Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatie

Geldend van 09-02-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatie

Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen

 

De raad van de gemeente Eersel;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2009;

 

inzake Verordening Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, gelet op artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidisciminatievoorzieningen;

 

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

Verordening inrichting antidiscriminatievoorziening gemeente Eersel 2009

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Wet: de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen  

  • 2. Besluit: het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen  

  • 3. De antidiscriminatievoorziening: antidiscriminatievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen.  

  • 4. Klacht: klacht bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van de wet;  

  • 5. Klachtbehandelaar: klachtbehandelaar als bedoeld in artikel 1 van het besluit;  

  • 6. Klager: Klager als bedoeld in artikel 1 van het besluit;  

  • 7. Ingezetene: ingezetene als bedoeld in artikel 2 van de Gemeentewet.  

Artikel 2 Zorgplicht college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders biedt de ingezetenen toegang tot eenantidiscriminatievoorziening.

 

Artikel 3 Inrichting antidiscriminatievoorziening

Bij de inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid vanklachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de voorziening gewaarborgd.

  • a.

    De antidiscriminatievoorziening draagt er zorg voor dat de klachtbehandelaars voldoenaan de voor klachtenbehandeling vereiste deskundigheid en biedt de klachtbehandelaarsde mogelijkheid hun deskundigheid te onderhouden en verder te ontwikkelen.

  • b.

    De klager heeft in ieder geval de mogelijkheid om een klacht te melden:Ø Per postØ Per e-mailØ TelefonischØ Op een door de gemeente beschikbaar gestelde locatie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening.

Artikel 4 Protocol klachtenbehandeling

Het protocol voor de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 6 van de wet regelt in iedergeval:

  • a.

    De afdoeningstermijn van klachten;

  • b.

    De wijze van afdoening van klachten;

  • c.

    De registratie van klachten.

Artikel 5 Laagdrempeligheid antidiscriminatievoorziening

  • 1. Ingezetenen worden in de gelegenheid gesteld een klacht in hun directe leefomgeving te melden.  

  • 2. Het college draagt zorg voor de deskundigheid van de medewerkers die deze meldingen op adequate manier opneemt en doorverwijst.  

  • 3. Klager wordt door de medewerkers doorgeleid naar de antidiscriminatievoorziening.  

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

 

 

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening Inrichting AntidiscriminatievoorzieningGemeente Eersel.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergaderingvan de raad van de gemeente Eerselop 9 februari 2010DE RAAD VOORNOEMDde griffier,                                               de voorzitter,
 
 
 
 
H.J. Broekman                                      J.A.M. Thijs-Rademakers
 

1 Algemeen

Artikel 1 van de wet legt het college van burgemeester en wethouders op om toegang te bieden tot

een antidiscriminatievoorziening. Zie ook de toelichting bij artikel 2 van deze verordening.

Artikel 2, tweede lid, van de wet wordt opgedragen dat de gemeenteraad stelt “met inachtneming

van het bepaalde bij of krachtens deze wet bij verordening regels vast omtrent de inrichting van de

antidiscriminatievoorziening , bedoeld in artikel 1, en de uitvoering van de taak, bedoeld in het

eerste lid, onder a.” De wet is als bijlage toegevoegd aan deze verordening.

 

De wet is nader ingevuld in een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld op 16 september

2009, het Besluit gemeentelijke antidiscriminatievoorziening. Het besluit is als bijlage toegevoegd

aan deze verordening.

Nu veel van de nadere invulling die de wet behoeft is geregeld in het besluit, kan deze verordening

beknopt blijven. De Handreiking Iedereen=Gelijk: lokale aanpak discriminatie zal als ondersteuning dienen bij de uitvoering van de Algemene Maatregel van bestuur en deze verordening.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

Deze bepaling behoeft geen toelichting.

 

Artikel 2

Deze bepaling behoeft geen toelichting

 

Artikel 3

Met deze bepaling wordt nader invulling gegeven aan artikel 3 van het besluit, dat luidt: “Bij de

inrichting van de antidiscriminatievoorziening worden in ieder geval de deskundigheid van de

klachtbehandelaars en de toegankelijkheid van de antidiscriminatievoorziening gewaarborgd”. Ook

op de verantwoordelijkheid met de omgang met gegevens zal worden toegezien. Er is gekozen

voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te geven

voor maatwerk.

De antidiscriminatievoorziening dient aan te geven of ze beschikt over een opleidingsprotocol waar

klachtbehandelaars gebruik van kunnen maken. Ook moet worden aangegeven hoe vaak van

behandelaars wordt verwacht aan een opleiding deel te nemen. Het landelijke expertisebureau

van Art.1 kan de opleidingen en cursussen verzorgen. Deze verantwoordelijkheid ligt voor de gemeente Eersel bij Lumens Groep.

De gemeente draagt er zorg voor dat de burger zich zowel fysiek als niet- fysiek kan melden.

De mogelijkheid om zich fysiek op locatie te kunnen melden betekent tevens dat een burger

redelijkerwijs op de hoogte kan zijn waar hij of zij terecht kan om te melden. De gemeente draagt

zorg voor de aanwezigheid van een locatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een

bestaande balie (Lokaal Loket).

Bij niet-fysiek wordt verstaan dat de mogelijkheid bestaat voor de burger via sms, telefoon (0900

landelijk en 0900 ADV), brief of email om de klacht te melden of in te dienen.

Ook hier geldt dat op de gemeente een zorgplicht rust om ervoor zorg te dragen dat burgers

kennis kunnen nemen van deze mogelijkheden.

 

Artikel 4

Met deze bepaling wordt invulling gegeven aan artikel 6 van het besluit dat luidt: “De

antidiscriminatievoorziening heeft een protocol voor de behandeling van klachten”. Daarbij is

gekozen voor een minimale invulling om gemeenten en antidiscriminatievoorziening alle ruimte te

geven voor maatwerk.

 

Artikel 5

De wet vermeldt dat de antidiscriminatievoorziening zich in de leefomgeving van burgers moet

bevinden. De memorie van toelichting geeft aan dat het gemeenten vrij staat om daar op een

praktische wijze invulling aan te geven. De voorziening hoeft dan ook niet in de gemeente zelf

aanwezig te zijn. Een gemeente kan zich bijvoorbeeld aansluiten bij een (bestaande) regionale

antidiscriminatievoorziening. Ook kan de gemeente aansluiting zoeken bij het regionaal

discriminatieoverleg (RDO) waar politie, openbaar ministerie en antidiscriminatievoorzieningen

overleg voeren over discriminatie incidenten en deze in zaaksoverzichten opnemen.

Voor de nodige laagdrempeligheid kan dan worden gezorgd door een doorverwijsfunctie of

meldpunt te creëren bij bestaande gemeentelijke voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een loket

burgerzaken, slachtofferhulp of WMO-loket.

Een gemeente kan er ook voor kiezen deze toegang een meer inhoudelijk karakter te geven door

een eigen frontoffice in te richten. Daarbij moet het voor klagers ondubbelzinnig duidelijk zijn dat

een gemeentelijk loket een luisterend oor en de nodige deskundigheid kan bieden, maar dat het

zijn taak is om de klager door te geleiden naar de antidiscriminatievoorziening. In de wet is

uitdrukkelijk aangegeven dat de antidiscriminatievoorziening onafhankelijk is en op geen enkele

wijze onder het gezag van de (gemeentelijke) overheid kan vallen. Het gemeentelijk loket kan dan

ook op geen enkele manier in de plaats treden van de antidiscriminatievoorziening.

Vereisten voor de frontoffice zijn:

Ø Een loket gefaciliteerd door de gemeente dan wel een gemeenteloket waar klager een klacht kan melden, luisterend oor kan vinden en professioneel kan worden doorverwezen naar de antidiscriminatievoorziening.

Ø Loketmedewerker dient inzicht te hebben in de materie

Ø Positie als doorgeefluik helder moet zijn.

Ø Vereisten voor de backoffice:Deze worden opgenomen in de subsidieregeling tussen gemeenten en antidiscriminatievoorzieningen

 

Artikel 6

Deze bepaling behoeft geen toelichting

 

Artikel 7

Deze bepaling behoeft geen toelichting