Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR56143
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR56143/1
Regeling vervallen per 09-04-2016
Mandaatregeling gemeente Eersel 2010
Geldend van 01-12-2010 t/m 08-04-2016
Intitulé
Mandaatregeling gemeente Eersel 2010Het college en de burgemeester van de gemeente Eersel, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;overwegende dat het wenselijk is ter bevordering van een snelle, klantvriendelijke afdoening van zaken, alsmede de efficiëntie van de gemeentelijke organisatie gebruik te maken van mogelijkheden tot mandaat, machtiging en volmacht;gelet op:
- 1.
de Gemeentewet, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en de overige van toepassing zijnde bepalingen;
- 2.
de “Regeling budgethouderschap gemeente Eersel 2010”;
- 3.
het “Organisatiebesluit gemeente Eersel 2010”;
- 4.
de Ondernemingsraad (OR) van de gemeente Eersel;
BESLUITEN:vast te stellen de volgende regeling, regelende de mandatering, machtiging en volmacht van bevoegdheden aan functionarissen en de ondertekening van stukken aan functionarissen (‘Mandaatregeling gemeente Eersel 2010’):
Hoofdstuk 1
Artikel 1 Uitoefening bevoegdheden
- 1.
De uitoefening van de bevoegdheden en handelingen, vermeld in het hierbij behorende mandatenregister, wordt opgedragen aan de daarbij vermelde functionaris (mandataris).
- 2.
De opdracht geldt ook voor de directe (formeel aangewezen) vervanger van de onder 1 bedoelde functionaris, zodra en voor zolang er van vervanging sprake is.
- 3.
Voorzover er geen sprake is van een directe (formeel aangewezen) vervanger, geldt, als vervanging nodig is, de opdracht aan de direct leidinggevende van de onder 1 bedoelde functionaris.
- 4.
De opsomming in het mandatenregister is limitatief.
Artikel 2 Begrenzing mandaat
In aanvulling op het bepaalde in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt mandaat in ieder geval niet verleend indien het betreft een bevoegdheid tot:
- 1.
het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;
- 2.
het beslissen op een bezwaarschrift;
- 3.
het nemen van een besluit dat zich niet verdraagt met bestaand beleid, bestaande richtlijnen of voorschriften;
- 4.
het nemen van een besluit waaruit financiële consequenties zullen voortvloeien die niet in de begroting voorzien zijn.
Artikel 3 Wijze van ondertekenen
Een krachtens mandaat genomen besluit dan wel krachtens machtiging/volmacht opgesteld stuk wordt door de mandataris casu quo gemachtigde als volgt ondertekend:
- 1.
bij beslissings-/afdoeningsmandaat: ondertekening door de mandataris, namens de mandans:Namens burgemeester en wethouders van Eersel,handtekening van de (onder)gemandateerdenaam functionaris, functiebenamingdan welNamens de burgemeester van Eersel,handtekening van de (onder)gemandateerdenaam functionaris, functiebenaming
- 2.
bij ondertekeningsmandaat: ondertekening door de mandataris, namens de mandans, waarbij tot uitdrukking wordt gebracht dat de mandans de beslissing heeft genomen:Burgemeester en wethouders van Eersel overeenkomstig het door het college genomen besluit,handtekening ondertekeningsgemandateerde naam functionaris, functiebenamingdan welDe burgemeester van Eersel overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit,handtekening ondertekeningsgemandateerde naam functionaris, functiebenaming
Artikel 4 Ondermandaat
Ondermandaat is alleen toegelaten als dat in het mandatenregister of in de ‘Regeling budgethouderschap gemeente Eersel 2010’ uitdrukkelijk is opgenomen.
Artikel 5 Nieuw Artikel
- 1.
Deze regeling vervangt de op 15 juni 2010 vastgestelde ‘Mandaatregeling gemeente Eersel 2010’ en het daarbij behorende mandatenregister en treedt in werking met ingang van 1 december 2010.
- 2.
Voor de gemandateerde bevoegdheden inzake de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht werkt deze regeling terug tot en met 1 oktober 2010.
- 3.
Deze regeling wordt aangehaald als “Mandaatregeling gemeente Eersel 2010”.
Artikel 6 Overgangsbepaling
Op aanvragen die na 1 oktober 2010 onder de werking van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vallen, maar voor de inwerkingtreding van die wet zijn ingediend bij het college als bevoegd gezag is deze regeling niet van toepassing. Op dergelijke aanvragen blijft de op 15 juni 2010 vastgestelde ‘Mandaatregeling gemeente Eersel 2010’ en het daarbij behorende mandatenregister, onverminderd van toepassing.
