Regeling vervallen per 01-01-2013

Overgangsverordening Verordening loonkostensubsidie instroom/doorstroombanen Wiw-werkervaringsplaatsen

Geldend van 01-01-2004 t/m 31-12-2012

Intitulé

Overgangsverordening Verordening loonkostensubsidie instroom/doorstroombanen Wiw-werkervaringsplaatsen

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Overgangsverordening Verordening loonkostensubsidie instroom/doorstroombanen Wiw-werkervaringsplaatsen

(raadsbesluit van 18 december 2003).

De raad van de gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 10 december 2003

Besluit

vast te stellen de volgende

Overgangsverordening Verordening loonkostensubsidie instroom/ doorstroombanen Wiw- werkervaringsplaatsen

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt onder de verordening verstaan: de Verordening loonkostensubsidies instroom/doorstroombanen Wiw-werkervaringsplaatsen. De definities van artikel 1 van de Reïntegratieverordening 2004 en van artikel 1 van de verordening zijn ook van toepassing op deze verordening.

Artikel 2 Subsidieduur voor bestaande gevallen

  • 1.

    De subsidie voor werkgevers die op 31 december 2003 op grond van artikel 4 en 5 van de verordening van toepassing was blijft gehandhaafd tot 1 juli 2005 onder de voorwaarden voor die subsidie op grond van de verordening en de andere toepasselijke regelgeving zoals die gold op 31 december 2003.

  • 2.

    In afwijking van het vorige lid eindigt de subsidie als die is toegekend na 8 mei 2003 op 1 juli 2004.

  • 3.

    Als door het college is vastgesteld dat de werknemer niet tot de doelgroep voor een vangnetbaan of een opstapbaan behoort op grond van de Reïntegratieverordening 2004, of als om een andere reden niet aansluitend subsidie mogelijk is op grond van de Reïntegratieverordening

2004, eindigt de subsidie niet eerder dan zes maanden na het besluit daartoe door het college.

4.De subsidie kan op een eerder moment worden beëindigd als niet langer aan de voorwaarden zoals die golden op 31 december 2003 wordt voldaan.

Artikel 3 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie zoals bedoeld in het vorige artikel bedraagt per dienstverband van 32 uur het bedrag dat over 2002 aan een werkgever gemiddeld per dienstverband van 32 uur aan loonkostensubsidie op grond van de verordening is verstrekt ten behoeve van de werknemer(s), vermeerderd met 5,7% .

  • 2.

    Het in het vorige lid bedoelde bedrag wordt naar rato verlaagd als de subsidie eerder dan het eind van het kalenderjaar eindigt.

  • 3.

    Het subsidiebedrag wordt naar rato verhoogd of verlaagd als het gaat om dienstverbanden van respectievelijk meer of minder dan 32 uur per week.

Artikel 4 Overgang naar nieuwe subsidiesystematiek

1.Na afloop van de subsidie op grond van deze overgangsverordening is aansluitend subsidieverlening mogelijk op grond van de

Reïntegratieverordening 2004 als aan de overige voorwaarden is voldaan en als het college voorafgaand aan de hand van onderzoek heeft vastgesteld dat de werknemer tot de doelgroep behoort.

  • 2.

    Als is vastgesteld dat de werknemer tot de doelgroep voor een vangnetbaan behoort, is in dat geval de voorwaarde dat er voorafgaand een proefplaatsing is geweest niet van toepassing.

  • 3.

    De periode waarover de subsidie maximaal kan worden verstrekt gaat in dat geval in op de datum met ingang waarvan de subsidie op grond van de Reïntegratieverordening 2004 wordt verstrekt.

  • 4.

    Voor de hoogte en de duur van de subsidies is niet de leeftijd bij aanvang van de arbeidsovereenkomst bepalend, maar de leeftijd op de ingangsdatum van de subsidie op grond van de Reïntegratieverordening

2004.

5.Voor het recht op een subsidie op grond van afdeling 4 van hoofdstuk

4 van de Reïntegratieverordening 2004 wordt de werknemer gelijk gesteld met de werknemer die bij aanvang van de arbeidsovereenkomst bijstand ontving.

Artikel 5 Citeerwijze en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Overgangsverordening ID.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2004.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op

18 december 2003.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A.H. Brouwer-Korf

Bekendmaking is geschied op 24 december 2003.

Deze verordening is in werking getreden op 1 januari 2004.

BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT

2004, NR. 65

Algemene Toelichting

Door de vaststelling van de Reïntegratieverordening 2004 is de Verordening loonkostensubsidie instroom/doorstroombanen Wiw-werkervaringsplaatsen (verder: de verordening) ingetrokken. Deze verordening regelde de subsidiering van arbeidsplaatsen op grond van het Besluit In- en doorstroombanen, dat per 1 januari 2004 vervalt. Vanaf die datum is geen subsidiering van arbeidsplaatsen op grond van deze regeling meer mogelijk.

Met de invoering van de Reïntegratieverordening 2004 is een nieuw stelsel van gesubsidieerde arbeidsplaatsen geïntroduceerd. Deze overgangsverordening regelt de overgang van de subsidiëring van arbeidsplaatsen van het oude naar het nieuwe stelsel.

In het algemeen kan gezegd worden dat de subsidie voor arbeidsplaatsen die op de dag voor het vervallen van de verordening verstrekt werd tijdelijk kan worden voortgezet onder de oude voorwaarden. Die subsidieverlening geschiedt dan niet meer op grond van de vervallen verordening, maar op grond van deze overgangsverordening. De voorwaarden van de vervallen verordening blijven wel gelden. Wat wel verandert is de hoogte van de subsidie. Die wordt bevroren op het niveau van 2002, vermeerderd met 5,7% . Voortzetting van de subsidie voor overheadkosten is niet geregeld. Ook de Reïntegratieverordening 2004, waarin de nieuwe loonkostensubsidies zijn geregeld, kent geen subsidie voor overheadkosten. Dat betekent dat subsidiering van deze kosten vanaf de intrekkingsdatum van de verordening niet meer mogelijk is.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Definities

Er is afgezien van een eigen lijst van definities. De definities van de verordening en van de Reïntegratieverordening zijn van toepassing.

Artikel 2 Subsidieduur voor bestaande gevallen

Eerste en tweede lid:

De subsidies voor loonkosten die op de dag voor het vervallen van de verordening werden verstrekt blijven in de meeste gevallen gehandhaafd tot 1 juli

2005.Een uitzondering hierop geldt voor subsidies die na 8 mei 2003 zijn toegekend. Eind 2002 was er een vacaturestop ingesteld in verband met de noodzakelijke bezuinigingen door het wegvallen van rijksgeld. De werkgevers die na het weer opheffen van de vacaturestop in mei 2003 subsidies toegekend hebben gekregen waren daardoor op de hoogte van de op handen zijnde versobering van de loonkostensubsidies, zodat voor hen een minder lange overgangstermijn nodig is.

Derde lid:

Subsidies voor bestaande ID-banen eindigen op 1 juli 2005. Het is de bedoeling dat de subsidies voor de werkgevers die daarvoor in aanmerking willen komen worden omgezet naar een subsidie op grond van de nieuwe subsidiesystematiek. Daarvoor zal moeten worden onderzocht of de arbeidsplek aan de nieuwe voorwaarden voldoet en of de werknemer volgens de nieuwe regels tot de doelgroep behoort. Het is de bedoeling dat deze screening in het eerste half jaar van 2004 plaatsvindt. Alleen in die gevallen waar dit niet voor 1 januari 2005 is vastgesteld en die leiden tot een beëindiging van de subsidie, kan de subsidie op grond van de overgangsverordening worden voortgezet tot na 1 juli 2005. De subsidie duurt dan niet langer dan zes maanden na het besluit tot beëindiging van de subsidie. De termijn van zes maanden hoeft niet in acht genomen te worden als na 1 januari 2005 is vastgesteld dat de subsidie kan worden omgezet naar een subsidie op grond van de nieuwe systematiek. In dat geval vindt omzetting per 1 juli 2005 plaats.

Zoals beschreven in de toelichting bij het eerste en tweede lid, geldt een afwijkende wijze voor werknemers waarvoor subsidies na 8 mei 2003 zijn toegekend. Ook deze groep wordt onderzocht, maar voor deze groep eindigt de ID-subsidie op 1 juli 2004. Op dat moment vindt, indien uit het onderzoek blijkt dat dit nodig is, omzetting plaats naar de nieuwe systematiek. Wanneer het onderzoek uitwijst dat de werknemer kan uitstromen naar regulier werk, wordt de ID-subsidie tot uiterlijk zes maanden na afloop van dat onderzoek verstrekt.

Artikel 3 Hoogte van de subsidie

De bedoeling van dit artikel is om de subsidies voor loonkosten per werkgever te bevriezen op het niveau van 2003. Om technische redenen is er voor gekozen om uit te gaan van het niveau van 2002, verhoogt met het percentage waarmee de loonkosten in 2003 ten opzichte van 2002 zijn gestegen. Bij iedere werkgever wordt de gemiddelde subsidie berekend die over 2002 verstrekt is per dienstverband van 32 uur. Dat bedrag wordt verhoogd met

5,7% . Als het aantal subsidiabele dienstverbanden, of de omvang ervan, in

2004 is gestegen, wordt het over 2004 toe te kennen subsidiebedrag naar rato verhoogd. Omgekeerd wordt het naar rato verlaagd als het aantal subsidiabele dienstverbanden, of de omvang er van, in 2004 gedaald is. Dezelfde werkwijze geldt voor het jaar 2005, met dien verstande dat dan voor 2004 steeds 2005 gelezen moet worden.

Artikel 4 Overgang naar nieuwe subsidiesystematiek

Eerste lid:

Aansluitend op de beëindiging van de subsidie op grond van deze overgangsverordening kan de werkgever in aanmerking komen voor de nieuwe loonkostensubsidies op grond van de Reïntegratieverordening 2004. Dat kan alleen als de werkplek aan de nieuwe eisen voldoet, en als is vastgesteld dat de werknemer tot de doelgroep van een opstap- of vangnetbaan behoort.

In de volgende leden van dit artikel wordt op een aantal voorwaarden voor subsidie op grond van de nieuwe regels een uitzondering gemaakt om de overstap naar de nieuwe subsidiesystematiek mogelijk te maken.

Vierde lid:

Voor de duur en de hoogte van de subsidie voor opstap- en vangnetbanen is de leeftijd bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst bepalend. Omdat bij de omzetting van subsidies voor ID-banen de arbeidsovereenkomst al eerder gesloten is, en gewoon blijft bestaan, is geregeld dat in deze gevallen de leeftijd bij de omzetting bepalend is.

Vijfde lid:

Vangnetbanen zijn voor de nieuwe gevallen alleen bedoeld voor jongeren en voor mensen met een (bijstands)uitkering. Om omzetting van ID-subsidies naar de nieuwe subsidiesystematiek mogelijk te maken is bepaald dat de voorwaarde dat er voor de aanvang van de arbeidsovereenkomst een (bijstands)uitkering moet zijn ontvangen niet van toepassing in die situatie.