Verordening selectieve toelating binnenstad Steenwijk

Geldend van 02-06-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening selectieve toelating binnenstad Steenwijk

De raad van de gemeente Steenwijkerland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 mei 2009, nummer 2009/59;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening selectieve toelating binnenstad Steenwijk

Artikel I

In deze verordening wordt verstaan onder:

het RVV- 1990

het reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990,

Stb. 459.

kern van de binnenstad, werkingssfeer

het bij besluit van het college van burgemeester en wethouders aangewezen gebied waarbinnen door fysieke afsluitingen het in- en

uitrijden wordt gereguleerd; dit gebied is bij verkeersbesluit aangewezen als voetgangersgebied, dit is de weggebruikers kenbaar gemaakt door plaatsing van borden, model G7 van de bijlage I van het RVV-1990.

fysieke afsluiting

verzinkbare paal te bedienen door middel van een pasje, transponder of enig ander middel ter ontsluiting.

venstertijden

De tijd waarop de kern van de binnenstad vrij toegankelijk is voor bevoorradingsverkeer ten behoeve van het laden en/of lossen van

goederen of personen, zoals vastgesteld bij verkeersbesluit.

Maandag tot en met vrijdag van 07:00 – 13:00 uur;

Zaterdag van 05:30 – 10:00 uur en van 17:00 – 19:00 uur;

Winkelzondagen van 0.7:00 – 13:00 uur.

permanente ontheffing

Ontheffing die 24 uur per dag geldig is.

permanente ontheffing met tijdsduurbeperking

Ontheffing die 24 uur per dag geldig is met uitzondering van maandag tot en met vrijdag en winkelzondagen van 13:00 – 18:00 uur,

op de dag met een vastgestelde koopavond van 13:00 – 21:00 uur

en op zaterdag van 10:00 – 17:00 uur.

tijdelijke ontheffing

Ontheffing die toegang geeft tot het afgesloten gebied voor de tijd die nodig is.

avond-nachtperiode

Maandag tot en met donderdag van 18.00 – 07.00 uur, vrijdag van

18.00 – 05.30 uur, koopavond van 21.00 – 07.00 uur en van

zaterdagavond 19.00 uur tot Maandagochtend 07.00 uur

ontheffing binnenstad

een besluit van burgemeester en wethouders op basis waarvan de kern van de binnenstad kan worden bereden met behulp van een pasje, een

transponder of enig ander middel ter ontsluiting op nader aan te geven tijdstippen;

bewoner :

degene die daadwerkelijk woonachtig is in de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen kern van de binnenstad, blijkens inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie

persoongegevens;

exploitant van een onderneming/instelling

degene die een onderneming/instelling heeft in de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen kern van de binnenstad, blijkens inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

motorvoertuig

het voertuig zoals bedoeld in artikel 1, onder z, van het RVV- 1990

houder van een motorvoertuig

degene die naar de omstandigheden als houder van een motorvoertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat er voor het

motorvoertuig een kenteken is afgegeven als bedoeld in artikel 36 Wegenverkeerswet 1994

1. degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van de aanvraag van de ontheffing was afgegeven:

2. degene die een leasecontract heeft met een bedrijf dan wel in dienst is van een bedrijf, waarbij het kenteken op naam staat van het bedrijf ten tijde van de aanvraag en die in het feitelijke bezit is van het motorvoertuig;

3. degene die een contract heeft voor een auto op afroep met een erkend autoverhuurbedrijf, waarbij het kenteken op naam staan van het autoverhuurbedrijf ten tijde van de aanvraag en die in het feitelijke bezit is van het motorvoertuig.

ontheffinghouder

de rechtspersoon aan wie een ontheffing voor de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen kern van de binnenstad, is verleend;

winkelzondag

de zon- en/of feestdagen waarop het college van burgemeester en wethouders besloten heeft af te wijken van het gestelde in artikel 2 van

de Winkeltijdenwet

Kern van de binnenstad

Artikel 2

Het college van burgemeester en wethouders kan, bij openbaar te maken besluit, de kern van de binnenstad aanwijzen en/of wijzigen, waarbinnen door fysieke afsluitingen het in- en uitrijden wordt gereguleerd.

De aanvraag

Artikel 3

  • 1. De aanvraag voor een ontheffing binnenstad moet worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders op een daartoe vastgesteld formulier dat is ingevuld door of namens of met toestemming van rechthebbende.

  • 2. De ontvangst van de aanvraag wordt binnen twee weken schriftelijk door of namens het college van burgemeester en wethouders bevestigd.

Beslissingstermijn

Artikel 4

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders beslist op de in artikel 3 genoemde aanvraag binnen acht weken na ontvangst.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan besluiten de in het eerste lid genoemde termijn op te schorten met maximaal acht weken.

Geldigheidsduur van de permanente ontheffing

Artikel 5

  • 1. De ontheffing binnenstad wordt verleend voor de duur van één jaar of korter indien dit als zodanig is aangegeven.

  • 2. Voor de verlenging van de ontheffing binnenstad dient de aanvrager tenminste 12 weken voor het verstrijken van de onder het eerste lid genoemde termijn schriftelijk een aanvraag in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 3. De schriftelijke aanvraag van een verlenging zoals bedoeld in het tweede lid wordt door het college van burgemeester en wethouders voorbereid en tijdig ter ondertekening toegezonden aan de aanvrager.

  • 4. Een ontheffing op kenteken kan op een nieuw kenteken worden geplaatst met behoud van geldigheidsduur.

Voorwaarden aan de ontheffing binnenstad

Artikel 6

Het college van burgemeester en wethouders kan voorwaarden verbinden aan de ontheffing.

Intrekking van de ontheffing binnenstad

Artikel 7

De ontheffing binnenstad kan worden ingetrokken:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien de aan de ontheffing verbonden voorwaarden of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • c.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend;

  • d.

    indien de ontheffinghouder daartoe een verzoek indient;

  • e.

    indien er sprake is van misbruik maken van de ontheffing;

  • f.

    indien het gedrag van de ontheffinghouder, in relatie tot het gebruik van het motorvoertuig, daartoe aanleiding geeft.

  • g.

    indien de ontheffinghouder conform artikel 8 niet langer beschikt over een parkeerplaats in de kern van de binnenstad.

  • h.

    indien de ontheffinghouder komt te overlijden.

Permanente ontheffing voor bewoners en (exploitanten van) ondernemingen/instellingen met eigen parkeergelegenheid in de kern van de binnenstad

Artikel 8

  • 1.

    Aan een hoofdbewoner die woonachtig is in de kern van de binnenstad en die aantoonbaar beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen.

  • 2.

    Aan een (exploitant van een) onderneming/instelling die gevestigd is in de kern van de binnenstad en die aantoonbaar beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen.

  • 3.

    Voor de aanvraag van een ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

    • a.

      Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

    • b.

      Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.

    • c.

      Een ondertekend en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier.

    Tevens dient te worden bijgevoegd:

    • d.

      Een bewijs van eigendomsrecht, huurovereenkomst, gebruiksrecht of beschikbaarstelling van het aantal eigen parkeergelegenheden waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd.

    • e.

      Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.

  • 4.

    Het maximale aantal te verlenen ontheffingen per aanvrager is gelijk aan tweemaal het aantal aantoonbaar beschikbare eigen parkeergelegenheden waarover de aanvrager beschikt.

  • 5.

    Er dient uitsluitend op de eigen parkeergelegenheden geparkeerd te worden.

  • 6.

    De ontheffing voor de in lid 1 en lid 2 vermelde aanvragers wordt op naam, adres en kenteken(s) gesteld.

Permanente ontheffing met tijdsduurbeperking voor bewoners en (exploitanten van) ondernemingen/instellingen zonder eigen parkeergelegenheid in de kern van de binnenstad

Artikel 9

  • 1. Aan een hoofdbewoner die woonachtig is in de kern van de binnenstad en die niet beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing met tijdsduurbeperking voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen. Per avond-nachtperiode kan maximaal twee maal van de ontheffing gebruik worden gemaakt.

  • 2. Aan een (exploitant van een) onderneming/instelling, die gevestigd is in de kern van de binnenstad en die niet beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing met tijdsduurbeperking voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen. Per avond-nachtperiode kan maximaal twee maal van de ontheffing gebruik worden gemaakt.

  • 3. Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

    • a.

      Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

    • b.

      Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.

    • c.

      Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.

  • 4. Per woon-/vestigingsadres kan een ontheffing worden verleend.

  • 5. De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

  • 6. De ontheffing voor de in lid 1 en 2 vermelde aanvragers wordt op naam en adres gesteld.

Permanente ontheffing voor bewoners en (exploitanten van) ondernemingen/instellingen zonder eigen parkeergelegenheid in de kern van de binnenstad

Artikel 10

  • 1

    Aan een hoofdbewoner die woonachtig is in de kern van de binnenstad en die niet beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen.

  • 2

    Aan een (exploitant van een) onderneming/instelling, die gevestigd is in de kern van de binnenstad en die niet beschikt over een eigen parkeergelegenheid kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen.

  • 3

    De ontheffing wordt alleen verleend indien kan worden aangetoond dat op basis van een wettelijke eis het onderhavig vervoer niet tijdens de venstertijden of op een andere wijze dan met een motorvoertuig kan geschieden.

  • 4

    Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

    • a.

      Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

    • b.

      Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.

    • c.

      Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.

      Tevens dient te worden bijgevoegd:

    • d.

      Een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat er sprake is van een wettelijke eis zoals aangegeven in lid 3.

  • 5.

    De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig

  • 6

    De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

  • 7

    Een ontheffing geldt slechts voor het noodzakelijk laden en lossen bij de eigen woning/winkel/ het eigen bedrijf/de eigen instelling.

Permanente ontheffing voor bevoorrading van de kern van de binnenstad

Artikel 11

  • 1.

    Aan de leveranciers van bewoners/ondernemers/instellingen die woonachtig of gevestigd zijn in de kern van de binnenstad kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen.

  • 2.

    De ontheffing wordt alleen verleend indien kan worden aangetoond dat op basis van een wettelijke eis het onderhavig vervoer niet tijdens de venstertijden of op een andere wijze dan met een motorvoertuig kan geschieden.

  • 3.

    De ontheffing wordt indien mogelijk op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig.

  • 4.

    Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

    • a.

      Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

    • b.

      Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.

    • c.

      Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.

      Tevens dient te worden bijgevoegd:

    • d.

      Een schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat er sprake is van een wettelijke eis zoals aangegeven in lid 2.

  • 5.

    De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied.

  • 6.

    Per geval kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen.

Tijdelijke ontheffing binnenstad voor bouw-, installatie- en reparatieverkeer

Artikel 12

  • 1.

    Voor het laden en lossen buiten de venstertijden ten behoeve van bouw- installatie- of reparatiewerkzaamheden kan het college van burgemeester en wethouders een tijdelijk ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen.

  • 2.

    De aanvrager dient aan te tonen dat:

    • a.

      de bouw- installatie- of reparatiewerkzaamheden in de kern van de binnenstad absoluut niet kunnen plaatsvinden tijdens de venstertijden;

    • b.

      de goederen, gereedschappen of materialen niet op een andere wijze kunnen worden afgeleverd of afgehaald.

  • 3.

    De tijdelijke ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van het voertuig.

  • 4.

    Voor de aanvraag van deze ontheffing moet de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden overleggen:

    • a.

      Een kopie van een geldig legitimatiebewijs.

    • b.

      Een inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel of een goedgekeurde accountantsverklaring indien het een onderneming/instelling betreft.

    • c.

      Een kopie van een geldig kenteken en rijbewijs op naam van de aanvrager. In het geval dat het kentekenbewijs niet op naam van de aanvrager staat tevens een verklaring van de houder van het voertuig dat de aanvrager het voertuig mag besturen.

Tevens dient te worden bijgevoegd:

  • d.

    Een schriftelijke verklaring van het in lid 2 genoemde.

  • 5.

    De ontheffing geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied, tenzij dit parkeren geschiedt omdat de nabijheid van het voertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden of dat in redelijkheid niet kan worden verlangd, dat de in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen.

Ontheffing binnenstad voor taxiverkeer en georganiseerd gehandicaptenvervoer

Artikel 13

  • 1. Aan taxibedrijven die in het bezit zijn van een vergunning op grond van de Wet personenvervoer voor het verrichten van taxivervoer overeenkomstig de gestelde regels, kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen. Dit geldt uitsluitend voor het vervoeren en het laten in- en uitstappen van gehandicapte passagiers naar en vanuit de kern van de binnenstad.

  • 2. Aan instellingen/bedrijven voor georganiseerd gehandicaptenvervoer kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing voor het berijden van de kern van de binnenstad verlenen. Dit geldt uitsluitend voor het vervoeren en het laten in- en uitstappen van gehandicapte passagiers naar en vanuit de kern van de binnenstad.

  • 3. Personen vallen onder gehandicapte passagiers, indien men op medische gronden in aanmerking kan komen voor een gehandicaptenparkeerkaart op basis van artikel 1 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart.

  • 4. De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld, alsmede op het kenteken van de taxi.

  • 5. De ontheffing binnenstad geldt uitdrukkelijk niet voor het parkeren in het gebied, met uitzondering van de als zodanig aangeduide/aangewezen taxistandplaatsen.

  • 6. Per taxibedrijf kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen.

Ontheffingen voor huisartsen en overige zorgverlenende personen en instanties

Artikel 14

  • 1. Aan huisartsen en overige zorgverlenende personen en instanties, die houder zijn van een motorvoertuig als bedoeld in deze verordening, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen voor het berijden van de kern van de binnenstad, inzake een spoedgeval of anderszins noodzakelijke verzorging van personen, voor zover dit nodig is voor de uitoefening van hun beroep buiten de bevoorradingstijden.

  • 2. De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager/instantie gesteld, alsmede zoveel als mogelijk op het kenteken van het voertuig.

  • 3. Per praktijk of instantie kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen.

Permanente ontheffing voor gehandicapten die in de kern van de binnenstad wonen

Artikel 15

  • 1.

    Aan een gehandicapte persoon die woonachtig is in de kern van de binnenstad kan een permanente ontheffing worden verleend.

  • 2.

    Een persoon wordt als gehandicapt beschouwd, indien hij/zij op medische gronden in aanmerking zou komen voor een gehandicaptenparkeerkaart op basis van artikel 1 van de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart.

  • 3.

    De ontheffing wordt op naam en adres van de aanvrager gesteld.

Ontheffingen binnenstad voor gemeentelijke, intergemeentelijke of provinciale diensen en Nutsbedrijven

Artikel 16

  • 1. Aan gemeentelijke en andere relevante overheidsdiensten en nutsbedrijven die houder zijn van een motorvoertuig, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen voor het berijden van de kern van de binnenstad. Dit ten behoeve van het verrichten van werkzaamheden buiten venstertijden voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist.

  • 2. Per dienst of bedrijf kan het college van burgemeester en wethouders overgaan tot vaststelling van een maximum aantal ontheffingen binnenstad.

Permanente ontheffing voor hulpdiensten

Artikel 17

  • 1.

    Aan ziekenauto’s en motorvoertuigen ten dienste van politie en brandweer kan het college van burgemeester en wethouders een permanente ontheffing met onbeperkte geldigheidsduur verlenen voor het berijden van de kern van de binnenstad.

Hardheidsclausule

Artikel 18

  • 1.

    1.Afwijkingsbevoegdheid:

    Het college van burgemeester en wethouders kan van de bepalingen van deze verordening afwijken, voor zover toepassing leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, dan wel ter voorkoming van onbedoelde effecten.

  • 2.

    Onvoorziene gevallen regeling:

    In bijzondere omstandigheden, waarin deze verordening niet voorziet, kan het college van burgemeester en wethouders een ontheffing verlenen.

  • 3.

    Opheffen fysieke afsluiting:

    Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd maar niet gehouden de fysieke afsluiting gesloten te houden of te laten houden, voor bestuurders van voertuigen die niet over een ontheffing beschikken.

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 19

Overige ontheffingen op basis van artikel 87,van het RVV-1990, die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn afgegeven, blijven geldig tot het verstrijken van de termijn waarvoor ze zijn afgegeven, doch uiterlijk tot 20 weken na de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Citeerartikel

Artikel 20

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening selectieve toelating binnenstad Steenwijk”.

Inwerkingtreding

Artikel 21

Deze verordening treedt in werking verordening op de eerste dag na publicatie in het Gemeenteblad .

Ondertekening

De raad voornoemd,
de griffier, R.G.H.P. Moonen
de voorzitter, drs. H.H. Apotheker