Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR52909
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR52909/1
Regeling vervallen per 01-01-2017
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen
Geldend van 18-12-1993 t/m 31-12-2016
De Raad der gemeente Ouderkerk
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 17 november 1992;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor
het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
gelet op artikel 168 van de gemeentewet en artikel 35 van de Wet
op de lijkbezorging;
b e s 1 u i t:
vast te stellen de volgende
VERORDENING op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke
begraafplaatsen.
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- -
begraafplaatsen: de begraafplaatsen in de kernen Gouderak en Ouderkerk aan den IJssel;
- -
eigen graf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken;
- -
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- -
eigen urnengraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- -
urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;
- -
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- -
grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf;
- -
beheerder:de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;
- -
rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.
Artikel 2
Uitbreiding begrip eigen graf
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaald
wordt, voor zover van belang onder "eigen graf" mede verstaan: eigen
urnengraf.
HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS
Artikel 3
Openstelling begraafplaatsen
- 1.
De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de periode van zonsopgang tot zonsondergang.
- 2.
Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden afgesloten.
- 3.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Artikel 4
Ordemaatregelen
- 1.
Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaatsente verrichten.
- 2.
Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:
- a.
elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen;
- b.
sneller dan 10 km per uur. Het verbod onder letter a geldt niet in geval van begrafenissen of het vervoeren van materialen;
- a.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.
- 4.
Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
- 5.
Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.
Artikel 5
- 1.
Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
- 2.
De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang Van orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Artikel 6
Opgravingen en ruimen
Het opgraven van lijken en ruimen van graven is slechts toegestaan
indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met
deze werkzaamheden zijn belast.
HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING
Artikel 7
Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
- 1.
Degene, die wil doen begraven, of as wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk om 08.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving of bijzetting zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
- 2.
- 3.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder dan wel door de beheerder zelf. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 08.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8
Gebouwen
- 1.
Het gebruik van de ontvangstruimten en de aula moet uiterlijk om 08.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.
- 2.
De ruimten staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.
Artikel 9
Over te leggen stukken
- 1.
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
- 3.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 15, tweede lid.
- 4.
De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.
- 5.
De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.
Artikel 10
Tijden van begraven en as bezorging
- 1.
De tijd van begraven en het bezorgen van as is op werkdagen en op zaterdag van 9.00 tot 16.00 uur;
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze dagen en tijden afwijken.
HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN
Artikel 11
Indeling graven en asbezorging
- 1.
Op de begraafplaatsen zijn aanwezig: eigen graven, eigen urnen graven en algemene graven.
- 2.
De eigen graven worden uitgegeven voor de tijd van 25 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken.
- 3.
De eigen urnengraven worden uitgegeven voor de tijd van 25 jaren, bestemd voor het daarin bijzetten van ten hoogste 4 dSbussen, met of zonder urnen.
Artikel 12
Aantal overledenen in algemene graven
In de algemene graven kunnen ten hoogste 2 lijken worden begraven.
Artikel 13
Volgorde van uitgifte
- 1.
De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.
- 2.
Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaatsen niet bezwaarlijk is.
Artikel 14
Termijnen eigen graven
- 1.
Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 25 jaren het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
- 2.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
- 3.
Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.
- 4.
Een- recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 15, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 15
Overschrijving van verleende rechten
- 1.
Het recht op een eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op aanvraag van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
- 2.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
- 3.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.
- 4.
Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 16
Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de recht-
hebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het
recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen
burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKINGEN
Artikel 17
Vergunning grafbedekking
- 1.
Voor het hebben van een gedenkteken is de schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.
- 2.
Omtrent de wijze van aanvrage van de vergunning, de aard en de afmetingen van het gedenkteken en de wijze van aanbrengen kunnen burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.
- 3.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.
- 4.
Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren indien:
- a.
niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;
- b.
het gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.
- a.
Artikel 18
Grafbeplanting
Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat
verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat
aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen,
planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door
de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijke aanvraag heeft gedaan bij de beheerder.
Artikel 19
Verwijdering grafbedekking
- 1.
De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.
- 2.
Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval maken zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend;
- 3.
Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid 'genoemde termijn.
- 4.
De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:
- -
geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;
- -
de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.
- -
Artikel 20
Onderhoud door de rechthebbende
- 1.
De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Deze verplichting geldt niet voor het onderhoud van het gedenkteken, indien dit onderhoud op verzoek tegen betaling van een recht, zoals bedoeld in de Verordening lijkbezorgingsrechten Ouderkerk 1992 is overgedragen aan burgemeester en wethouders.
- 2.
Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
- 3.
De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar demededeling aangebracht.
Artikel 21
Onderhoud door de gemeente
Burgemeester en wethouders voorzien in het na verzakking opnieuw
stellen van het gedenkteken en in het onderhoud van graven, waarop een
gedenkteken en beplanting ontbreken.
HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENGRAVEN
Artikel 22
Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
- 1.
Het voornemen van burgemeester en wethouders om een eigen graf teruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
- 2.
De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt geborgen in een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaatsen.
- 3.
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving op een begraafplaats elders buiten de gemeente.
- 4.
De rechthebbende op een eigen graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om om de overblijfselen te doen verzamelen om deze op een begraafplaats elders buiten de gemeente opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen deze ter beschikking te houden om op een begraafplaats elders buiten de gemeente bij te zetten of te doen verstrooien.
HOOFDSTUK 7 INRICHTING REGISTER
Artikel 23
Voorschriften
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.
- 2.
Het register wordt bijgehouden door de beheerder.
HOOFDSTUK 8 BEZWAREN
Artikel 24
Indiening, behandeling en beslissing
- 1.
Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders bezwaar indienen.
- 2.
Burgemeester en wethouders brengen de beslissing omtrent de klacht terstond ter kennis van de gemeenteraad.
HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN
Artikel 25
Overgangsbepaling
De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die
voortvloeien uit de ingevolge artikel 27 ingetrokken verordening,
worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.
Artikel 26
Strafbepaling
Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt gestraft met
een geldboete van de eerste categorie.
Artikel 27
Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.
- 2.
Met ingang van dezelfde datum vervalt de verordening op de algemene begraafplaatsen te Ouderkerk (kernen Gouderak en Ouderkerk aan den IJssel) houdende tevens instructie voor het personeel, alsook de artikelen 123 tot en met 128 van de Algemene Politieverordening der gemeente Ouderkerk.
Artikel 28
Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Beheersverordening
begraafplaatsen Ouderkerk 1992.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Ouderkerk, 26 augustus 1993.
De secretaris,
J.A.M. KIeene.
De burgemeester,
Th. Bakkers.
0250.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl