Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR5689
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR5689/1
Regeling vervallen per 01-01-2015
Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand Zaanstad 2008
Geldend van 12-09-2008 t/m 30-09-2009
Intitulé
Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Zaanstad 2008Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijving
1. |
In deze verordening wordt verstaan onder: |
||
a. |
wet |
De Wet werk en bijstand (WWB) |
|
b. |
college |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad |
|
c. |
sector |
De sector Werk en Inkomen van de gemeente Zaanstad |
|
d. |
gemeente |
De gemeente Zaanstad; |
|
e. |
cliënten |
Natuurlijke personen zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid van de wet, alsmede cliënten zoals bedoeld in artikel 2 IOAW en artikel 2 IOAZ; |
|
f. |
cliëntenraad |
Een uit cliënten en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties bestaand orgaan met taken en bevoegdheden zoals omschreven in deze verordening; |
|
g. |
activiteitenplan |
Voornemens van de cliëntenraad om cliënten bij zijn werkzaamheden te betrekken, dan wel over zijn werkzaamheden te informeren; |
|
h. |
IAOW |
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; |
|
i. |
IOAZ |
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen |
|
2. |
Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet. |
Artikel 2 Doelstelling
-
1. Er is binnen de gemeente Zaanstad een cliëntenraad als bedoeld in artikel 47 van de wet.
-
2. Het doel van de cliëntenraad is het bevorderen van de betrokkenheid van de cliënt bij de vorming, uitvoering en evaluatie van het sociale zekerheidsbeleid, voor zover opgedragen aan de gemeente, en daarmee het bewaken en vergroten van de kwaliteit van de dienstverlening.
-
3. De cliëntenraad maakt gebruik van diverse vormen van communicatie naar zijn achterban. Deze verschillende vormen van communicatie worden verder uitgewerkt in het activiteitenplan.
Hoofdstuk 2 Samenstelling en benoeming
Artikel 3 Samenstelling
-
1. De cliëntenraad bestaat uit 7 leden.
-
2. Ten minste 3 van de leden dienen cliënt te zijn.
-
3. De organisaties die de belangen van cliënten behartigen in de cliëntenraad dienen blijkens hun statuten te zijn gericht op behartiging van de belangen van cliënten.
-
4. De cliëntenraad streeft ernaar dat de samenstelling van zijn leden zoveel mogelijk een representatieve afspiegeling is van de groep van cliënten.
-
5. De leden als bedoeld in het eerste lid mogen geen lid zijn van de raad, geen ambtenaar bij de gemeente of werkzaam zijn als adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen;
-
6. Voor zover de gemeente werkzaamheden verricht m.b.t. cliëntenparticipatie in gevolge van samenwerking met omliggende gemeenten, kan de cliëntenraad worden uitgebreid met een cliënt uit die betreffende gemeente.
Artikel 4 Benoeming en ontslag
-
1. Het college benoemt en ontslaat leden van de cliëntenraad op voordracht van de cliëntenraad.
-
2. Het college kan de voordracht weigeren indien er ernstige bezwaren bestaan tegen het voorgedragen lid.
-
3. De zittingsduur van de leden is 3 jaar. Van cliënten kan de zittingsduur éénmalig verlengd worden met een periode van maximaal 3 jaar. Van organisaties kan de zittingsduur op uitnodiging van de sector, één of meerdere keren, met 3 jaar verlengd worden.
-
4. De cliëntenraad is verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe leden.
Hoofdstuk 3 Taken van de cliëntenraad
Artikel 5 Taken
De cliëntenraad heeft tot taak de gemeente gevraagd en ongevraagd te informeren en te adviseren alsmede ontwikkelingen te signaleren over alle zaken die binnen de gemeentelijke beleidsvrijheid vallen en die van belang zijn voor mensen met een inkomen rond het minimum.
Hoofdstuk 4 Bevoegdheden van de cliëntenraad
Artikel 6 Initiatiefrecht
-
1. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering (en de kwaliteit) van de dienstverlening door de sector raken in het overleg met de gemeente aan de orde te stellen.
-
2. De cliëntenraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen, in overleg met het hoofd van de sector, gebruik te maken van interne deskundigen.
