Regeling vervallen per 01-01-2008

Marktverordening

Geldend van 01-01-2008 t/m 31-12-2007

Intitulé

Marktverordening

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de warenmarkt welke krachtens besluit van de raad op de daartoe aangewezen plaats, dag en tijd wordt gehouden;

    • e.

      marktterrein: de gehele oppervlakte openbare of voor het publiek toegankelijke grond, welke bij besluit van de raad voor het uitoefenen van de markthandel is of wordt aangewezen;

    • f.

      standplaats: de op of voor de duur van een markt door burgemeester en wethouders aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

    • g.

      vaste plaats: een standplaats die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • h.

      dagplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • i.

      standwerkersplaats: een dagplaats bestemd voor het uitoefenen van de handel op een wijze als bij standwerken geboden is;

    • j.

      vergunninghouder of standplaatshouder: ieder aan wie door burgemeester en wethouders een vergunning is afgegeven om gedurende een markt een standplaats in te nemen;

    • k.

      marktmeester: de als zodanig door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar;

    • l.

      bederfelijke waar: handelswaren welke naar het oordeel van burgemeester en wethouders ongeschikt zijn als koopwaar voor een gegadigde voor een dagplaats (meeloper).

  • 2. In deze verordening wordt de mannelijke persoonsvorm gebruikt; waar dat het geval is wordt de vrouwelijke persoonsvorm geacht er in te zijn begrepen.

Artikel 2 Tijdelijk andere plaats of dag

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien dringende redenen hiertoe noodzaken, tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen, of, bij het samenvallen van een marktdag met een dag als bedoeld in artikel 7, eerste lid, sub b, van de Winkelsluitingswet 1976, een andere marktdag vaststellen.

  • 2. Zij brengen hun besluit dienaangaande tijdig ter kennis van belanghebbenden; bovendien wordt van dit besluit openbaar kennis gegeven conform de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Burgemeester en wethouders zijn zijn gerechtigd om onder bijzondere en/of extreme omstandigheden de koopman een andere plaats op de markt aan te wijzen, de verkoop op de markt eerder dan is vastgesteld te doen stoppen of de markt af te gelasten.

Artikel 3 Marktinrichting

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmeting van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een lijst vaststellen van op de markt toe te laten artikelen groepen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen het aantal standplaatsen en/of het aantal meters verkooplengte per artikelengroep vaststellen.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen grotere plaatsen toewijzen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen, overeenkomstig door hen tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 4 Verbod ruimte in te nemen

Het is verboden op het marktterrein van 14 uren voor de aanvang tot 2 uren na het einde van de markt ruimte in te nemen met een voertuig, goederen of anderszins, zonder vergunning van burgemeester en wethouders. Voor markten gehouden gedurende een gedeelte van een dag geldt respectievelijk 3 uren voor de aanvang en 1 uur na het einde van de markt.

Artikel 5 Plaatsen opstallen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein kramen, tafels en dergelijke te plaatsen of op te slaan of gebruik te maken van verkoopwagens.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan deze vergunning voorwaarden verbinden.

Artikel 6 Verlichting

  • 1. Het is verboden voor de verlichting van een standplaats gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting, alsmede elektrische energie te betrekken van een ander dan degene, die door burgemeester en wethouders voor het leveren van elektriciteit is aangewezen, dan wel zelf hierin te voorzien.

  • 2. Het is de standplaatshouder verboden om meer dan 120 Watt per marktstal van het marktelektriciteitsnet af te nemen.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van deze verboden ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 7 Verboden goederen

  • 1. Het is verboden artikelen, welke krachtens een besluit van burgemeester en wethouders niet op de markt verhandeld mogen worden, op de markt in voorraad te houden, uit te stallen, ter verkoop aan te bieden of te verkopen.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen, indien hen dit in het belang van de orde op de markt of van de volksgezondheid noodzakelijk voorkomt, de handel in bepaalde artikelen gedurende een bepaalde termijn verbieden.

Hoofdstuk 2 TOEWIJZING EN BEZETTING VAN STANDPLAATSEN

Artikel 8 Vaste plaatsen als regel

  • 1. De standplaatsen op een markt worden als regel als vaste plaatsen toegewezen.

  • 2. Een vrijgekomen vaste plaats wordt als dagplaats beschouwd en blijft als zodanig aangemerkt, zolang zij niet als vaste plaats is toegewezen.

Artikel 9 Vergunning B&W

  • 1. De toewijzing van standplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning.

  • 2. Het is verboden een andere standplaats in te nemen dan de plaats waarvoor de vergunning is afgegeven.

Artikel 10 Legitimatie

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover burgemeester en wethouders te kunnen legitimeren door middel van een door een officiële instantie afgegeven, van een goedgelijkende foto voorzien, identiteitsbewijs. Hij moet dit identiteitsbewijs op eerste aanvrage aan de daartoe aangewezen ambtenaar tonen.

Artikel 11 Inschrijving gegadigden

  • 1. Degene die voor een standplaats in aanmerking wil komen, dient burgemeester en wethouders schriftelijk te verzoeken hem in te schrijven op een daartoe aangelegde lijst. Bij inschrijving op deze lijst worden, naast de datum van inschrijving, de artikelen of groepen van artikelen vermeld als bedoeld in artikel 3, lid 2. De betrokkene wordt daarvan een schriftelijk bewijs verstrekt.

  • 2. Om voor inschrijving op de in het eerste lid bedoelde lijst in aanmerking te komen, dient men een handelingsbekwaam natuurlijk persoon te zijn en aangetoond te hebben dat men voldoet aan de in artikel 12, lid 1, sub a en c vermelde vereisten, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3.

  • 3. Kinderen van standplaatshouders

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid, kan één wettig kind van een vaste standplaatshouder, dat gedurende de laatste 5 jaren, in loondienst, bij voortduring zijn ouder op diens vaste plaats bijstaat, op de in het eerste lid bedoelde lijst worden ingeschreven indien het persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel.

  • 4. De inschrijving op grond van het voorgaande lid wordt doorgehaald zodra inschrijving op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst kan plaatsvinden. Het feitelijk gebruik van rechten die uit inschrijving op bedoelde lijst voortvloeien blijft uitgesloten, zo lang de aanspraken als bedoeld in artikel 14, lid 3, bestaan.

  • 5. Een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 3 kan worden gewijzigd in een inschrijving op grond van het bepaalde in lid 2.

  • 6. Geen inschrijving voor standwerkers

    Het is een ingeschrevene als bedoeld in lid 1 of lid 3 niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 7. Kooplieden handelend in bederfelijke waar worden zo nodig, op grond van nader door de burgemeester en wethouders te stellen regels, opgeroepen wanneer daar behoefte aan is. Zij worden op de in lid 1 genoemde lijst opgenomen wanneer zij daadwerkelijk een al dan niet vaste plaats op een markt innemen.

Artikel 12 Vereisten ingeschrevenen

  • 1. Om voor een vaste plaats in aanmerking te komen is vereist dat de aanvrager een handelingsbekwaam natuurlijk persoon is en aantoont:

    • a.

      dat hij voldaan heeft aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, dan wel dat hij als bedrijfsleider van een rechtspersoon die heeft voldaan aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, persoonlijk voldoet aan de bij de toepasselijke vestigingsregeling gestelde eisen ter verkrijging van een vestigingsvergunning als bedoeld in de Vestigingswet Bedrijven of de Vestigingswet Detailhandel;

    • b.

      dat hij van het uitoefenen van handel zijn hoofdberoep maakt;

    • c.

      dat hij voldoende verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als gebruiker van een verkoopinrichting op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade. Betrokkene dient burgemeester en wethouders jaarlijks het bewijs over te leggen dat de door hem ter zake verschuldigde premie is voldaan.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het bepaalde in lid 1, onder b en c, in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 3. Een marktkoopman wordt geacht aan het in lid 1, onder c, genoemde te hebben voldaan, indien hij een geldig bewijs van lidmaatschap overlegt van een organisatie die voor haar leden een collectieve verzekering als bedoeld in lid 1, sub c, heeft afgesloten.

