Speelautomatenhalverordening West Maas en Waal

Geldend van 21-07-2005 t/m heden

Intitulé

Speelautomatenhalverordening West Maas en Waal

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Wet op de Kansspelen;

  • b.

    Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000 Staatsblad 2000, 223, houdende regels ter uitvoering van titel VA van de Wet;

  • c.

    speelautomaat: een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30 van de Wet;

  • d.

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van onder anderen speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder c van de Wet;

  • e.

    ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, die de speelautomatenhal exploiteert;

  • f.

    beheerder: degene die, eventueel tezamen met anderen, met het dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de speelautomatenhal is belast;

  • g.

    openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

  • h.

    Algemene wet bestuursrecht: Wet van 4 juni 1992, Staatsblad 315.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van de Burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.

  • 2. De Burgemeester kan uitsluitend vergunning verlenen voor maximaal één (1) speelautomatenhal in het gedeelte van de gemeente, dat op de bij deze verordening als bijlage I behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart met een zware zwarte ondoorbroken rand is omgrensd.

  • 3.

    • A.

      De vergunning, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, wordt verleend voor één (1) speelautomatenhal met maximaal 45 speelautomaten, onder de voorwaarde dat de ondernemer met betrekking tot de speelautomaten in het kader van de productdifferentiatie en op grond van het bepaalde in artikel 30n van de Wet jo artikel 13 van het Speelautomatenbesluit een “ideale mix” opstelt, de door de gemeenteraad beoogde en in de beleidsstukken opgetekende kwaliteit in zijn concept garandeert, alsmede inhoud geeft aan de door de gemeenteraad vastgestelde uitgangspunten.

    • B.

      Indien de ondernemer op een deugdelijke wijze aantoont dat een -uit bedrijfseconomisch oogpunt- redelijke exploitatie van de speelautomatenhal niet mogelijk is, kan de Burgemeester toestaan dat een groter aantal speelautomaten in de speelautomatenhal worden geplaatst, dan wel wordt gekozen voor een andere mix van speelautomaten, waartoe een gemotiveerd verzoek door de ondernemer zal worden ingediend.

Artikel 3

De aanvraag om een vergunning dient in ieder geval de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens te bevatten. Daarnaast dient de aanvrager bij zijn aanvraag tevens te overleggen:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving en plattegrond van de totale inrichting, alsmede de gescheiden ingangen van de speelautomatenhal en de ruimte met andere voorzieningen, waarbij in specialis voor de speelautomatenhal geldt dat de oppervlakte daarvan en de plaats in de speelautomatenhal waar de verschillende soorten speelautomaten worden opgesteld, dienen te worden vermeld;

  • b.

    een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;

  • c.

    een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering is en dat deze met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd;

  • d.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken;

  • e.

    een verklaring omtrent het gedrag:

    • -

      van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen) statuten vertegenwoordigt

    • -

      en van de beheerder;

  • f.

    een bewijs dat in de speelautomatenhal sprake is van een toegangscontrole, waarbij de leeftijd op deugdelijke wijze wordt gecontroleerd;

  • g.

    een bewijs van lidmaatschap van de VAN Speelautomaten brancheorganisatie;

  • h.

    een bewijs waaruit blijkt dat de ondernemer voornemens is in het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal een KEMA-keur-certificaat te verkrijgen.

  • i.

    een plan waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet bijdraagt aan het gemeentelijk gokverslavingsbeleid.

  • j.

    een verklaring als bedoeld in artikel 5, lid 2 Speelautomatenbesluit waaruit blijkt dat bedrijfsleiders en beheerders beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan verbonden risico´s van gokverslaving;

Artikel 4

Alvorens op de aanvraag te beslissen volgt de Burgemeester, indien hij voornemens is, vergunning te verlenen, de Openbare voorbereidingsprocedure, als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5

  • 1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te verbeteren.

  • 2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde gelegenheid geen gebruik maakt, zal de Burgemeester de aanvrager in zijn aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.

Artikel 6

  • 1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en is niet overdraagbaar.

  • 2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie en de inrichting van de hal;

    • e.

      leeftijdsgrens;

    • f.

      toegangscontrole en toegangsbewijs;

    • g.

      reclame;

    • h.

      KEMA-keurcertificaat van de speelautomatenhal.

    • i.

      de duur van de vergunning.

Artikel 7

  • 1. De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      reeds een vergunning voor een speelautomatenhal is verleend;

    • b.

      de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg voor het publiek toegankelijk is;

    • c.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • d.

      de ondernemer onder curatele staat of bewind is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • e.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de Burgemeester, de gemeenteraad gehoord hebbende, de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed en de ondernemer een redelijke termijn is gegund deze aanwezigheid te verbeteren;

    • f.

      de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een Stadsvernieuwingsplan c.q. Leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.

  • 2. De Burgemeester kan gemotiveerd ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c.

Artikel 8

  • 1. Indien een overeenkomstig artikel 6 tweede lid van deze verordening in de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer, onder overlegging van de in artikel 3 onder d van deze verordening genoemde bescheiden, dit binnen 14 dagen nadat de in artikel 3 van deze verordening bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem, respectievelijk aan degene die ter vervanging van de hiervoor bedoelde beheerder is aangesteld, is verzonden, te melden aan de Burgemeester.

  • 2. De vergunning vervalt, indien geen melding is gedaan, binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 9

  • 1. De Burgemeester zal de vergunning intrekken:

    • a.

      indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder e van deze verordening;

    • c.

      indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

    • d.

      indien de exploitatie van een speelautomatenhal, op grond van een besluit van de ondernemer, voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

    • e.

      indien het KEMA-keurcertificaat wordt verloren door de ondernemer.

  • 2. Intrekking van de vergunning geschiedt niet, spoedeisende gevallen uitgezonderd, voordat de vergunninghouder bij aangetekende brief van dit voornemen in kennis is gesteld. Daarbij wordt hem medegedeeld, dat hij in de gelegenheid wordt gesteld om in persoon of bij gemachtigde door de Burgemeester of een door deze aangewezen ambtenaar te worden gehoord.

Artikel 10

  • 1. Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2. In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer, dient binnen één maand na deze wisseling van ondernemer een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beschikt, is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de overigens van rechtswege vervallen vergunning.

Artikel 11

Gedragingen in strijd met artikel 2 van deze verordening en van de krachtens dat artikel gegeven voorschriften, wordt -gezien artikel 31 van de Wet op de Kansspelen, voorzover dit opzettelijk is begaan, gekwalificeerd als misdrijf en gestraft met hechtenis van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. Voorzover sprake is van een overtreding is sprake van een hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde categorie.

Artikel 12

De opsporing van de in artikel 11 van deze verordening strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door Burgemeester en Wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 13

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de ondernemer, te betreden, verleend aan de ambtenaren:

  • a.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • b.

    die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;

  • c.

    die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

Artikel 14

Deze verordening geldt voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de eerste dag na verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 15

Deze verordening kan worden aangehaald als “Speelautomatenhalverordening West Maas en Waal”.