Regeling vervallen per 05-04-2011

VERORDENING klachtregeling gemeente Lelystad 2001

Geldend van 09-11-2001 t/m 04-04-2011

Intitulé

VERORDENING klachtregeling gemeente Lelystad 2001

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 oktober 2001;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING klachtregeling

gemeente Lelystad 2001.

Hoofdstuk 1. Begrips- en algemene bepalingen.

Artikel 1.1. Begripsbepalingen.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    klacht:

    een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen;

  • b.

    bestuursorgaan:

    • 1.

      gemeenteraad;

    • 2.

      (een lid van) het college van burgemeester en wethouders;

    • 3.

      de burgemeester (tenzij handelend in zijn hoedanigheid als hoofd van politie of als korpsbeheerder);

  • c.

    gedraging:

    het in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of rechtspersoon handelen of nalaten te handelen door:

    • 1.

      een bestuursorgaan;

    • 2.

      een ambtenaar of een daarmee op grond van diens werkzaamheden gelijk te stellen persoon (inclusief arbeidscontractanten) in de uitoefening van zijn functie.

Artikel 1.2. Algemene bepalingen.

  • 1. Eenieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan van de gemeente Lelystad zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan

  • 2. Een gedraging van een persoon, bedoeld in artikel 1.1. sub c. onder 2, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.

  • 3. Tegen een besluit inzake de behandeling van een klacht over een gedraging van een orgaan van de gemeente Lelystad kan geen beroep worden ingesteld.

Hoofdstuk 2. Behandeling van schriftelijke klachten.

Artikel 2.1. Indiening.

  • 1. Een klacht wordt ingediend bij het bestuursorgaan van de gemeente Lelystad dat de klacht heeft veroorzaakt.

  • 2. Een schriftelijke klacht dient ondertekend te worden ingediend.

  • 3. De klacht dient te omvatten:

    • a.

      de naam en het adres van de indiener;

    • b.

      dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waar tegen de klacht is gericht.

  • 4. Indien het klaagschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van de klacht noodzakelijk is, dient de klager zorg te dragen voor een vertaling

Artikel 2.2. Ontvangstbevestiging.

  • 1. De ontvangst van een schriftelijke klacht wordt terstond door de directeur van de sector, onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, schriftelijk aan de klager bevestigd.

  • 2. Een mondelinge ingediende klacht wordt op schrift gesteld en ter ondertekening aan klager voorgelegd ter bevestiging van de juiste notering van de klacht.

  • 3. In de bevestiging wordt meegedeeld wie de klacht zal behandelen en hoe de verdere gang van zaken is.

  • 4. Degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft krijgt de klacht, de eventueel daarbij meegezonden stukken en de ontvangstbevestiging in afschrift toegezonden.

Artikel 2.3. Ontvankelijkheid.

  • 1. Een klacht behoeft niet te worden behandeld indien zij betrekking heeft op een gedraging:

    • a.

      waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van het bepaalde in deze verordening is behandeld;

    • b.

      die langer dan een jaar voor de indiening heeft plaatsgevonden;

    • c.

      waartegen door klager bezwaar gemaakt had kunnen worden, of

    • d.

      waartegen door klager beroep kan of kon worden ingesteld;

    • e.

      die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest, of

    • f.

      zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging sprake is.

  • 2. Een klacht kan niet in behandeling worden genomen indien:

    • a.

      het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is;

    • b.

      niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 2.1.,tweede en derde lid, en klager de voor behandeling vereiste gegevens niet binnen twee weken nadat klager op de tekortkoming is gewezen, heeft verstrekt;

  • 3. Van het niet in behandeling nemen van de klacht wordt klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 2.4. Afhandeling.

  • 1. Een klacht die betrekking heeft op een gedraging van een ambtenaar, wordt behandeld door de directeur van de sector onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, heeft plaatsgevonden, of door een door hem/haar aan te wijzen ambtenaar, niet zijnde de ambtenaar tegen wie de klacht zich richt.

  • 2. Een klacht die betrekking heeft op een gedraging van het college dan wel individuele leden daarvan, die niet terug te voeren is op een gedraging van een ambtenaar, of indien de klacht de directeur van een sector of de gemeentesecretaris betreft, wordt behandeld door het college.

  • 3. Een klacht die betrekking heeft op een gedraging van de burgemeester, die niet terug te voeren is op een gedraging van een ambtenaar, wordt behandeld door het college.

Artikel 2.5. Afdoening.

Zodra naar tevredenheid van de klager aan zijn klacht is tegemoetgekomen, vervalt de verplichting tot verdere behandeling van de klacht. In dit geval wordt schriftelijk aan klager en aan degene over wie werd geklaagd bericht, dat de klacht als afgedaan wordt beschouwd.

Artikel 2.6. Termijn van afdoening.

  • 1. Een klacht wordt binnen 6 weken na ontvangst afgedaan. door de directeur van de sector onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, dan wel door het betreffende bestuursorgaan.

  • 2. De directeur van de sector onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, dan wel het betreffende bestuursorgaan, stelt de klager en degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, de beslissing over de klacht alsmede van de eventuele conclusies die daaraan zijn verbonden.

  • 3. Indien de klacht niet binnen de in het eerste lid genoemde termijn kan worden afgehandeld, kan de directeur van de sector onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, of het betreffende bestuursorgaan, de afhandeling voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan degene op wiens gedraging de klacht betrekking heeft.

Artikel 2.7. Tussentijdse beëindiging procedure.

Zodra de directeur van de sector onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, dan wel het bestuursorgaan naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, vervalt de verplichting tot het verder toepassen van deze regeling.

De klager wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld door de directeur van de sector onder wiens verantwoordelijkheid de gedraging, waarop de klacht betrekking heeft, dan wel het betreffende bestuursorgaan.

Hoofdstuk 3. Rapportage.

Artikel 3.1. Jaaroverzicht.

Eenmaal per jaar brengt de burgemeester een verslag uit aan de gemeenteraad, inhoudende een overzicht en een analyse van de ingekomen klachten in de rapportageperiode en zonodig voorzien van beleidsmatige aanbevelingen. Na behandeling van de rapportage in de gemeenteraad vindt publicatie plaats op grond van het bepaalde in artikel 12 a van hoofdstuk 9 van de Abw.

Hoofdstuk 4. De organisatie.

Artikel 4.1. De klachtencoördinator.

Het college van burgemeester en wethouders wijst een klachtencoördinator aan en stelt een werkinstructie voor deze functionaris op.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen.

Artikel 5.1. Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt onmiddellijk in werking op de dag nadat deze is bekendgemaakt.

Artikel 5.2. citeerartikel.

Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “Verordening klachtregeling gemeente Lelystad 2001”.

Ondertekening

Lelystad, 8 november 2001.
De raad van de gemeente Lelystad,
de secretaris, de voorzitter,