Ondertekening
1 Mandatenregister
Mandatenregister, behorende bij de ‘Mandaatregeling gemeente Eersel 2010’, zoals is vastgesteld op 16 november 2010 en in werking getreden op 1 december 2010Overzicht van bevoegdheden om binnen beschikbaar budget of krediet besluiten te nemen in naam van een bestuursorgaan (het college of de burgemeester) en om door een bestuursorgaan genomen besluiten namens dat orgaan te ondertekenen. In het Mandatenregister zijn in de kolom “Regeling” de volgende afkortingen gebruikt:
Uitgangspunten ‘Mandaatregeling gemeente Eersel 2010’ met het daarbij behorende mandatenregister 2
De gewijzigde mandaatregeling betreft een aanpassing van de ‘Mandaatregeling gemeente Eersel 2010’ met het daarbij behorende mandatenregister, die op 15 juni 2010 is vastgesteld en met ingang van 1 juli 2010 in werking is getreden en nog tot 1 december 2010 geldig is. De aanpassing heeft betrekking op de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) per 1 oktober 2010, alsmede enkele andere wijzigingen, zoals bevoegdheden ingevolge de Leegstandwet, Monumentenwet 1988, Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.Uitgangspunten mandaatregeling: In de gewijzigde mandaatregeling en mandatenregister gelden in beginsel dezelfde uitgangspunten als in de eerder geldende mandaatregeling met het daarbij behorende register. Het gaat om de volgende uitgangspunten:
- 1.
De mandatering voor alle personeel, dat wil zeggen zowel eigen als ingehuurd personeel alsook personeel dat via een aanbestedingsprocedure de gemeente binnenkomt, vindt plaats bij één centraal persoon, namelijk de algemeen directeur/gemeentesecretaris. Dit uitgangspunt is opgenomen, omdat dit in de managementletter interimcontrole 2005 van de accountant is aanbevolen. Dit past eveneens bij de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering die de algemeen directeur/gemeentesecretaris heeft. Voor wat betreft personeel kan binnen de gemeentelijke organisatie een onderscheid worden gemaakt in twee verschillende categorieën personeel: a. Eigen personeel: hiervoor geldt een werkgevers - werknemersverhouding die wordt vastgelegd in een vaste of tijdelijke aanstelling of arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (incidenteel); deze mensen staan op de loonlijst en voor hun is de fiscale wetgeving van toepassing.Hierbij gaat het om: - ambtenaren (aanstelling conform de Collectieve Arbeidsvoorwaarden Regeling/Uitwerkings-overeenkomst (CAR/UWO); - vrijwilligers brandweer gemeente Eersel (aanstelling op grond van hoofdstuk 19 CAR/UWO); - buitengewoon ambtenaren burgerlijke stand (babsen) (Regeling rechtspositie buitengewoon ambtenaren van burgerlijke stand gemeente Eersel); - stagiaires (stageovereenkomst). b. Ingehuurd personeel (‘externe inhuur’): hiervoor worden via derden (zoals andere gemeente, SRE, detacheringsbureau of eigen bedrijf) mensen ingehuurd en in het algemeen besluiten genomen tot het aangaan van overeenkomsten (op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder e, Gemeentewet) - dit is bevoegdheid van het college - en overeenkomsten ondertekend (op grond van artikel 171 Gemeentewet) - dit is een bevoegheid van de burgemeester; voor de duidelijkheid: dit zijn geen arbeidsovereenkomsten; deze mensen staan niet op de loonlijst en voor hun is de fiscale wetgeving niet van toepassing; voor de verrichte werkzaamheden ontvangt de gemeente een factuur en voor deze mensen is de gemeente BTW-plichtig. Hieronder vallen onder meer: - medewerkers gedetacheerd vanuit een andere organisatie (zoals andere gemeente, SRE, advies-, detacherings- of uitzendbureau); hieronder vallen ook vakantiekrachten; - zelfstandige ondernemers met een VAR-verklaring (verklaring arbeidsrelatie) die worden gedetacheerd; concreet betreft het hier onder meer de volgende functies: projectleider Projectbureau Bouwen Eersel en planeconoom. In het mandatenregister is bovenstaande toelichting nader verwerkt.
- 2.
Het aangaan van niet-personele overeenkomsten vindt in beginsel plaats op het niveau van leidinggevenden, namelijk de algemeen directeur/gemeentesecretaris, de afdelingshoofden en de programmamanager.
- 3.
De mandatering vindt zoveel mogelijk op gelijkwaardig niveau in de organisatie plaats, dat wil zeggen dat een teamcoördinator op de ene afdeling min of meer dezelfde bevoegdheden heeft als een teamcoördinator op een andere afdeling. Een uitzondering hierop geldt voor de teamcoördinator Vergunningen (TCVG), omdat niet iedere afdeling organisatorisch aan elkaar gelijk is en ook andere procedures en producten levert.
