Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR54658
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR54658/1
Regeling vervallen per 01-01-2017
Verordening Wet Kinderopvang
Geldend van 13-01-2005 t/m 31-12-2016 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2005
De raad van de gemeente Ouderkerk;
Gelezen het voorstel van het college van 5 oktober 2004;
Gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang en artikel 149 van de Gemeentewet;
Overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;
Besluit vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING WET KINDEROPVANG
§ 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
het college: het college van burgemeester en wethouders;
- b.
de wel: de Wet kinderopvang;
- c.
kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;
- d.
gastouderopvang: kinderopvang als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel c van de wet;
- e.
kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;
- f.
gastouderbureau: een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt;
- g.
ouder: een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i van de wet;
- h.
partner: een persoon als bedoeld in artikel 2 van de wet;
- i.
tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de gemeente.
§ 2. AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING WETTELIJKE DOELGROEPEN
Artikel 2 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
- 1.
Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang beval:
- a.
naam, adres en sofi-nummer van de ouder;
- b.
indien van toepassing: naam en sofi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
- c.
naam, geboortedatum en sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde ntegemoetkoming betrekking heeft;
- d.
een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
- e.
gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;
- f.
overige gegevensdie het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag vande tegemoetkoming.
- 2.
Het college kan bepalen dat de aanvraaggeschiedt met behulp vaneen door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
- 3.
Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraagmede ondertekend door de partner.
§ 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 3 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
- 1.
Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.
- 2.
Het college kan dit besluit met ten hoogste vierweken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 4 Weigeringsgrond
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 vande wet.
Artikel 5 Ingangsdatum van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt verleend met ingang vande datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangstis genomen.
- 2.
Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang vande datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
Artikel 6 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
- 1.
De tegemoetkoming wordt verleend voorde periode van een tegemoetkomingsjaar.
- 2.
In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming vooreen andere periode verlenen.
Artikel 7 Omvang van de kinderopvang
- 1.
Het college verleent de tegemoetkoming voorhet aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.
- 2.
In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, vande wet de tegemoetkoming voorhet aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie vanarbeid en zorg.
Artikel 8 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening vaneen tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
- a.
de vaststellingtot welke vande gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;
- b.
de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
- c.
de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
- d.
de periode en de omvang vande kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
- e.
de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
- f.
de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
- g.
de verplichtingen van de ouder.
Artikel 9 De betaling van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt op basis van maandelijkse declaraties uitbetaald.
- 2.
Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van betaling.
§ 4. VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 10 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming
Hetcollege stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na afloop van het tegemoetkomingsjaar vast.
Artikel 11 Terugvordering
Teveel betaalde bedragen worden overeenkomstig artikel 38 Wet kinderopvang teruggevorderd.
§ 5. VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER
Artikel 12 Inlichtingenplicht
- 1.
De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.
- 2.
De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.
§ 6. SLOTBEPALINGEN
Artikel 13 Inwerkingtreding
Onder toepassing van artikel 25 van de tijdelijke referendumwet treedt deze verordening in werking met ingang van 1 januari 2005.
De verordening kinderopvang, vastgesteld op 13 december 2001, zal worden ingetrokken per 1 januari 2005 behalve voor het onderdeel wat betrekking heeft op peuterspeelzalen. Te zijner tijd zal er een specifieke verordening voor peuterspeelzalen komen.
Artikel 14 Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet kinderopvang gemeente Ouderkerk.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 16 december 2004
De griffier,
M. Metz
De voorzitter,
Mr. J. H. Oosters
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl