Regeling vervallen per 01-07-2009

Verordening naamgeving en nummering 2006

Geldend van 01-07-2006 t/m 30-06-2009

Intitulé

DE VERORDENING

De raad van de gemeente Zandvoort:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 mei 2006, nr. 2006/5179;

gelet op de overwegingen van de commissie Planning en Control van 17 mei 2006;

overwegende dat:

  • -

    een juiste aanduiding van ieder deel van de openbare ruimte, meestal bestaande uit het adres, in de combinatie van (straat)naam, (huis)-nummer, -letter –toevoeging en woonplaats, van groot belang is in het maatschappelijk verkeer en voor de publieke dienstverlening;

  • -

    hiertoe regels nodig zijn over de wijze van het nemen van straatnamen- en

huisnummerbesluiten en het registreren van deze besluiten in een Basisregistratie Adressen;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening, inclusief toelichting, vast te stellen:

Verordening naamgeving en nummering 2006

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Zandvoort;

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van Zandvoort.

  • c.

    openbare ruimte: alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouwwerken die daar deel van uitmaken.

  • d.

    woonplaats: een door het college aangewezen gebied waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

  • e.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren.

  • f.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

  • g.

    complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken

  • h.

    afgebakend terrein: een terrein met afsluitbare toegang, waarop zich geen bouwwerken bevinden.

  • i.

    standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van de gemeente kunnen worden aangesloten.

  • j.

    nummer: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of cijfer, of combinatie van letters en cijfers.

  • k.

    object: een gebouw, complex, afgebakend terrein of standplaats.

  • l.

    rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder.

  • m.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

NAAMGEVING EN NUMMERING

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en van delen van de openbare ruimte

  • 1. Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste een woonplaats vast en verdeelt een woonplaats in wijken of buurten, en kan daar zonodig namen, letters of nummers aan toekennen.

  • 2. Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden delen van de openbare ruimte en zonodig aan bouwwerken.

  • 3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Nummering van objecten

  • 1.

    Het college kan aan een object of een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen, moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

  • 3.

    Onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

NORMSTELLING

Artikel 4 Namen en nummers aanbrengen

  • 1. De door het college aan delen van de openbare ruimte toegekende namen worden zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2. Het is eenieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan delen van de openbare ruimte, aan de daaraan liggende gemeentelijke bouwwerken en aan de standplaatsen namen of nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5 Gedoogplicht naamborden

  • 1. Indien het college het nodig oordeelt dat borden met een wijk- of buurtaanduiding, borden met straatnamen en verwijsborden aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden overeenkomstig de aanwijzingen van het college worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2. De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat de in het eerste lid genoemde borden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6 Nummerborden aanbrengen

  • 1. De rechthebbende is verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van het college aan te brengen.

  • 2. Tenzij door het college anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het in het eerste lid genoemde nummer, alsmede daarmee verband houdende verwijs- en verzamelborden aan te brengen op een wijze zoals krachtens artikel 7 is bepaald.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na voltooiing aangebracht.

  • 4. Het college kan de in het eerste en derde lid genoemde termijn verlengen.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

  • 1. Het college stelt technische uitvoeringsvoorschriften vast voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

  • 2. Het college kan, met het oog op het interbestuurlijk en het maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven namen en nummers, registratieve voorschriften vaststellen.

Artikel 8 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling is belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Dit artikel vervalt.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. Namen en nummers die op grond van de in artikel 11 lid 1 genoemde regels en voorschriften aan delen van de openbare ruimte en objecten zijn toegekend, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

  • 2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

  • 3. Bij het wijzigen van een naam of nummer, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe nummer gedurende een jaar mogen worden gebruikt op de wijze die bepaald is in de uitvoeringsvoorschriften, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening straatnaamgeving en huisnummering” vastgesteld bij raadsbesluit van 11 mei 1999 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2006.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening naamgeving en nummering 2006”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 30 mei 2006.

De griffier
De voorzitter

TOELICHTING OP DE VERORDENING

ALGEMEEN

Het adres – dat bestaat uit de onderdelen (straat)naam, (huis)nummer, huisletter, nummertoevoeging en woonplaats (gemeentenaam is nog geen onderdeel van het adres) – vervult in het maatschappelijk verkeer een belangrijke functie. Vooreerst is het adres het middel om personen (woonadres), bedrijven (zetel- of vestigingsadres) of gebouwen (objectadres) vindbaar te maken. Dat is niet alleen van belang voor hulpdiensten, zoals brandweer, politie, ambulance en postbezorging, maar ook voor het uitvoeren van activiteiten door de overheid. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld oproepen van stemgerechtigden of (destijds) dienstplichtigen, het toezenden van belastingaanslagen, alsmede de uitvoering van het vaccinatiebeleid, het regelen van de zuigelingenzorg, toezicht op de leerplicht, het verlenen van subsidies, enzovoorts. In alle velden van gemeentelijke zorg is het adres nodig om beheers- en beleidstaken uit te voeren.

Dit impliceert dat het adres in vrijwel alle officiële documenten voorkomt: van bouwvergunning tot huurtoeslagbeschikking, van notariële akte tot rechtelijk vonnis en van rijbewijs tot paspoort. Zonder objectadres, vestigingsadres of woonadres, al dan niet als onderdeel van de zogeheten NAW-gegevens, kan de gemeenten nog nauwelijks stukken afgeven. Deze documenten worden opgemaakt met gegevens uit daartoe ingerichte geautomatiseerde systemen, maar de gegevens uit authentieke documenten zijn op hun beurt weer invoer voor geautomatiseerde systemen van andere gemeentelijke afdelingen of overheden.

Het adres is meestal de grondslag van deze geautomatiseerde systemen. Dit betekent dat de adresgegevens niet alleen de toegangs- of ontsluitingsgegevens zijn van deze systemen, maar tevens is het adres het gegeven waarop wordt geordend, gesorteerd en waarmee selecties worden gemaakt. Kortom, het adres is in termen van dienstverlening, opmaken van documenten en het registreren van gegevens onmisbaar in het binnengemeentelijk en interbestuurlijk verkeer.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

g.complex: Voorbeelden van een complex zijn: industriecomplex, complex met vakantiehuisjes, kazernecomplex, agrarisch complex, jachthavencomplex, etc.

Artikel 3 Nummering van objecten

2e lid: op doeltreffende wijze. Hiermee wordt bedoeld: overeenkomstig de technische uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

2e lid: op het moment van vaststellen van deze verordening zijn er geen registratieve voorschriften. Gezien de hoge eisen die er worden gesteld aan een juiste registratie van adressen en gebouwen, kan het nodig zijn dat het college zulke voorschriften alsnog vaststelt.

Artikel 9

Dit artikel bepaalde de inwerkingtreding van de verordening. Deze bepaling is nu opgenomen in artikel 11. Daarom is artikel 9 vervallen.