Regeling vervallen per 15-06-2023

Verordening speelautomaten

Geldend van 22-02-2012 t/m 14-06-2023

Intitulé

Verordening speelautomaten

2004, nr. IV-3.

De raad van de gemeente Winterswijk;

gelezen het voorstel van van 3 februari 2004, nr. 23866;

gelet op titel Va van de Wet op de kansspelen, het Speelautomatenbesluit , alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

de Verordening Speelautomatenhallen, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 maart 2002, nr. IIIb-4, in te trekken en vervolgens vast te stellen de volgende:

VERORDENING SPEELAUTOMATEN

PARAGRAAF 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet

    de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    speelautomaat

    een automaat als bedoeld in artikel 30 onder a van de Wet;

  • c.

    kansspelautomaat

    een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 onder c van de Wet;

  • d.

    behendigheidsautomaat

    een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 onder b van de Wet

  • e.

    hoogdrempelige inrichting

    een inrichting als bedoeld in artikel 30 onder d van de Wet;

  • f.

    laagdrempelige inrichting

    een inrichting als bedoeld in artikel 30 onder e van de Wet;

  • g.

    speelautomatenhal

    een inrichting als bedoeld in artikel 30 c lid 1 sub c van de Wet;

  • h.

    ondernemer

    de natuurlijke of rechtspersoon die een speelautomatenhal of een hoog- of laagdrempelige inrichting exploiteert;

  • i.

    beheerder

    degene die met het dagelijkse toezicht en de onmiddellijke leiding in een speelautomatenhal is belast.

  • j.

    recreatie-inrichting

    een horeca-inrichting behorende tot een kampeerterrein of verblijfsrecreatieterrein als bedoeld in het bestemmingsplan verblijfsrecreatieterreinen Winterswijk, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 1998, nr. I-5

PARAGRAAF 2 SPEELAUTOMATEN IN HORECA-INRICHTINGEN

Artikel 2

  • 1. In hoog- en laagdrempelige inrichtingen zijn maximaal 2 speelautomaten toegestaan met dien verstande dat voor de aanwezigheid van kansspelautomaten in laagdrempelige inrichtingen geen vergunning kan worden verleend.

  • 2. In afwijking van het in het eerste lid genoemde maximum zijn in recreatieinrichtingen in de periode van 1 april tot 1 oktober maximaal 5 speelautomaten toegestaan met dien verstande dat het verbod op de aanwezigheid van kansspelautomaten in laagdrempelige inrichtingen onverminderd van toepassing is

PARAGRAAF 3 SPEELAUTOMATENHALLEN

Artikel 3

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De burgemeester kan voor maximaal één speelautomatenhal vergunning verlenen.

  • 3. In de speelautomatenhal mogen maximaal 50 speelautomaten worden opgesteld

  • 4. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het bepaalde onder 1 van dit artikel.

Artikel 4

De ondernemer dient de vergunning schriftelijk aan te vragen onder overlegging van de volgende bescheiden:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de oppervlakte;

  • alsmede een plattegrond waarop de opstelling van en het aantal kansspel- en/of behendigheidsautomaten is aangegeven;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

  • c.

    een verklaring waaruit blijkt dat de ondernemer gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • d.

    een verklaring omtrent het gedrag van de ondernemer en beheerders dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de statuten vertegenwoordigt(-en) alsmede de beheerders werkzaam binnen deze rechtspersoon;

  • e.

    bewijsstukken als bedoeld in artikel 5 van het Speelautomatenbesluit 1999 waaruit blijkt dat de bedrijfsleider(s) en beheerder(s) beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico's van gokverslaving.

Artikel 5

  • 1. De vergunning kan uitsluitend op naam van de ondernemer worden gesteld en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning worden de naam(namen) van de beheerder(beheerders) vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden die in ieder geval betrekking hebben op:

    • a.

      het aantal speelautomaten dat in de speelautomatenhal mag worden opgesteld;

    • b.

      de exploitatie van de speelautomatenhal;

    • c.

      het toezicht in de speelautomatenhal.

Artikel 6

Naast de in artikel 30e van de Wet genoemde weigeringsgronden wordt de vergunning geweigerd, indien:

  • a.

    het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

  • b.

    de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

  • c.

    de beheerder(s) de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

  • d.

    de aanwezigheid van de speelautomatenhal de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving en/of de openbare orde en/of het karakter van de winkelstraat of winkelbuurt naar het oordeel van de burgemeester op ontoelaatbare wijze nadelig beïnvloedt of zal beïnvloeden;

  • e.

    de vestiging of exploitatie van de speelautomatenhal in strijd is met het bestemmingsplan, een stadsvernieuwingsplan en/of de leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing.

Artikel 7

Naast de in artikel 30f van de Wet genoemde intrekkingsgronden kan de vergunning worden ingetrokken, indien:

  • a.

    gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • b.

    de aanwezigheid van de speelautomatenhal de woon- een leefsituatie in de naaste omgeving en/of openbare orde naar het oordeel van de burgemeester op ontoelaatbare wijze nadelig beïnvloedt.

Artikel 8

  • 1. Indien de in een vergunning vermelde beheerder deze hoedanigheid heeft verloren, dient de ondernemer onder overlegging van de in artikel 4 onder d. en e. genoemde bescheiden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 13 weken een nieuwe vergunning aan te vragen.

  • 2. De vergunning vervalt, indien:

    • a.

      de ondernemer de exploitatie van de speelautomatenhal heeft beëindigd;

    • b.

      de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen

    • c.

      danwel exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden;

    • d.

      de ondernemer niet binnen de in het eerste lid gestelde termijn een nieuwe vergunning heeft aangevraagd;

    • e.

      de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden is onderbroken.

Artikel 9

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen 13 weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient onmiddellijk na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag als bedoeld in het eerste of tweede lid niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan met inachtneming van de voorschriften en beperkingen die aan de vervallen vergunning zijn verbonden.

Artikel 10

Overgangsbepaling

Een krachtens de Verordening Speelautomatenhallen verleende vergunning voor de vestiging of exploitatie van een speelautomatenhal blijft van kracht tot 1 januari 2005.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in
zijn openbare vergadering gehouden op 15 april 2004,
de griffier, de voorzitter,