Artikel 7 Informatierecht
-
1. De cliëntenraad wordt geïnformeerd over de resultaten van klanttevredenheidonderzoeken, enquêtes en klachtenrapportages.
-
2. De cliëntenraad krijgt spontaan en op verzoek alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken nodig heeft, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.
Artikel 8 Adviesrecht
-
1. De cliëntenraad heeft het recht advies uit te brengen over alle aangelegenheden die het beleid, de uitvoering (en de kwaliteit) van de dienstverlening van de sector betreffen.
-
2. Alle adviezen, informatieverzoeken en verbetervoorstellen die door de cliëntenraad schriftelijk zijn verstrekt, worden door de sector beoordeeld. De sector verzorgt een schriftelijke met redenen omklede reactie.
-
3. In het geval dat het college afwijkt van het advies van de cliëntenraad, wordt dit bij het voorstel vermeld. Tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de cliëntenraad is afgeweken.
Hoofdstuk 4 Werkwijze cliëntenraad
Paragraaf 1 Vergaderwijze
Artikel 9 Vergaderorde
-
1. De leden kiezen uit hun midden een bestuur, bestaande uit een voorzitter en een secretaris.
-
2. De cliëntenraad stelt een reglement van orde vast.
-
3. Aan de cliëntenraad gevraagde adviezen worden tijdig uitgebracht.
Artikel 10 Overleg
-
1. De cliëntenraad komt regelmatig bijeen voor overleg over de uitvoering van de wet door de gemeente.
-
2. Elke twee maanden vindt overleg plaats tussen de cliëntenraad en het hoofd van de sector.
-
3. Twee keer per jaar overlegt de cliëntenraad met de wethouder van de sector.
-
4. Voor overleg tussen de cliëntenraad en de gemeente, levert de gemeente ambtelijke ondersteuning. Deze ondersteuning maakt geen deel uit van de cliëntenraad.
Artikel 11 Periodiek overleg tussen gemeente en cliëntenraad
-
1. De agenda voor de vergadering wordt door de voorzitter en de secretaris van de cliëntenraad in gezamenlijk overleg opgesteld.
-
2. Elk lid, alsmede het hoofd van de sector, heeft het recht schriftelijk agendavoorstellen bij de voorzitter in te dienen.
Artikel 12 Uitsluiting van inspraak
-
1. Geen inspraak wordt verleend indien het gaat om het vaststellen van de begroting, gemeentelijke tarieven en belastingen.
-
2. Niet tot de bemoeienis van de cliëntenraad behoort het personeels- en organisatiebeleid van de sector of de gemeente.
-
3. De cliëntenraad is niet bevoegd te adviseren naar aanleiding van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.
Artikel 13 Faciliteiten
Het college stelt aan de cliëntenraad zodanige middelen ter beschikking dat de cliëntenraad redelijkerwijze in staat kan worden geacht om in het kader van de uitvoering van deze verordening de belangen te behartigen van de in de gemeente woonachtige cliënten.
Paragraaf 2 Activiteitenplan
Artikel 14 Activiteitenplan
De cliëntenraad stelt jaarlijks een activiteitenplan op, inclusief concept begroting, dat door het hoofd van de sector wordt vastgesteld.
Artikel 15 Evaluatie
De secretaris van de cliëntenraad stelt na afloop van een kalenderjaar een jaarverslag op. Hierin zijn tenminste de in het afgelopen jaar gevraagde en ongevraagde adviezen van de cliëntenraad opgenomen. Tevens stelt de secretaris, in samenwerking met een door het hoofd van de sector daarvoor aangewezen ambtenaar het financiële verslag op.
Hoofdstuk 5 Overige bepalingen
Artikel 16 Geheimhouding
De cliëntenraad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Behalve na voorafgaande schriftelijke toestemming van het college zal de cliëntenraad informatie met een vertrouwelijk karakter niet aan derden kenbaar maken.
Artikel 17 Startbepaling
-
1. De leden van de cliëntenraad worden voor de eerste keer zonder voordracht benoemd.
-
2. Indien op enig moment moet worden voorzien in een geheel nieuwe cliëntenraad is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Artikel 18 Slotbepaling
-
1. Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
-
2. In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Artikel 19 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening Cliëntenparticipatie WWB Zaanstad 2008.
Artikel 20 Inwerkingtreding
-
1. De Verordening Cliëntenparticipatie WWB Zaanstad 2005, vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2005, wordt gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van
voorzitter
raadsgriffier
toelichting op de verordening cliëntenparticipatie wwb 2008
Algemene toelichting
Artikel 47 van de Wet werk en bijstand geeft de gemeenteraad de opdracht om bij verordening regels te stellen over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:
periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;
deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Dit artikel is bij de behandeling van de Wet werk en bijstand in de Tweede Kamer naar aanleiding van een amendement van de kamerleden Bakker en Noorman-den Uyl toegevoegd. Doel van het amendement was de cliëntenparticipatie bij de gemeenten in lijn te brengen met de Wet SUWI (Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen), waarin wordt gesteld dat cliëntenparticipatie onmisbaar is in een uitvoeringsstructuur waarin de cliënt centraal staat.
Met de Verordening cliëntenparticipatie WWB wordt ruimschoots aan de verplichting van artikel 47 WWB voldaan. Er is naar gestreefd cliëntenparticipatie nog sterker dan voorheen in de uitvoering van de gemeentelijke sociale zekerheid te verankeren.
Cliëntenparticipatie is overigens geen nieuw fenomeen voor de gemeente Zaanstad. De gemeente acht de bevordering van cliëntenparticipatie al langer nastrevenswaardig. In Zaanstad kreeg cliëntenparticipatie al in 1985 vaste vorm met het oprichten van de Adviesgroep Werk en Inkomen / Adviesgroep Minimabeleid. Enerzijds liggen hier democratische overwegingen aan ten grondslag en anderzijds doelmatigheidsoverwegingen.
Vanuit een democratisch oogpunt acht de gemeente het van belang dat burgers kunnen participeren in hetgeen de overheid in wet- en regelgeving vastlegt. Vanuit een oogpunt van doelmatigheid is de informatie van burgers van belang, omdat zij vanuit hun eigen beleving aan politici en ambtenaren informatie kunnen geven over de (verwachte) gevolgen van het overheidsbeleid en over de wijze van uitvoering. Bovendien is de burger als geen ander op de hoogte van het feitelijk functioneren van gemeentelijke diensten en kan aldus een bijdrage leveren om de politieke sturing van de gemeentelijke organisatie te verbeteren. Ook de sector Werk en Inkomen wil als kwaliteitsbewuste organisatie weten hoe haar dienstverlening wordt gewaardeerd. Tot slot vormt de inhoudelijke deskundigheid van cliënten(organisaties) een waardevolle inbreng voor het gemeentelijk beleid.
Na inwerkingtreding van de WWB wierp zich de vraag op of de tijd was aangebroken om te komen tot nieuwe, meer inspirerende, vormen van cliëntenparticipatie.
Hierbij kan worden gedacht aan voorlichtingsbijeenkomsten, een ombudsfunctie, Internet-panels en andere interactieve vormen van communicatie. Centraal staat de gedachte dat de cliënt een eigen verantwoordelijkheid heeft en op grond van deze eigen verantwoordelijkheid een bijdrage levert aan de wijze waarop het beleid van de sector Werk en Inkomen wordt vormgegeven.
Deze vernieuwing komt ook tot uitdrukking in de naamswijziging. Voortaan zal worden gesproken
van de cliëntenraad in plaats van de adviesgroep Werk en Inkomen.
Overigens blijven de Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) voorlopig nog bestaan in hun huidige vorm. Door onder deze WWB verordening ook de IOAW-ers en IOAZ-ers te laten vallen is gelijk voldaan aan de bepalingen van artikel 42 IOAW en artikel 42 IOAZ over cliëntenparticipatie.
De wijzigingen ten opzichte van deze verordening zijn bij de desbetreffende artikelen aangegeven.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1 Begripsomschrijving
Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB of Awb (Algemene wet bestuursrecht) niet afzonderlijk te definiëren in deze verordening. Dit voorkomt dat in geval van wijziging van betreffende definities in de WWB of Awb ook de verordening moet worden gewijzigd.