  • 4. Aanvrager behoort bovendien ten minste drie maanden op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Burgemeester en wethouders kunnen van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 13 Schriftelijke vergunning vaste plaats

  • 1. Van de toewijzing van een vaste plaats wordt door burgemeester en wethouders aan de standplaatshouder een schriftelijke vergunning afgegeven, vermeldende:

    • a.

      de naam en voornamen, geboortedatum en -plaats alsmede woonplaats en adres;

    • b.

      een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer daarvan;

    • c.

      de artikelen of groep van artikelen, welke door de standplaatshouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht.

  • 2. Lijst van vergunninghouders vaste plaats

    Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving worden tevens de artikelen of de groep van artikelen als bedoeld in lid 1, onder c, vermeld.

Artikel 14 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

  • 1. Bij de toewijzing van vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch ten minste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen daarvoor allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen, zulks in de volgorde waarin zij op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst zijn ingeschreven.

    • a.

      na uitvoering van het gestelde onder lid 1 is vervolgens circa 1/3 deel van de jaarlijks vrijgekomen ruimte bestemd voor diegenen die schriftelijk aan burgemeester en wethouders te kennen hebben gegeven hun standplaats te willen uitbreiden met een uitbreiding ter grootte van maximaal een standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde stallen, tot een maximale verkooplengte van 12 meter.

    • b.

      vervolgens is circa 2/3 deel dan wel de resterende overgebleven ruimte bestemd voor uitgifte als vaste standplaats aan diegenen welke staan ingeschreven op de lijst van gegadigden voor een dagplaats.

  • 3. Degene die op grond van artikel 11, lid 3, op de in het tweede lid van dit artikel bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen vaste plaats worden toegewezen zo lang het recht van zijn ouder op een vaste plaats bestaat; wèl wordt hij, als hij op grond van de bepalingen in dit artikel aan de beurt is voor het verwerven van een vaste plaats, ingeschreven op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst.

  • 4. Indien voor de markt een indeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden, overeenkomstig door burgemeester en wethouders tevoren vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

  • 5. Degenen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, kunnen alleen dan voor een vaste plaats in aanmerking komen, indien zij zich tenminste drie maanden vóór het bereiken van genoemde leeftijd als gegadigde op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst hebben doen inschrijven.

Artikel 15 Intrekking vergunning vaste plaats

  • 1. De vergunning voor een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in lid 4 van dit artikel;

    • c.

      wanneer niet langer wordt voldaan aan een of meer van de eisen, gesteld in artikel 12, lid 1, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3;

    • d.

      indien de vergunninghouder niet tenminste eenmaal per twee weken en ten minste negen maal per kwartaal zijn plaats op de markt inneemt, zulks met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21, 22 en 23.

  • 2. De vergunning voor een vaste plaats wordt eveneens ingetrokken van degene die, gedurende een tijdvak van vierentwintig achtereenvolgende maanden, van het recht op het innemen van een vaste plaats persoonlijk geen of nagenoeg geen gebruik heeft kunnen maken.

  • 3. Indien het bepaalde in de beide voorgaande leden toepassing vindt, wordt de inschrijving op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst van vergunninghouders doorgehaald.

  • 4. Overschrijving rechten vaste plaats

    Bij het overlijden van de vergunninghouder en in het geval toepassing wordt gegeven aan lid 2 van dit artikel, wordt de vergunning voor de vaste plaats overgeschreven op de overblijvende echtgenoot of daarmee gelijkgestelde, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek binnen negen weken na het overlijden dan wel na het verstrijken van de in lid 2 vermelde termijn bij burgemeester en wethouders wordt ingediend. Indien de aanvrager, bedoeld in de vorige alinea, vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt de vergunning voor die plaats ingetrokken. De inschrijving op de lijst bedoeld in artikel 13, lid 2, wordt dienovereenkomstig gewijzigd.

