Regeling vervallen per 01-10-2010

Vaststelling Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Geldend van 25-12-1999 t/m 30-09-2010

De raad der gemeente Goedereede;

gelet op artikel 1, tweede lid en artikel 12 van de Brandweerwet 1985, artikel 8, tweede lid, van de Woningwet, artikel 8.11, derde lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer en artikel 149 van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 december 1999;

overwegende, dat burgemeester en wethouders de zorg hebben voor:a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;

dat de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen tot de taak van de brandweer behoort;

dat burgemeester en wethouders andere werkzaamheden, dan hierboven bedoeld, kunnen aanwijzen die de gemeentelijke brandweer verricht;

dat de brandbeveiligingsverordening, vastgesteld op 18 februari 1993, voorschriften bevat omtrent het gebruik van inrichtingen voor zover dit geen bouwwerken zijn als bedoeld in de Woningwet en de Bouwverordening;

dat de Bouwverordening voorschriften bevat omtrent het gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen, waaronder in elk geval zijn begrepen voorschriften met betrekking tot onder meer brandveiligheid;

dat de Wet milieubeheer beoogt het milieu te beschermen, onder meer door de brandveiligheid te bevorderen;

dat het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

               b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    repressieve taken:1° het beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;2° het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand;3° de uitvoering van werkzaamheden ter zake van het beperken en bestrijden van rampen als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;

  • b.

    preventieve taken:1° het voorkomen en beperken van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;2° de uitvoering van werkzaamheden ter beperking van rampen als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen;3° de uitvoering van de voorschriften met betrekking tot het brandveilig gebruik van woningen, woonketen, woonwagens, andere gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, en standplaatsen;4° de uitvoering van de Brandbeveiligingsverordening.

Artikel 2 Gemeentelijke brandweer

Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer.

Artikel 3 Taken brandweer

De taken van de gemeentelijke brandweer bestaan, behoudens de in artikel 5 aan de regionale brandweer opgedragen taken uit:

  • 1.

    de feitelijke uitvoering van de preventieve en repressieve taken;\

  • 2.

    andere dan de onder 1 genoemde werkzaamheden, voor zover deze niet te maken hebben met het wegnemen van onmiddellijk gevaar voor mens en dier, te weten:a. het beperken en bestrijden van milieu-incidenten;b. het reinigen van wegen en terreinen bij ongevallen;c. overige werkzaamheden, zulks ter beoordeling van de commandant, dan wel het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 4 Beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening

Burgemeester en wethouders leggen de gemeenteraad eenmaal per drie jaar een plan voor op welke wijze aan de inhoud van artikel 3 omschreven taken uitvoering zal worden gegeven (beleidsplan brandveiligheid en hulpverlening). Dit plan omvat in elk geval een omschrijving van de financiële en personele middelen die beschikbaar zijn voor de uitvoering van de preventieve en repressieve taken.

Artikel 5 Regionale taken

  • 1. Naast de in de artikel 3, tweede lid, van de Brandweerwet 1985 opgedragen taken, zijn de volgende taken van de gemeentelijke brandweer aan de regionale brandweer opgedragen:- de alarmering van de gemeentelijke brandweer;

  • 2. Burgemeester en wethouders dragen bij de uitvoering van deze verordening en overige regelingen met betrekking tot de in het eerste lid van dit artikel genoemde taak van de gemeentelijke brandweer, zorg voor de goede coördinatie met de gemeenschappelijke regeling voor de regionale brandweer waar de gemeente aan deelneemt.

Artikel 6 Personeel

  • 1. Het personeel van de gemeentelijke brandweer met preventieve en/of repressieve taken bestaat uit:a. één commandant;b. één plaatsvervangend commandant;c. drie andere bevelvoerders waarvan ten minste één:te Goedereede met één vervanger;te Ouddorp met één vervanger;te Stellendam met één vervanger;d. twee preventie-officieren;e. ten minste 49 manschappen, inclusief het kader vermeld onder a, b, c en d.

  • 2. Het personeel, bedoeld in lid 1, kan zijn samengesteld uit:a. personeel dat, na vrijwillige beschikbaarstelling, is aangesteld om anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;b. personeel dat is aangesteld om bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;c. personeel dat is aangewezen om op grond van de voor hem geldende rechtspositieregeling van de gemeente mede werkzaamheden bij de brandweer te verrichten.

  • 3. Indienstneming van personeel, als bedoeld in lid 2, onder a, geschiedt uitsluitend krachtens een aanstelling als ambtenaar zulks met inachtneming van de bepalingen van de voor dit personeel bij verordening vast te stellen rechtspositieregeling.

Artikel 7 Opleiding en oefening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de opleiding en oefening van het brandweerpersoneel, die voor de taakuitoefening noodzakelijk zijn.

Artikel 8 Instructie commandant

De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem door burgemeester en wethouders vastgestelde instructie.

Artikel 9 Materieel

  • 1. Het materieel van de gemeentelijke brandweer bestaat ten minste uit:a. een autospuit lage/hoge druk (ASLD/HD) te Goedereede;b. een autospuit lage druk/hoge druk (ASLD/HD) te Ouddorp;c. een autospuit lage druk/hoge druk (ASLD/HD) te Stellendam;d. een hulpverleningsvoertuig model HV3.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel en de overige zaken van de brandweer worden ondergebracht.

Artikel 10 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijde zoveel mogelijk gewaarborgd is.

Artikel 11 Citeertitel en in werking treden

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening brandveiligheid en hulpverlening.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.

  • 3. Op de in het tweede lid genoemde datum vervalt de Organisatieverordening brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 28 augustus 1986.

          Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 december 1999.

          De secretaris,                                     De voorzitter,      mr. H. Scholtens.                                C. Sinke.