De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het eerste lid omschreven.
Wijziging: vanaf 1 januari 2008 is de naam van de sector gewijzigd in: sector Werk en Inkomen.
Artikel 2 Doelstelling
Dit artikel bevat een globale omschrijving van het doel van cliëntenparticipatie, uitgaande van de gedachte dat cliëntenparticipatie onmisbaar is voor de totstandkoming en uitvoering van beleid waarin de cliënt centraal staat.
Artikel 3 Samenstelling
Omdat het gaat om cliëntenparticipatie is het de intentie dat de cliëntenraad voor een groot deel bestaat uit leden van de doelgroep zelf. Daarbij is het raadzaam te streven naar een representatieve afspiegeling van de groep cliënten.
Een deel van de cliëntenraad bestaat uit vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Hiervoor is gekozen, omdat zij vanuit hun professionaliteit een waardevolle inbreng kunnen leveren en mede de continuïteit van de cliëntenraad kunnen waarborgen.
Het vierde lid beoogt te voorkomen dat een ongewenste verstrengeling van belangen plaatsvindt.
Wijziging: Met in werking treden van deze verordening is de omvang van de cliëntenraad gewijzigd in maximaal 7 leden.
Artikel 4 Benoeming en ontslag
De bevoegdheid van het college tot benoeming en ontslag kan worden gemandateerd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10:5 van de Awb.
Indien een cliënt betaald werk vindt mag hij / zij de zittingperiode afronden.
Wijziging: Met in werking treden van deze verordening kan de zittingsduur van cliënten éénmalig worden verlengd met een periode van maximaal 3 jaar. Van organisaties kan de zittingsduur op uitnodiging van de sector, één of meerdere keren, verlengd worden
Artikel 5 Taken
Artikel 5 Taken
De cliëntenraad is een advies- en overlegorgaan van de gemeente Zaanstad. Artikel 5 geeft een globale omschrijving van de taken van de cliëntenraad.
Artikel 6 Initiatiefrecht
Naast een adviserende taak wat betreft de algemene werkzaamheden en dienstverlening van de sector Werk en Inkomen, heeft de cliëntenraad ook recht van initiatief op dit terrein. De cliëntenraad wordt in ieder geval om advies gevraagd bij het opstellen van beleidsplannen en verordeningen.
Artikel 7 Informatierecht
Dit artikel regelt het passieve informatierecht van de cliëntenraad. Het is vorm gegeven in een actieve informatieplicht van de gemeente. De gemeente dient uit eigen beweging te zorgen dat de cliëntenraad tijdig de nodige informatie ontvangt die voor zijn functioneren noodzakelijk of dienstbaar is. Naast dit passieve informatierecht bezit de cliëntenraad ook een actief informatierecht: Hij kan zelf om bepaalde inlichtingen en/of gegevens vragen.
Artikel 8 Adviesrecht
In de in artikel 5 geformuleerde taakstelling van de cliëntenraad ligt het adviesrecht van de cliëntenraad besloten. Dit recht op advies wordt in artikel 8 verder uitgewerkt. Wanneer de gemeente advies vraagt, moet dit advies van invloed kunnen zijn op de besluitvorming. Hiermede wordt het belang, dat de gemeente aan cliëntenparticipatie hecht, onderstreept. Dit geldt eveneens voor artikel 8, derde lid, waarin nogmaals tot uitdrukking komt dat het advies van de cliëntenraad niet vrijblijvend is.
Artikel 9 Vergaderorde
De cliëntenraad maakt afspraken met het hoofd van de sector Werk en Inkomen over wat in individuele gevallen wordt verstaan onder het tijdig uitbrengen van adviezen.
Wijziging: met in werking treden van deze verordening is het aanstellen van een penningmeester niet langer vereist.
Artikel 10 Periodiek overleg
In dit artikel worden drie vormen van overleg beschreven.
Het eerste lid heeft betrekking op het interne overleg van de cliëntenraad tussen de leden onderling. Het tweede lid regelt het overleg tussen cliëntenraad en de sector Werk en Inkomen en het derde lid regelt het overleg tussen de wethouder van de sector Werken Inkomen en de cliëntenraad.
