Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR56712
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR56712/1
Verordening voorzieningen raads- en commissieleden 2007
Geldend van 22-04-2009 t/m heden
Intitulé
Verordening voorzieningen raads - en commissieledenHoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
- b.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
- c.
Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Stcrt. 212
- d.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
- e.
raadslid: lid van de gemeenteraad van Enkhuizen, niet zijnde wethouder;
- f.
kind: een kind, tot wie het raadslid als ouder in familierechtelijke betrekking staat, onderscheidenlijk met wie het raadslid blijkens verklaringen uit het bevolkingsregister op hetzelfde adres woont, en voor wie hij duurzaam de verzorging en opvoeding op zich heeft genomen
- g.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse zes vastgestelde maximum.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
-
1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse zes, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
-
2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse zes, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raadsen commissieleden.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
-
1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
-
2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reiskosten
-
1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
-
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
- a.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internet
-
1. Op aanvraag wordt ten laste van de gemeente aan een lid van de raad voor de uitoefening van het lidmaatschap van de raad een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
-
2. De kosten van het internetabonnement ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het lidmaatschap van de raad komen voor 75% voor rekening van de gemeente.
-
3. Het college van burgemeester en wethouders verstrekt op aanvraag een tegemoetkoming voor de belastingheffing als gevolg van de toepassing van dit artikel.
-
4. Het lid van de raad ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
5. Het presidium stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 Kinderopvang
Wanneer een raadslid in verband met het bijwonen van:
- a.
een raadsvergadering;
- b.
een raadsbijeenkomst;
- c.
een vergadering van een raadscommissie;
- d.
een vergadering van een commissie, bestuur e.d, waarin hij uit hoofde van zijn raadslidmaatschap zitting heeft;
ten behoeve van een kind tot en met de leeftijd van 12 jaar kinderopvang moet regelen, ontvangt hij hiervoor naar redelijkheid een vergoeding.
Artikel 10 Spaarloonregeling
-
1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
-
2. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 10a Fietsregeling
-
1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
-
2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
-
1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
-
2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
-
1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
-
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a Ziektekostenvoorziening
-
1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per jaar.
-
2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
-
3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.
-
4. Indien de nominale eindejaarsuitkering van het personeel werkzaam bij de sector Rijk wijziging ondergaat, wordt het in het eerste lid genoemde bedrag naar evenredigheid gewijzigd;
Artikel 13b Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
-
1. De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.
-
2. De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 14 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
-
1. 1.De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse [eigen gemeenteklasse invullen] vastgestelde maximum.
-
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
-
3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
- a.
-
4. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 300% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 15 Reis- en verblijfkosten
-
1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
- a.
De vergoeding betreft:
- b.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- c.
c.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;;
- a.
-
2. onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 16 Buitenlandse excursie of reis
-
1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
-
2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.
-
3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 17 Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeen te worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.
Artikel 18 Computer en internet
-
1. Op aanvraag wordt ten laste van de gemeente aan een lid van een raadscommissie voor de uitoefening van het lidmaatschap van een raadscommissie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
-
2. De kosten van het internetabonnement ten behoeve van het gebruik van een computer die benodigd is voor de uitoefening van het lidmaatschap van een raadscommissie komen voor 75% voor rekening van de gemeente.
-
3. Het college van burgemeester en wethouders verstrekt op aanvraag een tegemoetkoming voor de belastingheffing als gevolg van de toepassing van dit artikel.
-
4. Het raadscommissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
5. Het presidium stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 19 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
Artikel 20 Declaratie van vooruit betaalde kosten
-
1. Voor de vergoeding van de kosten, behoudens anders bepaald in deze verordening, wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het presidium is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
-
2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken danwel een door de griffier gewaarmerkte kopie van het originele bewijsstuk.
Artikel 21 Declaratie en uitbetaling internetaansluiting
-
1. Voor de toepassing van de artikelen 8 en 18 wordt eens per jaar door het raadslid c.q. raadscommissielid een verklaring inzake de vorm van internetaansluiting en de daaraan verbonden kosten ondertekend waarvan het model door het presidium is vastgesteld. Bij de verklaring wordt een origineel bewijsstuk gevoegd danwel een door de griffier gewaarmerkte kopie van het originele bewijsstuk.
-
2. De verklaring, alsmede het originele bewijsstuk danwel een door de griffier gewaarmerkte kopie van het originele bewijsstuk, wordt ingediend bij de griffier, of een door hem aangewezen ambtenaar. De uitbetaling vindt maandelijks plaats.
-
3. Voor de toepassing van de artikelen 8 en 18, voor zover het de eenmalige aansluitkosten betreft, wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het presidium is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 2 maanden ingediend bij de griffier, of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken danwel een door de griffier gewaarmerkte kopie van het originele bewijsstuk.
Hoofdstuk V Bezwaar
Artikel 23
-
1. Wanneer een raadslid het met enig besluit ter uitvoering van deze verordening niet eens is, kan hij zich met een bezwaar wenden tot het presidium.
-
2. Het presidium neemt binnen een periode van vier weken nadat het bezwaar is ingediend tegen de beslissing van de griffier een besluit.
Artikel 24
Het presidium beslist in die gevallen, waarin dit besluit niet of niet naar redelijkheid voorziet.
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 20 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening voorzieningen raads- en commissieleden 2007.
Artikel 21 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt direct in werking en werkt terug tot 1 januari 2007 met dien verstande dat artikel 13 a terugwerkt tot 1 januari 2006.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl