Regeling vervallen per 01-09-2012

Verordening op de lesgelden ter zake van het verstrekken van onderwijs aan leerlingen van de Muziek-, Dans- en Theaterschool, gevestigd te Veendam

Geldend van 17-03-2010 t/m 31-08-2012

Intitulé

Verordening Lesgeld 2010 (Muziekschool)

Nummer 42/Zelfstandige Eenheid Cultuur

de raad van de gemeente Veendam;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen betreffende de lesgelden ter zake van het verstrekken van onderwijs aan de leerlingen Muziek-, Dans- en Theaterschool, gevestigd te Veendam.

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de lesgelden terzake van het verstrekken van onderwijs aan leerlingen van de Muziek-, Dans- en Theaterschool, gevestigd te Veendam

luidende als volgt:

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

1.1    burgemeester en wethouders     :    burgemeester en wethouders van de gemeente Veendam;

1.2.   de school                                 :    de Muziek-, Dans- en Theaterschool "Veendam/Pekela";

1.3    cursusjaar                                :    het schooljaar, te weten van 1 september tot en met

                  31 augustus;

1.4    leerling                                     :    een ieder, die aan de onder artikel 1 genoemde school is   ingeschreven om onderwijs te volgen;

1.5    meerderjarige leerling                :    de leerling die op het moment van inschrijving 18 jaar is;

1.6    de minderjarige leerling              :    de leerling die voor 1 augustus van het cursusjaar nog geen 18 jaar is;

1.7    reductie                                    :    het bedrag dat afgetrokken wordt;

1.8    lesgeld                                     :    het tarief dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening en de nadere regels voor het volgen van onderwijs aan de school is vastgesteld;

1.9    maand                                     :    kalendermaand, van een aaneengesloten periode van 30 dagen;

1.10  kwartaal                                   :    een aaneengesloten periode van 30 dagen;

1.11  inkomen                                   :    1. het loon in de zin van de Wet op de loonbelasting     961,verminderd met:

a. het vakantiegeld;

b. de tegemoetkoming in de ziektekosten op grond van de Interimregeling ziektekosten 1982 (Stbl. 173);

c. de ingehouden loonbelasting;

d. de ingehouden premies volksverzekeringen;

e. de door de werkgever en de werknemer verschuldigde premie ingevolge de Ziekenfondswet (Stbl. 1986, 347);

f.   de door de werkgever en de werknemer verschuldigde premie ingevolge een publiekrechtelijke ziektekostenverzekering voor

ambtenaren, en;

2. de niet als loon genoten zuivere inkomsten, bedoeld

in afdeling 3, van hoofdstuk II van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, en;

3. een vierde deel van de winst uit een onderneming, bedoeld in artikel 2 van hoofdstuk II van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, genoten in het kalenderjaar voorafgaande aan het cursusjaar waarvoor men lesgeld verschuldigd is;

Artikel 2. Reikwijdte verordening

Deze verordening is van toepassing op leerlingen woonachtig binnen de gemeente Veendam.

Artikel 3. Lesgeldplicht

  • 1. Terzake van het aan leerlingen verstrekken van onderwijs door of vanwege de Muziek-, Dans- en Theaterschool te Veendam is lesgeld verschuldigd overeenkomstig de navolgende bepalingen.

  • 2. Lesgeld wordt in rekening gebracht voor elke leerling die in het cursusjaar aan de muziekschool staat ingeschreven.

  • 3. Voor een leerling, die in de loop van het cursusjaar is ingeschreven, is het lesgeld verschuldigd over zoveel maanden als er na de toelating in het cursusjaar over zijn. Een gedeelte van een maand wordt daarbij voor een gehele maand gerekend.

Artikel 4. Cursusjaar

  • 1. Het tijdvak waarover het lesgeld wordt berekend is gelijk aan het cursusjaar.

  • 2. De omstandigheden bij het begin van het cursusjaar zijn bepalend voor de vaststelling van het lesgeld. Wordt een leerling in de loop van het cursusjaar ingeschreven, dan treedt het tijdstip van inschrijving voor het begin van het cursusjaar in de plaats.

Artikel 5. Lesgeld en reductie

  • 1.

    Het lesgeld per cursusjaar per ingeschreven minderjarige leerling voor het verstrekken van individueel (in een groep) bedraagt:

    a. voor de eerste leerling uit een gezin € 360,--

    b. voor de tweede leerling uit een gezin € 300,--

    c. voor de derde en volgende leerling(en) uit een gezin € 275,--

    2 Bij meerdere leerlingen uit een gezin worden de oudste, de op een na oudste en de daarop volgende leerling als respectievelijk de eerste, de tweede en de derde leerling aangemerkt:

bij een belastbaar inkomen voor lessen met een lesduur van minimaal 30 minuten voor de 1e leerling 2e leerling 3e e.v. leerling

(o.g.v. de wet IB of LB 2001)

----------------------------------------------------------------------------------------

  

tot 18.000:                  120     100          90

van 18.000 tot 23.000: 170     145        135

van 23.000 tot 30.000: 230     195        180

van 30.000 tot 39.000: 290     245        225

boven 39.000:             360     300        275

  • 3.

    a. 

    afhankelijk van de hoogte van het verzamel inkomen kan een lesgeldplichtige in aanmerking komen voor het volgen van lessen tegen gereduceerd tarief;

    b.

    om in aanmerking te komen voor het volgen van lessen tegen gereduceerd tarief wordt het volgende in overweging genomen: 1) het verzameljaarinkomen van de lesgeldplichtige, zoals is vastgesteld door de belastingdienst over het kalenderjaar dat twee jaar voorafgaat aan het begin van het cursusjaar of, indien de gegevens hierover voor de aanvang van het cursusjaar beschikbaar zijn, over het kalenderjaar dat een jaar voorafgaat aan het begin van het cursusjaar, mits laatstgenoemd inkomen meer dan 10% lager is dan het verzamelinkomen over het daaraan voorafgaande kalenderjaar; 2) het verzamel jaarinkomen, zoals is vastgesteld door de belastingdienst, van de echtgeno(o)t(e) van de lesgeldplichtige, dan wel degene met wie hij / zij samenwoont;

    3) indien de lesgeldplichtige niet in de inkomstenbelasting wordt aangeslagen, wordt onder verzameljaarinkomen verstaan het bruto jaarinkomen (inclusief overhevelingstoeslag) minus de forfaitaire aftrek geldende voor dat belastingjaar.

  • 4.

    Indien de lesgeldplichtige desgevraagd niet de vereiste bewijsstukken kan overleggen of niet op tijd (vóór 1 oktober van het betreffende schooljaar) de vereiste bewijsstukken kan overleggen wordt het verschuldigde lesgeld gebaseerd op het hoogste tarief.

  • 5.

    Een bij de aanvang van de lessen minderjarige leerling komt gedurende 9 jaar in aanmerking voor het volgen van lessen tegen gereduceerd tarief, met dien verstande dat hij of zij in ieder geval tot zijn of haar 18de jaar lessen tegen een gereduceerd tarief kan volgen.

  • 6.

    Een uitzondering op het in lid 5 van dit artikel gestelde vormt de leerling die ouder is dan 18 jaar, maar nog op het Algemeen Vormend Onderwijs, het Voorbereidend Beroepsonderwijs of het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs zit.

Artikel 6. Klassikaal onderwijs

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 en 6 bedraagt het lesgeld per leerling en per cursusjaar voor

klassikaal onderwijs:

  • a.

    eerste jaar AMV/VIO 45 minuten (ca. 40 weken) € 65,--

  • b.

    tweede jaar AMV/VIO 45 minuten (ca. 40 weken) € 65,--

  • c.

    VIO (blokfluit) 30 minuten (ca. 40 weken) € 55,--

  • d.

    derde jaar AMV/VIO 60 minuten (ca. 40 weken) € 105,--

  • e.

    kleuter-AMV 45 minuten (ca. 40 weken) € 65,--

  • f.

    bewegingsvakken (ballet) 45 minuten (ca. 35 weken) € 120,--

  • g.

    bewegingsvakken (ballet) 60 mininuten (ca. 35 weken) € 160,--

  • h.

    orkestklas indien de leerling niet tevens individueel onderwijs, groepsonderwijs, dan wel klassikaal onderwijs volgt € 85,--

  • i.

    hafa A + B (20 minuten p.p.) € 140,--

  • j.

    hafa C + D (30 minuten p.p.) € 200,--

  • k.

    samenspel (20 lessen) € 25,--

  • l.

    theaterles 60 minuten (voor 30 lessen) € 150,--

  • m.

    theaterles 90 minuten (voor 30 lessen) € 215,--

  • n.

    theaterles 120 minuten (voor 30 lessen) € 265,--

  • o.

    theaterles 150 minuten (voor 30 lessen) € 300,--

Artikel 7 Wijziging lesduur en lesgeld

Ingeval de in de artikelen 5 en 6 genoemde lesduur wijziging ondergaat, dan wordt het lesgeld naar evenredigheid vermeerderd of verminderd.

Artikel 8. Overige bepalingen lesgelden en tarieven

  • 1. Voor de meerderjarige leerling wordt het lesgeld als bedoeld in artikel 4 met 50% verhoogd, met dien verstande dat het lesgeld nimmer minder bedraagt dan € 300,--. Het lesgeld voor meerderjarigen boven de 21 jaar is inclusief btw.

  • 2. Een gehuwde leerling beneden de 18 jaar wordt gelijkgesteld aan een meerderjarige leerling.

  • 3. In afwijking van het gestelde in het eerste lid van dit artikel bedraagt het lesgeld voor een meerderjarige leerling die alleen een inkomen geniet in de vorm van een studiebeurs, € 200,--.

  • 4. In afwijking van het gestelde in het eerste lid van dit artikel geldt de verhoging van het lesgeld met 50% voor volwassen zangleerlingen pas vanaf het moment dat zij drie jaar zangles hebben genoten, met dien verstande dat het lesgeld minimaal € 300,-- bedraagt.

  • 5. Een bij de aanvang van de lessen meerderjarige leerling komt gedurende 5 jaar in aanmerking voor het volgen van individuele lessen (in een groep) tegen gereduceerd tarief.

  • 6. Nadat de periode waarin aanspraak kan worden gemaakt op het volgen van lessen tegen gereduceerd tarief is verstreken, wordt het lesgeld met 25% verhoogd met een maximum van € 600,-- per jaar.

  • 7. Het lesgeld voor kortlopende cursussen en workshops wordt per activiteit bepaald.

  • 8. Voor hen die als leerling zijn ingeschreven voor een cursusjaar en die bij de aanvang van dat jaar wegblijven, is lesgeld over het eerste kwartaal van het cursusjaar verschuldigd, tenzij voor het begin van het cursusjaar uiterlijk op 1 juli schriftelijk bericht van verhindering is ingekomen.

  • 9. Ingeval van overschrijding van de in artikel 8.8 genoemde datum treden de artikel 11.4 en 11.5 in werking.

Artikel 9. Knipkaart

Een ieder kan gebruikmaken van een knipkaart:

  • a.

    De kosten voor een knipkaart bedragen € 175,--. Voor een volwassene bedragen de ` kosten € 210,--.

  • b.

    Het lesgeld voor meerderjarigen boven de 21 jaar is inclusief btw.

  • c.

    Een knipkaart geldt voor 300 minuten, op te nemen in 10 maal 30 minuten per les of 15 maal 20 minuten per les.

  • d.

    Een knipkaart geeft geen recht op gratis deelname aan ensembles en theorielessen.

  • e.

    Een knipkaart is maximaal 1 kalenderjaar geldig.

Artikel 10. Uitschrijving

Indien de lesgeldplichtige uitschrijving uit het leerlingenregister wenst, deelt hij of zij dit voor 1 juli van het lopende cursusjaar schriftelijk aan het hoofd van de school mee (zie ook art. 11.4).

Artikel 11. Vrijstelling lesgeld en restitutie

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, indien de lesgeldplichtige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar het lesgeld te betalen, geheel of gedeeltelijk afschrijving te verlenen.

  • 2.

    De lesgeldverplichting vervalt bij overlijden van de leerling en bij vertrek uit de gemeente; restitutie van het over de resterende maanden betaalde lesgeld geschiedt na schriftelijk verzoek.

  • 3.

    Lesgelden worden, na een schriftelijk verzoek daartoe, gedeeltelijk gerestitueerd wanneer:

    • a.

      de leerling zich 4 weken achtereen wegens ziekte (tijdig) heeft afgemeld;

    • b.

      de leerling 4 weken achtereen geen les heeft gehad wegens ziekte of afwezigheid van de docent;

    • c.

      minstens 15% (= 6 weken) van de lessen in een cursusjaar wegens ziekte of afwezigheid van de docent zijn komen te vervallen; in dit geval heeft de leerling recht op restitutie van de lesgelden over de betreffende volle kalendermaanden; Het minimumbedrag van restitutie, zoals bedoeld in artikel 11.3 sub a, b en c, bedraagt € 10,--.

  • 4.

    Indien het onderwijs voor 1 december van het cursusjaar schriftelijk bij het hoofd van de school is opgezegd heeft de leerling recht op een ontheffing van lesgeld voor de laatste periode van het cursusjaar van ten hoogste 6 maanden;

  • 5.

    Bij overschrijding van de in het vorige lid genoemde datum is geen ontheffing meer mogelijk.

Artikel 12. Wijze van betaling en termijnen

  • 1. Het lesgeld wordt in rekening gebracht door toezending van een nota of acceptgirokaart.

  • 2. Het lesgeld dient in één termijn te worden voldaan, de termijn vervalt 30 dagen na

    dagtekening van de nota.

  • 3. Het lesgeld kan via een automatische incasso worden voldaan, mits de lesgeldplichtige hiervoor toestemming heeft gegeven. Het maximale aantal termijnen bedraagt 4 aaneengesloten maanden. Het minimumbedrag per termijn bedraagt € 50,--.

Artikel 13. Opschorting lessen

Bij niet tijdige betaling van het verschuldigde lesgeld wordt het volgen van de lessen opgeschort en kunnen deze niet eerder worden hervat dan nadat het verschuldigde lesgeld met alle daarop vallende kosten, zowel in- als buitengemeentelijke, door de lesgeldplichtige is voldaan.

Artikel 14. Intrekking oude verordening

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening zal de verordening vastgesteld op 25 februari 2008, nummer 3 ZE / Cultuur behoudens overgangsrecht worden ingetrokken.

Artikel 15. Overgangsrecht

Verplichtingen die zijn reeds aangegaan vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van de op grond van de onder artikel 14 ingetrokken verordening.

Artikel 16. Inwerkintreding verordening

De verordening treedt niet in werking dan nadat zij is behoorlijk is bekendgemaakt

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening lesgelden ter zake van onderwijs aan leerlingen van de Muziek- Dans- en Theaterschool gevestigd te Veendam".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van d.d 22 februari 2010.

Voorzitter, Griffier,

A. Meijerman R. Brekveld