- 4.
In een aantal gevallen kan de bevoegdheid op een lager niveau in de organisatie worden gelegd en worden gemandateerd aan een ambtenaar, zoals besluiten die slechts van voorbereidende aard zijn voor besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en bevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken, bijvoorbeeld de uitvoeringstaken bij team Gemeentebalie.
- 5.
Het in ontvangst nemen van mondelinge zienswijzen (artikel 3:15 Awb) wordt aan (minimaal) twee medewerkers gemandateerd, waarvan één (juridisch) (beleids-/kwaliteits-)medewerker of teamcoördinator.
- 6.
Mandatering aan portefeuillehouders vindt in principe niet plaats.
- 7.
Zowel positieve als negatieve besluiten worden gemandateerd.
- 8.
De mandaatregeling en het mandatenregister zijn afgestemd op de ‘Regeling budgethouderschap gemeente Eersel 2010’ en op het ‘Organisatiebesluit gemeente Eersel 2010’. De bevoegdheden in het mandatenregister gelden uitsluitend indien deze binnen beschikbaar budget of krediet kunnen worden uitgeoefend. In de mandaatregeling is het uitgangspunt van verticale vervanging (vervanging vindt verticaal naar boven plaats) gehandhaafd en wordt horizontale vervanging alleen in uitzonderlijke gevallen (zoals bij grondaankopen) toegestaan. Ondermandaat is alleen toegelaten als dat in het mandatenregister of in de ‘Regeling budgethouderschap gemeente Eersel 2010’ uitdrukkelijk is opgenomen.
Checklist Attributie, delegatie en mandaat 3
Attributie, delegatie en mandaat Een bestuurlijke bevoegdheid kan op drie manieren worden verkregen: door attributie, delegatie en mandaat.Hoofdstuk 10 (titel 10.1) van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat een wettelijke regeling over delegatie en mandaat. Afdeling 10.1.1 van de Awb geeft een volledige en in beginsel toereikende regeling van mandaat. Delegatie is geregeld in afdeling 10.1.2 van de Awb. Met de inwerkingtreding van de Vierde tranche Awb per 1 juli 2009 is na de afdelingen over mandaat en delegatie een nieuwe afdeling 10.1.3 opgenomen over attributie aan ondergeschikten (ambtenaren). Hierbij gaat het om attributie aan een persoon of college, werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan.AttributieAttributie (of ‘originaire bevoegdheidstoekenning’) is het door middel van een wettelijk voorschrift in het leven roepen en rechtstreeks toedelen van (nieuwe) publiekrechtelijke bevoegdheden aan overheidsorganen, andere organen dan wel aan ambtenaren.Attributie kan betrekking hebben op de bevoegdheid tot regelgeving en bestuur, maar ook op de bevoegdheid tot feitelijk handelen.Het college kan bijvoorbeeld in een wet of in een gemeentelijke verordening worden aangewezen als bestuursorgaan, dat bevoegd is besluiten te nemen. Attributie aan ambtenaren is ook mogelijk, bijvoorbeeld een belastinginspecteur en een gemeentelijke heffings- en invorderingsambtenaar. Deze ambtenaar treedt dan - voorzover bevoegd - juridisch op als bestuursorgaan. Niettemin blijft deze ambtenaar ondergeschikt aan het politiek verantwoordelijke bestuursorgaan waarvoor hij werkt. De regeling in de vierde tranche ziet alleen op attributie aan een ondergeschikte (persoon of college werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan).Delegatie Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn (reeds bestaande) bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander, die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (artikel 10:13 Awb).De delegatieverlener wordt wel delegans genoemd. Degene die de delegatie verkrijgt delegataris.Een belangrijk kenmerk van delegatie is dat de bevoegdheid juridisch overgaat en dat het overdragende orgaan geen juridische verantwoordelijkheid meer draagt voor de uitoefening van deze bevoegdheid. Het overdragende orgaan is wel verantwoordelijk voor het laten voortbestaan van de delegatie en kan indien gewenst aan de delegatie algemene voorwaarden of beleidsregels verbinden.Mandaat Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (artikel 10:1 Awb). Met andere woorden: het opdragen van een reeds bestaande bevoegdheid.De schakelbepaling van artikel 10:12 Awb zegt dat afdeling 10.1 Awb van overeenkomstige toepassing is ingeval een bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid volmacht (voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen) of machtiging (voor het verrichten van feitelijke handelingen) verleent.De mandaatgever wordt ook wel de mandaatverlener of mandans genoemd. De gemandateerde wordt wel de mandataris genoemd.Mandaat komt in de bestuurspraktijk veel voor en dient om het bestuursorgaan te ontlasten en om een snellere afdoening van zaken te bevorderen.Bij mandaat gaat de bevoegdheid niet over op een ander orgaan. Het bevoegde bestuursorgaan blijft zelf juridisch verantwoordelijk voor het in mandaat genomen besluit. Aangezien de gemandateerde (mandataris) handelt namens het betrokken bestuursorgaan, worden de handelingen aan dat orgaan toegerekend. De mandaatgever (mandans) blijft bevoegd om de bevoegdheid zelf uit te oefenen (artikel 10:7 Awb). Hij kan instructies geven aan de gemandateerde (mandataris) (artikel 10:6 Awb) en te allen tijde het mandaat intrekken (artikel 10:8 Awb)Mandaat wordt vooral verleend aan ondergeschikten, maar ook mandaat aan niet-ondergeschikten wordt door de Awb geregeld (artikel 10:4 Awb). Daarnaast maakt artikel 168 Gemeentewet mandaat mogelijk van het college naar één of meer leden van het college.Beslissings-/afdoeningsmandaat en ondertekeningsmandaatVoor mandaat kan een onderscheid worden gemaakt tussen een beslissings-/afdoeningsmandaat en een ondertekeningsmandaat.Van beslissings-/afdoeningsmandaat is sprake als een orgaan of persoon (de gemandateerde of mandataris) gemachtigd wordt om namens (of in naam van) het bevoegde bestuursorgaan (de mandaatverlener, mandaatgever of mandans) een besluit (artikel 1:3 Awb) te nemen.
Ondertekeningsmandaat is een volmacht om namens een orgaan een besluit te ondertekenen (artikel 10:11 Awb). De artikelen 75 en 105 van de Gemeentewet geven voor het ondertekeningsmandaat bijzondere voorzieningen.Beslissings-/afdoeningsmandaat en ondertekeningsmandaat vallen vaak samen.De privaatrechtelijke tegenhanger van mandaat wordt volmacht genoemd. Zo kan de burgemeester ter zake van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 171 Gemeentewet (vertegenwoordiging van de gemeente in en buiten rechte) volmacht verlenen aan een ander. Deze is dan bevoegd om bijvoorbeeld de gemeente te vertegenwoordigen bij het ondertekenen van een overeenkomst.De voornaamste verschillen tussen beslissings-/afdoeningsmandaat en ondertekeningsmandaat zijn:
Beslissings-/afdoeningsmandaat |
Ondertekeningsmandaat |
De gemandateerde neemt zelfstandig namens de mandaatgever (het bestuursorgaan) de beslissing casu quo verricht de handeling. |
Het bestuursorgaan neemt zelf het besluit, maar de gemandateerde brengt die beslissing namens het bestuursorgaan naar buiten door ondertekening van stukken. |
Wijze van ondertekenen: Namens burgemeester en wethouders van ….., (of: namens de burgemeester van …..,)… handtekening van de (onder)gemandateerde… naam functionaris … functiebenaming |
Wijze van ondertekenen: Burgemeester en wethouders van …..,(of: de burgemeester van …..),Overeenkomstig het door het college (of: de burgemeester) genomen besluit,… handtekening ondertekeningsgemandateerde… naam functionaris… functiebenaming |
Opstelling van het document in de “ik-vorm”. |
Opstelling van het document in de “wij-vorm”. |
Delegatie en mandaat Delegatie en mandaat hebben gemeen, dat zij bewerkstelligen dat een bevoegdheid om besluiten te nemen kan worden uitgeoefend door een ander dan het bestuursorgaan waaraan de bevoegdheid is toegekend. Voor het overige verschillen zij principieel van karakter.Belangrijke verschillen tussen delegatie en mandaat zijn:
Delegatie |
Mandaat |
Bevoegdheid en verantwoordelijkheid gaan over. “In plaats van” |
Bevoegdheid gaat over, verantwoordelijkheid niet. “Namens” |
Beslissen moet schriftelijk. |
a. Beslissings-/ afdoeningsmandaat.b. Ondertekeningsmandaat. |
a. Beslissings-/ afdoeningsmandaat.b. Ondertekeningsmandaat. |
Aan wie? a. Ander bestuursorgaanb. – c. Extern bestuursorgaan d. Individuele bestuurder e. Ambtenaren f. Ondergeschikten |
Delegatie kan niet aan: 1. Individuele bestuurders 2. Ambtenaren 3. Ondergeschikten tenzij bijzondere wet dit wel toestaat. |
Mandaat kan aan “iedereen” tenzij… |
De delegans (delegatieverlener) kan zijn gedelegeerde bevoegdheden niet meer zelf uitoefenen. |
De mandaatgever kan altijd zelf een besluit nemen. |
Formele wettelijke basis is vereist. |
Formele wettelijke basis kan. |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl