Regeling vervallen per 01-01-2008

Besluit op de openluchtrecreatie

Geldend van 14-06-2001 t/m 31-12-2007

Burgemeester en Wethouders der gemeente Ouderkerk

Gelezen het advies d.d. 28 januari 200 I van de afdeling Algemene Zaken;

Gelet op de Wet op de openluchtrecreatie;

besluit:

vast te stellen het volgende:

Besluit op de openluchtrecreatie

Artikel 1 Algemene begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de wet van 25 maart 1994 houdende regels ten behoeve van de openluchtrecreatie (Wet OR);

  • b.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de wet;

  • c.

    vrijstelling: een vrijstelling als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de wet;

  • d.

    ontheffing: een ontheffing als bedoeld in artikel 8, tweede lid, eerste lid of artikel 13, eerste lid van de wet;

  • e.

    verklaring van geen bezwaar: een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 14 van de wet;

  • f.

    rechthebbende: degene die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enige onroerende zaak.

Artikel 2 Vereisten aanvraag

  • 1.

    De aanvraag van een vergunning, vrijstelling of ontheffing bevat:

    • a.

      naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van het kampeerterrein;

    • b.

      een opgave van het maximale aantal toe te laten verblijfsrecreanten op het kampeerterrein;

    • c.

      een opgave van het aantal kampeerplaatsen en van het maximale aantal toe te laten en het soort kampeermiddelen;

    • d.

      de periode dat het kampeerterrein per kalenderjaar wordt gebruikt.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een vergunning, vrijstelling of ontheffing worden de volgende bescheiden overgelegd:

  • a.

    een situatietekening van het kampeerterrein in tweevoud, waarop, voor zover van toepassing, is aangegeven:

  • -

    een kadastrale omschrijving van het perceel;

  • -

    de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen en hun functies;

  • -

    de aanwezige en aan te brengen randbeplanting en het assortiment waaruit de randbeplanting bestaat;

  • -

    de ontsluiting van het kampeerterrein en het verloop van de wegen en de paden op het kampeerterrein;

  • -

    de aanwezige en de te realiseren parkeergelegenheid;

  • -

    de begrenzing van het kampeerterrein;

  • -

    de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand.

  • b.

    een toelichting op het aantal en de aard van de sanitaire voorzieningen en waaruit blijkt hoe de afvoer van de vaste en vloeibare afvalstoffen geregeld is.

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1.

    Op de aanvraag van een vergunning, vrij stelling, ontheffing of verklaring van geen bezwaar wordt binnen achter weken na ontvangst beslist.

  • 2.

    De beslissing kan voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

Artikel 4 Voorschriften aan een vergunning, vrijstelling of een ontheffing

  • 1.

    Aan de vergunning of ontheffing worden voorschriften verbonden met betrekking tot de geldigheid en de duur van de vergunning of ontheffing.

  • 2.

    Aan de vergunning of ontheffing kunnen voorschriften worden verbondenbetreffende onder meer het gebruik en de inrichting van het kampeerterrein.

Artikel 5 Voorwaarden aan een vrijstelling of ontheffing

Een vrijstelling of ontheffing kan slechts worden verleend als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    het kampeerterrein zich niet bevindt binnen bebouwde kommen alsmede in natuur- en beheersgebieden;

  • 2.

    het kampeerterrein door middel van randbeplanting voldoende in het landschap is ingepast;

  • 3.

    het kampeerterrein mag niet behoren bij of zijn gelegen aansluitend aan een kampeerterrein waarvoor reeds een vergunning, vrijstelling of ontheffing is verleend;

  • 4.

    het kamperen uitsluitend plaatsvindt op het erf dat onmiddellijk aansluit bij de woning of de bebouwing van een agrarisch bedrijf.

Artikel 6 Verklaring van geen bezwaar

  • 1.

    De aanvraag van een verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 24 van de wet bevat:

  • a.

    naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van het volkstuincomplex;

  • b.

    de periode dat het volkstuincomplex wordt gebruikt.

  • 2.

    Bij de aanvraag van een verklaring van geen bezwaar worden de volgende bescheiden overgelegd:

  • a.

    een situatietekening in tweevoud van het volkstuincomplex op schaal van ten minste 1:1000 met een kadastrale omschrijving van het perceel, waarop, indien van toepassing is aangegeven:

  • -

    de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen en hun functies;

  • -

    de ontsluiting van het volkstuincomplex en het verloop van de wegen en de paden op het volkstuincomplex;

  • -

    de aanwezige en te realiseren parkeergelegenheid;

  • -

    de aanwezige en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand.

  • b

    een toelichting waaruit blijkt hoe de afvoer van de vast en vloeibare afvalstoffen is

    geregeld.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking;

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit op de openluchtrecreatie.

Aldus vastgeld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 29 mei 2001 .

De secretaris,

De burgemeester,