  • 5. In het geval er sprake is van hetgeen gesteld is onder lid 1, sub a of b of het gestelde onder lid 2, en lid 4 is niet van toepassing, kan het meewerkend kind als bedoeld onder artikel 11, lid 3, dan wel een wettig kind, als tweede of de vaste medewerker die de laatste vijf jaren op de markt bij de vaste koopman op de loonlijst heeft gestaan als laatste, binnen negen weken schriftelijk aan burgemeester en wethouders verzoeken de standplaats te mogen overnemen, waarbij voldaan moet worden aan de eisen gesteld onder artikel 12, de leden 1, 2 en 3.

  • 6. Afwijken wegens bijzondere omstandigheden

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden, bij gemotiveerd besluit, af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Artikel 16 Tijdstip bezetten vaste plaats

  • 1. Degene aan wie een vergunning is afgegeven, dient de standplaats uiterlijk een half uur voor de aanvang van de markt bezet te hebben, bij gebreke waarvan de betreffende plaats voor die dag als dagplaats wordt aangemerkt.

  • 2. Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing, indien de vergunninghouder burgemeester en wethouders vóór dit tijdstip onder opgave van een geldige reden, welke hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 17 Toewijzing dagplaatsen

  • 1. Om voor een dagplaats in aanmerking te komen, dient aanvrager op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst te zijn ingeschreven. Toewijzing van dagplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders af te geven vergunning op het in artikel 16, lid 1, genoemde tijdstip, in volgorde van de datum van inschrijving op deze lijst.

  • 2. Degene die op grond van het bepaalde in artikel 11, lid 3, op de in het voorgaande lid bedoelde lijst is ingeschreven, kan geen dagplaats worden toegewezen zo lang zijn ouder vergunninghouder van een vaste plaats is.

  • 3. Indien voor de markt een regeling per artikelengroep geldt, wordt hiermee rekening gehouden bij toepassing van het bepaalde in het eerste lid, overeenkomstig door burgemeester en wethouders vast te stellen en ter openbare kennis te brengen regelen.

Artikel 18 Doorhalen inschrijving lijst van gegadigden

De inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst van gegadigden voor een standplaats wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    wanneer niet langer wordt voldaan aan één of meer van de eisen, bedoeld in artikel 11, lid 2 of lid 3;

  • d.

    indien de ingeschrevene niet tenminste tweemaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in de artikelen 17, lid 2, 21, 22 en 23 van toepassing is;

  • e.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is afgegeven, tenzij hij die vergunning niet aanvaardt op grond van een door burgemeester en wethouders geldig geachte reden.

Artikel 19 Regels standwerkers

  • 1. Het is uitsluitend op daartoe aangewezen standplaatsen toegestaan als standwerker op te treden.

  • 2. Onder standwerker wordt verstaan de marktkoopman die publiek om zich verzamelt, een het publiek aansprekende uiteenzetting houdt over het door hem te verkopen artikel en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop daarvan te bewegen.

  • 3. De toewijzing van standwerkersplaatsen geschiedt bij door burgemeester en wethouders per marktdag af te geven vergunningen. Na loting ter bepaling van wie van degenen die meeloten een vergunning krijgen, bepalen burgemeester en wethouders welke standwerker welke standwerkersplaats mag innemen.

  • 4. Tot de loting voor een vergunning voor een standwerkersplaats kunnen slechts worden toegelaten marktkooplieden die handelingsbekwaam zijn en aantonen dat zij voldoen aan de in artikel 12, lid 1, sub a en c, gestelde eisen, onverminderd het bepaalde in artikel 12, lid 2 en 3, met dien verstande, dat allereerst tot de loting worden toegelaten:

    • d.

      door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerde personen, van wie is gebleken dat zij in de uitoefening van de markthandel uitsluitend en daadwerkelijk als standwerker plegen op te treden;

    • b.

      Dat eerst nadien tot de loting worden toegelaten:

      andere marktkooplieden die door het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht als standwerker geregistreerd zijn en ten aanzien van wie niet gebleken is dat zij op een standwerkersplaats niet daadwerkelijk actief zijn als standwerker.

  • 5. Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks vóór de loting aan burgemeester en wethouders kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.

  • 6. Indien de omstandigheden op de markt daartoe aanleiding geven, kunnen burgemeester en wethouders beperkingen stellen aan het aantal af te geven vergunningen voor standwerkersplaatsen per artikelengroep.

  • 7. Een standwerker mag de aan hem toegewezen plaats niet te zamen met een ander benutten, waaronder mede wordt verstaan dat hij zich niet door een ander mag doen aflossen. Het bovenstaande geldt niet voor degenen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel.

  • 8. Geen inschrijving als meeloper

    Een standwerker die heeft deelgenomen aan de loting als bedoeld in lid 4, wordt op de dag dat hij heeft deelgenomen aan de loting, niet ingeschreven op de lijst als bedoeld in artikel 11, lid 1. Hij kan op deze dag dan ook geen andere plaats bezetten dan een standwerkersplaats.

Artikel 20 Persoonlijk innemen standplaatsen

  • 1. Een standplaats moet door de vergunninghouder persoonlijk worden ingenomen; hij mag de standplaats derhalve niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Artikel 21 Regeling bij ziekte

  • 1. Vergunninghouders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats te bezetten, alsmede degenen die op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst staan ingeschreven en die zich om dezelfde reden niet ter markt kunnen melden, dienen burgemeester en wethouders daarvan schriftelijk in kennis te stellen.

  • 2. Deze schriftelijke mededeling dient tijdig vóór de betreffende marktdag te worden ingezonden. Bij plotselinge verhindering moet de mededeling mondeling of telefonisch worden gedaan, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding, als verwacht mag worden dat de ziekte langer dan twee marktdagen gaat duren.

  • 3. Bij langdurige afwezigheid van een vergunninghouder wegens ziekte, dient ten bewijze van deze reden van verhindering iedere drie maanden een geneeskundige verklaring te worden overgelegd. Burgemeester en wethouders kunnen van het overleggen van deze verklaring ontheffing verlenen.

  • 4. Keuring

    Indien de in het vorige lid bedoelde verklaring van een geneeskundige niet wordt overgelegd of indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders behoefte bestaat aan nadere informatie, dient de vergunninghouder op kosten van ongelijk een keuring te ondergaan bij een door burgemeester en wethouders aan te wijzen geneeskundige.

Artikel 22 Regeling bij vakantie

  • 1. Degenen, bedoeld in de artikelen 11 en 13, lid 2, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, met inachtneming van het hierna in lid 2 bepaalde, schriftelijk mededeling te doen aan burgemeester en wethouders.

  • 2. De in artikel 15, lid 1, onder d, vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige bezetting van een toegewezen vaste plaats teneinde de vergunning voor de vaste plaats te behouden, alsmede de in artikel 18, onder d., vervatte regeling inzake de verplichting tot een regelmatige aanmelding op de markt teneinde de inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst gehandhaafd te doen blijven, blijft per kalenderjaar ten hoogste zes marktdagen buiten werking, indien de rechthebbende, na te hebben voldaan aan het in lid 1 genoemde voorschrift, wegens vakantie afwezig is.

  • 3. De rechthebbenden als hierboven bedoeld, kunnen op buitenwerkingstelling van de in lid 2 aangeduide regelingen alleen dan aanspraak maken, indien zij op de marktdag, voorafgaande aan hun afwezigheid wegens vakantie, de hun toegewezen plaats hebben bezet, dan wel als op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst ingeschreven gegadigden een plaats hebben toegewezen gekregen of blijkens hun aanmelding bij de dienstdoende marktmeester getracht hebben een plaats te verkrijgen.

  • 4. De rechthebbenden als bedoeld in lid 2 hebben voorts, tot behoud van hun eerderomschreven rechten, de verplichting op de eerste marktdag, volgend op die, waarop zij - binnen het in lid 2 gestelde maximum aantal marktdagen - wegens vakantie afwezig waren, hun vaste plaats weer in te nemen dan wel zich weer ter markt te melden teneinde te trachten een opengebleven marktplaats toegewezen te krijgen.

Artikel 23 Vervanging

  • 1. In bijzondere omstandigheden kan door burgemeester en wethouders aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 13, lid 2, bedoelde lijst of aan hen, die zijn ingeschreven op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst, op schriftelijk verzoek, tijdelijk ontheffing worden verleend van de verplichting om zelf op hun vaste plaats aanwezig te zijn, dan wel zich bij de marktmeester aan te melden voor het verkrijgen van een dagplaats.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, alsmede in die, bedoeld in artikel 21 of in artikel 22, kunnen burgemeester en wethouders, op schriftelijk verzoek, de vergunninghouder van een vaste plaats vergunning verlenen zich te laten vervangen door een met name te noemen persoon.

Overige maatregelen van orde

Artikel 24 Tijdstip aan- en afvoer van goederen

Het is verboden vroeger dan 3 uren voor de aanvang van de markt goederen of waren ter markt aan te voeren. De aanvoer moet zijn beëindigd bij de aanvang van een markt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders. De afvoer moet zijn beëindigd en de voertuigen moeten verwijderd zijn uiterlijk 1 uur na de sluitingstijd van de markt.

Artikel 25 Innemen standplaats tot sluitingstijd markt

De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen, waarbij hij zijn handelswaar op de stal uitgestald dient te hebben. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, te hunner beoordeling, van deze bepaling ontheffing verlenen.

Artikel 26 Parkeren marktvoertuigen

Het is verboden rij- en voertuigen, waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben op een andere plaats dan die, welke door burgemeester en wethouders is aangewezen.

Artikel 27 Verboden

Het is de standplaatshouder verboden:

Afwezigheid van uitstalling

  • a.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders langer dan 60 minuten van zijn uitstalling te verwijderen; gedurende deze tijd mag hij zijn standplaats niet onbeheerd achterlaten.

    Goederen aanbieden buiten de markttijden

  • b.

    op het marktterrein op een andere dan voor de markt bestemde tijd goederen of waren te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

    Meer ruimte innemen dan is toegewezen

  • c.

    meer ruimte in te nemen dan hem is toegewezen.

    Opstal afbreken of verplaatsen

  • d.

    de opstal op zijn standplaats tijdens de markt af te breken of te verplaatsen.

    Doorgang belemmeren

  • e.

    de doorgang in de wandelgangen op en langs het marktterrein op enigerlei wijze te hinderen of te belemmeren.

    Verkopen aan voorzijde standplaats

  • f.

    zich, behoudens ontheffing van burgemeester en wethouders, aan de voorzijde van de standplaats op te houden bij het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of waren.

    Goederen zonder vergunning

  • g.

    op de standplaats andere goederen of waren in voorraad te hebben dan die, waarvoor vergunning is verleend.

    Aanvoeren afval

  • h.

    op de markt afval aan te voeren. Onder afval wordt mede verstaan waren of goederen of partijen daarvan, die geheel of in belangrijke mate ongeschikt zijn om te verhandelen.

Artikel 28 Verzorging standplaats

  • 1. De vergunninghouder is verplicht er zorg voor te dragen dat zijn standplaats, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • 2. Hij dient zijn kraam aan de voorzijde tussen verkoopblad en grond af te schermen.

  • 3. Tijdens de markt dient hij zijn afval, verpakkingsmaterialen e.d., zelf in te zamelen.

  • 4. Alvorens hij het marktterrein verlaat, dient hij zijn standplaats schoon op te leveren en het afval in de stortplaatsen of anderszins te deponeren.

Artikel 29 Geluid

  • 1. Het is verboden tijdens de markt op het marktterrein gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2. Het op de standplaats aanwezig hebben van radiotoestellen, grammofoons, bandrecorders en dergelijke toestellen, anders dan ten verkoop, is evenmin toegestaan.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen, onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 30 Koken, bakken, verwarmen

  • 1. Het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak-en kookinstallaties te gebruiken.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 31 Afvalbakken

Vergunninghouders aan wie tevens vergunning is verleend op hun standplaats geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken, dienen aan de voorzijde van hun marktkraam of verkoopgelegenheid een tweetal korven of bakken van voldoende grootte te plaatsen.

Artikel 32 Naamsaanduiding op standplaats

Vergunninghouders zijn verplicht gedurende de tijd dat zij hun goederen of waren ten verkoop aanbieden, op een duidelijk zichtbare plaats aan hun marktkraam of verkoopgelegenheid een bord te hebben, waarop duidelijk leesbaar de voorletters en de naam van de rechthebbende op de betreffende standplaats zijn aangegeven.

Artikel 33 Duidelijke prijsaanduidingen

Onverminderd het bepaalde in het Besluit prijsaanduiding goederen, dient, indien de ten verkoop aangeboden goederen of waren geprijsd worden, de prijsaanduiding tot generlei misverstand aanleiding te kunnen geven en voor het publiek duidelijk leesbaar te zijn.

Artikel 34 Hygiëne

De vergunninghouder wie tevens vergunning is verleend tot de verkoop van eet- en drinkwaren, is verplicht, onverminderd het bepaalde in de warenwetgeving, zijn goederen of waren op zodanige wijze uit te stallen, dat zij voldoende beschermd zijn tegen verontreiniging door stof, vuil of anderszins.

Artikel 35 Meet- en weegwerktuigen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de IJkwet en het IJkreglement, is de vergunninghouder die zijn goederen of waren per maat of gewicht verkoopt, verplicht ervoor zorg te dragen dat zijn meet- of weegwerktuigen in deugdelijke staat verkeren.

  • 2. Het weegwerktuig moet zodanig aan de naar het publiek gekeerde zijde van de standplaats zijn geplaatst of aangebracht, dat het daarop bij weging aangegeven gewicht steeds voor het publiek duidelijk leesbaar is.

Artikel 36 Voertuigen op het marktterrein

  • 1. Behoudens het bepaalde in artikel 26, is het verboden zich op marktdagen met een voertuig op het marktterrein te bevinden of een voertuig op het marktterrein aanwezig te hebben.

  • 2. Onder een voertuig wordt in deze verordening verstaan elk object dat ten doel heeft over enige afstand een of meer personen of goederen te vervoeren.

  • 3. Niet onder de werking van het bepaalde in het eerste lid vallen kinderwagens, boodschappenwagentjes, rolstoelen en aan de hand meegevoerde fietsen en bromfietsen met uitgeschakelde motor.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 37 Venten op het marktterrein

  • 1. Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan door burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend, voor zoveel betreft de verkoop van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders.

Artikel 38 Gedrukte stukken, propaganda

Van toepassing is artikel 2.1.3.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Straf- en slotbepalingen

Artikel 39 Nadere regels te stellen door B&W

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen betreffende het in deze verordening bepaalde, waartoe zij een uitvoeringsreglement op de marktverordening dienen vast te stellen.

Artikel 40 Ogenblikkelijke verwijdering

Degene die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt, dan wel op een hem toegewezen standwerkersplaats niet als standwerker actief is, een en ander ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan, onverminderd het bepaalde in de artikelen 41 en 42, door burgemeester en wethouders gelast worden zich met zijn goederen of waren ogenblikkelijk van de markt te verwijderen, aan welke last onmiddellijk gevolg dient te worden gegeven.

Artikel 41 Intrekken vergunning en schorsing

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of de inschrijving op de in artikel 11, lid 1, bedoelde lijst doorhalen, dan wel de standplaatsvergunning telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen intrekken, indien:

    • a.

      de vergunninghouder het bij of krachtens deze verordening bepaalde overtreedt;

    • b.

      van de plaats gebruik wordt gemaakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

    • c.

      de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag.

  • 2. Naast de overtredingen als gesteld in het eerste lid geldt voor een standwerker als bedoeld in artikel 19 dat burgemeester en wethouders hem voor telkens drie, dan wel voor ten hoogste twaalf maanden aaneen het recht op meeloting kunnen ontzeggen indien hij niet als standwerker optreedt, zoals omschreven in artikel 19, lid 2.

Artikel 42 Geldboete en hechtenis

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5, 7, 24, 26, 29, lid 1, 36, 37 en 38 dezer verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste 2 maanden.

Artikel 43 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Marktverordening'.

Artikel 44

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1996 en is op iedere markt binnen de gemeente afzonderlijk van toepassing.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 november 1995.
Bekend gemaakt: 12 december 1995.