Regeling vervallen per 24-11-2020

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Leek 2006

Geldend van 23-11-2006 t/m 23-11-2020

Intitulé

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Leek 2006

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 oktober 2006, nr. 38;

gelet op de relevante artikelen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht en dan specifiek het bepaalde in titel 4.2 (Subsidies) van

Hoofdstuk 4 van de Algemene wet bestuursrecht;

B E S L U I T :

vast te stellen de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Leek 2006

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Monument:de objecten die op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst zijn.

  • b.

    Eigenaar:in deze verordening wordt onder eigenaar mede verstaan:

    • 1.

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • 2.

      de houder van een recht van opstal;

    • 3.

      de houder van een appartementsrecht;

    • 4.

      de toekomstige eigenaar, erfpachter, houder van een recht op opstal of houder van een appartementsrecht.

  • c.

    Subsidiabele kosten:de geraamde en door of namens het college goedgekeurde kosten van:

    • -

      aanneemsom;

    • -

      het honorarium van de architect en andere adviseurs;

    • -

      de leges voor de bouwvergunning;

    • -

      de verschuldigde omzetbelasting;

    • -

      eventueel noodzakelijk meerwerk tot max. 5% van de aanneemsom.

      Indien de werkzaamheden (voor een deel) worden verricht in zelfwerkzaamheid, worden de loonkosten niet tot de kosten van de voorziening gerekend.

  • d.

    Restauratie: voorzieningen en werkzaamheden aan een beschermd monument, het normale onderhoud te boven gaande, die voor het herstel van het beschermd monument noodzakelijk zijn.

  • e.

    Onderhoud:periodieke werkzaamheden aan een (gedeeltelijk) in goede staat verkerend beschermd monument, welke werkzaamheden door het college als zodanig worden aangemerkt en dienen om het beschermd monument als zodanig in stand te houden.

  • f.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht.

  • g.

    Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Leek 2006.

Artikel 1.2 Reikwijdte

  • 1. Deze subsidieverordening is van toepassing op de subsidiëring op het terrein van de gemeentelijke monumentenzorg.

  • 2. Het college verleent, met inachtneming van het bepaalde in de wet, de Algemene subsidieverordening en deze verordening, aan aanvragers subsidie.

Artikel 1.3 Subsidieplafond

Alvorens het college een subsidieplafond instelt, wint zij advies in van de gemeentelijke monumentencommissie over de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag.

Artikel 1.4 Algemene voorwaarden

  • 1. De subsidie wordt verleend op voorwaarde dat niet met de werkzaamheden wordt begonnen voordat op de aanvraag om verlening van subsidie is beslist.

  • 2. De subsidie wordt slechts verleend op voorwaarde dat de door het college met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:

    • -

      toegang wordt verleend tot het pand;

    • -

      inzage wordt verleend in de, op de werkzaamheden betrekking hebbende, bescheiden en tekeningen;

    • -

      de op de te treffen voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;

    • -

      gelegenheid wordt geboden tot het controleren van de gegevens betrekking hebbende op de getroffen voorzieningen.

  • 3. Alle bescheiden en gegevens moeten worden verstrekt die naar het oordeel van het college nodig zijn voor de juiste toetsing van het plan.

  • 4. Bij de uitvoering van de werkzaamheden mag niet worden gehandeld in strijd met het bepaalde in het Vestigingsbesluit bedrijven.

  • 5. Subsidie wordt niet verleend voor zover de kosten van de restauratie of het onderhoud op grond van een verzekering gedekt worden of op derden verhaald kunnen worden.

  • 6. Subsidie wordt niet verleend indien de voor het verrichten van de activiteiten noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend.

Artikel 1.5 Tijdstip indiening aanvraag, te verstrekken gegevens

  • 1. De aanvraag om verlening van een subsidie wordt bij het college ingediend voor 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in de Wet verstrekt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens en/of bescheiden:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de kosten;

    • b.

      een gespecificeerde materiaal- en kleurenstaat;

    • c.

      een bouwkundig inspectierapport van een onafhankelijk deskundige;

    • d.

      tekeningen van de bestaande en toekomstige situatie;

    • e.

      ingeval van restauratie een restauratieplan dat door een ter zake deskundig architect is ontworpen, die tevens met de begeleiding van de uitvoering van het plan is belast, een en ander ter beoordeling van het college.

Artikel 1.6 Subsidieverlening

  • 1. Het college beschikt op een subsidieaanvraag als bedoeld in artikel 1.5, na advies van de gemeentelijke monumentencommissie, voor 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Bij hun besluit omtrent subsidieverlening bepalen zij de hoogte van de subsidie.

Artikel 1.7 Subsidievaststelling

  • 1.

    Het vaststellen van een op grond van deze verordening verleende subsidie door het college vindt plaats nadat:

  • a.

    de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling heeft ingediend, bij welke aanvraag een schriftelijke gereedmelding van de in de subsidieaanvraag opgenomen werkzaamheden is gevoegd en een gespecificeerde geldelijke verantwoording met betalingsbewijzen van die werkzaamheden.

  • b.

    de onder a. bedoelde werkzaamheden door of vanwege het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.

Artikel 1.8 Voorschot

Indien subsidie wordt verleend, kan aan de aanvrager op zijn verzoek een voorschot worden verstrekt.

Artikel 1.9 Intrekking of wijziging besluit subsidieverlening

  • 1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college de beschikking tot verlening van de subsidie naast de in artikel 4:48 van de wet genoemde gronden intrekken of ten nadele van de ontvanger van de subsidie wijzigen en reeds betaalde voorschotten terugvorderen, indien de woning of het bedrijf waarvoor subsidie is verleend, wordt vervreemd voordat het college heeft ingestemd met de gereedmelding.

  • 2. Indien een in het eerste lid genoemde beschikking gedeeltelijk wordt ingetrokken, is dit gedeelte evenredig aan de mate waarin de in het eerste lid genoemde situatie en de situaties genoemd in artikel 4:48 van de wet zich voordoen.

Artikel 1.10 Intrekking of wijziging besluit subsidievaststelling

Indien een beschikking tot subsidievaststelling op grond van het bepaalde in artikel 4:49 van de Wet ten nadele van de ontvanger van subsidie wordt gewijzigd, is die wijziging evenredig aan de mate waarin de in artikel 4:49, eerste lid van de wet genoemde situaties zich voordoen.

Artikel 1.11 Herziening bedragen

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in deze verordening opgenomen bedragen herzien.

Hoofdstuk 2 Restauratiesubsidie

Artikel 2.1 Subsidieverlening

  • 1. Het college kan aan een eigenaar tevens bewoner van een monument subsidie verlenen in de kosten van restauratie, die voor het herstel van het monument noodzakelijk is.

  • 2. Aan de eigenaar, tevens verhuurder van een bewoond monument kan een subsidie verleend worden in de kosten van restauratie als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Aan de eigenaar van een monument, niet zijnde een woning en niet tot woning bestemd, kan een subsidie worden verleend in de kosten van restauratie als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De subsidie zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 50% van de door het college subsidiabel gestelde kosten, doch ten hoogste € 23.00,00.

  • 5. De subsidie zoals bedoeld in het tweede en derde lid bedraagt maximaal 50% van de door het college subsidiabel gestelde kosten, doch ten hoogste € 17.000,00.

  • 6. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 2.2 Beoordelingscriteria

Het college verleent subsidie indien aan elk van de volgende beoordelingscriteria wordt voldaan:

  • a.

    uit het bouwtechnisch rapport als bedoeld in artikel 1.5, tweede lid, onder c blijkt dat het monument van matige of slechte kwaliteit is;

  • b.

    de kosten van de voorzieningen staan in redelijke verhouding tot het te bereiken kwaliteitsniveau en de waarde van het monument;

  • c.

    het plan is sober en doelmatig;

  • d.

    er is niet reeds een begin met de activiteiten gemaakt zonder schriftelijke toestemming van het college;

  • e.

    het monument na het treffen van de voorzieningen naar het oordeel van het college aan redelijke eisen vanuit een oogpunt van monumentenzorg levert.

Artikel 2.3 Af te wegen belangen

Bij hun besluit op de aanvraag houdt het college rekening met:

  • a.

    de esthetische, wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde van het monument;

  • b.

    de bouwtechnische en uiterlijke staat van het monument mede in relatie tot zijn omgeving;

  • c.

    het huidige en toekomstige gebruik van het monument.

Artikel 2.4 Voorwaarden

De subsidie wordt verleend onder de voorwaarden dat:

  • 1.

    de restauratie is voltooid binnen twee jaren na de subsidieverlening, tenzij het college heeft toegestaan dat de restauratie in ten hoogste vier fasen, doch uiterlijk binnen vier jaren, wordt uitgevoerd mits in de eerste fase ten minste de bouwtechnische gebreken van het gehele pand worden opgeheven;

  • 2.

    de eigenaar zich verplicht gedurende een periode van ten minste vijftien jaar na de vaststelling van de subsidie het monument elke twee jaar te laten inspecteren op onderhoudsgebreken door een door het college goedgekeurde onafhankelijke instelling;

  • 3.

    de eigenaar terstond na ontvangst een afschrift van een rapport opgesteld door een instantie als bedoeld in het vorige lid aan het college zendt;

  • 4.

    de eigenaar zich vanaf de aanvang van de restauratie verplicht op zijn kosten het monument te verzekeren dan wel verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade;

  • 5.

    de eigenaar zich verplicht na afloop van de restauratie het monument te onderhouden in de staat waarin het door de restauratie gebracht is.

Artikel 2.5 Beperkingen

De subsidie wordt niet verleend indien met het treffen van de voorzieningen de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend.

Hoofdstuk 3 Onderhoudssubsidie

Artikel 3.1 Subsidieverlening

  • 1. Het college kan aan een eigenaar van een monument subsidie verlenen in de kosten van het onderhoud van dat monument wanneer het betreffende pand overigens in een goede technische staat verkeert.

  • 2. De subsidie zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 30% van de door het college subsidiabel gestelde kosten doch ten hoogste € 2.300,00.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 3.2 Voorwaarden

  • 1. Binnen 26 weken na de datum van de subsidieverlening dient met het treffen van de werkzaamheden een aanvang te zijn gemaakt en de werkzaamheden dienen te zijn voltooid binnen 52 weken na genoemde datum.

  • 2. De subsidie kan in het geval dat een monument of onderdeel van een monument is gerestaureerd zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, niet eerder worden aangevraagd dan vijf jaar na de datum van voltooiing van de restauratie.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 3.3 Beperkingen

De subsidie wordt niet verleend:

  • 1.

    indien en voor zover de eigenaar belastingaftrekmogelijkheden heeft voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.1 het eerste lid;

  • 2.

    indien de subsidiabele kosten van de te verrichten werkzaamheden minder bedragen dan € 250,00;

  • 3.

    indien de geplande werkzaamheden niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

Hoofdstuk 4 Subsidie herstel karakteristieke dakbedekking

Artikel 4.1 Subsidieverlening

  • 1. Het college kan aan een eigenaar van een pand met karakteristieke dakbedekking en welk pand voorkomt op de door het college hiervoor vastgestelde lijst voor het restaureren of het geheel of gedeeltelijk terugbrengen van de dakbedekking, subsidie verlenen.

  • 2. De subsidie zoals bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal 50% van de door het college subsidiabel gestelde kosten, doch ten hoogste € 23.000,00.

  • 3. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 4.2 Voorwaarden

  • 1. Binnen 26 weken na de datum van de subsidieverlening dient met het treffen van de werkzaamheden een aanvraag te zijn gemaakt en de werkzaamheden dienen te zijn voltooid binnen 52 weken na genoemde datum.

  • 2. In bijzondere gevallen kan het college afwijken van het gestelde in dit artikel.

Artikel 4.3 Beperkingen

De subsidie wordt niet verleend:

  • 1.

    indien en voor zover de eigenaar belastingsaftrekmogelijkheden heeft voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.1 het eerste lid;

  • 2.

    indien de subsidiabele kosten van de te verrichten werkzaamheden minder bedragen dan € 250,00;

  • 3.

    indien de geplande werkzaamheden niet in redelijke verhouding staan tot het te verkrijgen resultaat.

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1 Overgangsbepaling

Op een aanvraag, die is ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt op grond van de voor dat tijdstip geldende regels beslist.

Artikel 5.2 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Leek 2006.

  • 2. Deze verordening treedt inwerking op de eerste dag na die waarop zij bekend is gemaakt.

  • 3. Gelijktijdig met het inwerkingtreden van deze verordening wordt de Subsidieverordening gemeentelijke monumenten, welke verordening op 26 maart 1999 door de gemeenteraad is vastgesteld, ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 30 oktober 2006.
B.C. Hoekstra, voorzitter, W. Loonstra, griffier