduiking of belemmering van visitatie, onverminderd de straffen uit anderen hoofde van toepassing, straf met eene boete van fl. 100,-- en bij herhaling met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar.

Artikel 76

  • 1. Op vervoer, in strijd met artikel 48 zijn de straffen, bij artikel 70 bepaald, van toepassing. Bedraagt de hoeveelheid, die in strijd met artikel 48 wordt vervoerd, niet meer dat een liter, dan behoeft tegen den vervoerden geene bekeuring ingesteld te worden, doch kan de vernietiging overeenkomstig het tweede lid van artikel 49 plaats hebben.

  • 2. Wanneer bij vervoer in strijd met artikel 48 blijkt, dat het gedistilleerd, is uitgeslagen uit eene grossierderij, slijterij of ander gebouw, bedoeld in artikel 47 letter b, wordt degene, uit wiens pand de uitslag is geschied, gestraft met eene boete ten beloope van tweemaal den accijns van het onwettig vervoerde gedistilleerd, doch minstens fl. 25,--.

Artikel 77

Overtreding van de wettelijke voorschriften, op grond van deze landsverordening uitgevaardigd, wordt gestraft met een geldboete van fl. 25,-- tot fl. 300,--.

Artikel 78

Bij overtreding van artikel 63 wordt de overtreder gestraft met eene boete van fl. 500,-- tot fl. 1000,-- en verbeurdverklaring van de werktuigen, grondstoffen en fabrikaten, welke in beslag zullen worden genomen en waarvan bij vonnis de vernietiging op kosten van den overtreder zal worden bevolen.

Artikel 79

[vervallen]

HOOFDSTUK 8 Slot- en Overgangsbepalingen

Artikel 80

Alle stukken krachtens deze verordening of andere wettelijke regelingen omtrent den accijns op gedistilleerd opgemaakt, behalve de akten van zekerheidsstelling zijn vrij van zegel.

Artikel 80a

De Minister van Financiën kan, voorzover in deze landsverordening niet anders is bepaald, bij beschikking nadere voorschriften geven ter uitvoering van de bepalingen van deze landsverordening.

Artikel 81

Bij de inwerkingtreding dezer verordening worden de rekeningen wegens accijns, volgens artikel 9 der verordening d.d. 28 juli 1881 (PB. no. 23) loopende, afgesloten en moet het verschuldigde binnen drie dagen na opgave aan de schuldenaren door deze worden voldaan, blijvende het overigens bij gemeld artikel 9 bepaalde hiervoor nog van kracht.

Artikel 82

Deze verordening kan worden aangehaald onder den naam: “Gedistilleerdverordening 1908”.

Artikel 83

De verordening treedt in werking op een door den Gouverneur te bepalen dag.Zij is toepasselijk op al het gedistilleerd, dat te rekenen van dien dag rechtstreeks tot verbruik wordt ingevoerd of in of uit Gouvernementsentrepôt of eene bergplaats wordt in- of uitgeslagen. Met dien datum vervalt de verordening dd. 28 juli 1881 (P.B. no. 23), zoals die is gewijzigd bij de verordeningen dd. 23 maart 1886 (P.B. no. 9), 1 juni 1894 (P.B. no. 22), 3 augustus 1896 (P.B. no.12) en 14 april 1897 (P.B. no. 5).