Nadere afspraken over de frequentie van de vergaderingen van de cliëntenraad worden vastgelegd in het Reglement van Orde van de cliëntenraad. Hierin zal tevens een bepaling worden opgenomen over de openbaarheid van de vergaderingen van de cliëntenraad en hoe cliënten agendapunten voor het overleg bij de leden kunnen aandragen.
Artikel 11 Agenda periodiek overleg tussen gemeente en cliëntenraad
In het tweede lid van dit artikel wordt voldaan aan de wettelijke eis dat de verordening de wijze moet aangeven waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda kunnen aanmelden. Deze eis is vervat in artikel 47, onderdeel b, van de Wet werk en bijstand.
Artikel 12 Uitsluiting van inspraak
De behandeling van klachten, bezwaren en andere aangelegenheden die de individuele klant of de individuele medewerker van de sector Werk en Inkomen betreffen, behoort derhalve niet tot het werkterrein van de cliëntenraad omdat deze worden behandeld via andere procedures en overlegstructuren. Eveneens geldt deze uitsluiting voor financiële, personele en organisatorische aangelegenheden.
Artikel 13 Faciliteiten
Hiervoor is een begroting opgesteld. De cliëntenraad zal de kosten aantonen door het overleggen van betaalbewijzen.
Artikel 14 Activiteitenplan
Jaarlijks stelt de cliëntenraad een activiteitenplan op. Hierin wordt tot uitdrukking gebracht op welke wijze de cliëntenraad voornemens is te communiceren met zijn achterban, dan wel zijn achterban te betrekken bij zijn werkwijze. Tevens wordt in het activiteitenplan aangegeven op welke wijze cliënten van de sector Werk en Inkomen agendapunten voor het overleg kunnen aandragen. Er is voor gekozen om de cliëntenraad zelf een activiteitenplan te laten opstellen om daarmee uitdrukking te geven aan het beleidsprincipe van de eigen verantwoordelijkheid van cliënten. Het uiteindelijke doel is dat cliënten, meer dan tot nu toe het geval is, gaan participeren in diverse vormen van cliëntenparticipatie: uiteenlopend van spreekuren, formulieren-brigades, interactieve inspraakmogelijkheden via Internet tot andere vormen van communicatie en participatie.
Het activiteitenplan wordt gezien als het speerpunt van het vernieuwingsproces “Inspirerende Cliëntenparticipatie” en kan op langere termijn ook een functie vervullen met betrekking tot het aanbieden van werkzaamheden voor cliënten waarvoor niet direct een traject naar betaald werk tot de mogelijkheden behoort. Hierbij kan worden gedacht aan het ontwikkelen van vrijwilligersbanen en werkervaringsplaatsen.
Tot slot wordt erop gewezen dat de cliëntenraad schriftelijk, telefonisch en digitaal te bereiken moet zijn voor zijn leden, de cliënten van de sector Werk en Inkomen en de gemeente.
Artikel 15 Evaluatie
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Wijziging: met het in werking treden van deze verordening is voor wat betreft het financieel verslag bepaald dat de secretaris dit opstelt, in samenwerking met een door het hoofd van de sector daarvoor aangewezen ambtenaar.
Artikel 16 Geheimhouding
Omdat de mogelijkheid bestaat dat de cliëntenraad kennis neemt van vertrouwelijke informatie is het goed zich ervan rekenschap te geven dat hierop de geheimhoudingplicht van artikel 2: 5 van de Algemene wet bestuursrecht rust. Na vooraf verkregen schriftelijke toestemming van het college mag de cliëntenraad genoemde informatie aan derden verstrekken of publiek maken.
Artikel 17 Startbepaling
Artikel 17 is een aanvulling op artikel 4 (benoeming en ontslag). Hierin wordt enerzijds de eerste benoeming van de cliëntenraad geregeld. Anderzijds voorziet dit artikel in een procedure voor het geval de cliëntenraad in zijn geheel vervangen dient te worden.
Artikel 18 Slotbepaling
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Artikel 19 Citeerwijze
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 20 Inwerkingtreding
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl